Funeral – Gospel Of Bones

De funeraldoompioneers verschijnen drie jaar nadat Praesentialis in Aeternum uitkwam weer ten tonele. Bandleider en drummer Anders Eek heeft ditmaal wederom gekozen voor een nieuwe bandbezetting om de nieuweling Gospel Of Bones te realiseren. Het heerschap heeft niet stilgezeten, want het is wederom een lang album geworden – zij het iets bescheidener in vergelijk met zijn voorganger – namelijk 67 minuten. In goede traditie is het roer weer enkele malen omgegooid, waardoor de nieuwe kolos best lastig te vergelijken is met de voorgaande werken.

Eerder schreven we op Zware Metalen al recensies over As the Light does the Shadow, To Mourn is a Virtue, Oratorium en het eerder genoemde Praesentialis in Aeternum. Stuk voor stuk platen met een geheel eigen karakter en bijpassende insteek. Gemeenschappelijke deler in de discografie van de band is uiteraard het Funeral-gehalte. In mijn recensie over die voorlaatste plaat schreef ik al iets over de historie van één van de grondleggers van het genre. Funeral is en blijft een eigenzinnige band vol verrassingen. Zo heeft het gezelschap nu besloten om alle geprogrammeerde orkestratie op de plaat live in te spelen. Zo horen we de viool – waaronder het traditionele Noorse snaarinstrument de ‘harding fiddle’ – als één van de belangrijkste invloeden in de muziek terug. Een andere belangrijke wijziging in de gelederen is het aantrekken van de vocalist E. Krokłord, een bariton opera zanger met ruime ervaring vanuit het Norwegian Opera Choir. Sinds 2022 neemt hij de plaats in van de vorige vocalist Sindre Nedland (In Vain), met als gevolg dat er geen enkele grunt meer op het nieuwste album te horen is.

Nu zou ik kunnen zeggen: ‘wees niet getreurd’, maar dat is ook een beetje raar, wanneer ik een funeraldoomalbum ga bespreken. En het feit dat Gospel Of Bones een tekstuele verhandeling is over de tragedies in het leven van Anders Eek maakt het er ook niet veel beter op. Duisternis, misère, pijn en verlies vormen dan tezamen dit Gospel Of Bones. Naast de huidige bandbezetting horen we ook nog de volgende gastmusici: Øyvind Rauset (viool), Espen Ingierd, Michael Gira (vocalen) en Kjetil Selvik (viool, orgel) terug. Zo en dan is het nu, na deze uiteenzetting, eens tijd om het over de muziek zelf te hebben!

 
Dat E. Krokłord gespecialiseerd is in het werk van Richard Wagner geloof ik na een eerste luisterbeurt direct. Wat een warme, diepe, maar vooral majestueuze stem heeft deze man! Het geeft de plaat tezamen met de eerdere genoemde invloeden een bepaalde balans tussen (neo-)klassiek, folk en funeral doom. Zoals verwacht is het een volstrekt ander album geworden met veel ruimte voor dik aangezette gitaarriffs, solo’s en climaxerend vioolspel. De eerste nummers blijven over vrijwel de gehele linie, die rustige, sombere funeral-cadans houden, maar vanaf These Rusty Nails steekt de band toch een stuk steviger van wal.

Het schitterende openingsnummer Too Young To Die zet de toon al onmiddellijk voor dit album. Naast de eerder genoemde bariton horen we ook iets later een aansprekende niet al te hoge vrouwelijke vocaal. Het geheel komt in meerdere zanglijnen en lagen naar boven drijven. Het instrumentarium is hier eerder sierlijk, dan echt grof aangezet, waardoor met name de zang de hoofdrol opeist. Dat blijft bij het tweede nummer Yestertear ook nog wel het geval, al horen we de dreunende bas en riffs steeds fermer aan de deur kloppen. Wat bovenal vast staat is het immense gevoel voor tragiek, majestueusiteit en sierlijkheid. Dit alles op meer klassieke wijze gebracht. Het gitaarwerk zorgt ervoor dat er ook wat metal doorheen sijpelt. De band daalt verder af in de zelf gecreëerde afgrond met Procession of Misery. Een stevig dreunend en wat dralend begin is hier de opmaat voor een ingetogen lead met de daarvoor en daarachter geplaatste vocale zanglijnen. In bijna tien minuten stuurt het gezelschap u het bos in om zo vele ouder- en nieuwerwetse facetten te etaleren. Hierbij maken de gitaristen en de ritmesectie gebruik van smaakvolle wendingen en tempowisselingen. Dat gezegd hebbende, snelle muziek gaat u ook op deze plaat niet horen. Akoestisch gitaarwerk en een hoop emotionele toestanden wel degelijk. En dat is voor de liefhebbers van uitgesponnen muziek prachtig.

Tja, zoals eerder gezegd gaan de Noren er met These Rusty Nails van door. Na een korte, betoverde fase komt er een bijzonder aanstekelijke en hypnotiserende riff naar boven die nog dagen lang in het hoofd zal rondzwerven. De sfeerzetting is nu niet enkel wonderschoon meer, maar ook wat macaber, mede door de teksten die handelen over de dood. Er zit veel detail en gelaagdheid in de muziek verweven, waaronder bijvoorbeeld zware kerkbellen (of toch een gong?), weelderige vioolerupties en continu wisselende gitaarklanken. De vocalen maken het hier ook weer helemaal af, al kan ik er niet onderuit om het virtuoze gitaarwerk gedurende de laatste twee minuten te benoemen, waaronder ook weer die fantastische ‘openingsriff’. Heel erg gaaf gedaan! Ailo’s Lullaby is een door Kjetil Selvik geschreven instrumentaal nummer op harding fiddle en orgel. Luister het gerust zonder dat u in slaapt valt, want het breekt mooi even dit album in tweeën.


My Own Grave zet de ruigere kant van deze begrafenismusici opnieuw in de verf. De klassieke toets komt ruimschoots nog naar boven, maar we horen nu toch echt meer pit en metal terug in deze compositie. Ik zou het nummer willen omschrijven als een dynamische treurmis, want ik heb er eigenlijk geen andere woorden voor. To Break All Hearts Of Men is duidelijk voorzien van een gastbijdrage op zang. Het is daarnaast ook een stemmig, wat dissonant nummer, fraai pompend en melancholiek tegelijkertijd. Bijzonder macaber ook, door de vioolklanken en de neerslachtige, wanhopige sfeer. Het nummer is zowaar iets meer op tempo dan gebruikelijk. Tevens ontwaar ik een bijzondere gelijkenis met het werk van My Dying Bride, wat een wanhopig stuk ellende komt hier naar boven. Wanneer E. Krokłord met zijn bariton invalt – in de Noorse taal – is het slikken of stikken geblazen. Dit is misschien wel één van de sterkste nummers ooit door Funeral geschreven.

Når Kisten Senkes (Wanneer de doodskist wordt neergelaten) is een slepende, doch klassieke kolos met gezangen in de Noorse taal. En nu ook weer behoorlijk dynamisch qua insteek met allerlei duister strijk- en zangwerk. Er komt een gestoorde gitaarsolo aan te pas en de gelaagde samenzang zorgt ervoor dat u zich daadwerkelijk in een geweldig stuk opera waant. Fijnproevers van het genre – maar meer specifiek nog deze band – worden op hun wenken bediend met name door de enorme hoeveelheid vertragende, tragische fases die Funeral laat horen. Three Dead Men is als afsluitend nummer hoogstwaarschijnlijk een ode aan de musici die de band in het verleden is ontvallen. Een sterk, maar ook kwetsbaar nummer, waarin het verdriet goed terug te horen is.

De funeral-adepten met een voorliefde voor klassieke muziek kunnen dit Gospel Of Bones zonder enige twijfel aanschaffen en al helemaal wanneer u de band Funeral al jaren volgt. Bent u meer van de funeraldoom of de deathdoom voorzien van diepe grunts? Dan is het wellicht verstandig om eerst eens te luisteren. Zelf heb ik de grunts geen moment gemist, maar ik luister dan ook graag naar een scala aan diverse vocalen. Ik zou het nieuwste werk ook willen typeren als een echt ‘groei-album’, het vereist toch wel een heel aantal luisterbeurten vooraleer alles op zijn plaats valt. En dan nog is het misschien niet ‘metal’ genoeg om eenieder te bekoren. Het zijn immers geen hevige headbangsessies, maar wel wonderschone luistermuziek op funerale wijze. Onder de streep waardeer ik dit werk wel iets hoger dan zijn voorganger, wellicht juist door die klassieke invloeden en bijzondere insteek. Evengoed is het een op zichzelf staand album, zeer lastig te vergelijken met alles wat Funeral sinds 1993 heeft uitgebracht. Wat dat betreft voldoen de Noren nu ook weer ruimschoots aan de hooggespannen verwachtingen.

Score:

89/100

Label:

Seasons Of Mist, 2024

Tracklisting:

1. Too Young To Die
2. Yestertear
3. Procession of Misery
4. These Rusty Nails
5. Ailo’s Lullaby
6. My Own Grave
7. To Break All Hearts Of Men
8. Når Kisten Senkes
9. Three Dead Men

Line-up:

  • Anders Eek – Drums
  • Eirik Krokłord – Vocalen
  • Ingvild Johannesen – Viool
  • Rune Gandrud – Basgitaar
  • Stian Kråbøl – Gitaren
  • Morten Søbyskogen – Gitaren

Links: