Fearless In Love, het is een titel van de romantische soort die je niet vaak zult tegenkomen op Zware Metalen. Deelnemers aan het Eurovisie Songfestival ook niet trouwens. Hoewel …, sinds de overwinning van Lordi in 2006 flirten ook bands uit het hardere genre regelmatig met dat fleurige festijn. In 2021 nog liet Electric Callboy doorschemeren graag het thuisland te vertegenwoordigen, maar die poging werd door de Duitse selectiecommissie bruut (dat dan weer wel) de nek omgedraaid wegens “niet radiovriendelijk”. Voor 2023 gingen de oosterburen dan wel door de bocht. Ze selecteerden Lord Of The Lost, maar die band werd hopeloos laatste. Nee, dan deed het Australische Voyager het toch een stuk beter. Na twee overtuigende optredens belandde men in de einduitslag op de negende plaats met het pakkende Promise, een vrij lichtvoetige oorwurm van het zuiverste water die stiekem toch miljoenen mensen kennis liet maken met een heuse breakdown. Een veel te korte overigens, maar Electric Callboy weet inmiddels wat het gevolg is van doordrijven.
Promise staat overigens ook op dit Fearless In Love en geeft een aardig beeld wat te verwachten. Als ik het in een zin – en veel te kort door de bocht – zou omschrijven is dat een soort proggy Gary Numan (ik zie geen toetsenist bij de muzikanten vermeld, maar de foto hierboven zegt genoeg) met breakdowns. Met The Best Intentions opent de plaat direct superpoppy, op een manier die bij menigeen het glazuur van de tanden zal doen springen (goed poetsen mensen, dat is belangrijk!). Toch laat de springerige ritmiek in de toetsen al horen dat er hier meer aan de hand is dan rechttoe rechtaan pop. Dat “meer” volgt met gitaarriffs die vreemd genoeg zowel zwaar als licht etherisch klinken. Waar de titel door vele herhalingen in je hersenschors getatoeëerd wordt, gebeurt dat met zoveel afwisseling dat je door de song heen geleid wordt als ware het een “Voyage” (jazeker, hij doet het gewoon!).
Prince Of Fire begint opnieuw springerig, maar dit keer worden de gitaristen van het begin af aan stevig aan het werk gezet met ingewikkelde start-en-stopstructuren. Dat progressieve meesterschap zit wel ietwat verstopt achter, of ten minste verweven in, een laag toetsen en de zang van Estrin, die zich met zijn relatief hoge stem (nee, toch nog wel lager dan Einar Solberg) een meester toont in pakkende zanglijnen. En zo kun je het album bijna op twee manieren beluisteren: met je oren gespitst op muzikale capriolen of juist op de mooie melodieën. Het beste is natuurlijk als de beide samenkomen en dat gebeurt met de luisterbeurt meer. Daarbij zijn de sporadische breakdowns, net als in mei, de kers op de taart. Ook in dit Prince Of Fire zit weer een heel fijne: Na een smachtend “Is it better? Is it better again? The voices … ” knalt het gegrunte “Go!” uit je speakers. Het zal voor sommige progfans er een stapje over zijn, maar het is voor mij net een element dat het juiste evenwicht tussen lichtvoetige poppigheid en donderende kracht geeft. Die kracht is ook te vinden in de (opnieuw) springerige, bijna djenty gitaarpartij die volgt, alvorens Estrin weer diep in zichzelf graaft om een bijna ongemakkelijke hoeveelheid emotie boven te halen. Sterk(st)e track!
Dreamer draait op een Rammstein-light, eurodance-ritme, waarop het goed hoofdschudden is (in de zin van licht headbangen voor de duidelijkheid), al meezingend dat je nergens hebt om naar toe te gaan en nergens anders hoeft te zijn dan in het heden. Feestelijk doet de band dus ook! The Lamenting gaat in de zanglijnen wat richting Muse terwijl de toetsen hier een behoorlijk groots en ruimtelijk geluid geven. Jammer dan dat ik niets met Muse heb. Nee, dan Submarine dat vanaf het eerste moment eigenwijs van de hak op de tak springt en in de korte gitaaraanslagen wat aan de laatste plaat van Devin Townsend doet denken en vooral in de coupletten en bruggen fraaie melodieën in zich draagt die alleen nog getopt worden door het bluesy gitaarsolo. Dat het nummer daarna uitmondt in een ware progallegorie inclusief Townsend-zang maakt het af.
Een dergelijk, goed uitgedachte plaat kan natuurlijk niet als een nachtkaars uitgaan. En dat snappen de Australiërs donders goed. In Gren (tussen haakjes de titeltrack) schieten gitaarlijnen als laserstralen naar de wolken en dat geeft een begeesterend schouwspel, terwijl Estrin met een hartstochtelijk “You should have never, ever sent me the letter” de winnende binnen tikt. “Are you with me?” Zeker wel! Fearless In Love zit goed in elkaar en laat horen dat Voyager zijn eigen plek in het (sonische) universum gevonden (en verdiend) heeft. Voor de avontuurlijker en melodieuzere luisteraar.
Score:
83/100
Label:
Season Of Mist, 2023
Tracklisting:
- The Best Intentions
- Prince of Fire
- Ultraviolet
- Dreamer
- The Lamenting
- Submarine
- Promise
- Twisted
- Daydream
- Listen
- Gren (Fearless in Love)
Line-up:
- Danny Estrin – Vocalen
- Simone Dow – Gitaar
- Alex Canion – Basgitaar
- Scott Kay – Gitaar
- Ash Doodkorte – Drums
Links: