Ein-de-lijk! Na anderhalf jaar reikhalzend uitkijken naar de opstart van de eerste festivals, kon metalminnend Europa de lange haren nog eens laten wapperen op de twaalfde editie van Alcatraz Hard Rock & Metal Festival in het West-Vlaamse Kortrijk. Het is bijna ironisch dat uitgerekend in een metalfestival vernoemd naar en aangekleed als een gevangenis, de universele vrijheden weer triomfeerden. Daar hebben andere media het intussen genoeg over gehad. Laten wij het vooral over dat laatste hebben: wat voor een triomf dit is voor de Belgische metalscene. De bill stond barstensvol Belgisch geweld en dat bewees die plaats meer dan waard te zijn. Liam Van Hamme (LvH) en Kris Hardemann (KH) bekeken het gros van de bands en kregen hulp van Michel Peeters (MP), Black Swan (BS), Maarten Raes (MR), Maud Van Durme (MVD), Bart Alfvoet (BA), Dieter Boens (DB) en Remco Faasen (RF). Tessa Verstraete rende van podia naar podia om foto’s te maken.
Na de eerste deugddoende festivaldag en de nodige verbroederingen op de camping achteraf, volgde een korte, maar verkwikkende nacht. De verschroeiende zon tekende opnieuw paraat om ons de hele dag als het ware te laten branden in de hel. Klaar dus om opnieuw opgesloten te worden in de gevangenis zonder maar de minste gewillige ontsnappingspoging gade te slaan. Even opnieuw de smaak van bier introduceren aan onze maag en als ook die niet protesteert kunnen we er weer vol tegenaan!
Carneia | La Morgue
Het Belgische Carneia krijgt de eer om dag twee van het beste metalfestival van de voorbije twee jaar – ok, het enige metalfestival van de voorbije twee jaar – in gang te trappen. Ja, het is verdomd vroeg, want Carneia staat reeds om 11 uur geprogrammeerd. Maar moet je nu kijken… de tent is netjes gevuld en de mensen zijn er zo klaar voor. Dit kan maar twee dingen betekenen: mensen hebben festivals als deze te lang gemist én deze band valt in de smaak. Zelf heb ik amper geslapen, maar deze groep wil ik echt zien. Carneia is namelijk een heerlijke postmetalband die banden heeft met King Hiss en MIAVA. Ik zag dit gezelschap nog op Alcatraz 2019. De huidige drummer van MIAVA is blijkbaar ook drummer bij Carneia. Die band beviel me toen ook al heel hard. Laat dus maar komen! En ja hoor, ook al speelt deze band slechts een halfuurtje en heb ik mijn ontbijtfrieten nog niet kunnen binnenspelen, mijn dag is goed gestart. De sfeer zit er bij iedereen rond me goed in, heb ik de indruk en niet in het minst bij de bandleden zelf. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk en zet zich moeiteloos over op het publiek. Goed gedaan heren. En dan nu… frieten. Het is al half twaalf dus kan ik deze zonder schaamte als ontbijt bestellen. Ik heb festivals zo hard gemist… (MVD)
Dyscordia | Prison
Soms denk je toch echt dat die geluidsjongens de vroege bands opzettelijk met een halve mix opzadelen. Als groep bereid je je dan zo vakkundig als je kan voor om er te staan op zo’n Alcatraz en dan krijg je geeneens een eerlijke kans om het te tonen. Zo moet regionale – eigenlijk toch ook al nationale, toch? – held Dyscordia het stellen met twee van hun drie gitaren en een drum die ze allebei overpowert. Probeer dan maar te schitteren als die kwikzilveren gitaartriades een belangrijk onderdeel van je progressieve melodieuze metal zijn. De crèmige grunt en geschraagde falsetto staan gelukkig wel pal en die laatste haalt magistraal uit op momenten dat dat functioneel is. Samen met een mooi akkoord of en pakkende riffcombinatie, zoals bij afsluiter Twin Symbiosis, is ons dan toch nog een beetje kippenvel gegund. Ongeacht of ze doorkomen, zoeken de drie gitaristen elkaar gezellig op om een rijtje te vormen, waar de bassist zich van onthoudt, zodat een mens met platte humor de kans schoon ziet om in een verslag te insinueren dat hij er misschien eentje had laten vliegen op dat moment. Aan de spontane positiewissels en de relaxte uitdrukkingen zie je dat Dyscordia gewoon een puike liveband is. En dat geluidsmensen klootzakken zijn (buiten diegene die mijn bands nog moeten mixen, knipoog). (KH)
Necrotted | Swamp
Er bestaan Duitsers die altijd vrolijk zijn en vijf daarvan slammen de Swamp dwars door de aardkorst. De snaredrum staat knetterhard, waardoor de hysterische blastseries – sommige minutenlang – de tent haast doorzeven. Die gaan met een barbaarse wildheid over in hartstochtelijke houwcadansen van de zevensnarige hakbijlen. Eén daarvan klettert voortdurend alsof die al het koper in de boxen aan het versnijden is. De blootsvoetse man met de zwartgetatoeëerde linkerarm zal het worst wezen dat ze de dreggende gutturals, waarmee hij dat moerasje hier uitbaggert, ietwat onzuiver afgesteld krijgen. Het publiek vindt het prima, explosieve kanjers zoals het influencervermalende Asocial Media Whore. Getuige de circulaire moshactie en een wall of death. Op het einde van het slotnummer – waarvan de ijle, afgeblaste kristalliserende tremeloriffs de stijl compleet breken – gaat de moerasdregger op de barricade staan en duikt in de mensenzee. Zo was het dankzij Necrotted toch nog een beetje Death Feast. (KH)
Psychonaut | La Morgue
Onbegrijpelijk eigenlijk dat deze hoogstaande Belgische band genoegen moet nemen met de kleine circustent op het warmste uur van de dag. Psychonaut bracht pas in 2018 zijn debuutalbum ten tonele, maar wist al menig oortjes te plezieren. Het drietal heeft er net als zovele andere bands enorm veel zin in. Psychedelische riedels gecombineerd met stevige post-metalvocalen, wie kan daar nou ook iets op tegen hebben? Als je overigens je debuutplaat mag uitbrengen op Pelagic Records, waar onder meer The Ocean en God Is An Astronaut gehuisvest zijn, dan weet je dat Psychonaut in goed gezelschap verkeert. Deze keer jammer genoeg niet ondersteund door de gebruikelijke videowall, wat het geheel toch net iets meer inleving en beleving meegeeft. Vandaar krijgt het drietal ook geregeld de verwijzing naar Tool, hoewel het gitaarwerk dan weer vaak aan Mastodon doet denken. Gelukkig doet de afwezigheid van schermen geen afbreuk aan de dynamiek van de strakke set, die zelfs op dit vroege uur veel kijklustigen aantrekt. En terecht! (LVH)
Spoil Engine | Prison
Het moet de ultieme Zware Metalen-band zijn: Spoil Engine. Vier leden, wat geboortegrond betreft keurig verdeeld over Nederland en België. En dan metalcore maken die bij uitstek geschikt is voor gelegenheden zoals dit, met de grunt van Iris Goessens als grootste troef. Haar collega’s plamuren elk gaatje verder dicht, maar over het geluid op Alcatraz hoeft een band zich doorgaans geen zorgen te maken (hoewel Dyscordia daar dus anders over zal denken) en dus komt alles luid en duidelijk over. Nummers als Unlock and Release, Venom en The Hollow gaan er prima in op de weide, al doet het gezelschap er verstandig aan een volgende keer iets minder te kletsen tussen de nummers door en iets meer variatie in de muziek aan te brengen. Wat dat betreft laten ze zelf horen hoe het ook kan, met de cover van Pantera‘s Yesterday Don’t Mean Shit. Een beetje groove doet soms wonderen. (RF)
Ryker’s | Swamp
Een beetje een vreemde eend in de bijt die Alcatraz heet: de onvervalste hardcore van Ryker’s. Gemaakt in Duitsland, overduidelijk geïnspireerd door de bands uit New York. En dus barst de Swamp binnen enkele minuten uit elkaar van testosteren als de mannen over het podium stuiteren en zelfs de tentharingen aan het bewegen proberen te krijgen. Ryker’s laat zien dat er helemaal geen ingewikkelde breaks of songstructuren nodig zijn om een pit op gang te brengen en volstaat met veertig minuten recht-toe-recht-aan hardcore van de oude school. De teruggekeerde brulboei Kid-D laat de pit bijna ontploffen als hij zich bij hen voegt, tot grote schrik van de security die een dagtaak heeft aan het wegduwen van crowdsurfers, terwijl de potige zanger zelf allerminst onder de indruk is van de gekte voor zijn ogen en werkelijk geen medeklinker van de te brullen tekst mist. En dan gooien zijn kameraden er ook nog even de intro van Raining Blood uit. Heerlijk! Nu al een winnaar, dit Ryker’s. (RF)
Atomic Vulture | La Morgue
Lekker broeierig weertje! Ideale omstandigheden dus voor wat instrumentale stonerrock/desertrock van Belgische bodem met Atomic Vulture. Niks beter dan je brein te laten overspoelen door allerlei riffs, verrassende twists en links en rechts zelfs een breakdown. Het enige wat je kan doen is je laten overspoelen door alle fuzz terwijl je gezicht langzaam wegsmelt. In tegenstelling tot wat je zou verwachten is het overigens de bassist Kris Hoornaert die de hele tijd alle kanten van het podium opzoekt. Nu eens tornadogewijs draaiend dan weer hevig door de knieën zakkend bij elke mokerslag die hij uitdeelt aan het publiek. Heerlijk om deze kerel zo begeesterd te zien spelen. Persoonlijke favoriet is het geweldige Spinning The Titans, waar het spacegehalte je bijna laat vergeten dat je nog met beide voetjes op deze aardkloot staat. (LVH)
Burning Witches | Prison
Burning Witches tekent ook present op dag 2 van Alcatraz. Iets na het middageten (of het pintjesontbijt voor sommigen) overmeesteren de vijf meiden het podium van de Prison Stage. Niet alleen de zon geeft van jetje, de girls vliegen er meteen goed in. Onder de zonovergoten festivalweide brengt Burning Witches zijn gekende sound: heavy metal van eind jaren ‘80, begin jaren ‘90 met een scherp kantje. Enkele oudere nummers passeren de revue, maar vooral de nieuwere nummers van laatste plaat The Witch of The North, worden, naast de liters fris gerstenat, door het massaal toegestroomde publiek dankbaar gesmaakt, die al even de nek- en armspieren kon wakker maken voor de rest die nog zal komen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de band niet kende, ik ging er dus zonder enig idee naar kijken, maar het bevalt me wonderwel. Dat de band nog maar zes jaar bezig is en toch reeds vier albums uitbracht, bewijst toch dat de dames er keihard voor gaan. (DB)
Funeral Dress | Swamp
Zei ik dat Ryker’s de vreemdste eend in de festivalbijt is? Ik neem dat terug. Ik bedoel Funeral Dress. Puur afgaand op de naam verwachtte ik een doomband, maar de zingende hanekam op het podium maakt subiet een eind aan die illusie. Onder de kam gaat Dirk Peters schuil en met zijn band maakt hij punk van het meer vrolijke soort. ‘Sing a long pogo punk’ noemt de band het zelf en dat dekt de lading. “Punk, hardcore, metal.. we are one big family”, roept Peters op het podium en zo is het ook nog eens. Gitarist Strum kan een aardig deuntje spelen, maar over het algemeen houden de mannen het vrij eenvoudig. Aanstekelijk eenvoudig, dat wel. Daar is helemaal niets mis mee, zoals er ook niets mis is met de ska-invloeden die hier en daar opduiken. De cover Down Under van Men at Work in een opgepompte versie is een briljante ingeving: wie hier stil bij blijft staan, is doof. En dat Funeral Dress wel degelijk de juist eend in de bijt is, blijkt als het afsluitende Party On wordt ingezet en het refrein van vooraan tot achterin de tent wordt meegezongen. (RF)
Powerstroke | La Morgue
Recentere albums van Powerstroke bevatten wat meer toegankelijk materiaal tussen de bulldozerende kruisbestuiving van hardcore en groove metal. Live stelt dat probleem zich minder, omdat een vet in het hars gedrenkte sound de wat malsere passages zonder gewichtsverlies mee door de steengroeve sleurt. Oerendhard raggen de opvliegende groovestramienen op poeierende drumslag. Telkens pienter opgebouwd, waardoor efficiënte to the point riffs volstaan om de dynamiek erin te beuken. Zowel de schreeuw- als korstzang van de persoon in de joggingbroek en lichte zebraficatie op het hoofd geven gas bij. De opkomst valt ons wat tegen voor wat toch al een gevestigde waarde in de Vlaamse ondergrond is. Er is pitvorming en de bassist die daarin komt postvatten wordt opgeheven en rondgedragen. Naar het einde toe is er zelfs een interventie vereist van drie politieagentes, waaronder meerdere missen Metal, in knellend lederen uniform. (KH)
Fleddy Melculy | Prison
Hoog tijd om eens stevig wakker geschud te worden vanuit de dromerige atmosfeer waarin de atomische gieren me hadden ondergedompeld. Niemand beter om dat even klaar te spelen dan de band met ongetwijfeld de grappigste songteksten dit weekend. Dat Fleddy Melculy geen enkele link heeft met Freddy Mercury maken ze nog eens overduidelijk met het nummer T-Shirt van Fleddy Melculy. Het eerste feestje van de dag is al snel een feit. Kwinkslagen links en rechts met titels als Geen vlees, wel vis, Niks en Ik ben kwaad. Allemaal gebracht onder begeleiding van een stel strak spelende, gemaskerde gitaristen en een bassist. Verschillende stijlen passeren de revue, maar het is voornamelijk metalcore die de menigte aan het dansen krijgt. De breakdowns zorgen er zelfs voor dat een jongedame in de moshpit een dubbele beenbreuk oploopt, waardoor het optreden even gestaakt dient te worden. Sjah, dat enthousiasme na anderhalf jaar in je zetel te moeten zitten luisteren doet wat met een mens die voor het eerst terug mag aantreden op een festivalweide. (LVH)
Omnium Gatherum | Swamp
Het weerzien met al je festivalvrienden en favoriete bands, je zou er zowaar wat melodramatisch van worden. Gelukkig staat Omnium Gatherum klaar om dat sentiment wat kracht bij te zetten met melodic death metal uit het Hoge Noorden. Vettige riffs ondersteund door subtiel aanwezige synths laten het publiek gewillig meewiegen. Zanger Jukka Pelkonen is bijzonder goed bij stem en de keuze van de nummers ligt goed verspreid over alle albums. New World Shadows en Be The Sky krijgen nagenoeg de hele tent aan het headbangen en het voelt een klein beetje als een domper op de feestvreugde dat Skyline na amper veertig minuten al het laatste nummer blijkt te zijn. Alles begon net op dreef te komen en toen kwam er niks meer. De honger naar meer blijft toch wat knagen bij de tere zieltjes die dit wel kunnen smaken. En laat ons eerlijk zijn, als je vijftig minuten krijgt en het na veertig minuten voor bekeken houdt, dan voelt het geheel toch wat meer aan als een scheet uit een fles. Ja, uit en niet in een fles, want voor je goed en wel het aroma ervaart blijkt alles reeds vervlogen. (LVH)
Feed | La Morgue
In de kleine La Morgue staat maar weinig volk klaar voor deze groep. Iets wat volledig te begrijpen is, want naast een kleine incrowd zal zowat niemand weten wie ze zijn, uw dienaar incluis. Meneer Google biedt geen oplossing, dus dan maar een compleet onvoorbereide recensie. De groep produceert lange, zorgvuldig opgebouwde songs die bestaan uit een mix van stoner, sludge en nog iets. Dat ‘iets’ wisselen ze bij elk nummer en dat maakt het dus best onderhoudend en beluisterbaar. Iedereen staat wat meewarig mee te knikken, een feestje wordt het niet. Feed heeft op Alcatraz gespeeld maar ik denk niet dat er nu nog velen zijn die het zich herinneren. (MP)
Seven Witches | Prison
Vanuit de Verenigde Staten, New Jersey om precies te zijn, is op de Prison Stage het vierkoppige powermetalgezelschap Seven Witches neergestreken. Vocalist James Rivera, ook bekend als de frontman van Helstar sinds begin tachtiger jaren, trotseert het kwik dat inmiddels is opgelopen tot zo’n 27 graden in een halflange rood fluwelen jas. ‘Thank you guys so much for bringing us here at a 100 fucking degrees…!’ Ik geef het hem te doen. Onder de zomerzon spelen de Amerikanen echter een felle en energieke set en de warmte lijkt de heren zo op het oog nauwelijks parten te spelen. Fields on Fire van het album Call upon the Wicked knalt lekker en geeft op een dag als vandaag een extra toepasselijk tintje aan de set. Seven Witches eindigt met een cover van de Britse hardrockband UFO: Lights Out. Een meer dan prima optreden van deze heren, mét headbanggarantie. (BS)
Bizkit Park | Swamp
Bizkit Park is een graag geziene Belgische gast op menig festivalweide. Deze nu metaladepten zijn voor zover ik weet de ultieme coverband en pompen hit na hit de tent in: een tent gevuld met dertigers, veertigers, vijftigers en diens kinderen. Of je nu een Mayhem-shirt aanhebt, een topje met spaghettibandjes of een gothicjurk, meezingen doe je toch. Niet te geloven hoe diep de teksten bijvoorbeeld van de nummers op het inmiddels 20 (!) jaar oude Toxicity (System Of A Down) ingebakken zitten onder onze hersenpan. Niet te geloven hoe sentimenteel we nog steeds worden bij One Step Closer, In The End en Faint (Linkin Park). Niet te geloven hoe makkelijk we ons laten verleiden om een stukje Disturbed, Papa Roach of Limp Bizkit mee te “rappen”. Zelfs op Mudvayne bonken we gewillig mee. De heren van dit combo wisselen zacht en hard zowel vocaal als instrumentaal netjes af, zodat zowel zoetgevooisde radiovriendelijke nu metal als de vele Slipknotnummers helemaal tot hun recht komen. Wait and Bleed, Before I Forget en vele anderen haalden de setlist, zonder tussenposes, Here Jordison mag trots zijn op deze erfenis. Heel sterk van deze coverband trouwens dat ze er telkens vier à vijf nummers na elkaar doorblazen, om de emoties hoger en hoger op te laten laaien. Erg slim en heel doeltreffend, opwindend en ophitsend. Extreem bevredigend allemaal, met een lichte vorm van schaamte achteraf (die gelukkig snel voorbij gaat) en het besef dat voor de meeste aanwezigen hun jeugd ver achter hen ligt. (BA)
Rawdriguez | La Morgue
Onder een drukkende hitte sluit de broeierige desert rock van Rawdriguez perfect aan bij het weer. De band waar Channel Zero-gitarist Christophe Depree op de drumstoel zit en waar we ook een ex-lid van Damns Your Idols herkennen, trekt een bescheiden aantal toeschouwers. De knisperende bassen, stoffige uitrafelgitaar en de slome samenstelling van de riffs zijn precies zo slopend als een woestijnwandeling. Contradictorisch genoeg krijgen we het er warm noch koud van. Hetzelfde geldt voor de fronsend naar de achterzijde van de tent kijkende Audioslave-sound-a-like met dus een hoog en zuiver stembtimbre. Wanneer het statief niet op z’n schouder ligt, zingt hij witter dan wit, maar het blijft loom. Wat Christophe en het knuffelbeest dat aan zijn drum hangt ook proberen. (KH)
Destruction | Prison
Destruction doet het tegenwoordig zonder mede-oprichter Mike Sifringer en dus is zanger/bassist Schmier de enig overgebleven oer-Destructioner. Vol vuur voert hij de troepen aan en met Curse the Gods is binnen enkele ogenblikken de herinnering aan het veel te vrolijke Seven Witches dat hiervoor op dit podium speelde, vergeten. Dat er dus buiten de vol getatoeëerde beer niemand die vandaag op de loonlijst van de band staat meespeelde op het album waar het nummer opstond, zal weinigen boeien. En anders zijn ze het snel vergeten als het heerlijke Nailed to the Cross wordt ingezet. Destruction staat van 17:55 tot 18:40 uur op het programma, maar speelt alsof het de bus van 18:30 uur nog wil halen: op volle snelheid maar krankzinnig strak. Met Born to Perish gaan we terug naar de laatste plaat, maar al snel passeert het onverwoestbare Mad Butcher de revue. Het machtige Life Without Sense staat op de setlist, waarna de masterclass thrash metal wordt afgesloten met Bestial Invasion. De ordetroepen voor het podium halen opgelucht adem als de band de laatste noten van een heerlijk optreden speelt en de zee aan crowdsurfers opdroogt. (RF)
Dark Tranquility | Swamp
De pioniers van de Göteborgmetal naast respectievelijk In Flames en At The Gates (eveneens te zien op dag 1 dit jaar) zijn dit jaar opnieuw van de partij. Dertig jaar draaien de heren van Dark Tranquility ondertussen al mee in de wereld van de melodieuze death metal, wat kan tellen uiteraard. Een ideale plek voor zij die hun eerste stapjes in het iets extremere van de wondere metalwereld willen wagen, maar niet meteen weten waar te starten. De synthesizers komen iets meer naar voren dan bij pakweg Omnium Gatherum, en de diepe grunt wordt de laatste jaren vaker ingeruild voor cleane zang. Begrijp me niet verkeerd, Mikael Stanne kan grunten als de beste en blijft bovendien wonderwel verstaanbaar terwijl hij dat doet. Vele koppeltjes in het publiek kunnen bovendien niet weerstaan aan het geluid dat ze hier voortbrengen en zoeken bronstig elkaars amandelen op. De naam geeft het natuurlijk ook zelf prijs: donkere kalmte en zo voelt dit concert volledig. Net iets té weinig schwung om een tent af te breken, maar wel een aardig momentje om heupwiegend bij te vertoeven. (LVH)
Alkerdeel | La Morgue
Wat Cyclone gisteren deed, doet Alkerdeel vandaag. La Morgue platwalsen. Er uitziend alsof er net een bloedexplosie uit de centrale podiummonitor gekomen is, bouwt het topless kwartet lang op om dan plots alle chaos der wereld te doen losbarsten. Villende distortion, sulfurideschrapende schreeuwlelijkheden en grindvlagen die je hersenvocht doen oplossen in het ijle, gooien de treiterende opbouw om in hysterische blackgrind. Vanuit het niets vertrekken de grindversnellingen en trekken de genadeloze gitaargesels het plasma uit je bloed. De pit is een terreurzone en crowdsurfers klimmen en springen van alle kanten op het publiek. Stormkraai Pede is sprakeloos na het aanschouwen van zoveel chaos. Het tweede hoogtepunt van Alcatraz en het is alweer van Belgische makelij. (KH)
Orden Ogan | Prison
Gezien het feit dat niemand Orden Ogan wou opnemen, stelde ik me opnieuw kandidaat. Dit is de derde keer dat ik de heren aan het werk zie. Meteen gaan we van start met het geweldige nummer F.E.V.E.R.: geen tijd om de keel te smeren, meteen meezingen vanaf seconde nummer één. Orden Ogan vecht in het begin met beperkte middelen, want naast de bas en drums is enkel de stem vrij gedempt hoorbaar. Of het de wind is of de mixtafel die hiervan aan de basis ligt, laten we in het midden, maar het lijkt een karaoke-avond in powermetalland te gaan worden. Gaandeweg verbetert het geluid gelukkig en vindt frontman Sebastian Levermann zijn vocale draai in zijn keizerlijke kathedraa(l)kleed. Naast de ijzersterke uptemponummers van vooral het Gunmen-album, krijgen we natuurlijk ook nieuw materiaal aangeboden. Ik ben nog steeds geen fan van het recent verschenen Final Days–album en ook live kunnen In the Dawn of the AI en Heart of the Android me niet bekoren, net als de melige hymne Let the Fire Rain. De (nieuwe) grappige noot komt er tijdens het nummer Inferno – waar het publiek aangespoord wordt – nadat bassist Steven Wussow “Burn it Down” schreeuwt – “BURN” te scanderen. Dat blijkt al gauw moeilijker te zijn dan gedacht voor de gemiddelde metalhead, tot hilariteit van de iets intelligentere deelnemer op de weide. Frontman Seeb speelt het namelijk leep en verleidt vele toeschouwers om in de fout te gaan vanuit hun overenthousiasme. Duitsers weten maar al te goed hoe je dat doet natuurlijk… Al bij al een leuke set met een niet al te sterk geluid, van de beste powermetalband van de laatste jaren. Die mogen er wat mij betreft ieder jaar staan, zélfs met dergelijk matig geluid en hun volharding wat betreft vreselijk artwork. (BA)
Hypocrisy | Swamp
Peter Tägtren mag dan wel opgestapt zijn bij Lindemann, zijn eerste liefde zal hij hopelijk nooit ofte nimmer opgeven. Ondertussen bereikte deze virtuoos (check ook maar eens Pain of Bloodbath) de kaap van de vijftig en zijn de haren en baard behoorlijk grijs geworden. Hypocrisy brengt echter nog steeds ferm beukende death metal aangedikt met verpletterende riffs en melodieuze gitaarleads. Het geweld barst meteen los met Fractured Millennium en elk kopje in de tent transformeert spontaan in een losgeslagen bobblehead. Er wordt geen ruimte gelaten om over te gaan tot een vriendelijk geleuter en maar best ook, de tijd is kort en iedereen wil meer. Achtereenvolgens komt een best of compilatie van onder andere Valley Of The Damned, Eraser en End Of Disclosure voorbijgeraasd. Enkel met The Final Chapter wordt er even wat gas teruggenomen, maar Peter fokt zelfs hier het publiek nog even op met de gevleugelde one-liner:”Scream for me and I’ll scream for you!” alvorens het slotakkoord voor deze avond in te zetten. Vervolgens klimt Hypocrisy terug in zijn UFO om god weet naar welke planeet te vertrekken en hoelang het deze keer nog zal duren alvorens hij opnieuw ergens landt. Vol verwachting zal ik de hemel afspeuren. (LVH)
Cowboys & Aliens | La Morgue
Bekentenis: deze verslaggever (die nochtans van zichzelf vindt goed op de hoogte te zijn van de Belgische metalgeschiedenis) dacht jarenlang dat Cowboys & Aliens een film was. Het blijkt dus een 25-jarige Brugse groovemolen te zijn die hier de ene na de andere killer riff fijnmaalt in wat we volgens stoners een krokante fuzz moeten noemen. Een sound zo plakkerig dat we ons ermee konden ontharen nadien. Zo kruidig ook, dat het ons niet verbaasd zou hebben, moesten er wietplanten uit de bodem geschoten zijn. Het grote verschil met Rawdriguez eerder is dat er dynamiek inzit. De drums schroeven de groovetintensiteiten precies op het juiste tempo aan. De snaarstrijkerij grossiert in ragrollades waarin de klankkleuren en notenkeuzes helemaal tot hun recht komen. En dan is er nog een mierzoete zangstem, waarmee de mutsdragende eigenaar schijnbaar moeiteloos harten smelt. Enige minpuntje is dat de set misschien net te lang was, maar het kan de vermoeidheid zijn die dat op ons notitieblad liet optekenen. (KH)
Dirkschneider | Prison
Sinds enkele jaren toert de Duitse Misthoorn met een uitsluitend uit Accept-nummers bestaande set, en wie kan daar iets tegen hebben? Als je ziet hoe Accept tegenwoordig het eigen verleden systematisch live verkracht met Mark Tornillo op zang, kijk je hier wel degelijk naar uit. De zanger is altijd bereid tot een feestje, en dat is vandaag niet anders. Starlight, Living for Tonite, Restless and Wild / Son of a Bitch, Princess of the Dawn, ze komen in een rotvaart voorbij, begeleid door die waanzinnige stem van onze Geliefde Drilboor. Accept dus zoals Accept moet klinken. Zoals ruimschoots bekend is Udo Dirkschneider dit project begonnen omdat hij het grondig oneens is met hoe Accept tegenwoordig klinkt en vooral ook uit onvrede met gitarist Wolf Hoffman. Veel motivatie heeft hij dus niet nodig. Als het finale drieluik Metal Heart, Fast as a Shark en uiteraard Balls to the Wall wordt gespeeld gaat de weide in een soort nostalgische trance. Heerlijk. (MP)
Emperor | Swamp
In 2017 stonden de zwarte goden van Emperor nog op het hoofdpodium van Graspop Metal Meeting (NA Europe, ik zeg het er maar even bij), nu moeten ze genoegen nemen met de Swamp. Men kan zich de terechte vraag stellen of dit niet wat weinig eer is voor deze blackmetalgrootheden, maar goed: Peter Tägtgren en de zijnen hadden een uurtje eerder als razende dwaallichten het moeras al eens in vuur en vlam gezet… Dat moet Emperor dus ook kunnen.
Wanneer ik een klein half uur voor aanvang de tent binnenloop, zijn de eerste drie rijen al ingenomen. Dat viel, gezien het grote aantal Emperor-t-shirts dat op de wei te bewonderen was, wel te verwachten natuurlijk. En laten we eerlijk zijn: Emperor is altijd een hoogtepunt, zelfs al staan ze “maar” in de Swamp. Wie wil daar nu niet op de eerste rij staan? Ik zag Emperor het laatst in mei: thuis, met de laptop op schoot. Een heel dubbele ervaring. Enerzijds was er die (letterlijke én figuurlijke) afstand, waardoor het helemaal anders aanvoelde dan bij een live optreden, anderzijds trakteerden Ihsahn, Samoth, Trym en co. ons wel op een indrukwekkende performance, mét gastbijdragen van niemand minder dan Mortiis en Faust! Geen special guests in Kortrijk, maar wél live muziek van een iconische band die altijd het beste van zichzelf geeft.
Nu treden ze weer binnen. Nog sterker dan voorheen, en toch zijn we verbaasd over wat we zien. En in extase lachen we met deze wereld (vrij naar Ye Entrancemperium). Hoewel de band wordt aangekondigd met “Are you ready to go back to the nightside?”, krijgen we toch geen verrassingen in de set te horen. Meer nog: het zijn dezelfde nummers als hun Notodden Teater optreden in mei, met uitzondering van de twee oldies die ze toen met Faust en Mortiis speelden. Opener In the Wordless Chamber (nieuw in de setlist sinds 2007) laat er geen twijfel meer over bestaan: de Noorse keizers heersen nog steeds. Het geluid is bij aanvang nog niet wat het moet zijn (vooral de synths en vocalen zijn minder goed hoorbaar), maar dat wordt gaandeweg bijgesteld. Net zoals zovele andere frontmannen vandaag is ook de immer sympathieke Ihsahn zichtbaar opgetogen: “Unbelievable to be here.” Waarna een eerste van vier Anthems to the Welkin at Dusk-nummers wordt ingeleid: Thus Spake the Nightspirit. Emperor moet het niet hebben van al te lange bindteksten of overdreven geestdrift: de band laat de muziek voor zich spreken en laat klassieker na klassieker op de talrijk opgekomen toeschouwers los. Dat ijskoning Samoth geen greintje emotie laat zien, Secthdamon misschien wat out-of-place overkomt met zijn minder gesofisticeerde uitstraling en drummer Trym Torson de hele tijd onzichtbaar blijft door de dikke mist, doet geen afbreuk aan de geleverde kwaliteit.
Waar de eerste nummers nog wat te lijden hebben onder de matige geluidsafstelling, komt The Loss and Curse of Reverence wel perfect uit de zwarte verf. The Acclamation of Bonds wordt aangekondigd als een afspiegeling van het samenhorigheidsgevoel dat metalheads eindelijk weer samenbrengt op een festivalweide. Emperor is nu helemaal op stoom gekomen en brengt de nummers tot in de perfectie. Ihsahn is helemaal buiten adem wanneer hij With Strength I Burn aankondigt (logisch na maandenlang stilzitten…), en eindelijk komt ook het publiek in beweging: er ontstaat zowaar een mosh pit en er is heel wat verkeer boven onze hoofden. Toch is With Strength I Burn vooral een afwisselend nummer en is het heerlijk genieten van de emotionele, zachtere stukken en de perfect toonvaste cleane vocalen van Ihsahn.
We krijgen slechts één nummer van IX Equilibrium te horen (het virtuoze Curse you All Men! met zijn prachtige en feilloos uitgevoerde solo’s), waarna Emperor met het duistere en lekker gemene The Majesty of the Nightsky een blikje oudere nummers opentrekt. Het optreden loopt op zijn einde en dan zijn er “…some things we need to do.”. Zoals I am the Black Wizards inzetten met die heerlijke openingsriff. Ihsahn geniet nu duidelijk met volle teugen van zijn hernieuwde speelvrijheid en er kan zelfs een lachje vanaf. Inno a Satana, waarbij Ihsahn vocale bijstand krijgt van toetsenist Jørgen Munkeby, lijkt de sfeervolle afsluiter van de avond te worden. Maar dan is er toch nog tijd voor “One last.”. En wat voor één. Geen Alsvartr (The Oath) dit jaar, maar het machtige Ye Entrancemperium mag wel het optreden afsluiten. Wanneer Euronymous’ riff weerklinkt steek ik mijn notities definitief weg om volledig op te kunnen gaan in het hoogtepunt van het hoogtepunt van deze editie van Alcatraz. “We thank you!” Wel, wij u ook. Deze performance was een uitmuntende ontlading van duistere heerlijkheid.
De keizer heerst. Lang leve de keizer. Lang leve Emperor! (MR)
Monkey3 | La Morgue
Terwijl iedereen net doet alsof er geen elektriciteit is uitgevonden bij het hoofdpodium, neem ik snel een kijkje bij Monkey3, dat in La Morgue nog een stonerfeestje moet bouwen. Helaas is mijn geduld voor dit soort doe-maar-lekker-langzaam-aanmuziek na de Emperor-extase op. En dan hebben de Zwitsers ook nog eens geen zanger in de gelederen. Dus, voor de liefhebbers: Monkey3 was present op Alcatraz 2021, de tent was goed gevuld en de mannen deden hun best. Gauw terug om te kijken waarom Heilung plots zo populair is. (RF)
Heilung | Prison
Zonder twijfel de meest controversiële act die dit jaar gepland staat op Alcatraz 2021. De meningen blijven verdeeld onder de metalheads of Heilung wel of niet op een metalfestival thuishoort. De ‘versterkte historiek’, zoals deze band zichzelf pleit te categoriseren, behoort immers niet tot één van de talloze bestaande genres waaraan de metalwereld rijk is. Ik pleit echter voor het feit dat er quasi jaarlijks tegenwoordig nieuwe genres worden toegevoegd en de benamingen sowieso soms weinig steek houden. “What’s in a name?”, zei Shakespeare en zijn woorden blijken meer dan ooit toepasselijk. Nochtans als je alle t-shirts van Heilung optelt die vandaag op de weide rondlopen, besef je dat er een meer dan degelijke fanbase bestaat. Het theatrale van power metal, met hun clowneske kostuumpjes, overstijgt Heilung met gemak door het gebruik van authentieke instrumenten en mystieke klederdracht. Zo wordt er onder meer gebruik gemaakt van menselijke botten, een rammelaar met menselijke assen en een trommel van paardenhuid besmeurd met bloed. Hoezo past dit niet in het metalkastje? Wat Attilla Csihar van Mayhem al jaren doet om te shockeren met zijn menselijke schedel, doet deze bende uit geschiedkundige overwegingen.
Zacht fluitende vogeltjes trachten bij aanvang de wei even tot bedaren te brengen. Uiteraard zonder al te veel succes na twee dagen bruut geweld en non-stop drinkgelag. Zanger Kai-Uwe Faust en zangeres Maria Franz, de sjamanen met geweien als hoofddeksel, maken zich op voor de ceremonie van deze avond. Keelgezangen en een engelenstem wisselen elkaar af, terwijl de drums onheilspellend en onaflatend hun rol vervullen. Wie zich in vervoering wil laten brengen kan geen betere setting voor ogen houden dan het tafereel dat zich hier ontplooit. Een hele resem aan krijgers vervoegt het podium om de eeuwenoude teksten mee te scanderen als een bezeten achtergrondkoor. Vele hardcore metalfans druipen af omdat ze het cultureel orgasme liever links laten liggen. Alle begrip hiervoor, maar ze missen iets unieks. Langzaam maar zeker wordt het volledige podium ingenomen door een hele clan, die uitbundig danst en zingt, opgehitst door beide sjamanen. De overgebleven aanschouwers deinen mee op de tribale cadans van hypnotiserende ritmes en wanen zich gedurende anderhalf uur even in een ander tijdperk. De afwezigen hebben ongelijk, maar ach, ze hebben nog een derde dag vol puur metalgeweld voor de boeg. (LVH)
Lees ook het verslag van Dag 1: Suske & Wiske en de Oude Oervaders.
Lees ook het verslag van Dag 3: Explosie van godslastering en zielepijn.
Datum en locatie
14 augustus 2021, Sportcampus Lange Munte, Kortrijk
Foto's:
Tessa Verstraete
Link: