Sinds jaar en dag, als de herfst zijn intrede heeft gedaan, is er Soulcrusher in Nijmegen. Het festival profileert zich al jaren als één van de festivals met een consistent interessante line up, waarbij intensiteit toch wel het kernwoord is. Dat is dit jaar niet anders. Uit maar liefst vijftien verschillende landen verzamelen bands op het snijvlak van black, sludge, doom en post-metal zich hier. Ook is er dit jaar een extra podium toegevoegd, in de vorm van de zogeheten “Black Stage”. Het levert een interessante en vooral intense twee dagen op, waarbij het niveau van het gebodene uitzonderlijk hoog ligt. Friso Veltkamp neemt de woorden voor zijn rekening.
Lees ook ons verslag van Soulcrusher Vrijdag: De kracht van intensiteit.
Vandaag is er ook een nieuw podium geopend: de Black Stage. Of podium… het is gewoon in het grand café, aan de overkant van de bar. Op dit podium zijn vooral kunstzinnige non-metal acts geprogrammeerd, een viertal in totaal. Zo treedt de celliste Helen Money er op, evenals de artistieke hiphop-act Norn. Ook de Spaanse singer/songwriter Lys Morke en het bekendere Mütterlein sluit de dag. Het werkt af en toe verfrissend, om weg van het geweld wat andere acts te zien, al dan niet op de trap of aan een tafel zittend.
Ik begin de tweede dag met het Nederlandse GGGOLDDD. Op Roadburn heb ik de band gemist, dus een mooie kans dat in te halen. De show opent met dissonante tonen, waarbij Milena Eva sierlijk danst en een buitengewoon goed gevoel voor timing laat zien, zowel qua zang als beweging. De muziek is sfeervol en kent een goed geluid, met name de percussie en de synths zijn kraakhelder, wat de mix van post-punk, elektronica en metal ook verdient. De band speelt bedreven, waarbij de charismatische Milena altijd de blikvanger is.
Tussen de nummers door zou je een speld kunnen horen vallen. Het publiek blijft geboeid kijken naar de voorstelling van de band. Want dat is wat je het wel kunt noemen: een voorstelling. Na elk nummer doven de lichten, als ware weer een act uit een voorstelling is afgesloten. De bandleden bewegen af en toe mechanisch mee op de ritmes, of blijven stokstijf staan, zoals de percussionist op Spring. Een nummer dat buitengewoon sfeervol wordt neergezet, mede dankzij drone- en synthgeluiden. De band heeft net deze week een nieuwe EP uitgebracht, getiteld PTSD. Alle nummers die op deze EP staan worden vandaag gespeeld, waarbij vooral It’s Over en de PTSD-versie van Old Habits indruk maken.
Voordat het laatste nummer wordt aangekondigd vertelt Milena dat dit nummer gaat over haar persoonlijke ervaringen met seksueel geweld, een buitengewoon bewonderingswaardige en moedige actie. Het nummer dat volgt laat Milena alleen zien, terwijl ze door een stemvervormer over deze ervaring zingt. Het levert een bijzonder moment op in een weekend vol intense metal.
Ik ben niet erg bekend met Plebaian Grandstand. In de gang weet hoofdredacteur Pim mij in allerijl te vertellen dat het “vette shit” is. Nogal ruim dus, maar toch maar even checken. Dat bleken meer mensen te doen. Er is in eerste instantie geen doorkomen aan. Gelukkig voor mij speelt de band met een enorm kutgeluid hun chaotische vreemde black metal. Velen weten niet goed wat ze hier mee aan moeten en is er snel plek om het van dichterbij te gaan aanschouwen en tot de conclusie te komen dat het nog altijd een kutgeluid is en dat ik hier he-le-maal niets mee kan. Toch blijf ik even kijken. Ook omdat de geluidsbrij ergens wel fascinerend is.
De band weet een zieke sfeer te creëren, door de vele dissonante gitaarpartijen en het tergende gekrijs van zang. Dat het podium compleet helrood belicht wordt draagt ook niet echt bij aan een urgent gevoel om confetti en slingers rond te gaan gooien. Na een half uur houd ik het voor gezien.
Het Engelse Svalbard heeft zich de laatste jaren ontpopt als een buitengewoon sympathiek orkestje. Vandaag mogen de Britten op het grote podium staan, iets waar de band heel dankbaar voor zijn. Die dankbaarheid oogt oprecht. De band begint enthousiast met Open Wound. Iets te enthousiast wellicht, want de zang is niet helemaal zuiver. Dat zal bij de clean gezongen stukken overigens niet beter worden.
Dat maakt in principe niet zoveel uit, want de band is sowieso beter als het zijn energieke post-hardcore nummers speelt. Daar heeft Svalbard ER overigens weer een negental van ingeblikt. De nieuwe plaat The Weight of The Mask is deze week verschenen. Stilistisch niet anders dan de vorige plaat, maar net wat beter gefinetuned. Het lijkt erop dat de band steeds meer zijn definitieve geluid heeft gevonden, getuige nieuwe nummers als Faking It en Lights Out, die vandaag voor het eerst live ten gehore worden gebracht. De kracht van deze nummers ligt vooral in de combinatie van energieke uptempo stukken en bijna crust-achtige gitaarlijnen. Live doen deze nummers het in ieder geval erg goed.
Hoogtepunt is echter Click Bait, met die meesterlijke melodielijn die een paar keer opdoemt in het nummer. Het publiek reageert hier laaiend enthousiast op, wat weer een opzwepend effect heeft op de band. Hier gebeurd wel iets bijzonders. Tekstueel gaat de nieuwe plaat over depressies en dode muzikanten. Dat laatste onderwerp wordt aangesneden in Eternal Spirits, een nummer met vette passages en een toffe climax, en weer onzuivere zang, waardoor de cirkel van dit optreden wel rond is.
Het Zwitserse Rorcal heeft een standje en dat is standje go fuck yourself. Met een ongelooflijk intense set scheppen de heren een de perfecte achtergrondmuziek voor als je een gezellig avondje iemand met een kapotte klauwhamer in het gezicht wilt rossen. Of als je een draagmuur wilt slopen met je blote klauwen. Hier ligt niet h alleen het mes op tafel, maar een compleet Zwilling messenblok. Want de tering, wat is deze set intens. Met een combinatie van black, sludge en doom metal houdt Rorcal het publiek in hun greep, of jagen zij het weg. Een middenweg is er niet.
Zanger Yonni kun je zien als de personificatie van dit alles. Schuimbekkend, krijsend al dan niet op de vloer vallend, ploegt hij zich een weg door de set heen. Lood- en loodzware riffs domineren de show. Rustpunten? Vergeet het maar. Zelfs tussen de nummers door jaagt Rorcal allerlei drones en elektronica door de speakers. De meters slaan continu diep in het rood, gelijk aan de belichting op het podium. Het voelt alsof je naar een catharsis kijkt. De songtitels zijn ook al niet bestemd voor kinderfeestjes: Childhood Is A Knife In The Throat en Hope Is A Cancer laten elke vorm van vreugde uiteenspatten tegen de muur van drums en geluid. Veertig minuten beukt de band de complete zaal aan gort en na het wegsterven van de laatste geluiden krijgen we nog wel een kushandje van Yonnie. Dat voelt als een pleister op een afgerukte ledemaat. Degenen die het helemaal hebben uitgezeten verlaten dan ook wat verbouwereerd de zaal.
Na de uitputtingsslag van Rorcal voelt de diepzeeduikdoom van Ahab als een warme, eh, oceaan. Ahab is niet direct een band die ik thuis vaak opzet. Begin dit jaar kocht ik The Coral Tombs en ik moet eerlijke bekennen dat ik deze plaat niet de aandacht heb gegeven die het wellicht verdient. Na een aantal luisterbeurten belandde deze in de kast. Live komen de nummers van Ahab echter heel goed tot leven. Er wordt afgetrapt met het van The Coral Tombs afkomstige Mobilis in Mobili, waarbij meteen opvalt dat het geluid erg goed is. Het komt over als een grote golf die langzaam naar je toe komt rollen. Zo klinken de riffs ook, trouwens.
Er worden heel langzaam variaties op een thema worden gespeeld en de band neemt hiervoor de tijd. Soms iets te veel tijd. Want als er iets gebeurd is het publiek gelijk weer bij de les, zoals in Like Red Foam, dat heel goed wordt gespeeld en waarbij de cleane zangpartij ook erg overtuigend wordt gebracht door zanger Daniel. In combinatie met de zware riffs klink het alsof het een berusting is, dat het naderende einde oké is. De band rolt langzaam zijn nummers uit en hoe verder de set vordert, hoe meer het publiek mee wordt gezogen in de draaikolk van riffs en zang. Af en toe wordt het publiek wel wakker geschud, zoals bij Antartica the Polymorphess, dat na een rustig middengedeelte nog flink uitpakt aan het eind.
Visueel is het ook erg rustig en fraai. Niet zelden is het podium compleet blauw of donkergroen belicht. Het lijkt hierdoor, zeker gezien de thematische inhoud van de songs in gedachten, net alsof de band tussen het koraal of in de krochten van de zee aan het spelen is. Ahab bewaard het beste voor het eind. The Hunt is een goed gekozen afsluiter omdat die iedereen weer bij de les trekt. Als na de break de monsterriff wordt gespeeld zie je de complete zaal als een hypnotiserende golf heen en weer bewegen. Een bijzonder moment.
Na Ahab besluit ik wat te gaan eten en vervolgens een bezoekje te brengen aan de merchandise stand. Een handvol platen rijker besluit ik nog een paar nummers van Múr mee te pakken. De IJslandse band combineert post rock met metal en shoegaze en doet dat met een hoop enthousiasme. Er zit veel pit in de nummers, mede door de ijzingwekkende zang en brulpartijen. Het zorgt ervoor dat er na wat verstilde momenten zo ineens en enorme geluidsmuur wordt opgetrokken. De band heeft meerdere gitaristen en een keytarist, waar ze ook nuttig gebruik van maken, de gitaarlijnen kronkelen om elkaar heen, er gebeurt best veel en dat houdt de aandacht ook wel vast. Een verrassend intermezzo.
Dan wellicht de band die het langst meegaat. Enslaved kan putten uit een ontzettend omvangrijk oeuvre van zestien (!) platen. Zie daar maar eens een bloemlezing in een setlist van een uur van te maken. Hoewel de heren al sinds 1991 meegaan, spelen ze vanavond alleen nummers die geschreven na de eeuwwisseling. Drie daarvan zijn afkomstig van de dit jaar verschenen plaat Heimdal, waarmee Enslaved nog altijd bewijst relevant te zijn.
Vanavond hebben de heren er zin in. Vooral zanger/bassist Grutle is continu bezig het publiek op te jutten. Dat heeft zeker effect bij het tweede nummer Homebound, waarbij hij hartstochtelijk aan het meezingen is en het publiek dat langzaam ook overneemt. Dat enthousiasme verdwijnt gedurende de set ook niet meer. Grutle blijft bezig het publiek mee te krijgen, al dan niet met Nederlandse woorden die hij geleerd heeft, waarvan ‘godverdomme’ toch favoriet blijkt te zijn.
De band is natuurlijk al lang niet meer de blackmetalband die in het de begindagen was. In de loop van de tijd zijn er allerlei invloeden in de muziek geslopen, van folk tot psychedelische elementen. Dat laatste hoor je ook in het, van Below The Lights-album afkomstige The Dead Stare, waarbij er ruimte is voor goed gespeelde solo’s en orgelklanken.
Enslaved is natuurlijk een ervaren band en dat stralen de mannen ook uit. Bovendien zitten er echt wel parels tussen al die nummers die de afgelopen jaren zijn geschreven. Havenless is een van die nummers en gelijk een van de tofste momenten van de show vanwege de fucking vette riff die in dat nummer voorbijkomt. Enslaved weet vandaag de aandacht van het publiek vast te houden, getuige de massale opkomst van mensen die ook gedurende het optreden ook blijven kijken, tot aan de laatste noten van Allfǫðr Oðinn
Helaas moet ik tegen het eind van Enslaved wegens omstandigheden weg en maak ik Iskandr, Cult of Luna en LLNN niet meer mee. Ik heb echter wel genoten van twee dagen Soulcrusher, waarbij het niveau van de bands erg hoog lag. Het was een geslaagde editie, waarbij er veel te beleven viel in het knusse Doornroosje. Breekbare verstilde momenten, snoeiharde riffs, een hoop gebrul en gekrijs, maar bovenal: een hoop eerlijke en intense muziek. En dat is waar Soulcrusher ook voor staat. Pluim voor de organisatie vanwege het vlekkeloze verloop van dit festival. Nauwelijks rijen, bands die op tijd starten en eindigen en een hele logische indeling. Volgend jaar weer!
Lees ook ons verslag van Soulcrusher Vrijdag: De kracht van intensiteit.
Datum en locatie
14 oktober 2023, Doornroosje, Nijmegen
Link: