“Weet je wat nou een goede band is? Voyager!”, aldus mijn oom zo’n vijftien jaar geleden. Net als elke rebelse tiener negeer je elk stukje commentaar en advies wat de volwassenen zeggen en zo heb ik mij nooit in deze band verdiept. Toch is de naam al die jaren bij mij gebleven en besloot ik anno 2019 om er wat aan te doen. Het Australische Voyager brengt in november het album Colours In The Sun uit. Ik ben benieuwd of mijn oom, na al die verstreken jaren, gelijk had en heeft.
Voor de lezer die niet bekend is met deze band: hij bestaat nu een goede twintig jaar, heeft een aardig portfolio opgebouwd met zes albums en vier singles en maakt melodische, progressieve metal. Zoals zanger Daniel de muziek beschrijft: “Het is ‘catchy’ aan de top, ‘proggie’ op de bodem. Alsof Dream Theater en Depeche Mode een baby hebben gekregen.”
Niet wetende wat mij te wachten staat, geef ik de plaat een slinger en laat ik het allemaal op mij afkomen. De opener gooit mij gelijk al op een totaal onverwacht pad, als er een jaren tachtig-achtige synthwave klank het nummer start. Maar gelukkig volgen al gauw de zware gitaren en laat Daniel meteen zien wat hij in huis heeft met zijn stem. Toch draagt het geheel een vrolijke, ietwat lieve noot. Anders, maar wel verfrissend! De ritmes op de drums doen bij vlagen denken aan de stijl van Fear Factory (al dan wel een stukje minder ruig) en de zang met de toetsen gecombineerd brengen een prettige atmosfeer met zich mee. De gitaren, doch zwaar, houden het nog vriendelijk en geven het nummer een licht progressief tintje. Een fijne start, laat de rest maar komen!
En komen doet het wel. De progressiviteit is al wat meer aanwezig in het tweede nummer, met zijn aparte tijdsignaturen en haast abstracte drumpartijen. Dit grijpt gelijk de aandacht en doet mijn oren spitsen om zo alle details de absorberen. De andere nummers die hetzelfde gevoel teweeg brengen zijn Saccharine Dream, het krachtige Reconnected en het vrolijk gestemde Runaway (interpreteer dit geheel naar eigen gelieve). Een soort overblije intermezzo vinden we in de track Now or Never, een track waarbij een vrolijke synthwave melodie de hoofdnoot draagt, maar vooral het einde is verrassend, waar Daniel ineens in het Duits begint te zingen. Best wel geinig, maar wat dit op dit album doet, is mij nog een raadsel.
Absoluut hoogtepunt van het album: de track Entropy, waar Einar Solberg van Leprous een fantastische bijdrage heeft geleverd met zijn karakteristieke stem. Samen met Daniel zijn zang geeft hij dit het nummer een zeer bijzonder en speels contrast. Combineer dat met een aantal pakkende melodielijnen en haast ‘meezing’-achtige stukken en het plaatje is compleet! De absolute heer en meester van het album is voor mij de track, Water Over The Bridge. Voordat mijn boekwerk nog langer gaat worden, luister zelf en richt je op de verschillende composities die vloeiend in elkaar verweven zijn. Dynamisch is zeker het sleutelwoord!
Jeetje, wat kan ik zeggen? Mind blown! Al een maand heb ik dit album in bezit voor een recensie en ik kan niet anders dan deze helemaal grijs draaien. Elke luisterbeurt brengt wat nieuws op tafel en het geheel blijft intrigeren. Wat een ontdekking! Misschien wel vijftien jaar te laat, maar beter laat dan nooit, toch? Dit is een album voor op de jaarlijst.
Score:
89/100
Label:
Season of Mist, 2019
Tracklisting:
- Colours
- Severomance
- Brightstar
- Saccharine Dream
- Entropy
- Reconnected
- Now or Never
- Sign of the Times
- Water Over the Bridge
- Runaway
Line-up:
- Daniel “Nephil” Estrin – Zang, keyboard
- Simone Dow – Gitaar
- Scott Kay – Gitaar
- Alex Canion – Basgitaar
- Ashley Doodkorte – Drums
Links: