Sólstafir – Hin Helga Kvöl

De Ijslandse saga van Sólstafir krijgt dit jaar een vervolg met Hin Helga Kvöl. Doorheen de jaren was ik deze band wat uit het oog verloren, maar ik herinner me wel de hoogdagen van de band op Zware Metalen, waarbij de band een sterke impact had op de jaarlijsten met platen als Köld (2009) en Svartir Sandar (2011), dat ik zelf nog van een review had voorzien. De stijl van deze Ijslanders was altijd wel authentiek, maar het waren vooral de diepgaande atmosferen en gitaarlagen die destijds mijn interesse naar boven brachten.

De voorbije jaren zakte Sólstafir verder weg in de jaarlijsten. Berdreyminn (2017) stond nog op plaats 11, maar de vorige plaat Endless Twilight of Codependent Love (2020) zakte dieper weg. Van die twee platen moet ik toegeven dat het ook de nummers van de eerstgenoemde zijn die me vooral bijbleven, wat niet wegneemt dat de plaat van 2020 een typische en knappe Sólstafir-release betrof.

Ik val al maar meteen met de deur in huis bij de bespreking van Hin Helga Kvöl: dit is een album dat toch wel wat afwijkt van de geijkte formule van deze Ijslanders. Pas vanaf de achtste luisterbeurt begonnen de stukjes in elkaar te vallen van het allegaartje dat in eerste instantie alle kanten wist op te gaan. Dat lijkt nochtans anders bij het begin van de plaat, want Hún andar bezit toch echt wel die atmosferische gelaagdheid en diepgang die typisch Sólstafir is; je weet al perfect hoe de opbouw zal verlopen en dat de band zich met een dromerige melodie de diepte in zal banen. Een heerlijke start die meteen een glimlach op je gezicht tovert, dit is ook de stijl die het best blijft passen bij de vocalen van Tryggvason als je het mij vraagt.

Wie de clip van Hin helga kvöl al bekeek, wist al dat je ook een ander geluid kon verwachten op deze nieuwe plaat. Sólstafir duikt stevig de blackmetalhoek in met beukende drumpartijen en repetitieve powerchords. Het voelt erg aan als een nummer van Wolves In The Throne Room als je het mij vraagt. Naar het einde van de track word je daarnaast zelfs getrakteerd op gitaar- en drumpartijen die eerder naar Slayer neigen. Om aan te tonen dat het geen bevlieging is, klinkt ook Nú mun ljósið deyja behoorlijk black en boos, maar uiteraard in mindere mate dan Hin helga kvöl. Misschien heeft het wat met de thematiek van de plaat te maken, maar ik had nooit gedacht dat ik een dergelijke alinea zou schrijven over deze band anno 2024.

Dit staat wat haaks op lang uitgesponnen atmosferische nummers zoals Sálumessa, waarbij Sólstafir voortkabbelt als een rustig beekje en Tryggvason zich van zijn emotionelere kant laat horen (al klinkt die man eigenlijk gewoon altijd emotioneel). Het duurt me echter te lang voor er in dit nummer echt wat opbouw komt en die opbouw bestaat enkel uit het ietwat zweverige einde van de track. Een experimentele kalmere track als afsluiter Kuml (forspil, sálmur, kveðja) komt door de koude atmosfeer en de contrasterende sexy blazers veel beter uit de verf wat dat betreft. Ook de pianopartijen maken van Freygátan een genietbaar rustmoment, dat vanaf het midden ook een zekere stevigheid meekrijgt.

Gelukkig zijn er naast de openingstrack nog andere meer typische Sólstafir-tracks te vinden in de vorm van het knappe Vor ás (fijne rock ‘n’ rollvibes ook) en Grýla (met misschien wel de mooiste uitbarsting van dit album aan het einde). Ik vermoed dat de band live wat van die Blakkrakki gaat maken, maar de track komt bij mij echt niet binnen. Misschien heeft het te maken met details in de zang, met het refrein of met de repetitieve grooves die wat te droog blijven naar mijn gevoel.

Een zware bevalling, maar ik had niet anders verwacht bij een nieuwe telg van Sólstafir. Je kan in elk geval stellen dat dit de meest diverse plaat is die de Ijslanders ooit gepresenteerd hebben, maar dat betekent nog niet meteen dat het allemaal blijft hangen. Ik ben trouwens heel benieuwd naar de nummers die Sólstafir zal kiezen om live te brengen, want na vele luisterbeurten krijg ik dat typische Sólstafir-gevoel toch maar bij enkele van de tracks. Misschien vraagt dat nog meer luisterbeurten, misschien wordt het wachten op Godot, maar voorlopig geen kans om deel uit te maken van de jaarlijst voor mij.

Score:

70/100

Label:

Century Media Records, 2024

Tracklisting:

  1. Hún andar
  2. Hin helga kvöl
  3. Blakkrakki
  4. Sálumessa
  5. Vor ás
  6. Freygátan
  7. Grýla
  8. Nú mun ljósið deyja
  9. Kuml (forspil, sálmur, kveðja)

Line-up:

  • Aðalbjörn Tryggvason – Gitaar, zang
  • Svavar Austmann – Bas
  • Sæþór Maríus Sæþórsson – Gitaar
  • Hallgrímur Jón Hallgrímsson – Drum, zang

Links: