Aan de voet van de Leeuwarder Oldehoofsterkerk, prachtig in al zijn lelijkheid, vond in het tweede weekend van juni eindelijk weer metalfestival Into the Grave plaats. En dus sjokten duizenden in het zwart geklede liefhebbers der zware metalen zich naar het kerkhof aan de rand van het centrum, tot schrik van het winkelend publiek. Namens Zware Metalen sjokten René de Jonge, Cor Vos en Remco Faasen mee als schrijver. Op zaterdag sloot Marko Bok zich aan. Christel Janssen was present voor de foto’s. Dag 2: zingende dwergen, Golden Earring, tyfusharde death metal en het feestje van een gimmick band.
Lees ook het verslag van dag 1: Friezen binne frij, een Graceless Groupie, Kleine Dennis en de chirurgische precisie van Carcass.
Lees ook het verslag van dag 3: dringen bij de merch, plaggen uit de grond, Death-klassiekers en een zieke drummer.
Enforced (Reaper Stage, René)
Aan de Amerikanen van Enforced de taak om het publiek op deze tweede dag wakker te maken. Naar aanleiding van het debuut album Kill Grid zou dat geen probleem moeten zijn en al snel blijkt die aanname te kloppen. De combinatie van thrash en death slaat goed aan en het publiek wordt zienderogen groter in aantal. Dit komt ook omdat het geluid goed staat gemixt. Daar waar sommige band van mening zijn dat alles maar vooral harder moet klinken, kiest Enforced liever voor een standje lager en daardoor goed hoorbaar. Het publiek dat al binnen is, wordt in ieder geval goed wakker gemaakt door de energie van Enforced. Een lekker begin van de dag.
Wind Rose (Mainstage, Remco)
Het ontbijt is net achter de kiezen of we moeten al ten strijde trekken. De Italianen van Wind Rose staan op het podium, maar dat is slechts hun alter ego voor de buitenwereld. Binnen de grenzen van Into the Grave hebben we gewoon te maken met vijf dwergen. Wat groot uitgevallen dwergen, maar toch. Vooral zanger Francesco Cavalieri is flink aangekleed met een berenvel (wat zal het warm zijn) als hij voorgaat in de strijd: Together we Rise, zeg maar. En maar brullen en maar die vuisten in de lucht gooien: de powermetal van Wind Rose is niet lastig te volgen: het is episch en het is melodieus met een hele belangrijke rol voor toetsenist Federico Meranda. De sfeer zit er goed in en de absoluut jongste crowdsurfer van het festival komt voorbij gedreven.
Waar Baldrs Draumar gisteren voor een zware aanpak koos met onder meer twee gitaristen, is er nu bij een qua insteek en thematiek vergelijkbare band maar één én moet hij ook nog eens met bassist Christiano Bertocchi de achtergrondvocalen verzorgen: veelal van lalalala-kaliber. Het publiek doet lekker mee en dus is iedereen blij. In de afsluiter Diggy Diggy Hole klinkt vanaf tape een dreunende discobeat, die nog één keer het halve veld in beweging zet. Mijn kopje thee (of hoorn met mede) is allemaal niet, maar leuk is het wel.
Sisters of Suffocation (Reaper Stage, Cor)
Het is al vroeg op de dag (en het bier zal vloeien!), maar het is goed druk bij de Reaper Stage. De kater bij menig metalhead lijkt uit te blijven – een enkeling daar gelaten – en de dames en heren uit regio Eindhoven, te weten Sisters of Suffocation, beginnen aan een beuker van een set. Helaas is zangeres Els Prins nog niet van de partij en valt zangeres Linn Liv (Pictura Poesis) voorlopig in. Staande bij de geluidstent lijkt het geluid ietwat tegen te vallen. De definitie van de gitaren is niet erg goed te horen, tot Simone van Straten haar leads en solo’s speelt en ook de kickdrum lijkt wat zacht in de mix te staan. Hoewel er toch zeer vakkundig een flink portie dood en verderf wordt gespeeld, blijft de uitbundige participatie van het publiek wel een beetje uit. De hoofden doen wel schudden, de hoorns gaan wel de lucht in, maar de moshpits zijn klein en het crowdsurfen blijft uit. Misschien moet Leeuwarden nog wakker worden?
Cobra the Impaler (Mainstage, Cor)
Misschien kan het uit België afkomstige Cobra the Impaler het volk doen wakker schudden. Als de presentator de band aankondigt en ons allen vraagt om wat meer naar voren te komen (het plein is nog halfleeg) hou ik mijn hart vast voor het vervolg. Onlangs stonden de heren op de tweede dag van het Prognosis Festival in de Effenaar in Eindhoven te spelen, voor een overvolle zaal die zeer onder de indruk was. Gelukkig vult het plein bij het inzetten van het eerste nummer al gauw (misschien stond er nog wat publiek bij de Reaper Stage?) en komt het feest langzaam op gang. Echt tempo zit er niet in de nummers, het is meer groove en het tragere headbangwerk en dat resulteert in een haast melig publiek dat in plaats van snoeiharde moshpits opzet begint te roeien, te dansen in een kringetje en op een gegeven moment zelfs de Macarena (?!?!) doet. Dat lijkt mij toch wel een kleine doch subtiele hint dat Cobra the Impaler misschien een iets energiekere set had moeten uitkiezen? Komt daar ook nog eens bij dat de heren het laatste nummer van de setlist niet meer kunnen inzetten want de speeltijd is voorbij. Het komt allemaal wat slordig over vandaag en het is niet het brute metalgeweld dat een ruime anderhalve maand geleden de tent plat speelde in de Effenaar. Jammer.
Night Demon (Reaper Stage, Remco)
Night Demon is vandaag Afternoon Demon want de band speelt in de volle zon op de Reaper Stage. Het deert het trio niet en Screams in the Night komt zo ook wel over. De heavy metal van de heren wordt in de hoogste versnelling afgeleverd: de drums van Dusty Squires klinken luid, gitarist Armand John Anthony gooit er af en toe een lekkere solo uit en ondersteunt zanger/bassist Jarvis Leatherby met achtergrondvocalen. Leatherby heeft verder een weinig opvallende zangstem, maar wat hij doet past prima bij de muziek van de band dus alles is goed. Muzikaal is het mij allemaal iets te toegankelijk, maar dat hoort nu eenmaal een beetje bij een powertrio. De mannen spelen in ieder geval de blaren op de vingers en dat is mooi om te zien.
De sympathiefactor van deze Amerikanen stijgt met factor honderd als ‘a special one from your country’ wordt aangekondigd en dit blijkt wereldhit Radar Love van Golden Earring te zijn. Er komen nog een paar bonuspunten bij als de zin ‘The radio’s playin’ some forgotten song’ wordt vervangen door ‘The radio’s playin’ that Motörhead-song’. De band maakt er ook nog eens een lekker opgefokte versie van. Na afloop roepen een paar grapjassen om Slayer, maar Night Demon gaat stug door met het eigen materiaal. Dat is van typisch Amerikaans kaliber: voorzien van spierballen, niet te ingewikkeld, lekker rockend het zweet ervan af laten spatten en niet alleen dankzij de zon. Anthony gooit er nog even een paar solo’s uit en afsluiten doen we uiteraard met het eerste nummer ooit uitgebracht door deze band… Juist, Night Demon. Een prima bandje voor een festival.
Flotsam & Jetsam (Mainstage, René)
Het is inmiddels half vier in de middag als het weer de hoogste tijd is voor wat thrashmetal. Deze keer is het de beurt aan Flotsam & Jetsam. Omdat drummer Ken Mary’s paspoort nog maar 72 dagen geldig was, in plaats van de toegestane 90, mocht hij Europa niet in. Als vervanger heeft de band Cryptosis-drummer Marco Prij weten te strikken. De drummer heeft in een paar dagen tijd de hele setlist moeten leren en bovendien stond hij gisteren met zijn eigen band nog op de Reaper Stage. Dikke pet af voor Marco die in mijn oren geen steek heeft laten vallen vandaag, of gisteren wat dat betreft. Ook de overige bandleden, die toch ook ineens met een andere drummer moeten optreden, hebben zich goed weten aan te passen aan de omstandigheden en de band levert dan ook een uiterst solide set af. Flotsam & Jetsam heeft mij op albums echter nooit echt weten te overtuigen en live komt de band ook niet voorbij dat niveau.
Ingested (Reaper Stage, Cor)
Collega Remco vraagt aan de groep of iemand dit optreden van hem kon overnemen (iets met familieverplichtingen) en ik bied mij aan. Niet bekend met Ingested ga ik vol goede moed naar de Reaper Stage om de show te aanschouwen. En wat mij er nou overkomt? Kapot harde death metal, gepaard met deathcore, wordt hier gespeeld door het uit Engeland afkomstige Ingested en ik sta echt met een mond vol tanden. De zang is ontzetten dynamisch: van hoog gekrijs naar diepe, guttural death growls en af en toe wat gesproken tekst. De drummer, pffff… wat een bak geweld komt er uit de handen en voeten van deze beste man. Kickdrumpatronen op veertuigduizend beats per minute en één brok energie aan één stuk door. De zanger krijgt het publiek, dat hier enorm van smult, ook prima mee en er volgt een flinke wall of death. Feest! Meer graag!
Orange Goblin (Mainstage, Cor)
Van tyfusharde death metal naar rauwe, volle …tja, rock, heavy metal, wat is het? In ieder geval klinkt Orange Goblin altijd erg fijn in het gehoor en vandaag is dat niet anders. Zanger Ben Ward is een ontzettende gangmaker en weet het publiek altijd heerlijk mee te krijgen en op te jutten. Helaas blijkt de schuif van het gitaargeluid op de geluidstafel aan het begin nog omlaag te staan (de gitarist heeft alleen podiumgeluid) en daarmee is de magie van het inzetten van het eerste nummer een beetje weg. Foutje bedankt! Dit is al gauw hersteld en het is dansen en schudden met de hoofden geblazen. Wat volgt is een heerlijke dynamische set vol oude en nieuwe nummers, maar helaas moet ik na een half uur toch echt even de schaduw opzoeken. De zon staat volop te branden op het plein en na een kleine zes uur er onder te hebben gestaan, smelt ik helemaal weg. Zittend op de stenen trap naast de ingang van de parkeergarage pak ik nog wel de rest van de set mee, maar dan zonder het aanzicht van de band op het podium. Sorry mannen, maar ik ging echt kapot in de felle zon. Wél een uitstekende set en het smaakt zeker naar nog meer concerten van deze Engelse topformatie.
Midnight (Reaper Stage, Remco)
Het gemaskerde trio van Midnight komt black rock and roll thrash brengen en dat is altijd fijn. Nummers als Poison Trash hebben allemaal niet zoveel om het lijf en als je er één hebt gehoord, heb je ze allemaal gehoord, maar Athenar en zijn inhuursoldaten brengen het met zoveel passie en plezier dat je vanzelf meegaat in het testosteroncircus. Het zal warm zijn onder de beulskappen die de mannen dragen maar op het podium is er niets van te merken. Voor het podium overigens ook niet: alles krioelt door elkaar. Athenar en zijn mede-snaarbespeler van dienst kunnen geen van beiden écht zingen maar muzikaal is het zó sterk dat het nergens verzandt in een vergelijkbare brei. Nee, er is weinig ingewikkelds aan de muziek van Midnight, maar wat de mannen doen, doen ze goed. Heerlijk!
Dark Funeral (Mainstage, Marko)
Dark Funeral trekt behoorlijk wat mensen naar het hoofdpodium en speelt onder een stralende zon hun ietwat ingekorte setlist. Opener Unchain My Soul heeft wat last van technische problemen en niet goed afgestelde instrumenten, maar bij het retesnelle The Arrival of Satan’s Empire is het allemaal opgelost. De mannen hebben er zin in en maken veel contact met het publiek, wat terecht een hoop applaus oplevert na de nummers. Dark Funeral speelt een goede balans tussen de oudere en nieuwe nummers, met Open the Gates en The Secrets of the Black Arts als oudjes en onder andere Leviathan van het meest recente album. Enige minpuntje: Hail Murder komt helaas niet voorbij. Hoe lachwekkend je de band ook mag vinden wat betreft podiumpresentatie, een show neerzetten kunnen ze uitstekend!
Heidevolk (Reaper Stage, Marko)
Heidevolk staat na Dark Funeral op de planning, maar dan op de Reaper Stage. Dat blijkt niet handig, want het staat stamp- maar dan ook stampvol bij deze Nederlandse cultband. En nog voordat er ook maar één noot gespeeld is, heeft de band het publiek al voor zich gewonnen. Opvallend genoeg ontbreken er een aantal bekende nummers, maar dat mag de pret absoluut niet drukken. Het publiek kan lekker meezingen bij Ostara en het geniale Yngwaz’ zonen. Het optreden wordt perfect afgesloten met Saksenland, de Normaal-cover Vulgaris Magistralis en Nehalennia. Volgende keer een plek op het hoofdpodium, dat verdienen de heren absoluut.
Gloryhammer (Mainstage, Marko)
Gloryhammer speelt na Dark Funeral op het hoofdpodium en er is een discussie gaande of Gloryhammer nou Dark Funeral zonder make-up is, of dat Dark Funeral Gloryhammer met schmink is. Beide bands zitten in het ‘cheesy’ en ‘cringy’ gebied, en niet iedereen vindt dat leuk. Ik wel! Gloryhammer kwam, vocht met Zargothrax, Dark Emperor of Dundee, overwon en pakte Into The Grave bij de hand. De Britten laten zien dat ze meer dan een grapje zijn. Muzikaal is het niet geweldig, zelfs een liefhebber als ik heeft soms moeite met het onderscheiden van de nummers, maar het is vooral een leuke show die de heren er van maken. Nummers als Fly Away en Hootsforce zijn bijna dancenummers door de vele elektronica en dat valt niet overal even goed. Helaas voor de haters, de merchandise is niet aan te slepen en Gloryhammer speelt een gewonnen wedstrijd.
Destruction (Reaper Stage, René)
Half tien, de hoogste tijd voor wat Duitse vernietiging. Destruction hoef je niet te vertellen wat ze moeten doen. De band gaat al dusdanig lang mee en beschikt over een ruime selectie nummers om te spelen dat er altijd nummers af moeten vallen die het publiek graag had willen horen. Dat er net een ijzersterk nieuw album uit is, helpt dan ook niet echt, maar uiteindelijk is het een slechts luxe probleem natuurlijk en kunnen de toeschouwers zich tegoed doen aan een uur Duitse thrasmanschap van het hoogste niveau. Klassiekers als Thrash ’till Death, The Mad Butcher, The Butcher Strikes Back, Nailed To the Cross en Curse the Gods komen allemaal voorbij, net als Diabolical van het nieuwe, gelijknamige album. De band klinkt goed, alleen zanger/bassist Schmier haalt de hoge uithalen niet echt deze avond. Het mag de pret niet drukken voor het massaal aanwezige publiek dat er flink op los pogooed en crowdsurft. Na precies een uur is het genoeg met de vernietiging van de Reaper Stage.
Alestorm (Mainstage, René)
Het is best een grote overgang van de energieke thrash van Destruction, naar de piratenpowermetal van Alestorm. Een overgang ook die niet voor iedereen is weggelegd gezien het aantal toeschouwers die niet naar het hoofdpodium loopt, maar de afslag naar de uitgang neemt. Hoewel ik zelf weinig met powermetal heb, kan ik de feestmuziek van Alestorm heel goed waarderen. Gelukkig staat er nog een flinke massa mensen die wel zin hebben in een feestje en die krijgen zeker wat ze willen. Of je nou wilt of niet, je gaat de nummers van Alestorm gewoon meezingen namelijk, zo aanstekelijk zijn ze en zo simpel zijn de teksten. Het is alsof je naar voetbal zit te kijken en de Duitsers weer winnen in de laatste minuten: je weet dat het gaat gebeuren, maar toch vraag je je af hoe ze het toch telkens weer flikken!
De band heeft het overduidelijk naar zijn zin vanavond en het publiek ook. Er wordt massaal meegezongen met nummers als Mexico, Drink, P.A.R.T.Y. (dat de band pas voor de tweede keer live speelt, maar ongetwijfeld nog vele, vele malen terug gaat komen gezien de reacties), de Taio Cruz-cover Hangover, Alestorm en natuurlijk de afsluiter die niet meer uit je hoofd gaat, Fucked With An Anchor. Alestorm heeft Leeuwarden in zijn greep vanavond en het publiek vindt het allemaal dikke prima! In plaats van een normale pit krijgen we een roeipit waarbij een hele grote groep plaatsneemt op de grond en vervolgens het bekende roeigebaar maakt. Uiteraard word er ook gesurft en deze keer zijn hulpmiddelen als een opblaaskrokodil toegestaan. De toppers van de opvangploeg hebben het er maar druk mee vanavond. Alestorm is dan misschien een gimmickband, maar wel eentje die een geweldig feestje weet te bouwen. Ik heb zin in het nieuwe album in ieder geval. Meer over dat album binnenkort op onze site!
Lees ook het verslag van dag 1: Friezen binne frij, een Graceless Groupie, Kleine Dennis en de chirurgische precisie van Carcass.
Lees ook het verslag van dag 3: dringen bij de merch, plaggen uit de grond, Death-klassiekers en een zieke drummer.
Datum en locatie
11 juni 2022, Oldehoofsterkerkhof, Leeuwarden
Foto's:
Christel Janssen (Christel Janssen Photography)
Link: