Het begint zo langzamerhand een fijne traditie te worden: Loud Noise luidt de lente in met het progressieve Prognosis Festival. Met in 2019 de eerste editie vond het festival inmiddels twee keer eerder plaats (u weet waarom niet vaker) en beide keren was het volledig raak! De organisatie steekt er namelijk steeds stevig wat moeite in om wat bijzonders te brengen. Zo waren er op de eerste editie masterclasses van – onder meer – meesterverteller Devin Townsend en Alex Skolnick (ook Testament) die een select gezelschap van fanatieke gitaristen een en ander bijbracht over schrijven en soleren vanuit pentatonische toonladders. En vorig jaar speelden headliners Leprous en Katatonia beide een door de fans gekozen nummers. Dit jaar zet het festival qua exclusiviteit tevoren vrij zwaar in op een bijzondere set van Vitam Aeterna, dat met leden van Devil Doll een set met daarin ook muziek van die laatstgenoemde band brengt. En bijzonder wordt het, zo ziet redacteur Michiel Hoogkamer. De fraaie foto’s bij dit verslag zijn van onze Seth Abrikoos.
Obsidious (Second Stage, 14:00- 15:00)
Met de goede herinneringen aan de vorige edities in het achterhoofd lopen we met een goed gemoed door een lekker lentezonnetje en een nog winters aandoend windje naar de Effenaar in de hoop op tijd binnen te zijn voor opener Obsidious. De rij voor de ingang valt echter prima mee. Geen problemen daar dus, zoals voor de organisatie overigens de hele dag veel van een leien dakje lijkt te gaan.
Goed, Obsidious dus. Zoals bekend hebben drie van de vier leden van de band een verleden in de soepele techdeathmachine Obscura en die ervaring liet zich goed horen op het debuut Iconic. Live moet de band zich echter nog waarmaken. Waar Obscura in veel gevallen later op de avond als headliner optreedt, moet/mag Obsidious vandaag het relatief kleine tweede podium openen. De band laat het niet aan zich komen en start een introtape met een Star Wars-achtige grandeur: Join the family! Het is tegelijk een mooie aanmoediging om dichter naar het podium te komen als een uiterst pakkende zanglijn uit Devotion, het nummer waarmee de band er vandoor schiet voor een overtuigend optreden waarin alles klopt. In de clip van Iconic ziet zanger Javi Perera er, als minst ervaren bandlid, misschien wat ongemakkelijk uit (kan ook komen door de ietwat “full on” cameravoering), maar op het podium blijkt hij een stuk meer charisma te hebben. Veel belangrijker nog is dat hij de afwisselende zanglijnen van de plaat ook live gemakkelijk waar maakt. Hij brengt zijn bulderende grunt vol “grinta” en zijn cleane zang heeft een venijnige korrel die het totaalgeluid wat donkerder maakt dan op het debuut. Voeg daarbij de heftige dubbele basdrums en het bijna onmenselijk knappe (hoe dan!?), doorlopende en lyrische gitaarwerk van Rafael Trujillo en we denken nu al een van de beste bands van het festival aan het werk te zien. Aan de “bobbende” hoofden om me heen te zien, sta ik daarin niet alleen. Oh, en wat een voorrecht om superbassist Linus Klausenitzer (ook Alkaloid en ex-Metropole Orkest) op zijn vingers te kunnen kijken wanneer hij deze over zijn fretloze zessnarige bas laat glijden om dat warme Cynic-achtige geluid te brengen.
In I Am strooit Trujillo met zijn wel heel verstrekkende vingerspreiding weer met complexe maar altijd melodieuze gitaarlijnen. Bij Bound By Fire lijkt het verdorie wel of de gitarist die ook Diluvium inspeelde zes zeer precieze vingers aan elke hand heeft, wanneer hij met mathematische precisie het complexe intro neerlegt. Het is ook een nummer waarin Perera nadrukkelijk de James Labrie-regionen opzoekt. De drums en bas schoppen je in de maag en geven een extra onderlaag die je thuis in je al dan niet luie stoel toch altijd wat minder krijgt. Het titelnummer van de debuutplaat wordt aangekondigd als een hele reis. Perera hoopt dat we er klaar voor zijn want (na gejuich uit het publiek) “wij zijn het niet!”. Dat blijkt in de praktijk reuze mee te vallen. Wanneer albumafsluiter Lake Of Afterlife ook als slotnummer van het optreden wordt aangekondigd, komt uit de zaal terecht een welgemeend “aaaahh”, maar het valt ook niet mee om met één album een set van een uur te vullen.
Conclusie: Obsidious speelt een professionele en heel goede set die het debuutalbum in een ander, zwaarder daglicht zet. Tel met terugwerkende kracht gerust vijf tot tien punten op bij de score die we die plaat gaven. Ik heb hem in ieder geval weer een aantal keer uit de kast gehaald.
Ithaca (Mainstage, 14:45-15:30)
“No rest for the wicked” (en u weet: alle zware metalenredacteuren zijn natuurlijk wicked) want op de Mainstage is Engelse hoop in bange Brexitdagen Ithaca al aan zijn set begonnen. Ten minste, dat was de bedoeling, maar als we boven in de grote zaal aan komen, is het podium nog angstig leeg. Wanneer de muzikanten dan met hun witte shirts en pantalons het podium opkomen geven zij – net als het boeddhistische mantra van de introtape – nog niet weg wat ons te wachten staat. Dat wordt wel duidelijk wanneer zangeres Djamila Boden Azzouz dat mantra doorscheurt met een venijnige scream en bas en drums het totaalgeluid gaan overheersen. Bij een navolgende hevige break trekt het geluid wel iets bij hoewel we nog steeds vooral een zware goederentrein over de naden in de rails horen denderen. Wanneer we haar goed horen overtuigt zangeres Djamila vooral in haar warme Björk-achtige vocalen.
Na een stevig “Thank you!” is het applaus vooral matig en dat lijkt niet heel goed te vallen. “How are you doing” vraagt Djamila dan maar om het publiek bij de opnieuw matige reactie toe te bijten “That was a bit shit!”. Bij het vierde nummer lijken muziek, band en publiek toch even samen te komen in een orgie van heftige drums en ziedende screams. Ook dan blijft er in het geluid vaak wel een gat zitten tussen de hoog overvliegende gitaarlijnen en de megabrute basdrums. In de tijd die de zangeres vervolgens gebruikt voor een poging haar gescheurde jurk te repareren, steekt een van de gitaristen een vlammend betoog af over diversiteit en de strijd tegen trauma’s en depressie: het zal beter worden! Het lijkt of de groep juist deze speech nodig heeft om zichzelf op te peppen want de volgende stapdanstrack knalt werkelijk door de zaal. Maar die gedachte vervliegt snel wanneer de band met nog geen half uur gespeeld al “one last song” aankondigt. Technische malheur of niet, ik hoop toch maar dat niet al te veel mensen speciaal voor deze band naar Eindhoven zijn afgereisd.
HIPPOTRAKTOR (Second Stage, 15:30- 16:30)
Leden van HIPPOTRAKTOR kwamen we al tegen toen we naar de zaal liepen en Vlaamse tongval en idem bescheidenheid een tweetal heren bij het hek achter de Effenaar hoorden zeggen: “Hallo, wij zijn van de band HIPPOTRAKTOR.” Van die bescheidenheid is muzikaal een stuk minder te merken als de band binnenvalt met een heerlijke Black Sabbath-drone. Die heeft die “groove that makes your head move”-kwaliteit terwijl de tribale drums het geheel het gevoel meegeven dal we deel uitmaken van een duister maar niet onprettig ritueel. Zanger Stefan De Graef staat 90 graden van het publiek gedraaid en pakt te pas en vooral te pas zijn drumsticks erbij om het ceremoniële gevoel te versterken. Dit geweld wordt opgevolgd met een song die begint als een (fijne) droom met warme knappe samenzang tussen de hoge stem van een van de gitaristen en de lagere van Stefan. Spaarzaam aangeslagen gitaren nemen je mee naar andere oorden en wanneer dan het onweer oorverdovend losbarst hangt de boomlange zanger met grijpende handen hoog boven het publiek. Meekomen in de maalstroom! Er is geen ontkomen aan.
Dat alomvattende post-gevoel wordt nog eens zwaarder aangezet in het vocaal door Cult Of Luna geïnspireerde (ten minste, dat denken wij toch) God Is In The Slumber. We zijn drie bands onderweg en we hebben al drie totaal verschillende genres gehoord. De intensiteit wordt song na song verder opgebouwd. Toch is er soms ook ruimte voor enige subtiliteit, bijvoorbeeld in de vorm van een bluesy gitaarpartij(tje). A Final Animation moet het dan weer hebben van zijn lekker lompe swing. Met de zin “Nog één nummer en dan heb je ons hele eerste album gehoord!” wordt het laatste nummer Beacons aangekondigd. Het avontuurlijke nummer wordt, net als de rest van de set, vol overtuiging en overgave gebracht. Oprecht gelukkig (die lach is vermoedelijk nog enige tijd niet van de gezichten te krijgen) neemt de band het slotapplaus in ontvangst. HIPPOTRAKTOR heerscht!
Vitam Aeternam with members from Devil Doll (Mainstage 16:15-17:15)
Met Vitam Aeternam is het dan tijd voor wat klassieke progrock. U weet wel met drie toetsenisten en een violist om de klassieke bezetting van gitaar, bas en drums aan te vullen. Maar dan wel met een duistere ondertoon. Want hier wordt naast grotendeels eigen muziek ook werk van de Italiaans-Sloveense cultband Devil Doll, die sinds 1996 slapende is, gespeeld. We horen een set van donker, stemmig materiaal dat wordt ondersteund door gelijkaardige beelden uit oude films. De veelsnarige basgitaar neemt veelal ruim de tijd om een warmwollen tapijt van complexe klanken leggen, waarover de gitaar van Devil Doll-lid Bor Zuljan op gepaste tijden (maar het mocht vaker, want wat klinkt dat lekker) Mike Oldfield/Pink Floyd-gewijs overneemt. Dit terwijl de toetsen het gevoel geven alsof de zaal zich heeft losgemaakt van de grond om het oneindige universum in te zweven. Lange lappen spraakzang worden afgewisseld met theatrale zang als die van Damian Wilson. Dat blijkt uit de geluiden die ik om me heen hoor niet voor iedereen. Hetzelfde geldt voor de wel heel lange rustige toetsenstukken, maar niet getreurd want daar komt Bor weer het podium opgelopen om met zijn gitaar de hemel open te scheuren. Het is indrukwekkend.
Soms klinkt het zo breekbaar dat ik niet eens naar de bar durf om een stevige cola te halen en dan weer dondert een bombastisch koor uit blik van het podium. Nosferatu (1922) wordt geprojecteerd over dreigend toetsen- en vioolspel. Muziek en beeld vullen elkaar aan tot een alomvattende ervaring, een beetje zoals een paar jaar geleden de bedoeling was toen Long Distance Calling zijn Stummfilm live zou brengen op Prognosis. En dan snijdt uit het niets een oud scheermes even een oogbol open…, in een levend gezicht …, op een groot scherm! Voor me rende er iemand van schrik voor weg. Impact heeft het dus zeker! Even later komt er zowaar een funky dansbare beat voorbij, maar hé, dansen is natuurlijk ook van de duivel. Dat zal de headliner later vanavond nog eens duidelijk maken. Het doet wel een beetje pijn om te zien dat de zaal na verloop van tijd wat leegloopt. De mensen die wel blijven belonen de band gelukkig wel met een warm applaus. De bergen werk die de band en gasten voor deze set hebben verzet hadden vermoedelijk nog meer verdiend.
iamthemorning (Second Stage, 17:00-18:00)
iamthemorning is voor mij de nobele onbekende vandaag. Dat is niet zo heel vreemd want je zult me in een platenzaak niet zo vaak bij de bak “progressieve kamermuziek” zien. Wanneer ik bij de kleine zaal aankom, blijkt het daar al heel druk te zijn. Van bij de ingang pak ik een klein deel van de set mee. Ik hoor zangeres Marjana Semkina expressief en feeëriek betoveringen prevelen over bluesy gitaarpartijen: “No not again!”. Nu zo erg is het zeker niet. Wanneer de elektrische gitaar wordt ingeruild voor een akoestische dient direct de gedachte aan het soms betoverende werk van Kate Bush zich aan. U begrijpt: zwaar is dit niet, wel sprekend met fraaie barokke arrangementen. Het publiek kan het allemaal zeer waarderen. “This is a song about a dead girl” vertrouwt Marjana ons toe en waarom zou je er ook omheen draaien?
Einar Solberg (Mainstage, 18:00-19:00)
Waar de organisatie Vitam Aeternam aankondigde als meest speciale set, was dat in de praktijk voor velen misschien wel die van Einar Solberg. De zanger van – tot nu toe – vaste gast Leprous stelt op het festival voor het eerst zijn solomateriaal voor en heeft (mede) vanwege dat heuglijke feit een dag eerder in de vorm van een video nog eens een nieuw nummer op de wereld losgelaten. Vanuit de clips wisten we al dat de muziek meer op elektro dan gitaren zou rusten, maar dat de stem van Einar zo herkenbaar is dat dit voor veel fans geen probleem zal zijn.
Op het podium zijn overigens wel gewoon een gitaar, een basgitaar en drums aanwezig. Oh, en een viool, toetsenborden en een computer. Die toevoegingen nemen niet weg dat de kickdrum af en toe lekker doordendert zodat je steeds het gevoel van een rockshow houdt. In zijn solowerk lijkt (we hebben het pas een keer gehoord) lijkt Solberg het cinematografische karakter en de thematiek van de laatste twee Leprous-platen door te trekken. Vooral op Pitfalls gingen de teksten over de depressie waar de frontman hard tegen aangelopen was. Ook hier lijkt hij zich te verbijten: “I never, never, never go back again”. Muzikaal komt er zelfs een hoorn/trompet aan te pas, terwijl de gitaar en viool vooral hoge lijnen spelen en de basgitaar en drums de boel aan de grond houden. Het gezongen vraag-en-antwoordspel tussen de bassist en gitarist is zuiver en maakt indruk. Vooral de zanglijnen van gitarist Ben zouden niet misstaan op een hit. Het nummer dat volgt is nog geheel niet uit. De dreunende subwoofer zuigt de lucht uit de zaal en doet de broekspijpen wapperen en mijn eten een stukje omhoog komen. Een mooie basis voor de grote emoties van het herhaalde “I’m falling out!”.
In de derde track schuift de drummer door naar de toetsen, omdat hier de warme blaaspartijen (gespeeld door de toetsenist) een hoofdrol en een soloplek krijgen, terwijl Solberg zijn demonen bijna uit de lucht probeert te pakken. Nu valt op dat het solowerk hem – zoals dat hoort – meer ruimte geeft om te “shinen”. De zang lijkt hem een stuk gemakkelijker af te gaan en hij raakt de noten zonder zichtbare moeite. Dat het voor het publiek wat ongemakkelijk kan zijn voelt de zanger zelf ook aan wanneer hij vraagt hoe we dat gaan doen: luisteren naar een set met songs die we niet kennen. Daarbij vertelt hij ons dat de band nooit eerder samen heeft gespeeld en pas twee dagen bij elkaar is. Toch klinkt de band behoorlijk ingespeeld. Zeker de koortjes klinken goed. Twijfels hebben we alleen bij het vierde nummer dat Einar samen met de gitarist heeft geschreven. Over funky breakbeats legt Ben een rap die voor mij een beetje jaren ’80 aandoet. Dat is een kwestie van smaak natuurlijk en de verlegen glimlach die de gitarist/rapper als hij na afloop een boks van de zanger krijgt, maakt veel goed. De volgende track met de tekst “a beautiful life begins tonight” maakt echter duidelijk dat het soloalbum van Einar Solberg er een is om naar uit te kijken. In Over The Top klinkt hij haast als een crooner als Sinatra in zijn beste jaren en zijn de koortjes stol makend mooi. Wanneer het dan los gaat, laat Einar nog eens zijn kwelgeesten door de Effenaar vliegen. Maar de naam van dit webzine indachtig moeten we verder. Op het tweede podium gaat namelijk Pelagic’s pg.lost beginnen. Dus als jullie willen weten of aan het eind van de set nog een nummer van Leprous is gespeeld moeten jullie dat even aan Mr. Jingles vragen.
pg.lost (Second Stage, 19:00-20:00)
pg.lost zit op het grote post-label Pelagic van The Ocean-bandleider Robin Staps. Je mag verwachten dat die club weet waar hij het over heeft als men schrijft dat de Zweedse band zich onderscheidt van de steeds groter worden de post-vlek door melancholie te mengen met smerige rock ‘n’ roll. En dat klopt! Het melancholieke zit in de dragende melodieuze gitaarthema’s die steeds een stapje veranderen om uiteindelijk terug te keren bij het begin. Wij denken er in ieder geval dat donkere Scandinavische gevoel in te herkennen dat ook te horen is op sommige Finse albums. Het vieze zit dan weer in de stevig doordenderende drums en de korzelige toon van de slaggitaar. Het geluid is stevig en zit vanaf het begin goed met een hoofdrol dus voor die leads. In de tweede track legt een lekker The Cure-basgitaartje er een laag onder en plaatst hoge zang zonder woorden er een laag boven, hetgeen het geluid nog rijker maakt. De band komt echter het best binnen in de lompere stukken en gelukkig komen er daar genoeg van langs, waarbij de bassist soms vier noten speelt per brute gitaaraanslag. Dit laatste maakt dat er altijd wat te ontdekken is. De extra laag gelegd door de Spaanse Ex On The Beach-schreeuwers naast me had dan weer niet gehoeven, maar dat is muggenziften en sowieso iets waar de band niets aan kan doen. Er is goed nagedacht over de volgorde van de set want ook bij pg.lost wordt de (niet-instrumentale instrumentale) muziek steeds intenser. Door de filmische inslag en lyriek in de gitaren gaan de gedachten daarbij uit naar een ruigere versie van het eerder genoemde Long Distance Calling.
Tegenover de woeste post-maalstroom van HIPPOTRAKTOR eerder op de dag zetten de Zweden een warm post-metalbad. Het laat zien dat er in het genre nog meer dan genoeg afwisseling is. De Belgen winnen daarbij overigens op punten. Die liggen vooral in het enthousiasme en het contact met het publiek. pg.lost laat dat laatste grotendeels voor wat het is. Misschien dat ook een reden dat tegen de aanvangstijd van Soen de zaal wat leger wordt. Oeps, misschien moesten we zelf ook maar eens die kant op!
Soen (Mainstage, 19:45-21:00)
De ontwikkeling van Soen (spreek uit so-èn, heb ik me laten vertellen) laat zich zien. Drie jaar geleden speelde de band nog op het tweede podium en dit jaar speelt men maar liefst twee sets op het hoofdpodium. Terecht natuurlijk, want laatste studioworp Imperial is wel een heel fijne plaat en ook akoestisch heeft men indrukt gemaakt. Vandaag steekt Soen echter de stekkers in het stopcontact. Misschien net iets minder bijzonder dan de akoestische set die de band morgen speelt, maar de band staat nu dus wel “volledig in zijn kracht” zoals een lifestyle-coach je zal vertellen.
Het podium is sober aangekleed. Er hangt een doek van de hoes van Cognitive, het eerste album uit 2012 en dat is het. Een luid luchtalarm kondigt de komst van de band aan. Het is misschien net iets minder indrukwekkend dan bij Public Enemy jaren geleden in Hammersmith Odeon, maar ook hier werkt het. Felle basdrums zetten Monarch, een van de prijsnummers van het laatste studioalbum in. Zanger Joel komt met een donkere zonnebril en pet oplopen, maar van een slecht verwerkte kater blijkt geen sprake. Zijn zang is van noot één loepzuiver, terwijl het alarm blijft verontrusten. De zaal staat inmiddels voller dan op enig moment eerder op de dag. Die aanwezigen zetten hun stembanden aan het werk om de waanzinnig pakkende brug van Deceiver mee te zingen. Muzikaal valt vooral het hakkende geluid van de gitaren op. We moesten zelfs even denken aan een iets schoner Black Label Society-geluid en dat had ik tevoren toch even anders ingeschat. Het mooiste moment volgt echter als alle instrumenten (op wat toetsen na) stilvallen om Joel de ruimte geven zijn toch wel licht gouden stembanden te laten horen.
Wanneer de band teruggrijpt naar ouder werk van Lotus is de weg die Soen heeft afgelegd goed te horen. De songs zijn zonder meer mooi, maar in het zeer sterk aan Tool refererende gitaarwerk horen we een band op weg naar het fraaie eigen geluid dat er nu al jaren is. Het rockt wel lekker weg natuurlijk! En in het verstilde stuk van Martyrs laat Joel nog maar eens zijn klasse horen. Even later gaat hij bij een indrukwekkende uithaal als een heuse Hans Klok op in een zuil van rook. Leuk detail!
Modesty is weer zo’n lekkere oorwurm van de laatste plaat, zonder dat er ook maar een stukje wordt ingeleverd op muzikale kwaliteit. We horen een homerun van een gitaarsolo (die is de zaal echt wel uit!) en dan mag ook meesterdrummer Martin Lopez nog even los met onnavolgbaar voetenwerk. In het zware begin van Antagonist mag hij daar gelukkig nog even lekker mee doorgaan. Meezingen wordt het met het heavymetalrefrein: “Fire up your guns”. Een moment waarbij kracht en melodie elkaar in een innige omhelzing vinden, want de basgitaar en drums blijven die zware fundering van de Effenaar maar testen, terwijl het meezinggedeelte stevig aan Metal Church doen denken. Dat Soen schaamt zich ook nergens voor, daar ergens op dat snijvlak tussen metal en prog! Voordat het breekbare Illusion wordt ingezet deelt Joel nog wat goed nieuws. Na deze tour zal er nieuw materiaal gespeeld worden, want de groep heeft aan een nieuw album gewerkt. Maar terug naar Illusion, want dat is voor mij het mooiste nummer van de dag. Zacht, gloedvol Gilmour-iaans gitaarwerk van publieksfavoriet Cody (ten minste, toch van die vrouw achter me) leidt naar weer zo’n ijzersterke brug met rustige samenzang. Lascivious is dan weer een stuk harder, maar verliest daarbij niets aan “catchiness”. Het “Reach for the stars” wordt in ieder geval stevig meegezongen. Maar we moeten weer kiezen want op het tweede podium staat een andere band op het punt te beginnen.
Disillusion (Second Stage, 20:45-21:45)
Keuze gemaakt en deze is in het voordeel uitgevallen van Disillusion. De laatste plaat van die band Ayam eindigde namelijk hoog in mijn jaarlijst van 2022. Ben je fan van wat hardere progressieve metal en heb je hem nog niet geluisterd, dan zou het zomaar eens geen slecht idee kunnen zijn om de schijf wat draaibeurten te geven. Daarbij had ik de band al sinds het Compexity Fest van behoorlijk wat jaren geleden niet meer live gezien, dus zorg ik ervoor tijdig voor het podium aan te schuiven. Daarbij ben ik vooral benieuwd of de songs van Ayam live eenzelfde dimensionale poort kunnen openen als in mijn huiskamer.
Om daarachter te komen moet ik nog wel even geduld hebben want Disillusion trapt af met The Great Unknown van The Liberation uit 2019. Ook niet verkeerd natuurlijk. Bij aanvang laten vooral de drums en (een beetje) de zang zich horen. Dit wordt snel hersteld, hoewel de drums vooraan wat luidt blijven omdat je ze ook van het podium zelf hoort komen. Niets aan te doen en door met de stevige metal, inclusief een knap staaltje synchroon headbangen, en mooi akoestisch middenstuk. Met Am Abgrund krijgen we dan het eerste nummer van de laatste plaat. Weer zijn daar die stevige dubbele basdrums die de muzikanten opjaagt terwijl zanger zijn frustratie uitspuwt. Als twee mannen voor me in het rustige “From the top of the world to the end of the sea” elkaar laten zien dat de haren op de armen overeind staan, zal het geluid inmiddels ook goed zitten toch zeker? Overigens is dat kippenvel zwaar terecht bij de emotie die de Duitsers in hun songs leggen. Driftwood is van hetzelfde hoge niveau en het is prettig meedrijven op het akoestische intro en warme zang, alvorens de complexe drumpatronen die – als je even niet oplet – zelfs richting drum-‘n-bass gaan, je bij de lurven grijpen.
Ook het eerste album uit 2004 krijgt liefde met Alone I Stand In Fires. Het is een ware orgie aan drums die over het publiek heen komt. Datzelfde publiek kan er geen genoeg van krijgen, blijkens het lang aangehouden applaus tussen de nummers. Zanger Andy Schmidt merkt het kennelijk ook, want tijdens het wat rechtlijniger Tormento stuitert hij met een gelukzalige lach op zijn gezicht over het podium. Na nog een rondje dansen wordt de laatste song aangekondigd. Dat lijkt wat vroeg, maar The Mountain duurt op plaat al meer dan twaalf minuten, dus dat valt reuze mee. Nog een keer geeft Disillusion blijk van zijn kunde om agressie, melodie en avontuur samen te brengen tot een meeslepend geheel. Het applaus dat volgt is dan ook niet meer dan terecht.
Zeal & Ardor (Mainstage, 21:45-23:00)
Afgezet tegen eerdere headliners als Haken en Leprous is de afsluiter van de zaterdag misschien een vreemde eend in de bijt, maar wat een indrukwekkende eend is het! Zeal & Ardor brengt vandaag namelijk een vrij weergaloze, indringende en inktzwarte hoogmis. Onder een stevig stukje dance betreden de zwart bekapte bandleden het podium om hun zo eigen mix van slavenliederen en woeste extreme metal naar de ongelovigen te brengen. Anders dan in de Melkweg in november van vorig jaar staan naast zanger-gitarist-bandleider Manuel Gagneux nog twee woest headbangende zangers vooraan het podium. Het is een koor dat vanavond menigmaal merg en been zal verontachtzamen. Het woeste rammen met het hoofd worden op het uiterst donderende Götterdämmerung in de rijen voor het podium overgenomen, als laat men zich daar bewust maar gewillig naar de afgrond leiden. Ship On Fire is aanmerkelijk meer zanggericht en doet er met al zijn dynamiek en sfeer beseffen dat er hier iets meer aan de hand is dan “gewoon maar een concert”. De woeste versnelling in Row, Row zorgt voor een heuse Prognosis-pit. En ontwaar ik daar niet Mr. Jingles als een van de aanstichters? Het lijkt nog wel zo’n rustig jong!
Het woord hoogmis is gevallen maar hier past natuurlijk alleen het aanbidden van een donkere heer. “A good God is a dead one” scandeert het koor der verdorvenen onder aanmoediging van het publiek. Na een dergelijk stemmig intermezzo verliezen Gagneux en de zijnen zich steevast in zwartmetalen snelheden, om met woede het verdriet weg te poetsen. Na We Can’t Be Found neemt de bandleider overigens kort het woord om te vertellen dat het een grote eer is om vandaag met zulke grote progbands te spelen: “wij zijn maar simpel, maar als jullie het met ons kunnen vinden, kunnen we een geweldige tijd hebben”. Sympathiek natuurlijk, maar niet nodig want wat staat Zeal & Ardor hier een goede show te spelen. En dat ontgaat de zaal geenszins. Mocht er nog twijfel bestaan, dan wordt die even later weggenomen door de niet aflatende passie waarmee Golden Liar van het podium zijn weg naar de ziel vindt. Bij de ijselijke gil die volgt lopen de rillingen letterlijk over het lijf (zo koud is het niet). Don’t You Dare is een ander hoogtepunt uit de set. Woede, wanhoop en verraad spatten van het podium af dus …. inderdaad opnieuw een verwoestende pit. In weggaan en terugkomen voor een toegift heeft Manuel ook vanavond geen zin: “Is het oké als we die bullshit overslaan?”. Maar natuurlijk. Wie zijn wij om nee te zeggen na zo’n vertoning van macht? Na nog twee nummers met het “really simple, but really fun” Baphomet als afsluiter is het klaar. En nog een keer gaat die soulvolle stem dwars door de botten. Ik hoef dan ook niet bang te zijn om op de lange terugweg in slaap te vallen.
En zo eindigt de dag die al begon met een hoogtepunt met een optreden van eenzame klasse. Ook tussen die beide optredens was er meer dan genoeg te genieten. Deze zaterdag past dan ook prima bij de standaard die Prognosis inmiddels voor zichzelf heeft neergezet: die van goede en meeslepende optredens van talentvolle bands die ook echt de tijd krijgen om hun sets op te bouwen tot waar zij ze willen hebben. Volgend jaar weer?
Datum en locatie
15 april 2023, Effenaar, Eindhoven
Foto's:
Seth Abrikoos – Sethpicturesmusic
Links: