Alcatraz is al jaren een festival waar menig metalhead reikhalzend naar uit kijkt. De organisatie zet in op een knusse, gezellige opzet, maar weet ondertussen ook een line-up neer te zetten die mag meetellen in de scene. Dat blijkt wel: vorig jaar riepen de luisteraars van Studio Brussel het festival uit tot beste festival van 2024. Een mooie bekroning! Wat maakt dit festival nu precies zo bijzonder? Zware metalen is er dit jaar weer bij om dit mysterie te ontrafelen en het festival met eigen ogen te ervaren. Friso Veltkamp doet verslag, terwijl Tessa Verstraete de foto’s maakt. Samen proberen zij zoveel mogelijk van de unieke sfeer van Alcatraz te vangen.

Het terrein
Het terrein is compact en knus ingericht, waardoor je je al snel overal thuis voelt. Na een korte wandeling ontdek je dat het terrein grofweg uit drie zones bestaat die functioneel zijn ingedeeld. Bij het eerste gedeelte vind je de podia The Morgue met ernaast de bier- en feestbar El Presidio. Daarachter ligt Helldorado en aan de rechterkant vind je allerlei voedselkraampjes. Loop je verder, dan kom je op het grote terrein met het hoofdpodium: The Prison links en rechts The Swamp. Naast The Swamp is er ruimte gemaakt voor een uitgebreide metalmarket waar je je muziekcollectie of metalmemorabila/prullaria kan aanvullen. Er wordt hier letterlijk van alles verkocht, van dromenvangers tot blackmetalvlaggen en van badeendjes tot lichaamsattributen. Het terrein is bovendien voorzien van diverse lichtsnoeren en fakkels, waardoor het ‘s avonds heel sfeervol verlicht wordt en het af en toe wat weg heeft van een kermistent.
Het eten
Er zijn op het festivalterrein diverse keukens vertegenwoordigd. Zo kun je er curry halen, zijn er Aziatische kipstukken, pizza’s, luxe hamburgers, Belgische aardappelpuree, grillgerechten, wafelkraam, smoothies en Oh. Je kan er uiteraard friet halen en frikandellen in een waanzinnige XL-vorm. Aan keuzemogelijkheden geen gebrek dus. Qua prijzen valt het enigszins mee, maar dat is vooral als je het vergelijkt met Nederlandse festivals. Qua alcoholische drank is er minder keuze: bier en wijn. Bij El Presidio zijn er nog wel wat andere biervarianten te vinden, maar dat houdt niet over. Zeker niet voor een Belgisch festival. Als je niet van alcohol houdt zijn er halveliterblikken Monster Energy in allerlei smaken, die slechts een munt kosten. Een koopje en je weet zeker dat je de uren erna wel doorkomt.
De line-up
Alcatraz is natuurlijk vooral een metalfestival. Dat zie je uiteraard terug in de programmering én in de bezoekers. De gemiddelde leeftijd ligt vrij hoog, wat ook niet zo gek is: veel bands die op dit festival spelen bestaan al decennia. Kijk alleen al naar de headliners: Kreator, Extreme en Machine Head. Dat is enerzijds te prijzen, anderzijds doet het de vraag rijzen of de jonge garde niet wat meer de kans moet krijgen om als headliner de boel te trekken. Op de kleinere podia is het niet anders: Ministry, Obituary, Emperor…
Het geeft aan dat deze oudere bands nog altijd onverminderd populair zijn en dat het festival daarom ook enigszins op veilig speelt. En eerlijk is eerlijk: daarmee lijken ze ook tegemoet te komen aan de bezoekers; die lijken namelijk niet veel anders te wensen. Tussen al het old-schoolgeweld zien we echter ook wat interessante progressieve bands geprogrammeerd, met name in the Morgue waar B R I Q U E V I L L E, Year of No Light en Dvne staan bijvoorbeeld. Je merkt echter wel dat bij veel van hun optredens de tent maar halfvol staat. Wie wat avontuurlijker ingesteld is kan ook terecht in de Helldorado, waar relatief jonge bands al Vola, Heriot, Cabal en Coffin Feeder staan. Dat trekt dan wel meer bekijks.
Snot (Prison Stage)
Ik begin vandaag met een paar nummers van Snot. De band bracht in 1997 de plaat Get Some uit. Een prima release, maar ook niet opzienbarend. Toch kreeg de band veel aandacht toen frontman Lynn Strait een jaar later overleed. Dat leidde tot een tribute album vol eerbetoon en niet afgemaakte nummers, waarop zo’n beetje alle relevante nu-metal artiesten hun bijdrage leverden. Nu is de band toch maar weer gaan touren met een nieuwe zanger die niet alleen klinkt als Lynn; hij ziet er ook zo uit. Alsof hij rechtstreeks van de albumhoes is gestapt. De band start gelijk met prijsnummer Snot, waarbij je je even in 1997 waant. Snot brengt dat behoorlijk energiek. Het publiek heeft ook even een opstartmotor nodig, maar eerlijk is eerlijk, de nummers hebben de tand des tijds ook weer niet heel goed doorstaan. Na een paar nummers houd ik het voor gezien.

Heriot (Helldorado)
Door naar Heriot, een band die wel met beide benen in het nu staat. Zij brachten vorig jaar de uitstekende en gezellig getitelde plaat Devoured By The Mouth Of Hell uit, waarop zij een interessante twist aan metalcore geven, doorspekt met invloeden uit hardcore en sludge. Daarbovenop voegt de band een flinke dosis elektronica toe. Dat is muziek die je live kan overspoelen en overmeesteren en dat doet het vandaag deels ook. De breakdowns knallen er stevig uit, zoals meteen te horen is in openingsnummer Sentenced the Blade. Ook de door sludgefilters getrokken riffs hakken erin. Toch ontstaat er geregeld een wat kaal geluid, en dat is wel opmerkelijk te noemen als je twee gitaristen hebt. Het oogt dus soms wat kaal, terwijl op andere momenten een muur van geluid over je heen walst. Heriot komt het best tot zijn recht als er ingezet wordt op sfeer. Niet zelden worden breakdowns voorzien van dissonante geluiden, zoals in het dreigende Near Vision en Foul Void. Daar weet de band indruk te maken; een bombardement aan geluiden wordt losgelaten en dit wordt gekoppeld aan het neerzetten van een intense, duistere sfeer.
De band heeft er in ieder geval zin in en gaat vooral tussen de breakdowns in hard tekeer. Met name de gitarist lijkt het geen zak uit te maken dat de band nog wat vroeg speelt. Hoe verder we in de set komen, hoe meer hardcore-invloeden in de muziek sluipen, met daarin als hoogtepunt At The Fortress Gate.
Winterfylleth (Swamp)
Winterfylleth worstelt vandaag met het geluid. Eerst staat het te zacht, dan knalt er ineens een onbedoelde sample snoeihard door de muziek heen, en daarna staat de zang veel te hard… Het wil de eerste nummers gewoon niet echt vlotten en dat is jammer, want juist die nummers komen van hun vorig jaar verschenen plaat The Imperious Horizon, een ijzersterke plaat waarop Winterfylleth weliswaar geen nieuwe wegen inslaat, maar hun geluid wel heeft geperfectioneerd. Na meer dan zeven releases weet men namelijk wat werkt en wat niet. Des te opmerkelijker dus dat het Winterfylleth nooit echt gelukt is om dat te vertalen naar een vette livepresentatie. De bandleden ogen vrij statisch, op toetsenist Mark Deeks na; die is tenminste vol enthousiasme aan het meezingen. De rest staat voornamelijk op zijn plek zijn partijen te spelen. Dan helpt het niet als er een technisch probleem ontstaat en To The Edge Of Tyranny opnieuw opgestart moet worden. Maar eerlijk is eerlijk: zodra het verholpen is en de band het juiste geluid heeft gevonden is het wel genieten met de hele sfeervolle gitaarpartijen die de complete Swamp vullen. Het is een indrukwekkende geluidsmuur, die tot een hoogtepunt komt in de wat melancholieke afsluiter Whisper Of The Elements.

Cabal (Helldorado)
Zal ik hem maken, zal ik hem maken? Cabal uit Denemarken maakt vandaag vooral een hoop euh… lawaai. Lompe deathcore om precies te zijn. Buiten breekt de zon voorzichtig door boven de Helldorado, en gek genoeg past dat prima bij de muziek van Cabal. Met een biertje in de hand is het fijn om de grooves van deze formatie over je heen laten komen, om vervolgens murw gebeukt te worden door de talloze breakdowns. Die zijn er genoeg. Het mokert allemaal lomp de tent door, maar wat Cabal nét dat extra agressieve randje geeft is het gebruik van de verschillende zanglijnen. De gitaristen voorzien de nummers van extra punch met hun brulpartijen, die afwisselen met de vocalen van frontman Andreas. Hell Hounds is hier een mooi voorbeeld van, terwijl de single Snake Tongues een prima livevertolking krijgt.
Hoewel Cabal in de basis al opgefokt klinkt, geven naast de zanglijnen ook de samples het geheel nog meer venijn. Die samples lijken overigens vooral bedoeld om Andreas de ruimte te geven om de boel op te jutten, iets waar hij zeer bedreven in is. Hij wil van alles: circle pits, gespring… Er worden ook nog een hoop technobeats over het podium uitgestort. Alleen… Het publiek reageert wat apathisch. Wanneer Andreas aankondigt dat hij een nummer opdraagt aan all the lazy fucks in the back, bedoelt hij dan niet eigenlijk gewoon iedereen?
Dvne (Morgue)
The Morgue is op vrijdag dé tent waar je moet zijn voor wie graag afwijkende bands wil zien. Zo ook Dvne, dat een derde van zijn streams op Spotify te danken heeft aan ons aller Niels. De Frans/Schotse progressieve postmetalformatie heeft inmiddels een paar puike platen uitgebracht, met Voidkind als meest recente wapenfeit. Daar wordt vanavond het merendeel van gespeeld.
Niet dat dat veel wil zeggen; de band speelt in totaal slechts vijf nummers. Dvne doet dan ook niet aan thrashcoregranaten; de nummers halen met gemak de tien-minutengrens. Zoals opener Towers, dat dan weer afkomstig is van Etemen Ænka, een nummer dat techniek en sfeer meesterlijk weet te combineren. Het gebruik van veel licht en rook versterkt die beleving nog eens extra, waardoor je meteen wordt meegezogen in hun wereld.
Het is bovendien een slim gekozen openingsnummer, omdat alles wat Dvne zo goed maakt hierin samenkomt. Zo weet je gelijk of je iets met de band kan of niet. Zelf behoor ik tot de eerste categorie. Toch wil bij mij het kwartje vandaag niet helemaal vallen. Waar dat aan ligt? Lastig te zeggen. Aan de band zelf ligt het in ieder geval niet: zij pelen vakkundig hun nummers, waarbij zowel instrumenten als zang goed overkomen. Vooral in Sì-XIV komt de samenzang prachtig naar voren. Sowieso is dit nummer één van de hoogtepunten op de plaat (Etemen Ænka). Dvne bouwt hun nummers zorgvuldig op: soms mondt dat uit in een climax, soms ook niet. Maar als die komt is het altijd indrukwekkend: Tijdens Abode Of The Perfect Soul beweegt het hele publiek als één grote golf heen en weer, ikzelf inclusief. En toch, toch merk ik dat ik het lastig vind om volledig bij de les te blijven. Ondanks de enorme warmte in de tent slaat de vonk vandaag niet helemaal over.
Dying Fetus (Swamp)
Het antwoord op mijn vorige vraag komt direct bij de set erna. Ik had gewoon even een dosis groovende death metal nodig. No nonsene, gewoon knallen. En wie kan dat beter dan Dying Fetus? Het deathmetalinstituut uit Maryland timmert al 34 jaar onverstoorbaar aan de weg met platen en shows. De band bestaat maar uit drie man, maar die leggen samen wel een enorm solide basis neer. Bassist Sean en gitarist John wisselen elkaar af met hun vocalen, wat de muziek extra dynamiek geeft. De band kan putten uit een enorm omvangrijk oeuvre en het drietal brengt vandaag een hele hoop bangers, waarbij Subject to Beating een eerste hoogtepunt in de set is. Wat klapt die er even lekker in zeg. Subtiliteit is de band sowieso vreemd, wat zich ook vertaalt in albumtitels als Destroy The Opposition, Wrong One To Fuck With en Make Them Beg For Death. Van dat laatste album wordt vandaag enkel Unbridled Fury gespeeld, maar dat blijkt wel gelijk een schot in de roos.
Wat minder indruk maakt is de lichtshow: die is vrij sober, net als de wat statische podium performance. Maar dat hoort natuurlijk ook wel een beetje bij deze muziek. Het betekent niet dat het saai is, integendeel. De set houdt van begin tot eind de aandacht vast. Dat merkt ook de rest van het publiek, want de tent blijft gedurende de set goed gevuld, en wat daarbij opvalt is de grote hoeveelheid vrouwen die de muziek van Dying Fetus dansbaar vinden. En eigenlijk snap ik dat wel: met de strakke ritmiek en grooves valt er prima op te bewegen. Tof om te zien!
De band knalt tien nummers op het publiek af, waarbij er ook nog een nieuw nummer (Into The Cesspool) gespeeld wordt, dat enige indruk maak met een mokerriff halverwege. De band stampt en beukt; het publiek neemt het gretig tot zich, tot aan de afsluiter Praise The Lord (Opium For The Masses) met die teringvette grooveriff die iedereen nog één keer meesleept. Dying Fetus brengt een voorlopig hoogtepunt op Alcatraz.
Year Of No Light (Morgue)
Met zijn zessen! De Fransen van Year Of No Light bestaan vandaag uit twee drummers, drie gitaristen en een bassist. Dat is ook wel zo gezellig op het podium. Maar is zo’n podiumbezetting wel nodig? In het geval van Year Of No Light zou ik durven zeggen: ja! De post rock/metal/drone van de fransozen wordt laag voor laag opgebouwd, waarbij de bandleden regelmatig van instrument wisselen. Percussionist Sebastian lijkt soms wel een basketbalspeler, rennend van zijn drumstel naar zijn synthesizer. Die laatste fungeert haast als een stoeltjesdansvoorwerp: ook de andere bandleden maken er gebruik van.
Zoals gezegd: YONL heeft geduld en vraagt dat ook van het publiek. Thema’s worden langzaam maar zorgvuldig op- en uitgebouwd, zoals op Hiérophante, waarbij soundscapegeluiden gepaard gaan met tegen drone aanliggende riffs. De muziek kan beklemmend werken, maar door de positieve houding van de Fransen krijgt het geheel tegelijk iets romantisch. De band daagt het publiek uit, maar houdt het ook bij de les door net op tijd weer een andere wending aan de muziek te geven. De ene keer zijn dat sfeervolle geluiden, de andere keer dubbel drumspel met mokerslagen. Het geluid vandaag is dan ook echt loepzuiver en vet, wat het epische sluitstuk alleen maar indrukwekkender maakt. Gitarist Shiran neemt nog het woord richting het publiek, maar doet dat in het Frans, dus geen idee wat hij allemaal zwetst. Merci, au revoir!
Thy Catafalque (Morgue)
We blijven even in de Morgue voor Thy Catafalque. Ook deze band heeft zes leden in de gelederen. Of eigenlijk meer, als je de vrouwelijke zangeressen mee telt. Thy Catafalque is het geesteskind van Kátai Tamás, die live de bas voor zijn rekening neemt. De band bestaat al 27 jaar, maar treedt pas sinds een paar jaar live op. Vandaag gebeurt dat met een zooi zangers en zangeressen, waarbij er zowel brute als cleane folky partijen gezongen worden. Twee wulps dansende dames doen ook af en toe hun intrede, alleen hebben zij een soort tic dat ze na elke zangpartij weer het podium afrennen. Waarom niet gewoon blijven staan? Het oogt wat onhandig en inefficiënt.
Muzikaal zit het wel prima in elkaar; elk nummer heeft zijn hooks en dankzij de af en toe galopperende riffs weet de band het publiek makkelijk mee te krijgen. De tent wordt ook steeds voller en al die mensen horen het catchy maar tegelijkertijd cheesy spel op de synths. Het is af en toe een serieuze kwestie van maak, tussen camp en cool, maar vermakelijk is het zeker. Voor een half uur.

Mastodon (Prison)
Het is alweer een tijdje geleden dat ik Mastodon live zag. Inmiddels heeft de band al een tijdje een nieuwe gitarist, Nick Johnston, en reist er ook een toetsenist mee die de muziek van de nodige extra lagen voorziet. De set wordt geopend met het Once More Around The Sun-tweeluik Tread Lightly en The Motherload. Daarmee zit je er meteen goed in: de nummers laten nog altijd de kracht van Mastodon horen. Het is ook de eerste band met serieuze visuals die de muziek ondersteunen. Van draken tot reptielen en kwallen: de beelden sluiten perfect aan bij de progressieve muziek en tillen de sfeer nog een niveau hoger. En dat is het vanavond bij uitstek: een sfeervol optreden. Terwijl de avondzon langzaam plaatsmaakt voor de schemering, lichten de vele fakkels rond het prison podium op. Samen met de visuals geeft dat een heel knus gevoel.
Of het nu door het vertrek van Brent Hinds komt of niet, maar Mastodon straalt weer een hoop plezier en ontspannenheid uit. De band lijkt er écht zin in te hebben. Dat wordt nog versterkt doordat de set een feest der herkenning is. Nieuwere tracks als Ember City gaan hand in hand met een oude banger als Mother Puncher en zo komt bijna van elke plaat wel een nummer voorbij. Hushed & Grim wordt hierbij niet overgeslagen, met Pushing the Tide.
Dit is een perfecte band voor dit tijdstip en voor dit publiek, dat uitgelaten Blood & Thunder meeschreeuwt. Wat een geweld is dit toch live. De band sluit de avond (net als meerdere artiesten dit weekend doen) met een ode en cover van Black Sabbath: Supernaut, met visuals en een zang die Ozzy benadert. Topshow.

Dool (Morgue)
Openen met je beste nummer? Dool doet het gewoon. Het titelnummer van Shape of Fluidity is pontificaal vooraan de setlist geplaatst en dat is eigenlijk helemaal niet zo’n gekke keuze. Het nummer zorgt ervoor dat je direct te horen krijgt waar Dool voor staat én hoe goed Raven kan zingen. De band heeft vanavond vijftig minuten speeltijd en dat lijkt niet helemaal naar de zin van Raven te zijn, die er meerdere keren een opmerking over maakt. Het zorgt er wel voor dat Dool de nummers op anderhalve snelheid speelt. En op zich is dat helemaal niet erg; ook in de versnelling blijven de nummers van grote klasse. Het merendeel van de set komt van de laatste plaat The Shape of Fluidity, waarbij Venus in Flames met een venijnige drive wordt gespeeld. Of misschien is dat ook wel omdat de band die dag al kon oefenen op Tuinfeest in Nirwana. Het vijftal is al zichtbaar opgewarmd. Dat zie je ook: het samenspel en het enthousiasme spat er in elk geval vanaf. Bassist JB gaat vandaag flink tekeer, de gitaristen rennen van links naar rechts over het podium en Raven staat krachtig als het stevige , zelfverzekerde middelpunt van de band.
House Of A Thousand Dreams wordt opgedragen aan iedereen die doet wat de fuck hij of zij wil doen, aldus Raven. Een credo dat perfect past bij Dool zelf. Zo speelt de band als laatste Oweynagat in een uitgeklede, snelle vorm. Het publiek maalt daar niet om en geeft een langdurig applaus.
Kreator (Prison)
Ik zwalk nog wat over het terrein, probeer wat eten uit, en verwonder me over de mooie verlichting van Alcatraz. Soms lijkt het haast op een amusementspark: overal zijn lichtsnoeren met elkaar verbonden, die niet alleen de weg verlichten maar ook extra sfeer geven aan de eettentjes. Her en der zijn er fakkels op het terrein geplaatst, de podia zijn mooi verlicht, met als paradepaardje de Prison, waar bovenop het decor onafgebroken fakkels vlammen. Ik kijk nog een paar nummers Kreator en laad me dan op voor Abbath.

Abbath (Swamp)
Abbath speelt vandaag een Immortal set, om half één s’nachts. Dat werkt wonderwel: het publiek dat nog is gebleven is óf stomdronken of hongerig naar meer muziek. Abbath wordt door de halflege tent dan ook enthousiast begroet en de vuisten gaan veelvuldig de lucht in tijdens nummers als Sons Of Northern Darkness en In My Kingdom Cold, maar ook op later werk als All Shall Fall. Op het podium zien we continu een blauwe gloed. Vermoedelijk is de lichtman in slaap gevallen, want het verandert nauwelijks. Het geluid is wat mager, Abbaths zang verdwijnt regelmatig in de mix. Daarmee wordt de cirkel van matig geluid in de Swamp vandaag in stijl afgesloten.

Omdat zware metalen met zijn tweeën vertegenwoordigd was, was het onmogelijk om elke band te beschrijven of te fotograferen. Tessa nam ook nog foto’s van de volgende bands:

(Katla)



(Frayle)





(W.A.S.P.)

Datum en locatie
8 augustus 2025, Kortrijk, Belgie
Foto's:
Tessa Verstraete (Instagram, Facebook)
Link:


