Het is alweer vijfenhalf jaar geleden dat The Ocean ons het magistrale Pelagial bracht. De densiteit van dat album was, passend bij het concept van de dieptes van de oceanen, bij vlagen alles verpletterend. Nog verder doortrekken van die lijn lag niet voor de hand en dat heeft The Ocean dan ook niet gedaan. Op het nieuwe album Phanerozoic dat in twee delen zal worden uitgebracht – het tweede deel volgt in 2020 – slaat de band nadrukkelijk andere wegen in zonder verraad te plegen aan het eigen geluid.
Conceptueel vormt het album de link tussen de albums Precambrian (2007) enerzijds en Heliocentric / Anthropocentric (2010) anderzijds. Bijzonder interessant, hoor ik u denken, maar horen we dat dan ook terug in de muziek? Het antwoord op die vraag is een volmondig en dikgedrukt: JA!
Op Precambrian bracht de band met succes de stilte, desolaatheid en woestheid van deze geologische periode tot leven door mooie mijmermetal af te wisselen met het muzikale equivalent van vulkaanuitbarstingen en verschuivende tektonische platen. Nog steeds een absoluut meesterwerk als u het ons vraagt. Het Phanerozoic is de daaropvolgende periode van (tot op heden) 541 miljoen jaar die nu nog voortduurt. Deze periode kent meer complex leven en de gedeeltelijke vernietiging daarvan in een vijftal massa-uitstervingen. Om deze complexere periode in muziek vast te leggen gebruikt The Ocean een groter pallet aan muzikale kleuren dan voorheen.
Aan de van The Ocean gekende ingrediënten – mooi uitwaaierende gitaren, stevige complexe beukriffs, ingewikkelde drumpatronen en brute postcore screams – is er heel slim ondersteunende inbreng van elektronica toegevoegd. Vrees niet, dit gaat lang niet zover als bijvoorbeeld bij SHINING. Nog belangrijker zijn echter de bij vlagen werkelijk prachtige melodieën. Nu ga ik niet doen of The Ocean die in het verleden niet al had maar op deze plaat eisen zij werkelijk een hoofdrol op. Luister alleen maar eens naar de zanglijn van “every hope and every goddamn error” in Cambrian II: Eternal Recurrency.
Bandleider Robin Staps zegt hierover dat Phanerozoic I: Palaeozoic ook in hoge mate het album van zanger Loïc Rossetti is. Staps en Rossetti hebben samen lang gewerkt aan de zanglijnen. Daarbij probeerden zij door experimenteren om voor elke song de juiste – maar niet voor de hand liggende – aanpak te vinden. Daarin lijken de heren uitermate goed geslaagd, want na een paar keer luisteren blijkt dat elk nummer wel een hook heeft waardoor je de song nog eens en nog eens wilt luisteren. En dat alles zonder kazig te worden!
Ik ga me er overigens niet aan wagen om elk nummer van deze plaat individueel met jullie door te nemen. In één track gebeurt namelijk meer dan bij menig andere band op een heel album. Daarbij komt nog dat de plaat een totaalervaring is (en de band haar vermoedelijk ook zo bedoeld heeft). Om dezelfde reden is het moeilijk favoriete – laat staan de beste – nummers aan te wijzen.
Dat gezegd hebbende is het eerder genoemde Cambrian II: Eternal Recurrency met haar mooie thema, door toetsen en strijkers ondersteunde riffs en prachtige zangmelodieën zeker één van de topnummers. Vorm jezelf alvast een beeld door onderstaande bijzondere clip te bekijken (laat je daarbij niet afschrikken door de screams aan het begin, het komt goed).
Een andere topper is Devonian Nascent, dat begint met de van The Ocean gekende mijmerende meanderende postrock. We horen toetsen, strijkers en wijd uitwaaierende gitaren. Pas na twee minuten valt de zang melancholisch in. Jonas Renske (Katatonia) zet hier werkelijk een prachtige prestatie neer, een beetje vergelijkbaar als die op de live-release van Ayreon. De melancholie houdt echter niet de volle elf (!) minuten die het nummer duurt aan maar wordt al snel doorbroken door steviger (beuk)riffs en een screamende Luc. Ook deze razernij houdt echter niet aan: breaks met stuwende bas en drums volgen om weer eens te kunnen opbouwen naar verwoestende riffs en screams.
Favoriet (let wel, dit verandert elke dag) is echter het afsluitende Permian: The Great Dying. In deze steviger track met heftige riffs en ingewikkelde polyritmes, blijkt nog maar eens hoe goed de teksten aansluiten bij het concept. Wanhopig huilt Rossetti in de microfoon: “Feel the cold deep inside, I am losing you to your fears”. Als er een overtreffende trap is van kippenvel, gelieve deze dan hier in te vullen.
U hebt het al begrepen: ik ben fan van de band én van dit album. Ik heb dan ook maar één advies voor deze donkere herfst- en winteravonden: gordijnen dicht, ogen dicht en laat je meevoeren door dit prachtwerkstuk.
Score:
92/100
Label:
Pelagic Records, 2018
Tracklisting:
- The Cambrian Explosion
- Cambrian II: Eternal Recurrence
- Ordovicium: The Glaciation of Gondwana
- Silurian: Age of Sea Scorpions
- Devonian: Nascent
- The Carboniferous Rainforest Collapse
- Permian: The Great Dying
Line-up:
- Loïc Rossetti – Vocalen
- Robin Staps – Gitaar
- Paul Seidel – Drums
- David Ahfeldt – Gitaar
- Matthias Hägersand – Bas
- Peter Voigtmann – Synthesizers
Links: