Disillusion – Ayam

Deze recensie is aan de late kant, dus laten we maar direct met het belangrijkste beginnen. Het nieuwe, derde album van Disillusion is een wel heel sterke plaat geworden. En daarmee is het gemakkelijkste achter de rug, want het is niet eenvoudig in woorden te vangen waarom dat dan zo is. De muziek op Ayam is namelijk even ongrijpbaar als sterk. Een beetje als Disillusion zelf eigenlijk.

De band bracht in 2004 het machtige Back To Times Of Splendor uit, een plaat die voor het gemak maar in het hokje van de melodeath werd gezet, maar veel meer was dan dat. In 2006 volgde nog Gloria, maar daarna werd het – misschien indachtig de naam van de band – lang stil(ler). In 2017 stond de band echter ineens met een muzikaal gloedvol optreden op Complexity Fest. Optisch zag het er eerder uit als een groep vrienden die “for old times sake” nog eens terugkeken op de gloriedagen van weleer. We hadden dan ook niet direct de indruk dat een en ander een vervolg zou krijgen met nieuwe muziek. In 2019 werd die gedachte gelogenstraft met het door collega Bart hooglijk gewaardeerde The Liberation. En of het naar meer smaakte! Want drie jaar later is er dan de opvolger in de vorm van dit Ayam.

Goed, genoeg uitstelgedrag vertoond Hoogkamer, op naar de muziek. Allereerst valt op dat Disillusion als voorheen graag de tijd neemt om zijn muzikale verhaal in te leiden met lange uitgewerkte intro’s om vervolgens – in een en hetzelfde nummer – in hogere en minder hoge golven verschillende thema’s voor zich uit te duwen. Als gedachten in een dagdroom die wegvlieden en weer samenkomen in momenten van helderheid. We horen het vooral in de langere nummers Am Abgrund (maar liefst elf minuten) en Abide The Storm (bijna twaalf minuten).

Laten we een van die songs er dan maar even bij pakken om de boel wat nader te duiden. Niet veel bands openen hun album met een lang nummer, maar Disillusion heeft lef en kennelijk ook weinig zin om de ware aard te verbergen. Am Abgrund staat namelijk pontificaal vooraan. En het is niet alleen de duur die de toevallige Spotify-voorbijganger mogelijk (en ten onrechte) zal verleiden om op skip te drukken. Een op nu-metalachtige wijze herhaalde eenvoudige riff, wordt als snel oversmeerd met een dikke laag symfonie en onderlegd met ketelende blackmetaldrums. Jawel, bent u daar nog? Fel en verbeten, als de gevoelens van vele Nederlanders over het juichen van de Argentijnse spelers, raast de song voort totdat in een brug met heldere zang het energieniveau danig wordt teruggeschroefd ten faveure van een pakkende en troostrijke melodie. En dan hebben we nog maar de eerste twee minuten van deze kolos gehad. De volgende golf energie komt al aangerold met een declamerend gebulderd “I am standing on the edge of the world!”, terwijl we ons afvragen of we daaronder nu een laag toetsen, strijkers of toch blazers horen. Wat het ook is, het is uit deze laag dat gierende gitaren zich los trekken om ongericht alle kanten op te schieten.

En dat ongerichte is niet omdat de drie (!) gitaristen niet kunnen spelen, want mijn hemel/hel (kijk zelf maar), lekkerder gitaarwerk dan op deze plaat hebben we dit jaar eigenlijk niet gehoord: soms experimenteel en eigenzinnig – als een soort harde freejazz – maar net zo gemakkelijk heerlijk melodieus in minutenlang over elkaar heen dartelende gitaarsolo’s. Zo horen we in (nog steeds) de eerste track na zesenhalve minuut een break waarin de tokkel wat aan de rustige passages in het werk van Annihilator of Queensrÿche (opnieuw: kijk zelf maar) doet denken. Het is de opbouw naar een solo die klinkt alsof hij even uit de losse pols wordt neergelegd, maar die steeds meer het gevoel geeft dat de kern van het bestaan wordt benaderd. En als de gitaar dan eindelijk alle ruimte neemt die hem toekomt vult hij de kamer alsof er niets anders meer is. Het is na Lorna Shore (“I finally see a world without you isn’t meant for me!”) een van de keren dit jaar dat nieuwe muziek voor huizenhoog kippenvel zorgde. Am Abgrund: magistrale opener.

Het zou wat ver gaan om elk nummer van Ayam op deze wijze te ontleden. Dat is ook niet nodig. Wat wel goed is om te weten is dat Abide The Storm minstens zo sterk is en een gelijkaardige opbouw, met rustpuntje in het midden, heeft als de opener. Hier is goed te horen wat zich ook in andere nummers al aandiende: de sterke band tussen teksten en muziek. Zowel de stilte voor de storm als de storm zelf krijgen muzikaal vorm, de laatste in zwaar aangezette drums, riffs en declamerende zang. Ook goed om te weten: je komt ook kortere songs tegen op Ayam. Nu is dat maar relatief, want behalve het “kortje” Tormento (nog steeds meer dan vier minuten) neemt elk nummer meer dan zes minuten van je tijd. Op dat kortje laat Disillusion horen ook snel tot de kern te kunnen komen. De ritmiek stampt als een heistelling terwijl de gitaarlijnen hoog overvliegen en de zanger naar het einde van elke zin steeds een hogere intensiteit aanboort. Wanneer hij in het refrein “I am your torment!” buldert, voelt het alsof de voor vrachtwagens onveilig verklaarde brug, waarover ik zojuist loop, besloten heeft om me heen in te storten. Oh, en kabbelen kan men ook in het toepasselijk getitelde (had ik het verband tussen woorden en muziek al genoemd?) Driftwood.

Daar laten we het maar even bij, want het mag inmiddels duidelijk zijn: Ayam is een afwisselende, doordachte en complete plaat, die ook nog eens met veel gevoel is geschreven en ingespeeld. Misschien is het een aanrader voor fans van Devin Townsend die zijn laatste plaat wat weinig avontuurlijk en/of zwaar vonden. Dat is een “misschien”. Zeker is dat Ayam hoog in mijn jaarlijst te vinden zal zijn. Wat … een … plaat.

Score:

88/100

Label:

Prophecy Productions, 2022

Tracklisting:

  1. Am Abgrund
  2. Tormento
  3. Driftwood
  4. Abide The Storm
  5. Longhope
  6. Nine Days
  7. From The Embers
  8. The Brook

Line-up:

  • Andy Schmidt – Vocalen, gitaar
  • Ben Haugg – Gitaar
  • Martin Schulz – Drums
  • Robby Kranz – Basgitaar, vocalen
  • Sebastian Hupfer – Gitaar

Links: