Enslaved, Wayfarer en Svalbard: hoge kwaliteit in de Cacaofabriek

Enslaved doet vanavond een bezoek aan Helmond, of zoals de band later zou zeggen ‘the city of the Hell’. De band toert nog steeds ter promotie van zijn laatste plaat, het vorig jaar goed ontvangen Heimdal. Tot zover weinig verrassends. Wat echter wel verrassend is, zijn de bands die met Enslaved meekomen: het post-hardcore gezelschap van Svalbard, en de blackmetalcowboys van Wayfarer. Dat levert een gemêleerde, maar bovenal interessante combinatie op. Voor Friso Veltkamp is het een thuiswedstrijd en doet verslag.

Voor de cacaofabriek is de zaal enigszins gevuld. Een hoop mensen hebben de weg naar het culturele centrum van Helmond weten te vinden. Dat is positief; ook deze zaal trekt op een dinsdag voldoende metal liefhebbers. Wat wel jammer is, is dat het balkon open is, waardoor er mensen verspreid over de hele zaal staan. Ik zou voor volgende keer zeggen: gooi dat even dicht, dan is de zaal gelijk vol. Nog een klein puntje van kritiek is dat er munten gehaald moeten worden, terwijl bij voorgaande concerten gewoon met de pin betaald kon worden. Dit is wat onpraktisch, inefficiënt en vooral onnodig.

Wayfarer trapt vanavond af. Het is jammer dat de mannen uit Colorado vanavond slechts een half uurtje krijgen. Daarmee weet je dat je maar een handvol nummers krijgt. De band neemt namelijk zijn tijd voor hun nummers, vooral op de vorig jaar verschenen prachtplaat American Gothic. Dat is een plaat waar de band hun definitieve geluid lijkt te hebben gevonden, waarbij black metal en meer Americana/western muziek tot een vloeiend geheel wordt gesmeed. Mijn persoonlijke plaat van het jaar.


Vanavond trapt de band stipt af om half acht met The Thousand Tomb Of Western Promise. Gelijk blijkt dat er nog een reden is dat het jammer is dat de band maar een half uur speelt: het geluid is namelijk nog niet goed. Alsof het uit een bioscoopzaal aan de overkant van het kanaal komt. Dat is jammer, want het nummer heeft hele mooie accenten die nu niet helemaal uit de verf komen, net als de zang, die wat blikkerig op de achtergrond klinkt. Gelukkig zetten de geluidsmannen dit vrij snel recht, waardoor er bij Reaper On The Oilfields genoeg te genieten valt, ondanks de schoonheidsfoutjes van de band zelf. De zang en gitaar zijn in ieder geval goed op orde, waardoor de ingenieuze loopjes en geschreeuw een stuk overtuigender overkomt, vooral tijdens de wat meer slepende stukken.

De band kwijt zich goed van hun taak en laat met zichtbaar genoegen hun nummers los op het publiek. De band neemt af en toe kort het woord tot het publiek. Als Enslaved je vraagt op tour zeg je geen nee is de verklaring waarom de band genoegen neemt met een openingsslot. Daarna haast de band zich om het beste nummer van de plaat, het prachtig getitelde Enter My House Justified te spelen. Het geluid is dan gewoon goed, waardoor het middenstuk, met de agressieve vocale stukken hard en zuiver door de zaal denderen. De band sluit uiteindelijk af met False Constellation, waarbij de cleane zang ook nog zuiver klinkt. Hopelijk gaat Wayfarer nog een tour als headliner doen, want een half uur is echt te weinig voor de klassemuziek van deze mannen.

Ik begin onderhand zowat de huisschrijver van Svalbard te worden. Dit is de derde keer in een jaar dat ik een live verslag doe van een optreden, naast de review van de laatste plaat, Weight Of The Mask, die vandaag nog maar eens onder de aandacht gebracht wordt. Terecht, want het is een meer dan uitstekende plaat. Wat ik bij Wayfarer zei, geldt ook voor Svalbard. Het geluid is nog beter uitgekristalliseerd, de riffs zijn net wat venijniger, de zang is meer divers en verbeten en de drums zijn nog altijd van hoog niveau.

Het Engelse viertal komt, zoals altijd, weer erg sympathiek over. De band start enigszins verrassend met Disparity, een nummer afkomstig van de plaat One Day All This Will End uit 2015. Zou dit nummer gekozen zijn om het geluid goed te krijgen? Want de rest van de set bestaat overwegend uit materiaal van de laatste platen, zoals het tweede nummer Open Wound. Daar valt gelijk wel wat op: de zang van Serena is overladen met effecten. Dat zal vermoedelijk te maken hebben met haar niet altijd even zuivere zang live (zoals we vorig jaar op Soulcrusher ook konden horen). Maar dit is net iets te veel van het goede. Op plaat valt zoiets natuurlijk goed weg te poetsen en heb je eindeloze pogingen, maar live is het niet overtuigend, en soms zelfs tenenkrommend.

Wat wel overtuigend is: de energie en dan met name die van gitarist Liam, die weer helemaal opgaat in de muziek. En die muziek mag er ook wezen, want de uitvoeringen van Faking It en Eternal Spirits zijn weer fantastisch. Die riffs die daarin zitten blijven na honderd keer luisteren nog altijd fucking vet. Ook fijn dat bij die nummers het geluid ook gewoon in orde is. Dat heeft de band ook wel nodig bij bijvoorbeeld het slepende stuk in How To Swim Down, dat wel een van de hoogtepunten van vandaag is.  Al met al weer een goede show van Svalbard, maar die cleane zang..

Dan is het tijd voor de Noorse grootmeesters van de viking metal: Enslaved. Met een gigantische backdrop en een episch intro beginnen ze vandaag aan hun muzikale reis, die uiteindelijk ruim anderhalf uur zal duren.  De band trapt af onder een compleet blauw verlicht podium, met Kingdom. Enigszins gedurfd, bij dit nummer is het wel zaak dat het geluid goed is, maar het klopt gelijk allemaal. Bas, zang, gitaar en drum zijn perfect in balans.

De band gaat natuurlijk al een tijd mee, dat hoor en vooral zie je ook. Er staat een zelfverzekerd vijftal op het podium die hun nummers in perfectie beheersen. Wat ook opvalt is dat de set een bloemlezing van de laatste platen is en je de evolutie die de band heeft doorgemaakt kan horen in bijvoorbeeld Sequence, een nummer van Uttgard. Die doorhakkende riff en de solo in het midden worden subliem gespeeld, en de rockende ritmes hebben ook een positief effect op het publiek, dat meegezogen wordt in de wereld van Enslaved. De band houdt ook het publiek in zijn greep door interessante nummers op de setlist te plaatsen, zoals bijvoorbeeld Ruun van het gelijknamige album. Bij dit nummer valt vooral op hoe vet die progressieve baslijnen live eruit knallen.

De band speelt al geruime tijd met elkaar, zo vertelt zanger/bassist Grutte dat hij al met gitarist Arve samenspeelt sinds 1990, waarna een puike uitvoering van The Dead Stare wordt ingezet. Het enthousiasme van het publiek wordt ook beloond. Er is best veel interactie tussen (vooral) Grutte en het publiek, waarbij hij nogal altijd als een jonge enthousiaste hond overkomt. Hij vraagt het publiek een nummer aan te kondigen, de handen op elkaar te klappen of in de lucht te steken. Het publiek geeft gewillig gehoor. Er heerst vanavond dan ook een prima sfeer in de cacaofabriek.

De band geeft het bezoek dan ook waar voor hun geld en speelt ruim anderhalf uur, waarbij ook nog het titelnummer van de plaat voorbijkomt. Een nummer dat live ongekend fel is en waarbij met name de agressieve black metal zang in het begin er uitspringt. Het nummer wordt vervolgens fantastisch uitgebouwd, waarna de band onder luid applaus eventjes van podium verdwijnt. Want natuurlijk is er een toegift, waarvan het eerste deel bestaat uit een drum solo. Tijd voor nog een bier dus. Daarna speelt de band nog vette uitvoeringen van Allfǫðr Oðinn en Isa en dan is de koek echt op en kunnen de bezoekers tevreden naar huis, nadat ze ruim drie uur hebben kunnen genieten van drie topbands. Mooi avondje!

Datum en locatie

12 maart 2024, Cacaofabriek, Helmond

Link: