Wie een heel eind rijdt en dan nog een stukje verder gaat, komt aan in Hollandscheveld. Daar, niet ver van Hoogeveen, ligt een fraai recreatiegebied. Omgeven door bomen mag Graveland Festival aanspraak maken op de titel ‘mooiste festivallocatie van Nederland’. Gelukkig was er op het podium ook nog het een en ander te genieten. Op dag 2 bijvoorbeeld Primordial en Watain. Zware Metalen was present met schrijvers Black Swan, Pim Kastelein en Remco Faasen. Frido Stolte slofte rond met een camera.
Destructo (Remco)
‘Fuck you all, we are Destructo!’ horen we stipt om klokslag 12 uur vanaf het podium. Wat volgt is een Latijnse mix van black en thrash die zo typisch is voor bands uit Zuid-Amerika. De heren G.G. Motörphallus (vocalen/gitaar). J.J. Soulcrusher (bas/vocalen) en Necrohammer (drums) hebben echter gewoon Amsterdam als stamplaats en brengen met hun band muziek in de stijl van Latijnse grootheden als Sacrófago, Holocausto en Vulcano. Voor de niet-ingewijden: zeg maar Sepultura op de eerste twee albums. Oh, en Motörhead is ook niet ver weg, maar dat had u al opgemaakt uit de naam van de voorman.
In de praktijk betekent dat dus hard maar eenvoudig gas-op-de-lollie en daarmee het perfecte medicijn om zin te maken in dag 2. Terwijl J.J. Soulcrusher zijn teksten in de microfoon gilt, geselt G.G. Motörphallus vooral zijn gitaar. Het ziet er indrukwekkend uit maar helaas voor hem is hij in eerste instantie nauwelijks te horen en maken de drums van Necrohammer de dienst uit in de mix. Gelukkig is de band op volle sterkte voor I, Witchfukker. Destructo raast door het bescheiden repertoire (enig album Demonic Possession haalde in de Jaarlijst echter wel net zoveel punten als de laatste plaat van Sepultura) heen alsof het bang is in een propvolle gevangenis in Honduras te komen als er niet snel genoeg wordt gespeeld en met de hele schijt-aan-iedereen-uitstraling zit het ook wel goed. De band haalt de veertig minuten speeltijd niet, maar besluit dat de ‘demonic posession’ voltooid is en verdwijnt als écht iedereen wakker is gespeeld.
Harrowed (Black Swan)
Uw redacteur van dienst zit rustig in het zonnetje op een bankje naast het podium tijdens de soundcheck van Harrowed. Ik hoor bruut geschreeuw, maar zie verder niemand op het podium. Als ik opsta bij om de show te gaan bekijken zie ik waarom: Adam Lindmark verzorgt de vocalen vanachter het drumstel. Een combinatie die je niet heel vaak ziet en die ik toch altijd weer bewonderingswaardig vind, zeker wanneer je bedenkt wat voor een uithoudingsvermogen dit moet vergen. We zien de frontman tussen de nummers door dan ook regelmatig met een handdoek het zweet van het gezicht wissen. Het uit Stockholm afkomstige gezelschap bestaat naast Lindmark officieel nog uit Tobias Alpadie (snaren).
In 2021 bracht Harrowed zijn eerste werk uit: een demo getiteld MMXXI, gevolgd door een split met Phantom Corporation in april van dit jaar. ‘Crusty, Musty, Non-Triggered, Maggots-hanging-outta-the-ass Death Metal’, zo beschrijven de Zweden zelf hun muziek. ‘Here are a couple of brand new fucking songs!’, brult de drummer annex frontman over het Gravelandveldje. Brutaal geweld en snelheid worden afgewisseld met hier en daar meer melodie in rustige, muzikale passages. Wanneer de drummer er na een dergelijk intermezzo opnieuw flink de beuk erin gooit vliegt er weleens een drumstokje uit z’n handen, maar hij weet vingervlug een vervangend exemplaar tevoorschijn te toveren. Hup, door! ‘One time I read a book and this is what happened…’, kondigt Lindmark het volgende nummer aan. Deze jongeman legt de lat duidelijk hoog, niet alleen voor zichzelf maar evengoed voor de hele band.
Dan lijken er opeens (technische) problemen te ontstaan met één van de gitaren. Op het podium worden er wat vragende blikken naar elkaar uitgewisseld waarna Harrowed evengoed doorspeelt. Maar de schwung is eruit en de aanvoerder gooit niet lang daarna boos zijn drumstokjes in de ring en verdwijnt. De rest van de band breit er nog een net einde aan en dan: c’est ca. Helemaal geen verkeerd optreden van de beginnende Zweden, hopelijk krijgen ze snel een nieuwe kans om naar eigen tevredenheid te benutten.
Verwoed (Pim)
Leven de oude en nieuwe school van de black metal op hun eigen eiland? Op Graveland leren we dat het antwoord ‘nee’ is wanneer Verwoed mag aantreden. Huurling Georgios Maxouris legt zijn Destructo alter ego G.G. Motörphallus naast zich neer en verruilt de Jack Daniels voor een fles rode wijn. Het is dus meteen duidelijk dat dit optreden wat meer high brow en conceptueel zal zijn. En wat een verademing is het! In plaats van het continue gerammel van voorgaande bands staat sfeerbouw en deftig gemusiceer op een iets lager tempo centraal. Dissonante riffs draaien afstandelijk om elkaar heen, waardoor de ijzige tremoloriffs nog harder aankomen; het oude wordt met het nieuwe vermengd.
Het talrijke publiek laat zich gretig meevoeren door deze bezwering, hetgeen aan de organisatie duidelijk maakt dat volgend jaar meer van zulks mag aantreden. Voorheen had ik Verwoed alleen in krappe zalen gezien, vaak met matig geluid. Maar op een groot podium, pal in de zon en met perfect afgesteld geluid stijgt de band boven zichzelf uit. Zanger en bandbrein Erik B. werpt dan wel een weifelende blik over de festivalweide, van binnen zal hij toch zelf zeker ook wel doorhebben dat dit een ware zegeviering is. Wanneer komt nu eindelijk die opvolger van De Val?
Bodyfarm (Remco)
Schudden met de hoofden: Bodyfarm is hier. Drummer Quint Meerbeek is tegenwoordig actief in Codex Mortis: zijn opvolger is David Schermann, die bekend is van Wesenwille, Wrang en voorheen Grafjammer maar ook actief is als live-drummer voor… Verwoed! Gelukkig voor Schermann kon hij even een ander shirtje aantrekken voor opdracht 2 van vandaag: het spelen van death metal. Dutch death metal, benadrukt zanger/bassist Ralph de Boer. Vortex of Terror trapt de les van vandaag af en Slaves of War sluit daar snel op aan.
Het is heerlijk beuken: niets ingewikkelds, precies zoals we het willen hebben: twee gitaren, een bas en een drumstel. Dank u, headbangen maar! Bodyfarm speelt als een net geoliede trein: op volle kracht en niet te stoppen. Het duurt even voordat de pit opent, maar als het zover is sluit hij niet meer. En terecht, wat Bodyfarm speelt hier een uitstekende set. Uiteraard is er nog aandacht voor de veel te vroeg overleden mede-oprichter van de band, Thomas Wouters. Woods of Dismay wordt aan de zanger/gitarist opgedragen. Wouters kan trots zijn op de vertolking want Bodyfarm geeft er een machtige draai aan.
Deze band op volle kracht is een genot voor het oor en Ralph de Boer (ook weer actief in Dead Head) vult de grote schoenen die voor hem liggen (niet alleen die van Thomas Wouters, maar ook van Graceless-voorman Remco Kreft, die tijdelijk achter de microfoon stond) prima in terwijl hij met zijn maten het ene na het andere koppensnellertje eruit gooit. Charlatan Messiah bijvoorbeeld, of anders The Dark Age. Van de band die in 2010 de debuut-EP uitbracht is met het vertrek van Meerbeek niemand meer over, maar Bodyfarm heeft zich wel degelijk ontwikkeld tot een orkest om rekening mee te houden. Getuige bijvoorbeeld de uitvoering van de heerlijke afsluiter Dreadlord. Bow to the mighty Dreadlord? Bow to the mighty Bodyfarm!
Sijjin (Black Swan)
Oude tijden herleven met Sijjin (’88 death metal in 2021’ – leest u voor een uiterst complete analyse vooral ook even de enthousiaste review die collega Michiel Hoogkamer eind 2021 schreef. Hij waardeert album Sumerian Promises met 83 uit 100). Het gezelschap komt uit Berlijn en vindt zijn lyrische inspiratie onder andere in de Sumerische mythologie en horror. Wat we te horen krijgen is thrashende death metal die prima wegluistert in de middagzon. De geelomrande basgitaar in strakke vormen tekent mooi af tegen de backdrop van de band. Nummers als Deamon Blessex, Angel of the Eastern Gate en de titeltrack van album Sumerian Promises worden met een redelijk enthousiasme onthaald door het publiek. White Mantrass Bleed from Black Magic is het meest bevlogen nummer dat de heren vandaag ten gehore brengen. Het wordt dan ook opgedragen aan een 2020 overleden vriend. Aan het optreden komt een vrij abrupt einde als Sijjin op einde speeltijd wordt gewezen. Het tijdschema is strak, als je iets te laat begint te spelen is er geen ruimte voor uitloop. Sijjin lijkt enigszins verbaasd. Na een snel dankjewel is het afbouwen en ruimte maken voor de volgende band.
Cryptosis (Pim)
Wat thrash metal en de film White Chicks met elkaar gemeen hebben, wordt duidelijk tijdens het optreden van Cryptosis; het old-school Distillator werd van de ene op de andere dag futuristisch. De metamorfose is alomvattend, knap uitgewerkt en vandaag volop in beeld. Als langs de zijlijn in een voetbalstation staan op het podium LED-schermen om niet alleen de eigen merchandise en tours aan te prijzen, maar ook een concertpromotor en visueel ontwerper. Slechts reclame voor een eigen crypto(sis)munt ontbreekt nog. De middelste microfoonstandaard lijkt rechtstreeks van de Judas Priest-hoes Screaming For Vengeance te komen en rookspuiters passen nu ook in het budget.
Deze pracht en praal doet bijna vergeten dat er ook nog muziek gespeeld moet worden. Sterker nog, het is makkelijk om dit vertoon op voorhand en op cynische wijze weg te wuiven. Echter, om internationaal door te breken heb je nu eenmaal meer nodig dan een paar leuke deuntjes. Cryptosis is knap getekend bij Century Media Records, tourt binnenkort het Europese continent plat met Vektor en heeft de uitstekende debuutplaat Bionic Swarm op zak. Steun vanuit de eigen scene is dus imperatief en die wordt gelukkig ook geoogst. De mechanische thrash wordt gekenmerkt door indrukwekkend priegelwerk over de gitaarhals, heavy schreeuwtjes en kitscherige synthesizers. Het geluid van Distillator is achter de façade te bemerken, maar er is duidelijk ook progressie geboekt. Dit als drietal neerzetten is een immense prestatie.
Bölzer (Pim)
Wie dacht dat Cryptosis indrukwekkend te werk ging als trio, zal zich bij het optreden van het duo Bölzer achter de oren krabben. Staat er zometeen bij Tribulation nog maar één iemand op het podium? Of de lijn van krimpende bandbezettingen doorzet, zal velen echter een worst wezen. Bölzer zet namelijk misschien wel het vetste optreden van Graveland 2022 neer. Het is werkelijk waar niet normaal wat er hier uit één drumstel, gitaar en microfoon gehaald wordt. Zonder evidente songstructuren schuift een veelzijdige brij van death, sludge en black moeiteloos naar psychedelischere stukken met Mastodontische cleane zang (of is het Life Of Agony?).
Het totaalgeluid is zo stuwend dat de scalp prikkelende regendruppels verdampen en de sjamanistische zang roept een hemelse zonneschijn aan. Vreemd genoeg valt er in de gitaartoon enerzijds volop melodie te herkennen en anderzijds niets dan een wobbelende muur. Aan het fundament van die muur staat beestachtig gedrum dat alle kerken in de wijde omtrek op hun grondvesten doet schudden. De massa in de voorste rijen deint collectief de nekken mee en gooit zich voor het altaar van Bölzer. De overrompelende en viriele energie zaait zowel verwarring als verrukking. Na dit optreden is de anticipatie voor nieuw werk (de debuutplaat dateert alweer van 2016 en de recentste EP uit 2019) groter dan ooit tevoren.
Tribulation (Remco)
Wat het vertrek van de belangrijkste songschrijver Jonathan Hultén voor Tribulation betekent, zal de toekomst uitwijzen, maar vandaag staan de gothic rockers maar mooi op het podium van Graveland. Een pluim voor de organisatie, die een gevarieerd programma heeft neergezet waar toch een verbindende factor in is te ontdekken: zangers met cleane vocalen zijn hier even zeldzaam als alcoholvrij bier. Verschillen zijn er echter ook volop. Voor Tribulation is het neerzetten van sfeer wellicht het belangrijkste van alle bands en de Zweden nemen daar dan ook hun tijd voor. Pas na Edith Piaf’s La Vie en Rose en een instrumentaal nummer is het tijd voor In Remembrance: de opener van het laatste album Where the Gloom Becomes Sound.
De muziek van de vampieren blijkt zowaar geschikt om op te dansen (niet door mij natuurlijk: ik ben een stoere metalhead en die dansen niet) maar is vooral stevige rock met een grunt en vol prima gitaarspel. Wat dat betreft is Hultén goed vervangen door Joseph Toll (ex-Enforcer). Funeral Pyre bijvoorbeeld wordt smaakvol uitgevoerd en het helpt dat het geluid weer om door een ringetje is te halen. Dat de toetsen niet live gespeeld worden vergeven we de mannen maar (en zo is Hultén er toch nog een beetje bij: hij heeft het immers in de studio ingespeeld), ook omdat de rest van het optreden veel goed maakt. Memorabel wordt Tribulation niet, daarvoor zijn de nummers nu eenmaal niet per se geschikt, maar de waardering vanuit het publiek is groot: de handen gaan na ieder nummer verder het terrein op de lucht in. Hoogtepunt is het afsluitende Lacrimosa.
Primordial (Black Swan)
De volgende band, Primordial, verstaat als geen ander de kunst van verhalen vertellen. ‘Are you with us? Are you against us? (…) Here we stand, shoulder to shoulder…’ en daar gaan de eerste vuisten de lucht in. Achter het podium tekent zich, perfect getimed, een heuse regenboog af tussen de vertwijfelde regendruppels en het zonnetje. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht, maar niets minder is waar. Frontman A. A. Nemtheanga vertrouwt ons – een strop als obscuur sieraad om de hals – toe dat de band vanmorgen nog betrokken was bij een ongeluk op de snelweg. Daarom draagt hij het volgende nummer op aan het universum. ‘No grave in this world is deep enough to keep me down!’ klinkt de spectaculaire en ietwat morbide aankondiging van No Grave Deep Enough van album Redemption at the Puritan’s Hand (2011).
We mogen dus van geluk spreken dat Primordial hier überhaupt staat en in staat blijkt (of juist daardoor in staat blijkt) een vrij intense show te spelen. Om één en ander te illustreren houdt A. A. Nemtheanga het uiteinde van de stop nog maar eens veelbetekenend omhoog. Ook de andere nummers die aan bod komen, zoals Where Greater Man Have Fallen, The Hell or the Hangman en Empire Falls, houden het publiek in de greep, niet in de laatste plaats door de indringende blikken van de zanger. De band zelf is uiterst lekker op dreef en we genieten van de scherpzinnige riffs en het aangename drumwerk. Met een ‘No remorse, no regrets and no surrender’ tot besluit kunnen we tevreden en met opgeheven hoofd richting de headliner en tevens afsluiter van deze Graveland-editie.
Watain (Black Swan)
Het Zweedse Watain mag zich terecht headliner van de avond noemen met de hoofdmis die zal worden opgedragen aan eenieder aanwezig op Graveland. De voorbereidingen zijn in volle gang; er ligt een heel kerkhof aan botten en andere curiosa klaar, tezamen met een aantal zuilen waar zo direct de fakkel in zal worden gezet om het vuur op diverse plekken te doen ontbranden. Extremiteiten nog altijd gegarandeerd dus bij Watain. Naar mijn persoonlijke smaak vormt deze entourage net iets teveel een overdaad, maar we laten uiteraard vooral de muziek spreken. En daarbij moet gezegd: het vele vuur dat er aan te pas komt is indrukwekkend, evenals de beker met bloed die zo dadelijk – ik neem alvast maar een voorsprongetje – over het publiek zal worden uitgesmeten (bij de toiletten blijkt na afloop van de show dat het door sommigen nog driftig moet worden afgewassen… en dat gaat zo te zien niet heel makkelijk). Plechtig worden de fakkels aan het begin van de show het podium op gedragen, frontman Danielsson maakt vervolgens een ronde langs alle aansteekpunten en smijt zonder genade de fakkel het publiek in. Ofwel, de toon is gezet, elke vorm van vreugde of welbehagen strikt verboden. En dat is nog buiten de muziek gesproken…
De heren uit Uppsala starten opener Death’s Cold Dark met een furiositeit die ze feitelijk de hele show niet meer loslaten. Er wordt in hoog tempo gespeeld met af en toe een kleine onderbreking in het bezwerende stemmetje van Danielsson, die zo nu en dan iets prevelt zoals ‘Land of graves… that’s our destination indeed’. Het zijn toch maar mooi de zwarte parels van de avond die hier voorbij komen, met zeker ook voldoende aandacht voor het nieuwste werk van Watain. The Howling, Serimosa, Ecstasies in Night Infinite en Leper’s Grace van het laatstelijk uitgekomen The Agony & Ecstasy of Watain komen voorbij. De gifbeker moet kortom helemaal leeg en Watain speelt letterlijk en allesverpletterend door totdat de laatste druppel eruit is geperst in de vorm van The Serpent’s Chalice. ‘All things must come to pass. Untill that hold on to what is sacred and true. Find that place within yourself…’ Wie weet was jij één van de ingewijden tijdens dit bijzondere zware festival die, nadat de band het podium alweer heeft verlaten, frontman Danielsson ziet terugkeren om zijn duistere ritueel op het podium in alle rust te voltooien. En daarmee valt ook gelijk het doek voor deze zeer geslaagde editie van Graveland. Eentje voor in de boeken.
Lees ook het verslag van dag 1: Het was weer tijd voor een feestje: Graveland Festival dag 1 met een ijzingwekkende afsluiter.
Datum en locatie
28 mei 2022, Recreatiegebied Schoonhoven, Hollandscheveld
Foto's:
Frido Stolte (The View Photography)
Links: