De laatste zondag van september, de maand waarin de zomer afscheid neemt en de herfst zich aankondigt. dB’s in Utrecht mag dan nog volop in aanbouw zijn, in de concertzaal van de muzikale broedplaats staan drie bands om de perfecte soundtrack te leveren voor de wisseling van de seizoenen: Woe Unto Me (funeral doom uit oorspronkelijk Belarus, maar nu opererend vanuit Polen), Marche Funèbre (doom/death uit Mechelen) en Officium Triste (atmospherische doom/death uit Rotterdam). Remco Faasen en Esther van ’t Lam waren present om mee te dromen: de eerste schreef op wat hij zag, de tweede deed dat met de camera.
Rood en zwart zijn de huiskleuren van Woe Unto Me. Alle muzikanten zijn in een donkerrood overhemd gestoken, zanger Konstantin Kolesnikov is als enige in het zwart. Hij is sinds vorig jaar verantwoordelijk voor de cleane zangpartijen binnen de band, gitarist Artem Serdyuk bedient zich van donkere grunts, zij het sporadisch. Bij het tweede nummer blijkt Kolesnikov ook opeen een grunt in huis te hebben die hij wat mij betreft vaker in mag zetten maar dat komt ook omdat doom metal met cleane zang sowieso niet mijn ding is.
De muziek van dit oorspronkelijk uit Belarus afkomstige gezelschap is bepaald niet van het type ‘lange halen snel thuis’. Het is uitgesponnen, traag en langzaam met maar heel af en toe een tempoversnelling. Traag als twee slakken die schildpaddensoep hebben gegeten. Funeral doom als meest gebruikte omschrijving. Woe Unto Me weet de aandacht echter wel goed vast te houden, mede ook door geen stiltes in de pauzes tussen de nummers te laten vallen. Verder zijn er dus de zanger en gitarist Serdyuk die voor de uitschieters zorgen, de laatste met enkele pakkende melodielijnen. Al met al een leuke kennismaking met deze mannen, maar bij voorbaat is al duidelijk dat ze niet de beste band van de avond gaan zijn.
Want alleen al na Woe Unto Me komt Marche Funèbre: band der geweldenaren uit Mechelen. Meest recente boreling After the Storm is een fijne plaat, maar jezuschristusopeenslee: wat is het album daarvoor, Einderlicht, een waar meesterwerk. Het nummer When All Is Said van die plaat komt nog steeds binnen als een mokerslag.
De komst van Marche Funèbre in dB’s betekent ook dat we de funeral doom achter ons laten en het allemaal iets pittiger wordt. En iets meer pakkend, eerlijk is eerlijk. Opener In a Haze is gelijk de opener van het nieuwe album en dat wordt netjes gevolgd door de tweede track van de plaat: Palace of Broken Dreams, waarbij de kalme, cleane zang van Arne Vandenhoeck zo fraai overgaat in grunts. Bij het wat oudere Lullaby of Insanity kunnen we intussen constateren dat er weliswaar nog veel moet gebeuren aan dB’s maar dat het geluid in de concertzaal nu al perfect is. Om door een ringetje te halen: de volle bandsound van Marche Funèbre komt er helemaal tot zijn recht.
Het is sowieso al een genot deze band te mogen aanschouwen. Drummer Dennis Lefebvre, bassist Boris Iolis en slaggitarist Kurt Blommé leggen een heerlijk solide basis waardoor leadgitarist Fré de Schepper kan excelleren. En dan levert Iolis ook nog een vocale bijdrage bij de partijen van Vandenhoeck: het maakt het geheel tot een indrukwekkend melancholisch totaalpakket dat het optreden met After the Storm en later nog Einderlicht helemaal afmaakt. Ik had er heel wat voor over gehad om When All Is Said live te mogen aanschouwen maar ik kan prima leven met hetgeen de heren vandaag aan begrafenismarsen brengen. En de titeltrack van de vorige plaat zorgt sowieso voor een spetterend slotakkoord zonder dat daarbij de melancholie uit het oog wordt verloren uiteraard. Eindeloosheid, hier kom ik/Moeder aarde, jou verlaat ik/Eeuwigheid, hier ben ik/Einderlicht, omarm mij… godverdomme kippenvel!
Uiteraard weet ook Officium Trise wel raad met een portie treurigheid en laat dat met Walk in Shadows van het prachtige nieuwste wapenfeit Hortus Venenum gelijk horen. World in Flames komt van het geweldige vorige album The Death of Gaia en voelt als een warme deken in het toch wel wat frisse dB’s. Vadertje Tijd lijkt geen vat te krijgen op de stembanden van voorman Pim Blankenstein, wiens strot alleen maar meer en meer begint te lijken op een herfstbok op een regenachtige herfstavond.
Behind Closed Doors komt weer van het nieuwe album en is live nog indrukwekkender dan op plaat te noemen: wát een zalige droefenis. Morose is een fijne toevoeging aan het oeuvre van de band dat in 2022 een eigen cd-tje kreeg dankzij Brutal Insanity Records. Blankenstein introduceert het als ‘een nummer over de korter wordende dagen tegen het einde van het jaar en de strijd die mensen daar soms mee voeren’.
Een persoonlijk hoogtepunt van deze avond is bij voorbaat al Anna’s Woe: het nummer over de vermeende heks Anna Jansdochter Muggen, die in 1608 ter dood werd veroordeeld in de geboortestad van zanger Blankenstein: Gorinchem. Het fantastische drumwerk van Niels Jordaan valt nu nog meer op (dit is echt een geweldige drummer overigens), het droevige karakter van het nummer komt live nóg beter tot uiting. My Charcoal Heart is al jaren vaste prik op de setlist en is even een tikkeltje lichtvoetiger moment in de set. Muzikaal dan, niet tekstueel. Bij het heerlijke Like a Flower in the Desert nodigt Blankenstein ons uit om te bewegen en daar wordt volop op gereageerd: als houten klazen op het eindfeest van de middelbare school draaien we in het rond. We sluiten vervolgens goedgemutst af met Forcefield. Goedgemutst voor Officium Triste-begrippen dan, want al in de eerste regel gromt Blankenstein: ‘Disappointed by the people surrounding me’. Maar daar kan vandaag geen sprake van zijn want het was weer eens fenomenaal wat Officium Triste liet horen en zien.
Datum en locatie
29 september 2024, dB's, Utrecht
Foto's:
Esther ‘t Lam (Facebook, Instagram)
Link: