Na een enerverende Ignition is het dan eindelijk tijd voor het losbranden van Roadburn 2019. Tijdens de openingsdag valt op dat de vooruitstrevendheid van het festival niet alleen zit in de opgevoerde muziek (die vandaag veelal van zachte aard is), maar ook in de compositie aan muzikanten op het podium. De vrouwen staan vandaag aan het roer dankzij overtuigende optredens van Myrkur, Molasses en Emma Ruth Rundle. Ze delen hun strijd tegen onderdrukkende maatschappelijke normen (Vile Creature), roepen nachtmerries in leven (Lingua Ignota) en zijn onderdeel van een strijdmacht (Heilung). Dit alles voelt volstrekt organisch en is voor een metalfestival ongekend. Redacteuren Antal, Wouter, Niels, Alwin en Pim brengen er uitgebreid verslag van, fotograaf Jurgen rent rusteloos van podium naar podium om zo veel mogelijk vast te leggen.
Lees ook ons verslag van vrijdag 12 april, zaterdag 13 april en zondag 14 april!
(Myrkur)
Myrkur (Main Stage, Alwin)
Subtiele, natuurlijke decoratie en een imposante zwarte vleugel vormen het decor op de Main Stage waar Myrkur Folkesange ten gehore brengt; een flinke verzameling authentieke, oud-Scandinavische, folknummers. De set is akoestisch en wordt zoveel mogelijk op de originele instrumenten uit die tijd bespeeld. En oude instrumenten vergen wat zorg en aandacht. Amelie Bruun excuseert en waarschuwt vast dat er vaak wat afstemming nodig zal zijn. Op de vraag aan een van haar strijkers of hij klaar is met afstemmen, is het antwoord: “good enough for folk, right?”. Dat is dan ook precies de essentie en het mooie van de set. Geen versterking, rauw en puur. Het publiek is respectvol stil. Het onderlinge gefluister van de muzikanten tussen de nummers door is duidelijk hoorbaar en in de zaal kun je een speld horen vallen. Of een token, die mijn hand verlaat en tergend hard tegen de grond aan klettert. Amelie Bruun, moeiteloos wisselend van instrumenten, vraagt het publiek het volgende nummer niet op te nemen. De reden: een nieuw album, later dit jaar. Het respectvolle publiek geeft hier gehoor aan en is dankbaar voor de primeur. Richting het einde van de set nemen we in delen afscheid de muzikanten. Amelie Bruun sluit de set solo af en haalt een groots en verdiend applaus binnen.
(Myrkur)
Crippled Black Phoenix (Koepelhal, Wouter)
Terwijl Myrkur de Main Stage opent mag Crippled Black Phoenix in de Koepelhal spelen. De band is al op tour door Europa, dus Tilburg kon makkelijk aan de lijst toegevoegd worden. Bij de entree blijkt dat de rij voor de Roadburn merchandise langer is dan de rij voor de band, wat zich vertaalt in een slechts half gevulde hal wanneer er geopend wordt met de intro van het laatste album Great Escape, direct gevolgd door To You I Give van ditzelfde album. De band werkt zich professioneel door de set heen, waarbij het jammer is dat de sfeer nooit echt overslaat naar het publiek. Natuurlijk zijn er een aantal devoten te vinden. Die zijn opvallend vaak voorzien van grijs haar, hetgeen terug te zien is aan de passie waarmee er genoten wordt van Echoes, de Pink Floyd-cover, aan het einde van de set. Maar laten we ook wat ertussen ligt niet vergeten, de Swans-cover The Golden Boy That Was Swallowed By The Sea bijvoorbeeld, of de uitvoering van We Forgotten Who We Are. Stuk voor stuk uitstekend genietbaar hoewel de zangeres vandaag opvallend genoeg niet altijd lekker bij stem is en tegen de rand van vals aanzit. De kop is er in ieder geval af voor de Koepelhal en er zit nog meer dan voldoende in het vat deze dagen – hopelijk wel met wat meer passie van het publiek en meer verrassing bij de bands, maar daar kan je bij dit festival wel van op aan.
(Crippled Black Phoenix)
Vile Creature (Het Patronaat, Pim)
Wie een loodzwaar begin van Roadburn 2019 wil, moet beginnen bij Bismuth in de Hall Of Fame en meteen doorgaan naar Vile Creature in Het Patronaat. Helaas stuiten ik en velen met mij op een onoverkomelijk lange rij bij de Hall Of Fame. Mals van de luchtige prog van het alternatief Crippled Black Phoenix is het bij Vile Creature zaak om het festival met een rake klap in te luiden. Het openende vogeltjesgetsjirp doet denken aan de zojuist geziene feniks, maar de eerste reverbererende doomwals vermorzelt het arme beestje. Drumster Vic heeft een callcenterheadset op en spuwt een enorm smerige krijs dankzij haar verbuigende lippen (denk aan de geniepige Yzma uit Keizer Kuzco). Haar drumstijl is ontzettend primitief en techniekloos; twee handen slaan bijna altijd tegelijkertijd iets aan. Daar overheen worden sludgeriffs opgezet als extreem logge breakdowns en het duo wordt geassisteerd door gastzangeres Meredith Graves die zorgt voor schreeuwdynamiek. Muzikaal ligt het geheel in de geest van artist in residence Thou, maar Vile Creature is qua lyrische inhoud over genderpositiviteit uniek. Helaas gaat die boodschap in de op zijn grondvesten schuddende zaal ietwat verloren, buiten de vraag aan het publiek om of iedereen zich veilig voelt en het pleidooi om gewelddadige onderdrukking van minderheden te beantwoorden met minstens evenveel geweld. Maar uiteindelijk draait het toch gewoon om de muziek, en de doomcore van Vile Creature (die tussen de pieken door wat geduld vereist) is tot en met het afsluitende Steady Descent Into The Soil dik in orde. Het is dan ook welverdiend dat het duo later op het festival een tweede optreden in het Ladybird Skatepark mag geven.
(Great Grief)
Great Grief (Hall Of Fame, Alwin)
Great Grief lijkt de gedoodverfde opvolger van Une Misère te moéten zijn. Ga er maar aan staan. Laatstgenoemde was dé verassing van het festival en verpletterde zowel de Cul de Sac als de Green Room in 2018. Great Grief-frontman Finnbogi Örn en gitarist Fannar Már zijn gelukkig wel ervaringsdeskundigen, zij maken immers onderdeel uit van Une Misère. Toch lijkt het verwachtingspatroon in het begin van de show erg zwaar te wegen. Het publiek is wat tam en lijkt niet los te komen. Hardwerkend, zieltje voor zieltje, wint Great Grief steeds meer terrein. Op de afstraffende, beukende hardcoreriffs knikkebollen er steeds meer hoofdjes mee. Maar wanneer de excentrieke Finnbogi een boekje open doet over zijn drijfveren achter de muziek, wint hij de zaal voor zich. Great Grief is voor iedereen, ongeacht je seksuele geaardheid. Als trotse biseksueel voegt Finnbogi daad bij het woord en pakt zijn gitarist vol op zijn smoelwerk. Klauterend over de stellages van de Hall Of Fame vertelt hij over zijn mislukte zelfmoordpoging van drie jaar terug. Achteraf is hij blij dat het mislukt is, omdat hij anders al de mooie momenten daarna niet mee had kunnen maken. Vanaf de stellages valt Finnbogi letterlijk en figuurlijk in de armen van het publiek, dat hem in veilige haven brengt, terug op het podium. Bovenstaande context zorgt voor een intens slot van de set. Dat Roadburn geniet, zal een dag later blijken in het Ladybird Skatepark, waar de band een drukbezochte, extra set weggeeft.
(Molasses)
Molasses (Main Stage, Antal)
Het lijkt me sterk dat er mensen zijn die niet hebben opgepikt welk verhaal er schuilgaat achter de totstandkoming van Molasses: vijf jaar na het heengaan van Selim Lemouchi hebben een aantal muzikanten die dichtbij hem stonden de kans gegrepen om samen muziek te maken, muziek die ontstaan is uit de energie om verder te gaan met de dynamiek die zij vroeger met elkaar hadden. Molasses belooft geen muziek van The Devil’s Blood te berde te brengen, maar heel gericht een eigen koers te varen en het spiritueel gedachtegoed van het voorgaande toch eer aan te doen. En zo staan we in de grote zaal van Roadburn, waar zeven individuen zich verzamelen op het podium om het ontastbare tastbaar te maken. Direct na aanvang is de potentie aanwezig: dit riekt naar zeventiger jaren prog, maar evengoed naar iets ongrijpbaars. De atmosfeer is intens en wordt mooi ondersteund door de verlichting, waarbij een zachte gloed scherp wordt afgewisseld met flitsende spots die de band van achteren verlichten.
Molasses heeft vanaf het begin ingezet op een visuele beleving, zo getuigt de stijlvolle poster die voor het optreden is gemaakt. Teken aan de wand is echter dat het donkere patroon dat op deze poster te zien is, ook verwerkt is in de jurk van Farida Lemouchi, een gegeven dat zeker bijdraagt aan haar intense optreden. Gedurende het verloop van deze opvoering, laat Molasses de proggy aspecten van de zeventiger jaren meer achterwege, om plaats te maken voor soul. Toch is soul niet het enige wat de revue passeert en de combinatie van alle verschillende elementen maakt dat Molasses hier staat voor een bezielende, wilde en intrigerende ervaring. Een ervaring waarbij intensiteit de leidraad blijkt te zijn en de dynamiek tussen de pieken en dalen de hoogten en laagten van leven lijkt te symboliseren.
(Molasses)
Fotocrime (Hall Of Fame, Antal)
Dit jaar is het kleine Cul de Sac geen onderdeel van Roadburn, iets waar menig claustrofobisch persoon zich heimelijk om in de handjes knijpt. Slecht nieuws: de Hall Of Fame heeft deze rol snel overgenomen en vervult deze vanaf de eerste band met verve. Zo ook bij de derde act die we aantreffen op dit stiekem toch wel stijlvolle podium: Fotocrime. Bij aanvang is de zaal propvol en zijn de tachtiger jaren tastbaar aanwezig: de blauwe waas die door de kunstmatige rook heen prikt, is slechts voldoende om Ryan Patterson een deel van de tijd in beeld te brengen, maar zijn zonnebril is des te meer aanwezig. De beste man staat in zijn eentje op het podium, soms een gitaar hanterend, dan weer een synthesizer bedienend, en wordt begeleid door een hamerende drummachine. Zowel het vorig jaar verschenen Principle Of Pain (dat overigens ruim aan bod komt), als dit optreden wekken de indruk van een duister en misantropisch meesterbrein, waarbij de harde en kille beeltenis van de jaren tachtig als toneel dient voor het opvoeren van zijn melancholische mis. Niets blijkt echter minder waar: Patterson wil ons transcendentie laten ervaren door een tijdelijke uitweg te bieden aan de chaos van het mondaine bestaan. De ietwat hoogdravende speech terzijde, lukt het hem wel om een wereld te creëren waar alles opgebouwd lijkt uit elementen van Blade Runner en Blue Velvet, en de romantiek dus nooit ver weg is. De plaats had ook niet beter gekozen kunnen worden: het warme en volle Hall Of Fame komt met zijn industriële sfeer volledig tot zijn recht.
(Fotocrime)
Thou (Koepelhal, Wouter)
Elk jaar kent Roadburn de zogenaamde “Artist in Residence’, een artiest die elke dag wel een set doet en daarmee vaak verschillende aspecten belicht van haar muziek. Dit jaar valt die eer te beurt aan sludgemetalcollectief Thou, befaamd om allesvernietigende optredens en muziek die komt als een nachtmerrie. Hoe anders is de setting vandaag in de Koepelhal waar de band een akoestische set speelt. Helaas zonder akoestische gitaren en zonder stoelen (wat er toch wel een beetje bij hoort) speelt de band een vrij korte set. Ik moet toegeven dat Amenra het voorbeeld heeft gegeven dat een verpletterende band ook prachtig intiem voor de dag kan komen, maar Thou komt daar helaas niet in de buurt. Blijkbaar is er ook niet meer dan een half uur materiaal geschikt om deze transformatie te ondergaan en lijkt het overgrote deel van de EP Inconsolable afkomstig. Helaas is het optreden wat teleurstellend, overwegend monotoon en zelfs wat saai. Thou kan absoluut beter dan dit en heeft nog een aantal optredens om deze herinnering om te buigen in een meer positieve.
(Thou)
Lingua Ignota (Green Room, Niels)
Lingua Ignota is populair, zo blijkt bij het binnenstappen van de Green Room. Al ruim voor aanvang van haar set hangen de beentjes buiten. Het getuigt van de open geest van de gemiddelde Roadburner, gezien de klanken op het meest recente wapenfeit All Bitches Die niet bepaald makkelijk te verteren zijn. Confronterend is hierbij het sleutelwoord. En die confrontatie wordt ook live opgezocht. Met haar piepkleine verschijning, enkel bewapend met een synthesizer en een MacBook, staat ze moederziel alleen in het midden van de zaal. Geen barrières dus. Zowel fysiek als mentaal. Want wat we krijgen is een kijkje in de kolkende teerput die de ziel van deze artiest is. Het duurt niet lang voor het loepzuivere stemgeluid en de minimale pianoaanslagen die de set openen, omslaan in een demonisch gekrijs over een afgrijselijke, onontcijferbare herrie die als een donderslag bij heldere hemel inslaat in het publiek. Wild zwaait ze heen en weer met een paar bedrade gloeilampen, die ze meer dan eens tegen haar lichaam aan laat ketsen. Dit is pure zelfkastijding. Ondertussen horen we soundbites van vrolijke kinderkoortjes, terwijl er op de achtergrond beelden te zien zijn van huizen die tot de grond toe afbranden, waar huilende slachtoffers uit komen rennen. Deze soundbites zijn op sommige plekken harder afgesteld dan het stemgeluid, wat alleen maar bijdraagt aan de desoriënterende aard van de muziek.
(Lingua Ignota)
Voor veel mensen moet dit sowieso een aparte set zijn, gezien het zicht vrijwel nihil is. Midden in de zaal, gelijkvloers met het publiek optreden mag dan een intieme connectie opwekken tussen toeschouwer en artiest, maar dat is alleen het geval als men pal vooraan staat. Nu bevordert het constante heen en weer banjeren tussen de mensen het zicht wel enigszins, maar nog altijd zou een kleine verhoging geen overbodige luxe zijn. Een oordeel vellen over dit optreden is daarom lastig, ook gezien het zich niet laat vergelijken met zijn traditionele soortgenoten. Dit is namelijk geen concert, dit is een exorcisme. Of je bereid bent om je in de gitzwarte vortex te laten zuigen en daar, ergens tussen de klassieke barok, industriële death noise en spirituele, Diamanda Galas-achtige klanken een intersectie kunt vinden met je eigen emoties, bepaalt of dit een unieke en intense ervaring is, of een complete aanfluiting. Persoonlijk schaar ik me in het eerste kamp. En met mij velen, zo blijkt ook uit de massale opkomst voor de “geheime” set in het Ladybird Skatepark, later dit festival. Gelukkig was daar wel het nodige podium aanwezig.
(Hexvessel)
Hexvessel (Main Stage, Antal)
De geschiedenis van Hexvessel en Roadburn zijn even verweven met elkaar als de band die er bestaat tussen Hexvessel en Moeder Aarde. In zowel 2012 als 2013 was de band op het festival te zien, waarbij die tweede show werd gegeven na het uitbrengen van het tweede album, No Holier Temple. Dit patroon werd herhaald in 2016, toen de band het derde album, When We Are Death, integraal speelde. Dit jaar bracht de band rond Mat McNerney All Tree uit en na het opsommen van al het voorgaande, mag het geen verrassing zijn wat er dit jaar gebeurt. Juist: Hexvessel speelt All Tree integraal.
De band rond de Brit met het hoedje lijkt zich in een eeuwige staat van fluctuatie te bevinden, aangezien dit de vijfde keer is dat ik de kans krijg het gezelschap te aanschouwen en het tegelijk ook het vijfde gezelschap is dat ik voor mijn neus krijg. Het is dus even afwachten wat er van de nieuwe liveband verwacht mag worden, maar ook nu is het weer dik in orde. Hoewel All Tree van de luisteraar vraagt dat er op een ietwat andere manier naar de muziek wordt geluisterd dan in het verleden, maakt de band dat de overgang naar dit nieuwe werk vrij soepel gaat: het nieuwe album is meer gedragen, maar de band houdt de rust op het podium zonder een moment te vervelen. En hoe Fins de band ook mag zijn, de indruk wordt toch gewekt dat er wat van de Engelse achtergrond van McNerney in sluipt.
(Emma Ruth Rundle)
Emma Ruth Rundle (Koepelhal, Wouter)
Emma Ruth Rundle wist in 2017 Roadburn tot tranen toe te roeren in de Green Room, nu met een nieuw album en een volledige band is een groter podium niet meer dan terecht. Vandaar dat ze dit keer de Koepelhal in vervoering mag proberen te brengen, waar de zaal nu behoorlijk gevuld is. Natuurlijk staat de set in het teken van On Dark Horses en wordt er geopend met Dead Set Eyes. Opvallend is het breekbare en kwetsbare van haar stemgeluid en hoe dit in contrast staat met de volle sound van de band. Dat is toch echt de kracht van deze vrouw. Ook de prachtige nummers van het album Marked For Death krijgen vandaag een banduitvoering mee zonder aan kracht in te boeten. Hiermee zijn alle nummers van de set vandaag stuk voor stuk uitstekend gebracht, maar mis ik net dat beetje extra. Dat magische wordt bij het spelen van de twee laatste nummers van de set, Heaven en Real Big Sky, bijna bereikt maar dit is helaas niet genoeg om het optreden van 2017 te evenaren.
(Territoire)
Territoire (Green Room, Pim)
De podiumopzet in de Green Room verklapt de komst van een experimenteel optreden van Incubaterige proporties. In hoefijzeropstelling zien we een hoop decks met draaiknoppen, een wirwar van draden en een deels traditioneel, deels elektrisch drumstel. De festivalorganisatie rekt steeds meer de grenzen van haar genrebeeld op en dat zorgt ervoor dat er op Roadburn 2019 plek is voor Territoire. Het trio speelt vandaag het nieuwste album Alix integraal, maar in een iets andere volgorde (de reguliere volgorde is gedicteerd door de hoeveelheid muziek die er op iedere zijde van een LP past). Er wordt een dikke waas podiumrook de zaal in gespoten om de juiste sfeer te creëren voor de dreigende ambient soundscapes die zullen volgen. Drumstokjes schuren over bekkens als een krijtje over een schoolbord, zware bassen knisperen, extreem verlaagde fluisteringen zorgen voor kippenvel. Het geheel ontwikkelt zich langzaam, maar zwelt gestaag aan. Het meest sprekend zijn de onmiskenbare nuances uit de elektronica-hoek die er voor zorgen dat ik als een pillenslikkende Amsterdamse student op de amorfe muziek sta te dansen. Deze doodgeboren en misvormde minimale techno had in Gaspar Noé’s drugsfiasco Climax moeten zitten. Heel geduldig wordt duistere magie uit de synthesizers getrokken, die alleen zichtbaar zijn dankzij de kleine mistlampjes die erboven hangen. Industrieel met een ritselende ketting op de snaredrum wordt de Green Room, met uitzondering van de doorzettende voorste rijen, beheerst leeg gespeeld.
(Heilung)
Heilung (Main Stage, Pim)
Het internationale Scandifolkcollectief Heilung wint in rap tempo populariteit. Optredens zijn vooralsnog relatief schaars, en daarom staat de hoofdzaal van Poppodium 013 vol met belangstellenden. Het optreden van vanavond zal de zaal in tweeën splitsen. Sommigen barsten in lachen uit vanwege de extravagante uitdossing van de vele bandleden en figuranten, maar in de voorste linies wordt op de tribale herhaling meegedeind als de borstkloppende geldwolven in The Wolf Of Wall Street. Voor de één een soort Noord-Europese Haka, voor de ander een oempaloempa-poppenkanst; duidelijk is dat je jezelf op moet durven laten gaan in de belevingswereld van Heilung. Er wordt begonnen in een zeskoppige cirkel, waar festivaldirecteur Walter Hoeijmakers onderdeel van uit maakt, met handen ineen om te benadrukken dat we allemaal uit hetzelfde wezen voortgekomen zijn. Vanaf dan vliegen didgeridoo-trillingen en meerstemmige orakelingen door de ruimte, grotendeels door trommels voortgedreven.
De groep op het podium wordt gevoed door de energie die het publiek teruggeeft, maar komt toch minder urgent over dan op het livealbum Lifa te horen is. Een duidelijk minpunt is dat de dreigende cadans voornamelijk ontstaat uit de stuwende achtergrondzoem die niet van een zelfgebouwd instrument lijkt te komen. Daardoor boet het geheel fors aan kracht in, want het eindeloze geritsel, geklingel en getriangel is onderaan de streep relatief consequentieloos. Een negenkoppige falanx, uitgerust met ronde schilden en speren (Braveheart, iemand?), praat het collectief moed in voor een aankomend slagveld. Ondanks die opleving kakt het optreden na een uur wat in, mede door de uit de pas lopende, Engelse lyriek van Krigsgaldr en de voortslepende mantra’s. Maar de groep heeft dat door en volgt het op met het snelste ritme en de diepste bas van de hele set. In de slotfase is het met Hamrer Hippyer pompen alsof het vijf uur ‘s ochtends in een technotent op het DGTL festival is, terwijl het legioen over de barricade klimt en het publiek nog een laatste keer opzweept.
(Heilung)
Midnight (Koepelhal, Antal)
Voor de liefhebbers van ranzige en ouderwetse metal is de donderdag wellicht de beste dag van het festival. Om het sleaze-gehalte wat op te krikken en het algemene niveau te doen zakken, maakt Midnight zijn opwachting in de Koepelhal. Enigszins sceptisch verlaat ik Heilung, dat bezig is aan een indrukwekkende en intense show. Mijn scepticisme ligt bij bij het materiaal van Midnight zelf, waar geen specifieke aankondiging over is gedaan. “Maar dan zit je toch goed?”, denkt u nu. Het valt inderdaad niet te ontkennen dat de band een sterke discografie heeft, gekenmerkt door een gigantische hoeveelheid EP’s en twee uitzonderlijk sterke albums. Het probleem hier is echter Sweet Death And Ecstacy, het derde album van de Amerikanen en tevens de domper van 2017. De grote angst is dus dat er veel materiaal van dit album zal worden gespeeld.
Dat blijkt reuze mee te vallen, want het zijn toch vooral krakers als You Can’t Stop Steel, Evil Like A Knife en Lust, Filth And Sleaze die de klok (huehue) luiden. Vanaf de eerste tonen blijkt dat de band op stoom is en dat staal inderdaad niet valt te stoppen. De enige vertraging in de show manifesteert zich als Athenar korte toespraken houdt. Het ene moment ongemakkelijk en het volgende moment hilarisch, met als hoogtepunt zijn observatie na het spelen van The Final Rape Of Night: de band wordt visueel begeleid door een enorme foto van Athenar die door twee halfnaakte dames met zijn eigen kogelriem wordt gewurgd. Geheel in stijl hakt de band ongenadig hard door en worden we meegesleept in de wervelstorm die Midnight is. Dat het publiek hier duidelijk behoefte aan had, blijkt wel na het terugkomen van de band en het lang aanhoudende gebrul om meer.
(Midnight)
Bliss Signal (Green Room, Wouter)
Je hebt vreemde eenden en je hebt vreemde eenden, Bliss Signal behoort absoluut tot de laatste categorie. Het duo dat bestaat uit DJ/producer Jack Adams, bekend onder de naam Mumdance, en James Kelly van het inmiddels gestopte Altar Of Plagues mag vandaag de Green Room onveilig maken. De combinatie ziet er op het podium uit als een soort gevecht met aan de ene kant de opstelling van Jack en aan de andere kant James met zijn gitaar. Dit dualisme kenmerkt ook de muziek, want beide elementen vechten meer om voorrang dan dat ze synergie vinden. De muziek bestaat zo uit een licht opgefokte drumcomputer met bekende dancesynths en maniakale aanslagen die een beklemmend gevoel geven. Nergens wordt het opgewekt, altijd klinkt er een soort noodzaak door die ik ergens anders gemist heb. Neem hierbij dan de witte, flitsende stroboscoop en rook welke bij sommige mensen direct een aanval zal triggeren en je hebt een indruk van hetgeen zich hier afspeelt. Het repetitieve karakter zorgt voor een soort bewustzijnsverandering. Hierdoor kom ik moeiteloos door de set heen, hoewel de vulling in de zaal wel aangeeft dat dit niet voor iedereen zo werkt.
(Twin Temple)
Twin Temple (Het Patronaat, Antal)
Het altijd charmante Het Patronaat dient dit jaar voor de laatste keer als podium. Jammer, want de show van Twin Temple zal onderschrijven hoeveel karakter en potentie iedere show heeft die op het intieme podium wordt gehouden. Het van oorsprong kerkelijke gebouw zal vanavond dienen als het toneel van de Satanische mis die door de Amerikanen wordt opgevoerd. Een Satanische mis in onconventionele zin, want waar later dit weekend het podium een thuis zal zijn voor een kluwen blackmetalbands (wiens Satanische gehalte best in twijfel kan worden getrokken), zal het vanavond een altaar bieden aan het gospel en de americana van Alexandra en Zachary James. Door de atmosferische flarden rook ontwaren we een podium dat is omgevormd tot een altaar, met daarop instrumentatie die we niet altijd gewoon zijn op Roadburn. De saxofoon en piano zullen vanavond uitgebreid solo’s spelen, om zo op traditionele wijze invulling te geven aan de duivelse doo-wop. Het mag gezegd worden dat een groot deel van de charme rond deze band ligt in het visuele aspect en dat de invloed van Amy Winehouse niet onder stoelen of banken moet worden gestoken. Gelukkig is de band daar zelf niet schuldig aan, want Alexandra James ziet eruit als het gedeelde nichtje van de overleden zangeres en Morticia Addams. Ook het stemgeluid en de zangstijl van mevrouw James halen expliciet inspiratie bij Amy Winehouse vandaan, maar het mag dan ook gezegd worden dat die stijl in deze setting een bijzonder fris resultaat oplevert. Hoe vreemd dat ook mag klinken in een rokerige en kerkelijke omgeving als Het Patronaat.
(Mono)
Mono (Main Stage, Pim)
Natuurlijk zorgen Midnight en Malokarpatan voor boers vermaak laat op deze avond, maar de post-rock van Mono is de gepaste afsluiter van wellicht de zachtste festivaldag in de geschiedenis van Roadburn. Het publiek achterin de zaal blijft zitten op de trap alsof het een amfitheater betreft. Het podium is druk bezet met een vleugel, een strijkkwartet met wonderschone skeletviolen, drie gitaristen en een drummer. Alles wordt uit de kast getrokken om de mooiste Mono-plaat, Hymn To The Immortal Wind, te verwezenlijken. Tien jaar geleden werd dat album opgenomen met een orkest van ongeveer dertig man, vandaag wordt het vertolkt door het Jo Quail-kwartet dat later tijdens het festival ook met At The Gates zal spelen. De weelderige post-rock met typisch Explosions In The Sky-gitaarspel heeft toch een onmiskenbaar Japanse uitstraling. Je ziet jezelf in een anime op een goedaardig wolkje voorbij de voorjaarsbloesem rond de Fuji-volkaan vliegen. Duidelijk is dat je bij dit optreden je ogen moet sluiten en in je eigen verbeelding weg moet dromen.
Het is kleine muziek met een groots volume, zoals Godspeed You! Black Emperor dat vorig jaar twee keer liet zien. De opzwepende wendingen van de gezetelde snarenplukkers krijgen de Main Stage eerbiedig stil. Er is weinig chemie te ontdekken tussen het strijkkwartet en de band buiten een aantal uitgewisselde indringende blikken om, maar dit is ongetwijfeld toe te schrijven aan het cultuurverschil tussen beiden. De Japanse nederigheid en gereserveerdheid uit zich ook in het bedeesde dankwoord aan het einde van het optreden. Toch is het niet een volkomen euforische vertoning. De opgewekte en hoopvolle stukken buigen na een paar subtiele toonwijzigingen om tot hartverscheurende melancholie. Hymn To The Immortal Wind vertelt zonder woorden het verhaal van een jongen en meisje dat elkaar steeds weer vinden en kwijtraken. Het leven als aaneenschakeling van geluk en tegenspoed, pieken en dalen, komt hier zeventig minuten lang voorbij met een tranentrekkende schoonheid.
(Mono)
Malokarpatan (Het Patronaat, Antal)
Een van de door mij meest geanticipeerde bands van het festival is Malokarpatan. De rurale en primitieve black metal van de Slowaken krijgt een plekje in Het Patronaat, laat op de avond. Het riekt er naar dat dit een bewuste keuze is, want hoe meer bezopen, hoe meer vreugd. Dat lijkt ook het devies van de band zelf: blikken pils worden weggehakt, de capes worden omgeslagen en zonnebrillen worden opgezet. Wanneer de soundcheck heeft plaatsgevonden (“KURWAAAAA!”), kunnen we ons hart gerust ophalen: dit is even sloppy als het zou moeten zijn. Malokarpatan rammelt namelijk als een boerenwagen met anderhalf wiel op een aftands plattelandsweggetje, maar we verwachten niets minder van een band die de bastaardzoon van Bathory, Celtic Frost, Mercyful Fate en Iron Maiden is.
Het mooie blijft dat je nog zo veel invloeden kunt opvoeren als band, uiteindelijk gaat het erom of je ook daadwerkelijk kunt leveren. En dat dat kan Malokarpatan. Aan interactie heeft de band aanvankelijk maling, maar hits als O víne, kterak učený Hugolín Gavlovič z Horovec vyprával en V okresném rybníku hastrman už po stáročá vyčína worden op een moordend tempo op het publiek afgevuurd. De publieksreactie laat er dan ook niet om liegen: pits zijn sowieso geen vaststaand feit op Roadburn, maar ik betwijfel of we er nog meer van deze intensiteit gaan meemaken gedurende het weekend. Het is duidelijk dat Malokarpatan er voor gaat en frontman HV laat zich uiteindelijk zelfs verleiden tot een wedstrijdje “OUGH!” roepen. De lat wordt hier toch vrij hoog gelegd en het zal me verbazen als er nog bands zijn die dit gaan toppen.
Lees ook ons verslag van vrijdag 12 april, zaterdag 13 april en zondag 14 april!
Foto’s:
Jurgen van Hest (JvH013Photo)
Datum en locatie:
11 april 2019, Poppodium 013/Koepelhal/Het Patronaat/Hall Of Fame, Tilburg
Links: