Bij een bandnaam als Wormwood moet ik al snel aan het gelijknamige album van het Zweedse Marduk denken. U toch ook zeker? Deze landgenoten maken ook black metal, maar tappen uit een ander vaatje dan het bikkelharde Marduk. Dit is het type black waarbij lang uitgesponnen melodie centraal staat. Eerder schreef collega redacteur Bart een positieve recensie over debuutplaat Ghostlands: Wounds from a Bleeding Earth uit 2017. Hij noemde het werk van de band een sterke mix tussen ontroerende Finse melodoomdeath en Noorse meloblack en dat zorgt bij mij voor gespitste oren.
Collega redacteur Tafkads recenseerde opvolger Nattarvet en was eveneens onder de indruk van met name de melodieën die de de troosteloosheid, de pijn, de woede en radeloosheid voortbrachten. Collega redacteur Joris Meeuwissen plaatste wel een behoorlijk kritische kanttekening bij de voorganger uit 2021. Arkivet was volgens hem gestoeld op te lange uitgesponnen riffs die in de basis gewoonweg saai waren. Nu ben ik als aangewezen redacteur uiteraard benieuwd of het vierde studioalbum van de Zweden met de titel The Star mij wel kan beroeren? Gaan de heren terug naar de eerder beschreven aansprekende mix met hopelijk voldoende interessante nuances of moet ik iets karakterloos verwachten?
Laat ik voorop stellen dat de albumhoes in ieder geval aansprekender is in vergelijking met die van Arkivet, iets waar mijn collega zich al eerder ook over uitsprak. In de hoop dat dit dan ook een indicatie is voor interessante muziek slinger ik de plaat eens aan. Stjarnfall opent in ieder geval met wat – haast kerkelijke – orgeltoetsen om er dan al snel een betoverende lead over te draperen. De drums begeleiden de song plechtstatig en naar verwachting klinkt deze opener – die ruim acht-en-een-halve minuut duurt – lang uitgesponnen. De drietal (!) vocalen zorgen voor een ruime afwisseling en houden het midden tussen een schreeuw en een grunt. De overgangen en het karakter geven mij eerder het melodoom/deathgevoel dan pure melodische black, iets wat ook al eerder werd benoemd. De kloppende en strakke blastbeats geven het nummer dan wel weer de nodige pit, waardoor het allerminst aanvoelt als een generieke luisterervaring. En als er na een rustig contemplatief moment ruimte is voor wat begeesterende vrouwelijke gezangen ben ik voor nu toch wel overstag.
A Distant Glow gaat wat meer up-tempo van start, maar beweegt zich een ogenblik daarna al weer snel in de dromerige regionen. Het op- en afschakelen is dan ook begonnen, waarbij de band met interessante loopjes, drumroffels en een heuse break de aandacht weet te behouden. Zoals eerder gezegd heeft het niet altijd even veel met pure black te maken, maar het stoort mij geenszins als er eens een cleane (zang)passage voorbij komt. Het geeft het geheel nèt even die fijne melodoomvariatie die ook op de debuutplaat naar voren kwam. Liminal is een tikkeltje bruusker, met grommende en dreigende vocale lijnen. Een epische inslag is de band ook niet vreemd, wanneer de gitaren wat meer de hoogte in gaan en een hoofdrol opeisen. En wat dacht u van een gesproken passage, alvorens de Zweden er weer op los beuken? Het komt allemaal mooi en vrij langgerekt voorbij. Het zwartaardige sprookje gaat verder met Galactic Blood, wanneer nu eens het toetsenwerk wat meer aan de oppervlakte komt. De ritmesectie dreint en draait in hetzelfde tempo verder, waardoor er ruimte ontstaat voor de vocalen en zagende riffs. En dan opeens, zo net tegen de tweede minuut, slaat de vlam in de pan in de vorm van een kort blastbeat-moment. Dit had wat mij betreft wat langer mogen duren, hier is de band overduidelijk niet opportunistisch genoeg en draait hij wat te vlug weer naar de melodische kant van het spectrum. Wees gerust, want de blasts keren – zij het in een wat tragere variant – weer terug.
Thousand Doorless Rooms is dan weer een typisch melodoomnummer met wat blackvocalen. Althans, zo lijkt dat wanneer het nummer op een dergelijke wijze aanvangt. De strakke en razendsnelle blasts maken daar al snel korte metten mee, al blijft de melodie wel over de gehele linie intact. Helaas gaat de compositie zelf net iets teveel kabbelen, waardoor de aandacht bij mij dan ook dreigt te verslappen. De band heeft dan ook de neiging om net even te vrijblijvend te musiceren. Met Suffer Existence weet de band het tij niet meer te keren, ondanks een felle blastpartij en de aansprekende vocalen. De gitaren blijven hier veel te lang in hetzelfde stramien hangen. Een kritiek punt dat ook naar voren kwam in de recensie van Arkivet. De band gaat toch dapper verder en zoekt dan de afwisseling met een wat serenere passage, waarna het beginthema weer naar voren komt. De mooie zuivere gezangen – die we al vaker hebben gehoord – zorgen dan nog wel voor de nodige epiek en beroering. Het afsluitende – en ruim tien minuten durende (!) – Ro begint werkelijk schitterend met ongelofelijk ontroerende zuivere gezangen. De verscheidenheid en samenklank van deze vocalen is zeer geslaagd, de haren staan dan ook gedurende de eerste minuten steevast recht op mijn armen. Na een drietal minuten keert de band dan weer terug naar zijn meloblackgeluid en weet de band nog stijlvol te variëren met een niet al te flitsende, doch fijnmazige gitaarsolo. Wat mij betreft is dit afsluitende nummer zowaar het beste van dit zeven-en-veertig minuten durende The Star.
Samenvattend heeft Wormwood met The Star een fijne plaat uitgebracht, die meer tegen het melodoom/blackgenre aanzit dan tegen pure melodische black metal. Hier zijn dan ook gegarandeerd liefhebbers voor. In die zin is de muziek van deze band dan ook meer geschikt voor de metalheads die graag naar lang uitgesponnen melodieën willen luisteren. Is het altijd even goed uitgedacht of origineel van aard? Neen, dat zeker niet. Bevat de plaat voldoende variatie en uitzonderlijke momenten om de aandacht vast te houden? Ja, dat zeker wel, met name op vocaal gebied, zoals u in deze recensie heeft kunnen lezen.
Score:
84/100
Label:
Black Lodge Records, 2024
Tracklisting:
- Stjarnfall
- A Distant Glow
- Liminal
- Galactic Blood
- Thousand Doorless Rooms
- Suffer Existence
- Ro
Line-up:
- Nine – Vocalen
- Tobias Rydsheim – Gitaren, toetsen, vocalen
- Jerry Engström – Gitaren
- Oskar Tornborg – Bas, vocalen
- Tatu Kerttula – Drums
Links: