Code Orange baande zich vorig jaar op glorieuze wijze een weg naar de mainstream. De wild creatieve mix van furieuze hardcore en sinistere, industriële glitchyness bleek een gouden formule te zijn die de band niet alleen wereldwijd succes liet boeken en podia liet sieren waar menig metal artiest alleen maar over kan dromen, maar leverde daarnaast zelfs een Grammy nominatie op. Alsof dat nog niet indrukwekkend genoeg is voor een groep muzikanten die opereren in een niche en soms ééndimensionaal genre zoals hardcore, werd dit alles geheel op eigen kracht bereikt. Het idee dat je muzikaal gezien compromissen moet sluiten om een breder publiek aan te spreken, werd namelijk compleet verworpen. Het lijkt alsof we nu, met deze debuterende langspeler van Vein, de eerste vruchten mogen plukken van het kapot slaan van dit glazen plafond.
Tot zover de formaliteiten. Normaal gesproken probeer ik nog enigszins beschaafd te blijven in mijn recensies, maar dat smijt ik hier even gemakshalve het raam uit, gezien de band zelf ook alles behalve subtiel te noemen is. Tering Jantje wat is dit een zieke plaat. En dan bedoel ik niet het type “ik heb een kuchje en last van mijn keel” ziek. Nee, ik doel hier op het volledige hepatitis alfabet. Onder woorden brengen wat er muzikaal gebeurt is lastig, gezien het werkelijk alle kanten in schiet, maar wellicht dat de omschrijving “een gewelddadig bukkake ritueel waarbij The Dillinger Escape Plan, Deftones, Korn en Converge aan de donerende zijde staan en Code Orange op de knietjes mag ontvangen” de lading (pun intended) nog het meeste dekt. Pure nostalgie-core dus, maar desondanks niet vastgeroest in het verleden.
Dit is iets dat de band op meesterlijke wijze gedurende dit hele album doet: het introduceren van een riff of akkoorden progressie, en die later in een gemuteerde, vaak compleet verknipte vorm laten terugkeren. Elk van deze iteraties voelt aan als een nieuw stuk, waardoor de verveling nooit toeslaat. Zo ook in dit openingsnummer: de eerder genoemde Korn riff wordt in de intro gespeeld met powerchords, maar retourneert later als enkele noten, waardoor het een compleet ander smoelwerk krijgt. Echter is dit slechts kinderspel in vergelijking met de uit het niets komende verschuiving in de ritme sectie en de opvolgende chaos die midden in het nummer plaatsvindt. Klimmende gitaarlijnen worden in tandem met desoriënterend drumwerk woest de ether in gesmeten terwijl er meerdere strottenhoofden aan gort worden geholpen door snijdende hardcore screams en ronkende deathgrowls. Deze cyclus herhaalt zich nogmaals, wederom met variaties, en mondt vervolgens doodleuk uit in een asociale hardcore breakdown. Het voorgaande was blijkbaar nog niet bruut genoeg. Echt veel tijd om je over te geven aan je innerlijke mosher krijg je niet, want deze passage gaat niet veel later over in een moordende groove waarover de eerder genoemde Korn en Dillinger riffs wederom hun terugkeer maken, al worden ze deze keer wel in human-centipede stijl vastgenaaid aan een berg dive-bomb gitaargerommel en ongemakkelijke bliepgeluiden. Jezus H. Christus, Vein laat in deze eerste 145 seconden al meer zien dan menig metal artiest in een heel album.
Even later, in het absurde Doomtech, laat de band zijn songwriting spierballen zien, en wordt de wispelturigheid op een iets lager pitje gedraaid. Het resultaat is verbluffend te noemen: moeiteloos wordt er geschakeld tussen brute grooves, hakkelende nu-metal riffs, palm-muted hardcore breakdowns en etherische en aanstekelijke Deftones achtige passages. Hoewel er nog steeds een groot contrast te bekennen is tussen de verschillende stukken, glijden deze moeiteloos in elkaar over als een achtbaan: je gaat heen en weer getrokken worden, en vanaf de grond kun je enigszins inschatten wanneer dit gaat gebeuren, maar de rit zelf is nog altijd een verassende ervaring die de adrenaline door je aderen laat pompen en je wellicht je complete maaginhoud op ziedende wijze in een fraai vormgegeven vuilnisbak laat deponeren. Deze iets meer expansieve manier van schrijven wordt later ook toegepast in titelnummer Errorzone, dat zich ontpopt tot het meest meeslepende nummer van dit album. Nog altijd is er een lompheid te horen in de intro, al wordt er hier niet richting de finish gesprint. In plaats daarvan wordt er wat ruimte genomen die gevuld wordt met een meeslepende mid-tempo passage die voor de verandering niet bestaat uit pijlsnelle riffs maar in plaats daarvan een akkoordenschema hanteert, geharmoniseerde vocalen kent, en een haast teder slotstuk draagt dat gevuld is met pianospel en langzaam maar zeker afbouwt qua intensiteit, tot er alleen wat cleane zang en gitaarakkoordjes over zijn.
Dit soort sensibele momenten deelt de band echter spaarzaam uit. Het gros van dit werk is een waas van spasme, dissonantie, maar kenmerkt zich boven alles door een onuitputtelijke hoeveelheid pure, ongecompliceerde, withete, razende, gewelddadige, driftige, ongecontroleerde woede. Daar bovenop wordt iedere kier die ook maar een minuscule hoeveelheid daglicht doorlaat vakkundig dichtgetimmerd met de minst tactvolle pitch-shift pedaal verkrachterij die de mensheid kent, waardoor het op plekken klinkt alsof er een oorlog gaande is tussen de Transformers, een oud 56K inbel-modem en Stephen Hawkins’ rolstoel die in dit geval stoomwalsen als wielen heeft. Zo’n digitale inslag kan wellicht koud en levenloos aanvoelen, maar Vein drijft nergens het break-core territorium in waar Igorrr bijvoorbeeld in opereert. De lompe analoge sound heeft hier de overhand, wat ervoor zorgt dat deze plaat niet aanvoelt alsof hij gebouwd is middels Pro-tools plugins, maar daadwerkelijk is ingespeeld door homo sapiens.
Dat is dan ook exact wat deze plaat zo spannend en onvoorspelbaar maakt. Elk nummer voelt aan als een roes van menselijke creativiteit die van gedaante blijft wisselen, zonder iets in te leveren aan brute kracht. Waar veel metalcore tegenwoordig een liefelijk karakter heeft door levenloos en steriel geluid, perfect strakke productie en bandleden die meer om hun pretty-boy/girl looks lijken te geven dan de muziek die ze maken, is Vein het gedrocht dat zijn eigen uitwerpselen woest in de rondte slingert en daarmee (letterlijk) schijt heeft aan meezing refreintjes en poppy-hooks. Geen gijzelaars, geen genade, vol in het offensief. Je gaat er mee aan boord of je wordt vermorzeld, een andere optie is er niet. Deze razernij en onvoorspelbaarheid is bij vlagen zelfs zo erg aanwezig, dat nummers compleet in elkaar vervagen. Doorgaans is dat een teken is van middelmatigheid, maar hier is het tegendeel waar: elk lied zit zo propvol met ideeën en twists dat er met geen mogelijkheid te voorspellen is waar het één ophoudt en het ander begint. Een luxe die ons tegenwoordig slechts zelden ten deel valt, zeker in dit genre.
De oude knar zegt wel eens: “Zo maken ze ze tegenwoordig niet meer”. Vein bewijst met dit debuut snoeihard het tegendeel door de cassette-doos te plunderen van die ene vriend die aan de goede kant van de nu-metal en metalcore explosies is blijven hangen, om tot een driftig misbaksel te komen dat op papier niet zou moeten werken, maar wonder boven wonder zijn cohesie behoudt en daar bovenop aanvoelt als een kleine revolutie, ook al grijpt het terug naar het verleden. Dit is dé metalcore release van 2018 tot dusver, en ik durf al voorzichtig te beweren dat er in dit genre weinig zal zijn dat ook maar enigszins in de buurt gaat komen van deze plaat. Errorzone telt slechts 27 minuten aan muziek, maar lijkt in de praktijk een eeuwigheid te duren omdat het zo meedogenloos agressief en onvoorspelbaar is dat luisterbeurten gerust omschreven kunnen worden als noeste arbeid, wat de opbrengst aan het einde van de dag des te bevredigender maakt. Een bak knakenharde, ziekelijk abrasieve takkenherrie je schedel in laten torpederen was zelden zo aangenaam.
Score:
90/100
Label:
Closed Casket Activities, 2018
Tracklisting:
- Virus://Vibrance
- Old Data In A Dead Machine
- Rebirth Protocol
- Broken Glass Complexion
- Anesthesia
- Demise Automation
- Doomtech
- Untitled
- End Eternal
- Errorzone
- Quitting Infinity
Line-up:
- Anthony – Vocalen
- Matt – Drums
- Jeremy – Gitaar
- Jon – Basgitaar
- Josh – Gitaar
Links: