Franckensteina Strataemontanus, het zesde album van de meesters van de horrorsprookjesmetal Carach Angren, had al lang beschikbaar moeten zijn op elk denkbaar formaat. Maar ja: corona. 26 juni gaat het dan eindelijk gebeuren. Lang geleden, toen de wereld nog gewoon draaide en vlak voordat een killer line-up uit voor het gevoel vervlogen tijden Doornroosje in Nijmegen onveilig maakte, kreeg Zware Metalen de plaat alvast te horen. Een vooruitblik op een veelbelovend kunstwerkje.
Het verhaal van Johann Konrad Dippel
Franckensteina Strataemontanus vertelt het verhaal van Johann Konrad Dippel (1673 – 1734): een Duitse chemicus en theoloog die vanwege zijn publicaties op dat laatste vakgebied regelmatig moest verhuizen. Dippel pleitte voor het ontbinden van de traditionele kerk ten faveure van een meer persoonlijke versie van het geloof en wees de Bijbel af als het Woord van God. Niet zo vreemd dus dat de man zeven jaar de gevangenis van binnen heeft gezien wegens ketterij.
Burcht Frankenstein
Konrad Dippel werd geboren op Burcht Frankenstein nabij Darmstadt en het was daar waar hij experimenten als alchemist uitvoerde. Zo brouwde Dippel zijn eigen levenselixer van dierlijke botten (Dippels Tieröl) dat eeuwen later in de Tweede Wereldoorlog is gebruikt in het kader van chemische oorlogsvoering, werkte hij met nitroglycerine (wat de burcht volgens de overlevering een toren kostte) en zou hij anatomie beoefenen. De geruchten gaan dat hij poogde de ziel met behulp van een trechter van het ene kadaver in het andere te brengen, maar dat is nooit bewezen. Ook is niet bewezen dat Dippel moest vluchten voor een woedende menigte die verhaal kwam halen toen ze van zijn experimenten hoorden. Wel is er door een plaatselijke notabele ooit de beschuldiging uitgesproken dat Doppel aan grafroof deed.
Met zo’n geschiedenis is de link met de legendarische roman Frankenstein; or, The Modern Promotheus van de Engelse schrijfster Mary Shelley snel gelegd, maar hard bewijs dat Johann Konrad Dippel dé inspiratie was voor dokter Viktor Frankenstein, is er niet.
Burcht Frankenstein
Het concept van Carach Angren
In de draai die Carach Angren aan het levensverhaal van Konrad Dippel heeft gegeven, bestaat er echter geen enkele twijfel: dit is de man die in een kasteel vlakbij Darmstadt de doden tot leven wil wekken en een levenselixer brouwt. Op het eerste deel van het album wordt het verhaal van Dippel vanuit verschillende perspectieven vertelt, daarna verplaatsen we ons via de Tweede Wereldoorlog (waar Dippels Tieröl dus een rol speelt) naar de moderne tijd waar een necrofiele seriemoordenaar zijn inspiratie haalt uit het werk van de beruchte chemicus en zoekt naar eeuwig leven door het bloed van zijn slachtoffers te drinken.
De inspiratie voor het album
De inspiratie voor het nieuwe Carach Angren-album komt van toetsenist Ardek die verhaalt over een nachtmerrie die hij ruim twee jaar geleden had. Hierin werd hij begeleid door pianostukken in een Victoriaanse slaapkamer naar het schilderij van een man gelokt. Wakker geschrokken tekende Ardek het portret van de man na en probeerde de stukken die hij zojuist had gehoord terug te halen op zijn piano.
Maanden later, bij het brainstormen over het nieuwe album, werd het boek van Mary Shelly geopperd als inspiratiebron. Enthousiast geworden over het onderwerp dook Ardek in het leven van de geportretteerde wetenschapper en kwam al snel uit bij de vermeende inspiratiebron voor het verhaal: Johann Konrad Dippel. Zijn beeltenis bleek volledig overeen te komen met de tekening die Ardek maanden eerder na een zweterige nacht op papier had gezet…
De cover van de eerste uitgave van het eerste deel van Frankenstein; or, The Modern Promotheus van Mary Shelly uit 1818
Franckensteina Strataemontanus
Track 1: Here in German Woodland (1:35)
De verteller introduceert met overdreven vriendelijke stem het verhaal, maar de sinistere muziek op de achtergrond geeft de ware aard van wat ons te wachten staat weg.
Track 2: Scourged Ghoul Undead (5:38)
Het intro gaat direct over in de tweede track, die wordt gekenmerkt door het gortdroge drumwerk van Namtar, die de band inmiddels heeft verlaten, waarbij Seregor met zijn inmiddels bekende snauwgrunt van zich laat horen. Het bombastische toetsenwerk van Ardek (fuck less is more!) zorgt voor het kenmerkende Carach Angren-geluid. Halverwege steekt Seregor een heerlijke riff in waardoor stilzitten geen optie is. Scourged Ghoul Undead sterft langzaam uit.
Track 3: Franckensteina Strataemontanus (3:03)
De korte titeltrack heeft een bijna dance-achtig intro, maar daarna gaat de beuk erin en gromt Seregor kwaadaardiger dan ooit. Uiteraard beleeft hij veel plezier aan het uitschreeuwen van de rap over de tong rollende naam van het nummer.
Track 4: The Necromancer (4:06)
The Necromancer borduurt voort op de vorige track en heeft een verdomd lekker ritme. Het orkestrale en rauwe zangdeel van de band komen hier perfect samen. Stevig op de maat marcheren we onze ondergang tegemoet. Liefhebbers van Carach Angren moeten dit nummer maar uit het hoofd gaan leren, want de komende jaren zal dit niet van de setlist van de band af te slaan zijn.
Track 5: Sewn for Solitude (3:51)
Vanaf de start zet de viool van vaste inhuurkracht Nikos Mavridis de toon. Verderop in het nummer is er een fraai duet tussen de verteller en Seregor. Ardek gaat werkelijk los op zijn instrument.
Track 6: Operation Compass (6:00)
Opeens zitten we in augustus 1940 met een typisch Engelse stem die op de radio citeert uit een Brits oorlogsdocument. Seregor neemt nu zelf de rol van verteller op zich en dat zorgt voor een minder heftig maar niet minder intens nummer.
Brengt bijna thrashy gitaargeweld en ontpopt zich als een sinister klinkend oorklevertje met een geniepig gruntende Seregor.
Misschien wel hét pareltje op dit album met Carach Angren op zijn best. Voortstuwende drums, toetspartijen die eventjes voor rustpunten zorgen zodat het muzikale geweld dat daarna weer losbarst extra hard binnenkomt en de vocalen van een steeds nijdiger wordende Seregor. En dan opeens een tempoversnelling om je kop van je romp te headbangen. De Duitstalige, door Dippel geïnspireerde seriemoordenar komt ook nog aan het woord. Als u de volgende keer over de Autobahn langs Nürnberg raast, weet ik al wat u uitschreeuwt.
Carach Angren speelt verder met enerzijds snelheid en bruutheid en anderzijds de orkestrale pracht. Skull with a Forked Tongue is opzwepend, vol, maar met hoorbare details. Gordijnen dicht, licht uit, dit nummer op de speakers en weg is de buitenwereld.
Track 10: Like a Conscious Parasite I Roam (8:17)
Het langste nummer van de plaat is de afsluiter en de band neemt de tijd om het verhaal af te ronden, waardoor vooral Ardek zich nog eens laat gelden. Het experiment waar de hoofdpersoon in het nummer zich aan waagt mislukt en dat weer Seregor meesterlijk te verwerken met vocaal geweeklaag. Het zorgt ervoor dat Franckensteina Strataemontanus wegsterft én beklijft.
Track 11: Frederick’s Experiments (bonus) (2:49)
Het bonusnummer brengt nog één keer samen wat deze band te bieden heeft. De mannen laten alle remmen nog even los en dat zorgt voor fraai drumwerk, prachtige orkestrale stukken, woedende zang met dito gitaarwerk en galmende vocalen op de achtergrond.
De laatste (?) foto met de drie oprichters van Carach Angren: Ardek, Seregor en Namtar (vlnr)
De toelichting
Na afloop van de luistersessie legt Seregor uit dat Franckensteina Strataemontanus geen absoluut lineair verhaal vertelt, maar er meer een mix is van een lineair verhaal met nummers rondom het thema Konrad Dippel: “Dat deden we op de vorige plaat ook al. geeft ons meer vrijheid.” “Bijvoorbeeld om een nummer te maken als Der Vampir von Nürnberg“, vult Ardek aan. Dat past ook bij de ambitie van de band om meer weg te komen van het traditionele blackmetalplaatje, aldus de toetsenist. “Black metal blijft de oorsprong van onze muziek, maar we willen wel een andere richting op. We proberen niet in de stijl van Marduk of Mayhem te blijven, maar gewoon goede muziek te maken. Of dat dan nog wel onder de noemer black metal valt, maakt ons eigenlijk niet zo heel veel uit.”
Seregor: “We zijn wel degelijk true, maar dan wel aan onze eigen muziek. Natuurlijk is er een hele duidelijke blackmetallink met de agressie, de donkere muziek en de corpsepaint, maar we gaan gewoon onze eigen gang.” Ardek: “Ik ben zelf niet zo’n fan van symfonische black metal en naar mijn idee maken we dat ook niet. We proberen daar in ieder geval van weg te blijven. Misschien dat er daardoor iets meer industrial invloeden op het album zijn gekomen, dat past ook bij het thema van de plaat.”
Misschien dat het daardoor niet zo vreemd is dat de opnamens plaatsvonden onder leiding van Robert Carranza, vooral bekend van zijn werk voor Marilyn Manson. Ardek: “Een paar jaar terug luisterde ik The Pale Emperor en de sound van dat album bleef me bij. Ik heb daarop Robert benaderd met de vraag of hij ook met ons wilde werken en dat was wel een risico want eigenlijk doet hij geen metal. Maar het paste allemaal prima en leverde een heel open geluid op.” Seregor: “Het zorgt ervoor dat deze plaat op elk afluisterapparaat goed klinkt, zelfs op een shitty telefoon.”
Links: