Soulcrusher Zaterdag – Zealenknijpers en duistere sferen

De Nijmeegse slooptweedaagse staat weer voor de deur. En net als de vierdaagse wandeltegenhanger is er één ding zeker: het wordt afzien. Maar dan in de goede zin van het woord. Zonder al te veel concessies is er dit jaar weer een interessante line-up samengesteld, met zowel verrassende als minder verrassende namen. Maar bovenal geldt; Soulcrusher staat altijd garant voor goed geluid, toffe shows en een fijne ambiance. Dat is dit jaar niet anders. Friso Veltkamp doet verslag en Ruth Mampuys schiet de foto’s.

Totaal vertiefd, na een nacht met weinig slaap, keer ik terug naar de slooptempel van Doornroosje voor een nieuwe dag Soulcrusher. Een blik op het programma van vandaag zegt mij dat het weer een interessante en slopende dag gaat worden. Ook is er wel enige ruimte om op adem te komen; een aantal acts laat ik schieten om op adem te komen, bij te praten of op te laden voor een volgende band. Dat blijkt vandaag af en toe wel nodig. Omdat ik ouderwets vertraging met de trein heb mis ik Deathless Void, ook omdat er een rij staat bij de koffiebar, en die koffie vind ik wel noodzakelijk. Ruth skipt de koffie en neemt wel wat foto’s.

Met een koffie in de hand start ik de muziekdag vandaag rustig op met Norna. Een optreden waar ik persoonlijk wel naar uitgekeken heb, vooral omdat zanger Thomas Liljedah in het verleden enkele zeer puike platen met Breach heeft gemaakt. Waar die band vooral richting meer post-hardcore en metal ging, is Norna van een ander laken een pak. Norna is namelijk hard. Keihard. De band start na een intrigerend intro met hun bulldozer-doom en stopt daar pas veertig minuten later mee.

Norna bestaat slechts uit drie man, een drummer en twee gitaristen, maar die trekken een onvoorstelbare geluidsmuur op. En die muur bestaat vooral uit dreunende repetitieve mokerriffs met geen tot weinig melodie. Je zou het bijna een soort statement kunnen noemen wat Norna doet. Heel soms doemt er wat melodie op, al dan niet door wat Oosterse accenten, maar in de regel is het gewoon keihard doorgaan. Dat doet zanger Thomas ook: die blijft namelijk maar doorgaan met zijn geschreeuw.

Dat alles wordt ook nogal overtuigend gebracht. Gitarist Christophe kapt regelmatig voorover op de doffe drumslagen. Het oogt bruut, maar dat hoort ook wel bij deze band. Op de achtergrond klinken er ook nog eens allerlei geluiden door, die de boel nog meer een verontrustend effect geven. Intrigerend is het ergens wel, maar het is helaas ook wat eenvormig allemaal.

Ik laat Lana Del Rabies schieten, om nog een koffie te scoren en wat bij de merchstands te kijken, waar weer veel interessants te vinden is. Naast de bandmerch staat Marald van Haasteren er ook met zijn kunstwerken en heeft Burning World Records een stand, mocht je bij de band niets van je gading vinden. Al met al genoeg om de collectie goed aan te vullen. Ruth zorgde in ieder geval wel nog voor wat beeldmateriaal van het optreden.

Ik ben wel op tijd bij Morne, de sludgeband onder aanvoering van opperhork Milosz Gassan. Een paar maanden geleden zag ik de band in De Pul in Uden een vrij sobere show weggeven. Vandaag op het grote podium komt de band duidelijk meer tot zijn recht. Met fraaie blauwe lichten en visuals is het podium in ieder geval sfeervol ingericht en deze visuele ondersteuning sluit ook aan bij de tribale ritmes waarmee de band de set aftrapt. In het eerste, voortstuwende nummer van de set gebeurt niet noemenswaardig veel, maar de opener is duidelijk vooral bedoeld om het publiek warm te laten draaien voor de rest van de set, waarin de band veel meer van zijn kunnen laat zien.  Zoals in het tweede nummer, waarbij bijna swingende sludgeriffs de hoofdmoot bepalen, om vervolgens vooral de troefkaart van de band uit te spelen: herhaling. Zowel in de riffs als in de zang. Morne houdt van deze herhalingen en past dat soms wat minder geslaagd, maar soms ook heel goed toe. Wat dat betreft is het hoogtepunt van de set Wretched Empire, met zijn agressieve vocalen die maar door blijven gaan op de gespeelde riffs. Dat resulteert in een hele vette uitvoering van dit opnummer. Dat het geluid bij Morne sterk is, versterkt die indruk alleen maar.

De band heeft een nieuwe bassist en dat zie je vooral terug in de podiumprestatie van de beste man. Hij staat er het hele optreden wat verloren en onwennig bij, alsof hij nog niet weet dat hij deel uit maakt van de band, of een prijsvraag in een willekeurig scoutingtijdschrift heeft gewonnen, met als prijs hier op de planken te mogen staan. Met het geluid is echter niets mis, behalve dan wanneer de solo’s gespeeld worden. Deze klinken net iets te schel, maar geven wel meer dynamiek aan het spel van deze Amerikanen.

Het laatste nummer slaat de band wat betreft heraling echter te ver door. Het laatste stuk duurt zo lang, dat de zaal langzaam leegloopt (of wil iedereen Nyrst zo graag zien?). Dat is jammer, want dat verdient Morne ook weer niet. Prima set.

In het begin is er geen doorkomen aan bij Nyrst. De IJslandse blackmetalband lijkt populair, of het is dat het publiek hongerig is voor black metal, zoveel is er vandaag immers niet te beleven in dit genre.

Nyrst staat er wel, en doet dat vol overtuiging. In de presentatie, in de muziek en in de zang. Vooral dat laatste is een troef van Nyrst: zanger Snæbjörn combineert zowel brullende vocalen met folkloristische zang, wat in het openingsnummer Völd bijzonder goed tot zijn recht komt. Deze folkloristische elementen zijn naast de zang ook terug te vinden in de muziek. Topsnelheiden haalt Nyrst dan ook niet; er wordt regelmatig teruggeschakeld in tempo, om meer ruimte te bieden aan de melodieuze stukken. Die zijn er genoeg, en ze zijn vaak indrukwekkend. Sundra Skal Salu is zo’n voorbeeld en het vormt een hoogtepunt in de set van Nyrst vandaag. Het nummer begint rustig met getokkel, maar bouwt al snel op tot epische proporties, in zowel zang als riffs.

Helemaal moeiteloos gaat dit ook weer niet, want het geheel wordt niet altijd even strak gebracht, al hoeft dat van mij bij deze muziek ook niet. De combinatie van riffs, majesteuze zangpartijen en felle drums maken als geheel wel indruk en roepen af en toe ook wel een melancholisch gevoel op.

Ondanks de melodieuze kant blijft Nyrst in esssentie wel een rauwe en ongepolijste band, en het voorziet de nummers geregeld van snijdende, ijskoude riffs. Enige smet is dat het gitaargeluid niet helemaal optimaal is; af en toe worden de gitaren in het geluid wat weggedrukt. Dat is wel eens jammer, mar toch blijven ook dan songs als Eilift Eldhaf wel overeind.  Uiteindelijk sluit de band af met het verschroeiende Orsök en hebben we vijftig minuten prima Ijslandse black metal voor de kiezen gehad.

Dan een nieuwe vreemde eend in de bijt: Coilguns. Dit gezelschap uit Zwitserland maakt een combinatie tussen noise rock met hardcore, en doet dat, zoals het genre betaamd, heel intens. De band bestaat uit vier leden, maar weet een gigantische muur van geluid neer te zetten, waarin er ook wat stijlvreemde accenten opduiken. Zoals de twaalfsnarige gitaar en de synthesizer, die bespeeld wordt door bassist Kevin.

In de kern is Coilguns een adhd-core band, maar wel een die zijn muziek heel serieus neemt, dat blijkt ook wel uit het tweede deel van de set, waarin ineens langere, uitgesponnen stukken worden gespeeld en waarbij Louis ook nog even de gitaar ter hand neemt. De lichtshow past zich dan ook aan aan de muziek en het geheel oogt en klinkt ineens verrassend sfeervol.

Maar voordat we daar belanden, zijn er een hele zooi aan fragmentatiebommen op ons afgevuurd, en  dat alles voor een enorme backdrop en een waanzinnig energieke zanger die iedereen bij de les probeert te houden met zijn geschreeuw. Een arme drommel in het publiek is dat echter niet, en rucksichtslos word zijn telefoon uit zijn hand geplukt en op de versterker gelegd. Opletten dus.

Wat je hoort zijn korte puntige nummers vol tempowisselingen en ritmes, en dat alles op een punsknelheid gespeeld. Het doet bij vlagen denken aan een opgevoerde At The Drive In, ook vanwege de gelijkenis van Louis met Cedric. Ze delen dezelfde manier van bewegen en hebben dezelfde kapper.

Voor de rest is dit een aardig intermezzo tussen het metalgeweld van vandaag, maar mij weet het niet helemaal te overtuigen. Het is goed dat zo’n band er staat, dat wordt nog eens benadrukt als Louis nog even, zoals het een goede hardcore band betaamd, wat over fascisme roept. Daar vinden Coilguns en ik elkaar wel.

Na Coilguns besluit ik nog een kijkje te nemen bij het merchgedeelte, wat platen van Ulcerate en Nyrst te kopen en daarna te gaan eten. Dit keer wordt het een wokgerecht, waarbij de complete eet-ervaring vol wordt geluld door ons aller hoofdredacteur Pim die een hele redevoeringrede afsteekt over , volgens hem, mijn grootste miskoop van het jaar: Nyrst. Bij de volgende zware metalen borrel zal ik de discografie van deze band als achtergrond omlijsting aanvragen.

Afijn; Soulcrusher is naast de goede muziek ook een gezellig en knus festival Dat komt door de mensen, de bekenden die je daar tegenkomt, maar zeer ook door de locatie. Als er ergens een festival in een concertzaal gehouden moet worden, dan is Doornroosje hiervoor echt de ideale plek. Met d iverse zitjes, zowel boven als beneden in het café, verschillende doorgangen met wenteltrappen en twee puike zalen met uitmuntend geluid. Ondanks dat het evenement uitverkocht is, is er continu genoeg ruimte om vrij te bewegen en om de bands goed te kunnen zien. Al zal dat later deze avond bij Zeal & Ardor wat krapper.

Maar eerst krijgen we dan nog een aantal interessante bands. Dvne bijvoorbeeld. Deze Schotse post-metal band heeft de laatste jaren naam gemaakt met enkele uitstekende platen, waarvan Voidkind het laatste wapenfeit is. O die plaat heeft de band hun nummers meer compacter gemaakt, en het epische geluid nog net wat verder heeft geperfectioneerd. Voor mij is het een van de beste platen die dit jaar verschenen is.

Jammer is dan dat in het begin het geluid van de drums nog veel te hard staat, waardoor het geluid van de andere instrumenten wat verzuipt. Het is een euvel dat dit weekend vaker terughoorden. Wel indrukwekkend is hoe de band vanavond tekeergaat, of het te maken heeft dat het de laatste show van de tour is of niet, maar Dvne is op dreef vanavond. Moeiteloos houdt de band de aandacht van het publiek vast. Wat dat betreft is het een tikkeltje opmerkelijk dat deze band in de kleine zaal staat; die is eigenlijk te klein voor een band van het kaliber Dvne.

Nummers kunnen live tot leven komen en een compleet andere dynamiek krijgen, en dat is precies wat er vanavond gebeurd bij Dvne. De riffs, de breaks, het gebrul, het is allemaal intenser dan op plaat. Met de nadruk op hun laatste plaat wordt er het een na het andere imposante nummer de zaal in geslingerd. Dit leidt tot een sterke interactie tussen  het publiek en de vijf Schotten, die zichtbaar opgaan in hun muziek en daarbij ook op een soepele en brute manier bewegen, met name bassist Dudley valt daarbij op. Maar goed, wat loop ik nu te zeveren over de moves als we beter de muziek kunnen beoordelen.

Hoogtepunten zijn er genoeg, zoals de fucking vette mokerrif in Eleonora, of de mooi gezongen catchy stukken in prijsnummer Pleroma. Dvne rijgt de hoogtepunten aan elkaar vanavond. Gitarist Daniel Barter heeft aan het eind van de show nog wat technische problemen, maar als die zijn opgelost, knalt de band nog een keer voluit met de krachtige afsluiter Sarmatae. Beste show van het weekend

Gelijk maar door naar Ulcerate. De deathmetalband uit Nieuw-Zeeland is een wat verontrustend collectief. Althans, op plaat. De band weet ziekelijke sferen neer te zetten, een gevoel van onbehagen op te roepen en koppelt dat aan een absurd niveau van technisch vakmanschap,. Wat dat betreft is het onlangs verschenen, gezellig getitelde Cutting The Throat Of God wel exemplarisch te noemen: het geeft heel mooi weer waar de band voor staat.

Live is dat niet anders. Zodra de eerste klanken de zaal in rollen, grijpt de band je vast, terwijl je dat misschien helemaal niet zo fijn vindt. Want Ulcerate is niet om je een troostend woord of luisterend oor te bieden, Ulcerate eist je volledige aandacht op. Haak je af, dan rot je maar op. De band daagt de luisteraars uit, vooral omdat de songstructuren en ritmes totaal afwijken van wat gangbaar is. Ik denk dat die drummer niet eens weet wat een vierkwartsmaat is. Wat hij wel weet is een imposant drumstel op te bouwen, Allemachtig, ik heb tijgertanks gezien die verbleken bij het geweld wat hier is gebouwd.

Vanaf de eerste noten van To Flow Through Ashen Hearts ligt het mes op tafel en weet de band met zijn repetitieve riffs en loops ook een hypnotiserend effect te creëren. Het is geen muziek voor in een bloemenwinkel of om confetti op te strooien. Regelmatig worden er heel duistere sferen gecreëerd aan de hand van dissonante gitaarpartijen en dreigend drumwerk. Daarbovenop wordt er grimmig geschreeuwd. Laag op laag bouwt de band elk nummer op tot een vermorzelend monster. Het arme Soulcrusher-publiek heeft het na twee zware dagen maar te ondergaan en laat nummers als The Dawn is Hollow en Dissolved Orders over zich heenkomen.

Het is veel en indrukwekkend tegelijkertijd en het past daarbij perfect bij het gedachtegoed van dit festival. Ulcerate zal voor sommigen te veel zijn geweest, terwijl anderen nog lang zullen nagenieten van deze intense ervaring.

Bij Zeal & Ardor lijkt het drukker dan bij andere bands. Het lijkt er ook op dat er mensen speciaal voor deze band zijn binnengekomen. De band trekt naast metalfans ook meer mainstream publiek. Dit sluit aan bij het geluid van hun onlangs verschenen plaat Greif, waarop de band is afgestapt van de formule waarin soulmuziek werd vermengd met black metal. Op Greif klinkt Zeal & Ardor namelijk opvallend toegankelijk, zonder het bandgeluid uit het oog te verliezen. Vooral zanger Manuel is erg op dreef. Het is natuurlijk ook zijn project, maar hij lijkt de touwtjes langzaam iets te laten vieren en de overige bandleden er meer bij te betrekken.

Deze band bestaat uit zes man, waarbij ze naast de klassieke drum-bas-gitaar-zang bezetting ook twee achtergrondzangers hebben meegenomen. Zeal & Ardor trapt meteen sterk af met het intro van de nieuwe plaat (The Bird, The Lion and te Wildkin) om daarna met Wake of A Nation het optreden op gang te brengen. Dat nummer is niet bij iedereen bekend, maar dat is Götterdämmerung wel. Dit krijgt zo’n enorme reactie; ik zie mensen hartstochtelijk meeschreeuwen met de teksten. Daar leent dit nummer zich ook voor. Ik vind het ook vet om te zien hoe één van de achtergrondzangers zijn monnikskap eraf danst, wild bewegend op het bijna machinale ritme van dit nummer.

De setlist is bijzonder goed opgebouwd vandaag; de negentien (!) nummers zijn een mooie bloemlezing van de vier platen die Manuel tot dusver uitbracht. Daarbij wordt ook flink veel van de nieuwe plaat gespeeld, waaronder ook de wat meer toegankelijke songs Sugarcoat en Kilonova. Hoewel deze nummers prima zijn, komt de band veel beter tot zijn recht tijdens de hardere nummers. Death To The Holy is wat dat betreft een uitschieter, evenals Feed The Machine.

De presentatie van de band is goed, Manuel varieert live met zijn stem, daarbij gebruikmakend van zijn twee microfoons en kleurt de nummers af en toe iets anders in qua zanglijnen. Bovendien oogt hij uitermate sympathiek en beschikt over humor als hij aangeeft dat hij niet zo goed is in praten en daarom maar verder gaat met boze muziek spelen. Daar valt wat voor te zeggen, al is de muziek van Zeal & Ardor natuurlijk lang niet zo boos als andere bands op dit festival. Dat zorgt er wel voor dat deze editie met enige luchtigheid wordt afgesloten.


Het was weer een geslaagde editie. De uitschieters waren dit jaar iets minder, het was vooral veel van constante kwaliteit. Het weglaten van een derde podium was ook geen gemis, dit festival zit zo ook wel aan zijn maximale capaciteit. Soulcrusher heeft met deze editie opnieuw bewezen een relevant festival te zijn voor liefhebbers van de zware metalen.

Datum en locatie

20 oktober 2024, Doornroosje, Nijmegen

Foto's:

Ruth Mampuys (Ruth-Less Photography website en Facebook)

Link: