Roadburn 2019 wordt gekenmerkt door gespecialiseerde subprogramma’s en op zaterdag 13 april is dat wederom te merken. Uiteraard pakt Zware Metalen de volledige Maalstroom-serie mee, de viering van de Nederlandse black metal, waar alle betrokken bands ondanks de omstandigheden toch optreden. De eigenzinnige curatie van Tomas Lindberg wordt voortgezet en het label Exile On Mainstream viert haar twintigste verjaardag. Op het hoofdpodium staan een reeks zwaargewichten met het Holy Mountain spelende Sleep natuurlijk als absolute gigant. Redacteuren Antal, Wouter, Niels en Pim brengen er uitgebreid verslag van, fotograaf Jurgen rent rusteloos van podium naar podium om zo veel mogelijk vast te leggen.
Lees ook ons verslag van donderdag 11 april, vrijdag 12 april en zondag 14 april!
(Have A Nice Life)
Have A Nice Life (Koepelhal, Pim)
Na een mislukte Record Store Day-exercitie tijdens een optreden van De Staat in Sounds Tilburg (natuurlijk is Steroids (Crouching Tiger Hidden Gabber Megamix) van Death Grips alleen beschikbaar in Amerika), is de toon gezet voor de neerslachtigheid van Have A Nice Life. Met het debuut Deathconsciousness is onbedoeld een microgenre gecreëerd dat bands als Planning For Burial en emorappers als Lil Peep beïnvloed heeft, maar daarover morgen meer wanneer dat album integraal gespeeld wordt. Vanuit de schaduw is Have A Nice Life uitgegroeid tot een cultfenomeen dat haast nooit op de planken te zien is. Het is dan ook ontzettend prijzenswaardig dat de organisatie van Roadburn de band voor de eerste keer naar Europa heeft weten te halen voor twee optredens. Morgen dus Deathconsciousness, vandaag al het andere. Zelf kijk ik het meeste uit naar dit optreden, want de opvolgplaat The Unnatural World bevat minder kale leegte, is ondergewaardeerd en verdient in het echt opgevoerd te worden.
Toch lijkt het Europese debuut van Have A Nice Life niet van een leien dakje te gaan. In overeenstemming met de neerslachtige sfeer van de muziek blijkt zanger Dan Barrett een paar dagen voor dit optreden zijn stem verloren te zijn. Zuchtend en steunend, met omlaag getrokken wangen en wenkbrauwen, lijkt het alsof hij ieder moment in huilen uit kan barsten. De geëngageerde uitvoering verhoogt het gevoel van wanhoop en strijd die de muziek kenmerkt. In instrumentaal opzicht varieert de mengelmoes van post-punk en indie naar shoegaze, industrial, post-rock en ambient. Het rijke smaakpalet is echter geen directe vertolking van het studiomateriaal. Sommige nummers missen de kille trillingen, anderen zijn veel energieker; ook de geluidsmix staat anders afgesteld, waardoor prominente elementen van de albums in de Koepelhal onopgemerkt voorbij gaan. Met de akeligheid van Pixies en de emopunkecho van Jawbreaker blijft dit een vervreemdend optreden waar de bandleden zelf ook een wrange nasmaak van zullen hebben. Van het zwak afgestelde geluid tot de stemproblemen en de verbijsterende setlist (waarom komen alsnog vier van de acht nummers van Deathconsciousness?), het is maar goed dat dit optreden na vijftig minuten (in plaats van de ingeplande zeventig) doodbloedt.
(Witte Wieven)
Witte Wieven (Het Patronaat, Wouter)
Zaterdag is er iets bijzonders in Het Patronaat, de vooruitstrevende Nederlandse blackmetalscene zal vandaag acte de présence geven met een groot aantal bands. Helaas is dit alles overschaduwd door het bijzonder trieste nieuws dat Michiel Eikenaar, oud frontman van Nihil en Dodecahedron en bekende in de Nederlandse (Tiburgse) black, de dag ervoor na een (kort) ziekbed is overleden. Toch besloten alle bands wel te gaan spelen en beginnen we met het vrij nieuwe en hiermee ook nog vrij onbekende Witte Wieven. Het programma rept hier van een duo uit Tilburg maar het podium wordt gevuld door een viertal, waarschijnlijk voor het optreden hier aangevuld. Het is gaat hier om het eerste optreden ooit en een groot deel van het publiek is dus niet bekend met het werk. De vulling van Het Patronaat is mede hierom ook nog niet top. Toch houdt dit de band niet tegen om lekker fanatiek de nummers te brengen, waarbij vooral de bassist speelt als een soort showman wanneer er wat minder levendig gemusiceerd wordt. Het optreden bevalt uitstekend en hiermee is Nederland weer een waardige afgevaardigde rijker.
(Wolvennest)
Wolvennest (Main Stage, Antal)
Het hoofdpodium van Roadburn wordt meer en meer een enorm billboard voor de progressiviteit die het festival herbergt. Waar bij traditionele festivals (ik hang hier bewust geen genre aan) het hoofdpodium gereserveerd is voor acts die ofwel een ellenlange historie in een bepaalde scene bezitten ofwel zich in een kort tijdsbestek hebben weten op te werken tot een ware hype, is dat bij Roadburn niet het geval. De programmering is er breed, maar een van de kenmerken is dat er bands en artiesten te vinden zijn wier muziek zich als dusdanig kwalitatief heeft bewezen, dat de organisatie het van belang acht om een groter publiek te introduceren aan die muziek. Dit gaat zeker op voor Wolvennest, die na twee jaar terugkeren op het festival, op een podium dat de capaciteit van het vorige met meer dan een tienvoud overschrijdt.
Het vorig jaar uitgebrachte Void is een album van formaat geworden en is een van de albums dat dit jaar integraal gespeeld zal worden. Wolvennest heeft daarvoor een groep gasten van aanzienlijke omvang opgetrommeld, een gegeven waarmee gesteld mag worden dat de verwachtingen hooggespannen zijn. Om maar met de deur in huis te vallen: die worden ingelost. Vanaf het eerste moment wordt het voltallige publiek voor de Main Stage meegenomen in de naargeestige, hypnotiserende en ook licht melancholische wereld van Wolvennest. De wierook walmt dermate hard dat het tot ver in de zaal te ruiken is en ook de bekleding van het podium is in lijn met het effect dat bereikt dient te worden. Terwijl de psychedelische en toch immens harde riffs de enorme ruimte vullen, wordt de atmosfeer gelijkmatig beïnvloed door heftige beelden op het projectiescherm, waaronder menselijke karkassen die worden aangevreten door een troep gieren. Een gelijkmatige atmosfeer betekent echter niet dat er geen hoogtepunten te vinden zijn en een van die vele hoogtepunten wordt vormgegeven door Alexander von Meilenwald, die met zijn ontzagwekkende gebulder laat zien dat niemand veilig is voor de kruipende duisternis die ons allemaal komt halen. Wolvennest grijpt hier een rechtmatige plaats aan de top en zet een optreden neer waarover nog veel zal worden gesproken.
(Wolvennest)
Fontän (Green Room, Antal)
Zaterdag ziet de gestage voortzetting van Tomas Lindberg’s uitstekende curatie van Roadburn. Waar de vrijdag al een kijkje in de keuken gaf en een zeer gevarieerd aanbod liet zien, klapt de zaterdag vanaf het eerste moment vol op de mentale staat van de festivalgangers: vandaag blijkt de dag van een waar arsenaal aan psychedelische bands uit de scene van Gotenburg. Fontän is de eerste band om het podium te betreden en doet dat in een setting die afwijkt van de toch al ruime standaard van het festival. De Zweedse band maakt gebruik van synthesizers en (bas)gitaren om de luisteraars een eclectische mix van stijlen voor te schotelen. Gedurende een opvallend luchtig en positief aanvoelend uur zal de band eenieder die zich aanbiedt blootstellen aan kraut, funk, psych, space en prog, waarbij dat alles wordt gecombineerd met elektronische beats en gelaagdheid van het hoogste kaliber.
Het geheel doet even ontspannen als futuristisch aan en het voelt alsof de Green Room gezamenlijk wordt meegenomen tijdens een recreatieve rondleiding door de wereld van morgen. Desondanks zijn er veel herkenbare elementen te vinden, waarbij gedacht kan worden aan oosterse toonladders en progressies die teruggrijpen naar de jaren tachtig. Het trio laat zien zich bewust te zijn van de kwaliteit van de grooves die worden neergelegd, want niet alleen bewegen de heren zelf zonder schroom mee op de rollende ritmes, ook het applaus dat regelmatig opklinkt, wordt dankbaar in ontvangst genomen. Geen slecht begin voor de derde dag van een toch inspannend weekend, waar bands als Fontän een welkome toevoeging zijn dankzij hun gebrek aan audiovisueel geweld.
(Doodswens)
Doodswens (Ladybird Skatepark, Niels)
Op het laatste moment werd het Eindhovense Doodswens nog toegevoegd aan de line-up van het Maalstroom-concept. Dit duo jonge honden vormde zich tot band in 2017, speelde het jaar er op zijn eerste optreden en bracht pas dit jaar zijn eerste opgenomen materiaal uit. Dat de band hier een enorme kans in de schoot krijgt geworpen, is een grove understatement. En die wordt met beide handen aangegrepen. Vol enthousiasme wordt er op los gemusiceerd, waarbij de hongerigheid de aanstekelijke factor is. Ondanks de leeftijd van de twee bandleden grijpt de sound behoorlijk terug naar oude tijden. Dit is namelijk pure second wave black, in het straatje van Darkthrone en Immortal, aangesterkt met wat ambient walmen. Die laatste zijn vandaag afkomstig van het Ladybird Skatepark, dat werkelijk aan alle kanten galmt. Er is hier dan ook niets aan geluidsdemping gedaan. Of zonwering. Of wering tegen skateboardende bezoekers.
Nu werkt deze setting misschien wel in het voordeel van hardcorebands als Great Grief, maar deze angstaanjagende gruwelblack op klaarlichte dag tot je nemen terwijl er op de achtergrond kinderen kickflips maken en diens nietsvermoedende moeders met een afkeurende blik naar het podium staren, is een lastige opgave. Dit kan de band echter niet worden aangerekend. Hetzelfde geldt overigens voor de strakheid van het optreden. Nu mag dit niet het strakste optreden van de dag zijn (hoe kan dat ook met ervaren bands als Terzij de Horde, Laster en Dodecahedron op het programma), maar men dient in het achterhoofd te houden dat deze band slechts enkele maanden geleden zijn eerste show speelde, en dit voor beide leden hun eerste band in dit genre betreft. De enige conclusie die getrokken kan worden is dat dit een flinke potentie heeft. Het is sowieso plezant om tussen al die experimentele en avant-garde black eens een vertrouwd, recht-door-zee geluid te horen. En Doodswens brengt dat, met verve welteverstaan. Een zeer aangename verrassing, die nieuwsgierigheid opwerkt over waar deze band over een paar jaar zal staan. Het zou niet verbazend zijn, als dat tijdens een volgende Roadburn editie op een groter podium is.
(Gore)
Gore (Koepelhal, Pim)
Nadat ik bij binnenkomst blootgesteld wordt aan de slechtste grap van het festival, gebracht door Gore-bassist Rob Frey in volwaardig Dunglish, ben ik eigenlijk al meteen klaar om om te draaien en voortijdig naar het hoofdpodium te vertrekken voor Sumac. “Do you know what’s the best thing about being an instrumental band? We have no singer.” Toch dient het Venlose drietal met meer respect behandeld te worden, want aan het einde van de jaren tachtig stond het aan de wieg van de sludge metal met The Melvins en op een blauwe maandag is er nog een split met Henry Rollins van Black Flag opgenomen. De band heeft de geflopte zwanenzang Lifelong Deadline onlangs herzien en uitgebracht als Revanche. Hiermee wil Gore de verloren draad weer oppakken en dat begint met een optreden tijdens Roadburn 2019. Het CBGB-shirt van drummer Bardo Koolen verraadt dat we hier met een inmiddels verouderde garde te maken hebben. De protosludgeriffs met punky ondertoon, metalen tuning en noise rockende wendingen liggen plezierig in het gehoor, maar daarmee is alles wel gezegd. Hoe comfortabel de muziek ook weg luistert, het mist een overkoepelend thema en verbleekt daardoor bij de conceptuele zwaargewichten die dit weekend spelen.
Turia (Het Patronaat, Wouter)
De Nederlandse blackmetalbands tezamen vormen het project Maalstroom. Ook Turia hoort hier bij, een drietal dat de laatste tijd geregeld op de Nederlandse podia te vinden is. De band heeft vorig jaar samen met Fluisteraars nog een split uitgebracht welke bij veel lezers in de smaak is gevallen. Na het optreden in Cul de Sac in 2017 is het afwachten hoe de band zich presenteert op dit veel grotere podium. Hier kan direct antwoord op komen, want het drietal komt muzikaal ijzersterk voor de dag. Ook de bezoekers weten de minimalistische show behoorlijk te waarderen en het drietal is dan ook goed op dreef. De voortrazende drums ondersteunen de meanderende melodielijnen, welke behoorlijk repetitief en hiermee ook hypnotiserend van aard zijn. Het hoogtepunt komt tegen het einde van de show met een weergaloze uitvoering van Aan Den Golven Der Aarde Geofferd welke zich kenmerkt door een licht psychedelische aanpak. Hiermee komt er veel te snel een einde aan dit optreden, maar gelukkig wacht ons vandaag nog meer talent.
(Sumac)
Sumac (Main Stage, Pim)
De halfgod Aaron Turner is met zijn karakteristieke, doorzichtige acrylgitaar nooit ver van Roadburn verwijderd. Als onderdeel van het drietal Sumac is hij vandaag een mythische verschijning op de Main Stage. Voor een backdrop van het prachtige artwork van het vandaag bijna integraal opgevoerde Love In Shadow buldert zijn imposante zangschreeuw door de zaal. Zijn supergroep straalt vandaag de aura uit van een immens goede band die het middelpunt is van de aandacht van duizenden toeschouwers, maar speelt alsof het in een vacuüm bestaat. Zo staart de onaangedane bassist Brian Cook (Russian Circles, Botch, These Arms Are Snakes) tijdens de staccato intro van Arcing Silver recht door de zaal heen. De moderne uitstraling van Poppodium 013 leent zich er perfect voor.
Wat met het debuut The Deal begon als een bekende vertolking van donderende post-metal is nu uitgegroeid tot een esoterisch en ongrijpbaar fenomeen. Het trio laat primitieve ritmes uitbloeien tot wereldvreemde erupties die steeds meer vooruitstrevend en grensverleggend zijn. Ikzelf sta schuin vooraan het podium te schuimbekken door het onnavolgbare drumspel van Nick Yacyshyn (Baptists). De ongeëvenaarde instrumentbeheersing van Sumac wordt gereflecteerd in zijn nauwelijks merkbare, zenuwachtige jazzy snareslagen; een hele intensieve uitspatting voor een nuance die het merendeel van het publiek ontgaat. Als hoogtepunt perst de beheerste gastgitarist Caspar Brötzmann (de zoon van de legendarische freejazzsaxofonist) met een onweerstaanbare nonchalance de afsluitende improvisatie tot een ondraaglijk snerpende kakofonie. Deze overrompelende kwaliteit met dito overspoelende kracht blijkt één van de hoogtepunten van Roadburn 2019 te zijn.
(Sumac)
Laster (Het Patronaat, Wouter)
Van de hedendaagse golf Nederlandse black is er één die bij uitstek het experiment niet schuwt. De naam hiervan, Laster, een drietal dat overal gemaskerd terug te vinden is en ook zo op het podium verschijnt. Met nu net het derde album onder de riem, dat overigens prima vindbaar is op de bekende streaming kanalen, is er voldoende divers materiaal om het geprogrammeerde uur te kunnen vullen. De van diverse invloeden voorziene black metal dansmuziek komt gelukkig goed uit de verf, want met zoveel jazzy bas en drumwerk is dat nog absoluut geen sinecure. De maskers geven het hiermee een soort anderwerelds gevoel dat je wel moet liggen, want anders behoor je tot de stroom van mensen die binnenkomt en voor de bar langs Het Patronaat weer verlaat; een bijzonder irritant fenomeen voor de bezoekers die wel graag de hele set zien. De band deert dit uiteraard niet en speelt de bijzondere black lekker swingend, waarmee het de claim van black metal dans muziek meer dan waar maakt. Het hele optreden blijf je je afvragen of je moet headbangen of een dansje moet gaan doen, aangezien een combinatie van beide voor uw verslaggever van dienst niet weggelegd is.
(The Exorcist GBG)
The Exorcist GBG (Green Room, Antal)
Zoals eerder aangegeven heeft Tomas Lindberg voor zijn The Burning Darkness een meute talentvolle bands uit de ondergrondse van Gotenburg meegenomen. The Exorcist GBG is een van die bands en laat een veelomvattend geluid horen dat uit hetzelfde vaatje tapt als zijn collega’s: funk, space, psych, prog en vooral ook elektronica zijn de hoofdrolspelers. The Exorcist GBG gooit daar echter net wat meer retro elementen tegenaan, elementen die hun oorsprong vinden in de wereld waar soundtrack, prog en zelfs wat funk zich hebben vermengd tot een uniek geheel.
Dat is dus ook precies wat het optreden van The Exorcist GBG brengt: een soundtrack, maar dan voor de louche clubs waar zweterig wordt gegrooved door mysterieuze mannen met grote snorren en reflecterende zonnebrillen. De muziek ontleent, net als veel bands dit jaar, een groot deel van haar atmosfeer aan de jaren tachtig. Dit maakt dat The Exorcist GBG een onweerstaanbare kwaliteit krijgt: de retro vibes, afkomstig uit verschillende decennia van de vorige eeuw, vormen zo’n ronduit aantrekkelijk geheel dat de Green Room niet stil kan blijven staan. De dampen stijgen op uit het publiek en de voetjes gaan van de vloer, onophoudelijk. Dit is wederom precies wat Roadburn nodig heeft, een shot adrenaline voor de haast transcendentale riffs die vanavond nog gaan volgen.
(Cave In)
Cave In (Main Stage, Pim)
Binnen de experimentatiegedreven line-up van Roadburn 2019 is Cave In gek genoeg de band die wellicht het meeste buiten de boot valt. In muzikaal opzicht dan, want Stephen Brodsky en Adam McGrath zijn intiem verweven met passendere bands als Old Man Gloom (waarover morgen meer), Mutoid Man, Converge en Zozobra. Dat blijkt uit de bandoefening voor Old Man Gloom met de opgeschreeuwde vocalen van Jacob Bannon en het drumwerk van Santos Montano tijdens de soundcheck voorafgaand aan dit optreden. De echte reden waarom Cave In op Roadburn 2019 speelt, is natuurlijk het voor altijd in het geheugen gegrifte tribuut tijdens de voorgaande editie aan de even daarvoor plotseling overleden Caleb Scofield. Toen bleek dat de band binnenkort het nieuwe (en laatste?) album Final Transmission uitbrengt, kon een optreden op dit festival niet uitblijven. Na een jaar van rouw en afstand staan Brodsky en McGrath energiek op de planken, tegenover elkaar vechtend met hun gitaren. De eerstgenoemde gitarist heeft tijdens opener Luminance al een snaar van zijn bekende V-gitaar kapot gespeeld en is dus lekker op dreef. Helaas staat zijn microfoon tijdens de eerste nummers te laag in de mix, waardoor het vorig jaar zo krachtige Dark Driving verwatert.
Vandaag worden twee nummers van het nog uit te brengen album gespeeld (All Illusion en Shake My Blood, beiden klinkend als Thrice), maar het overige is een viering van de vele gezichten die de discografie van Cave In heeft. Zo blijkt tijdens de snoeiharde breakdown van Juggernaut dat de metalcore uit de jaren negentig van Until Your Heart Stops nog steeds staat als een huis. Melodische indierocknummers als Big Riff, Joy Opposites en Off To Ruin stemmen de afgereisde dagjesbezoekers en fans van het zachtere, meest bekende tijdperk van Cave In tevreden, maar de pittige nummers van White Noise (waarin je het gitaarspel van Mutoid Man herkent) en Trepanning zijn broodnodige tegenhangers die het optreden dragen. Zo knalt Serpents als een gek met een sleutelrol voor de brute strot van Nate Newton. De Converge-bassist kent zijn plaats als gastmuzikant en stand-in voor Caleb Scofield, die vanaf het projectiescherm uit de Cave In-antenne over de band heen kijkt. Hij staat dan wel in het midden, maar hij doet een stap terug wanneer Brodsky en McGrath in gitaargevecht gaan, laat de haren voor zijn ogen hangen en slaat geduldig op zijn laaghangende basgitaar. Dit is niet per se zijn feestje en zijn louter ondersteunende insteek getuigt van een diep respect voor de overige bandleden. Nadat de monsterhit Big Riff is gepasseerd en terwijl het aanstekelijke refrein van Sing My Loves de opvoering afsluit, realiseert de gevulde hoofdzaal vol ongeloof dat het toch echt nog een optreden van Cave In heeft meegemaakt.
(Cave In)
Terzij de Horde (Het Patronaat, Pim)
Nagenietend van het optreden van Cave In sluit ik zo snel mogelijk aan in de rij voor Het Patronaat om nog zoveel mogelijk van Terzij de Horde te zien. Het is de ideale band voor dit moment, want het uitgeademde vitalisme van Hendrik Marsman overlapt met mijn euforische staat vanwege het zojuist beleefde concert. De dood hoeven we niet te vrezen, alleen het niet geleefd hebben. En geleefd hebben we, vooral tijdens Roadburn, maar ook tijdens Domtown Darkness of tijdens het openen voor Anaal Nathrakh in de Baroeg in 2010. In Utrecht kan een toevallige passant zien hoe de bandleden de levensvisie van de dichter in praktijk brengen. Zo schiet zanger Joost Vervoort wel eens voorbij op de fiets en kan je bassist Johan van Hattum tegen het lijf lopen bij een speeltuin in Leidsche Rijn. Schoonheid zit in het alledaagse, maar ook in het optreden dat vandaag gegeven wordt. Gedompeld in helrood licht wordt de door urgentie ingegeven, levenskrachtige black metal op de zaal losgelaten. Van de gespeelde nieuwe nummers Cheiron en Precipice tot het naar screamo neigende Non Timetis Messor (dit was jaren voordat Sunbather uitgebracht werd!) en het stuwende Geryon – See Extinguished Everything But The Sight Of The Monster met bijtende vocalen en indringende blik van de frontman; Terzij de Horde weet altijd te raken en dat is vandaag niet anders.
Glerakur (Koepelhal, Antal)
De IJslandse scene is er een met een gigantisch aanzien in de ondergrondse kringen. Waar een artiest als Björk al jaren de wereld verovert met haar eigenzinnige muziek (‘pop’ zou een grove miskenning zijn van haar werk), is het met name de IJslandse underground die een bizarre hoeveelheid bands van uitzonderlijke kwaliteit voortbrengt. Enkele jaren terug vond er tijdens Roadburn een ware invasie van IJslandse black plaats, maar vorig jaar kende de climax in de samenwerking tussen het festival en de IJslandse scene: Sól án Varma werd het op commissie aangevraagde stuk dat het resultaat was van een aantal bands uit diezelfde scene. Het is echter niet alleen black wat de klok slaat op het geïsoleerde eiland, want waar het verleidelijk lijkt om de ijskoude leegte te spiegelen aan de beruchte Noorse equivalent, is het zonder twijfel ook de ruige doch elegante schoonheid van het land die een inspiratie blijkt voor veel artiesten. Een van die artiesten is Elvar Geir Sævarsson, een componist met een achtergrond in de theaterwereld.
Met Glerakur debuteerde hij pas in 2016, maar de band heeft snel naam gemaakt met de wonderschone en intrigerende muziek die wordt geschreven. Normaliter zijn bands die post-rock, zwaardere muziek en soundscapes combineren er debet aan dat de stijlen niet direct een perfect amalgaam vormen. Bij Glerakur is dat echter niet het geval, zoals ook het optreden doet blijken. De grenzen tussen de vele genres die de band verwerkt in de verhalende muziek zijn moeilijk te ontdekken, en los van een eventuele opbouw of introductie is het ook lastig om een soundscape te onderscheiden van een passage die post-metal incorporeert. Dit vervagen van de grenzen heeft alles te maken met de intense atmosfeer die de band teweeg brengt, een vakkundig verrichte handeling door de jonge band. De gelaagdheid waarmee wordt gewerkt, zal zonder twijfel een sleutelrol spelen in het tot stand brengen van de intensiteit, daar er met maar liefst vier gitaristen wordt gewerkt. De ruimtelijke landschappen van IJsland weerklinken in de Koepelhal en laten het publiek voor een klein moment het platte Nederland vergeten.
(Sleep)
Sleep (Main Stage, Antal)
Zeggen dat Sleep een gigantische invloed heeft gehad op Roadburn en de scene die daar omheen is gaan leven, zou het understatement van het jaar zijn. Niet alleen heeft de band in 2012 een set gegeven die de boeken in mag gaan als een van de tegelijkertijd langst verwachte en meest vervullende optredens die ooit op het festival heeft plaatsgevonden, de heren hebben daarnaast ook een stempel achtergelaten bij eenieder die zich een connaisseur van riffs acht. Het is ook niet meer dan logisch dat Sleep zijn 27-jarige verjaardag komt vieren op Roadburn, waarbij maar liefst twee sets van twee uur het medium zullen zijn om de toehoorders mee te nemen naar het beloofde land der riffs. De zaterdag van Roadburn zal derhalve het moment zijn dat Sleep Holy Mountain in zijn geheel zal spelen, een reden op zich om de grinder maar weer eens uit de kast tevoorschijn te halen. Het is echter een gegeven dat Holy Mountain geen twee uur duurt. Sterker nog: een enkel uur vullen zal al de nodige jams vereisen en dat betekent automatisch dat er genoeg ruimte is voor verrassingen. Dat belooft dus een verjaardagsfeestje als geen ander te worden.
Voor aanvang is de Main Stage afgeladen en klinken op vertrouwde manier de transmissies van de maanlanding door de speakers. De anticipatie is tastbaar, evenals de verwachte groene dampen die het publiek produceert. Als de band dan toch vrij rap en subtiel zijn entree maakt, worden de heren met een oorverdovend gejuich onthaald. Het is gelijk duidelijk dat dit een band is met een rijke historie: afgezien Cisneros’ baard van formaat, is Pike gehavend. Zijn rechterarm wordt ingeklemd door een brace en zijn tred verraadt de gedeeltelijke amputatie van een van zijn tenen. Dit laatste mag de pret echter nooit drukken: Sleep heeft een optreden op het Amerikaanse trendfestival Coachella geweigerd om het publiek van Roadburn te voorzien van riffs en dat is dus precies wat er uitgedeeld gaat worden. Zonder poespas wordt Dragonaut ingezet en neemt de band het publiek mee door het machtige opus dat Holy Mountain vormt. Stuk voor stuk passeren de klassiekers die inmiddels ingebakken zijn in het collectieve geheugen van het publiek en steeds kan de spreekwoordelijke koek niet op. Sleep zou Sleep niet zijn als de nummers volgens het boekje worden gevolgd. Nee, Sleep is een wereld op zich en weet als geen ander vertraging aan te brengen om de impact van de machtige riffs te vergroten. Het is daarbij opvallend hoe makkelijk The Sciences naar de achtergrond van het geheugen verdwijnt, aangezien er jaren is geteerd op de klassiekers die vanavond ten gehore worden gebracht. Dit gaat zeker ook op als Dopesmoker wordt ingezet en gedurende de komende 25 minuten de soundtrack is voor benevelde geesten van iedere luisteraar in de zaal: hoe nuchter je ook bent, Sleep bedwelmt en voert je weg naar het beloofde land.
(Sleep)
Dodecahedron (Het Patronaat, Wouter)
Het meest beladen optreden van vandaag zal waarschijnlijk het optreden van Dodecahedron zijn. De reden ervoor zal een ieder duidelijk zijn en het gemis is bij het opkomen van de band haast voelbaar in de zaal. De voorste rijen zijn ingevuld door familie, goede vrienden en intimi van de overleden Michiel Eikenaar welke gepast de ruimte krijgen. De heren komen op, waarbij de huidige zanger als laatst verschijnt, en er wordt één gebaar gemaakt: een vinger wijst naar boven. Dit gebaar is de opmaat voor een weergaloos optreden van deze technische blackmetalband. Elk bandlid speelt alsof hij hier vanavond voor het laatst staat. Er straalt zo’n enorme kracht en overtuiging uit elke aanslag dat deze normaal zo nietsontziende muziekstroming een diepe extra lading krijgt. Zo slaat de duisternis in de muziek opeens om in een viering van het leven van een invloedrijke voorman die zijn weerga niet kent. Het publiek ziet deze avond zodoende iets heel bijzonders waarvoor de aanleiding wel zeer spijtig is. Het respect van het publiek is enorm, tussen de nummers door is er geen enkele aanzet tot een applaus totdat de band uitgeraasd is en de ruimte hiervoor ontstaat. Dan is de dankbetuiging ook meer dan overweldigend en terwijl de voorste rijen elkaar in de armen vallen wordt er nog één keer naar boven gewezen.
(Michiel Eikenaar, 1976-2019)
Maalstroom (Het Patronaat, Wouter)
Als laatste is het vandaag de beurt aan de vereniging van alle bands uit de Maalstroom-serie tezamen. De laatste dagen zijn er diverse samenwerkingen geweest die niet allemaal zo goed bleken uit te pakken als het inmiddels legendarische Waste Of Space Orchestra, maar desondanks zijn de verwachtingen hooggespannen. Waar je misschien alle bandleden gelijktijdig op het podium verwacht is de opzet van dit project wezenlijk anders; de bandleden komen in wisselende samenstellingen nummers spelen die speciaal voor deze avond geschreven zijn. Muzikaal gaan we richting de black metal, maar er is meer. Het wordt een vertelling over een persoon die van het platteland naar de stad trekt, uitgebeeld in muziek en de bijbehorende foto’s geprojecteerd op de backdrop. De muziek zit vol met speelse momenten en muzikale invloeden. Zo is het moment met spoken word haast een blackmetalrap, echt behoorlijk uniek.
Met de wisselende samenstellingen krijgen we uiteraard ook verschillende invloeden te verwerken en gaan we qua experiment richting Laster. Ook zijn de vocalen zeer afwisselend en is de cleane zang een welkome afwisseling in het verhaal. Niet elk lid zal direct herkend zijn uit zijn/haar bijbehorende band, maar de toevoeging van Ryanne van Dorst is direct te herkennen. De cleane vocalen die ze presenteert zijn ronduit indrukwekkend. Helaas is dit project veel te snel voorbij, maar het doet goed te zien dat deze nieuwe golf van Nederlandse black hecht is en dat samenwerking niet geschuwd wordt. Dit is een enorme verademing in een stroming waarbij in den beginne iedereen elkaar zoveel mogelijk naar het leven stond en men jaren lang over elkaar heen viel om zichzelf zoveel mogelijk trve ende kvlt te kunnen noemen.
Lees ook ons verslag van donderdag 11 april, vrijdag 12 april en zondag 14 april!
Foto’s:
Jurgen van Hest (JvH013Photo)
Datum en locatie:
13 april 2019, Poppodium 013/Koepelhal/Het Patronaat/Hall Of Fame/Ladybird Skatepark, Tilburg
Links: