Sinds jaar en dag, als de herfst zijn intrede heeft gedaan, is er Soulcrusher in Nijmegen. Het festival profileert zich al jaren als één van de festivals met een consistent interessante line up, waarbij intensiteit toch wel het kernwoord is. Dat is dit jaar niet anders. Uit maar liefst vijftien verschillende landen verzamelen bands op het snijvlak van black, sludge, doom en post-metal zich hier. Ook is er dit jaar een extra podium toegevoegd, in de vorm van de zogeheten “Black Stage”. Het levert een interessante en vooral intense twee dagen op, waarbij het niveau van het gebodene uitzonderlijk hoog ligt. Friso Veltkamp neemt de woorden voor zijn rekening, Ruth Mampuys de plaatjes.
Lees ook ons verslag van Soulcrusher Zaterdag: Het mes op tafel.
Het festival zelf is vrij overzichtelijk. In tegenstelling tot een gelijkgestemd festival als Roadburn vindt alles hier plaats op één locatie, namelijk in Doornroosje. Er zijn twee zalen om uit te kiezen: de Red Stage, waar de wat grotere namen in de grote zaal spelen, en de Purple Stage voor de wat kleinere namen. Op zaterdag komt er dan nog een derde podium bij: de Black Stage, waar genrevreemde, maar gelijkgestemde acts staan.
De rijen zijn dit jaar nauwelijks aanwezig. Doordat alle bars open zijn is er zelden een rij te bespeuren als je iets wilt bestellen. Het loopt ook allemaal soepel door, zelfs als het op zaterdag uitverkocht raakt. Als het wat drukker wordt gaat het balkon ook open, zodat je altijd wel een goede plek kan vinden. De merchandise-stands bevinden zich boven, waardoor je geen drukte in de gangen hebt. Je kunt de merch van diverse bands bekijken met een zorgvuldig gekozen speciaal biertje, verkrijgbaar aan een speciaal ingerichte bar in dezelfde ruimte. Allemaal prima geregeld dus.
Het is herfst en dus waaien de bladeren van de bomen. Die bladeren waaien dan op de treinrails en dus maakt NS er weer een ongelooflijke teringzooi van. Treinen vallen uit, gaan defect, stopbussen worden ingezet, de welbekende herfstdrill van onze treinvervoerder. Ik weet echter op tijd binnen te geraken bij Silverburn.
Het drietal uit Wales trapt gemeen af met hoekige ritmes die enige complexiteit bevatten. De dissonante riffs, de cavemanbrul van James Isaac en de breakdowns zorgen voor een wat naargeestige sfeer. Hier wordt gelijk de toon gezet. De band is een solo project van zanger James Isaac, die je misschien kent van zijn vorige bands Taint en het onvolprezen Hark. Silverburn klinkt een stuk venijniger dan die bands. Hij heeft vandaag twee maten meegenomen om zijn laatste plaat Self Induced Transcendental Annihilation te promoten. Hoewel de mannen met zijn drieën een aardige geluidsmuur weten op te trekken, klinkt het geheel wat spartaans en vallen er af en toe wat gaten op de spaarzame momenten dat er iets van melodie in de muziek sluipt.
Voor de rest is het vooral beuken. Dat gebeurt niet zelden op verschillende maatsoorten, waardoor het geen makkelijke muziek is om bij mee te knikken.
Daar wringt wellicht het schoentje bij de live performance van deze band, waardoor de publieksreactie wat lauw is, of moeten de mensen nog opgewarmd worden? De band doet er in ieder geval alles aan, en met name James geeft het beste van zichzelf. Die brult wel door, met of zonder mic. Mijn gedachten dwalen nog wel eens af, en dat is een kunst met al dat gebrul. De man laat op het einde nog weten dat hij gekomen was om wat souls te crushen. Nou, dat schept wel duidelijkheid. Soulcrusher is begonnen.
Van grof beukwerk naar sfeervolle muziek. Dit gebeurt wel vaker op dit festival. Zo ook bij The Devil’s Trade, dat na het gebeuk van Silverburn een heel andere stijl laat horen. Het is eerder een soort doom folk wat deze heren uit Hongarije, of zoals Dávid Makó zegt the assholes of the EU, laten horen. De lichtshow is buitengewoon sfeervol omdat deze volledig is afgestemd op de muziek en zo de sfeervolle momenten extra ondersteunt. Het podium wordt soms volledig roze, blauw of grijs verlicht, waardoor het lijkt alsof de heren baden in het licht. Dit werkt uitstekend bij de vele sfeervolle en ingetogen momenten in de muziek. Zanger en bandbrein Dávid Makó zingt vol overgave, soms in het Hongaars en soms in het Engels. Dit bereikt een hoogtepunt bij Flashing Through the Flack of Light, waarbij na een sfeervol begin een enorm groovende riff het nummer uitluidt.
Er staat overigens weer een drietal op het podium: drie heren die een sterke en vooral hevige muur van geluid optrekken. Zo doen de bastonen regelmatig je broekspijpen trillen. Dit is best bijzonder, omdat er helemaal geen bassist is… Die komen dus allemaal van de hand van de synthesizers. De band speelt met dynamiek, waarbij zowel de sfeervolle als de heavy stukken overeind blijven gaan. Het geheel doet mij soms wel wat denken aan het Franse Klone. Interactie met het publiek is er niet of nauwelijks, totdat Dávid zijn band voorstelt en er lukraak Hongaarse woorden worden geschreeuwd. Dávid lijkt het te waarderen en zet nog even aan voor een laatste prachtnummer. Een overtuigende show!
Het wordt ondertussen steeds drukker. Het lijkt erop dat mensen eindelijk aan hun weekend kunnen beginnen. De Purple Stage is daarom ook iets dichter bevolkt, wat Witching ook wel gegund is. De band komt uiterst sympathiek over in hun presentatie. De band speelt… Ja, wat spelen ze eigenlijk? Of beter gezegd: wat speelt Witching niet? Het is een combinatie van black, sludge, doom, post en stoner metal, terwijl ik af en toe ook wel wat hardcorethrashriffs terughoor.
Dat klinkt als een totale chaos aan stijlen en er gebeurt ook ontzettend veel. Maar Witching weet de boel verrassend coherent te brengen. Er zijn ook genoeg aanknopingspunten te vinden in de muziek. De ene keer is dat een hypnotiserende riff die almaar sneller gespeeld wordt, de andere keer knalt de band er ineens een vette blackmetalriff uit. Ook vocaal gezien gaat het alle kanten op. Zangeres Jacqui krijst het ene moment de longen uit haar lijf, het andere moment zingt ze loepzuiver.
Het zorgt allemaal voor een onderhoudend en boeiend optreden. De band neemt na afloop dan ook met een verdiend applaus afscheid van het podium.
Dan gaan we naar het tremolofestijn van Afsky, ofwel de Deen Olde Pedersen Luk. Hij bracht eerder dit jaar de uitstekend ontvangen plaat Om Hundrede År uit. Daarvan worden vanavond drie van de vijf nummers gespeeld, zoals de opener Stormfulde Hav, dat na het aansteken van wat kaarsen gelijk de toon zet voor het optreden. De slepende riffs, in combinatie met de krijsende vocalen, komen hard binnen, net zoals het gedreun van de ritmesectie.
Er is echter genoeg ruimte voor melancholie, zoals het goed opgebouwde middenstuk van Tyende Sang, een nummer dat sowieso erg goed wordt gespeeld en waarbij de slepende riffs en de krijszang tot een voorlopig hoogtepunt van het optreden zorgen. Maar ook in Frosne Vind, ook één van de hoogtepunten vandaag, wordt er een weemoedige sfeer opgetrokken, terwijl er in hetzelfde nummer meedogenloze riffs worden gepresenteerd. Wat knalt dit nummer er live uit zeg. Het krijgt ook een enthousiaste publieksreactie. Het geluid laat zich horen als een soort uitgesmeerde emulsie. Alleen de vocalen zijn af en toe iets te prominent aanwezig in de mix, zeker bij het nummer Fred være med støvet. Dat is enerzijds jammer, want de riffs die gespeeld worden zijn echt heel vet, maar ze worden daardoor een beetje naar de achtergrond verplaatst.
Als dat geluidseuvel wordt hersteld en het geluid stilaan ook harder wordt gezet, merk je dat je langzaam ook mee wordt gesleurd in de wereld van Afsky. Een wereld waar de heren al een tijdje inzitten, getuige de intensiteit die de Denen etaleren. Ze sluiten af met Angst, waarin de band nog een keer alles geeft. Afsky overtuigt vandaag absoluut.
Er moet ook gegeten worden en daarbij kies ik Beelzebong als eetband uit. Ruth heeft dan haar patat al op en fotografeert het geheel wel.
Een tijdje terug speelde ik het spel Sniper Elite 5. Daarbij, na het oppakken van een Panzerfaust wapen, kwam de opmerking Panzerfaust, things are going to get loud. Nou, dat klopt zeker ook voor het concert van vanavond. Ik ga gelijk even duidelijk zijn: Panzerfaust levert vanavond een onvoorstelbaar vernietigend concert. Met de kracht van een, nouja, een Panzerfaust.
Het drumstel staat als een tankstel vooraan op het podium opgesteld. Zanger Goliath staat daarachter als een soort kwaadaardige entiteit. Hij torent boven alles en iedereen uit, niet alleen qua postuur, maar ook qua ongelooflijk bruut gebrul.
Zo, het woord is eruit. Bruut. Want god-ver-domme wat levert Panzerfaust vanavond een brute show af. Overweldigend.
De riffs, de zang , het zelfverzekerde voorkomen van de heren. Hier staat een band met een missie te spelen, en die missie is alles aan gort beuken. Alsof de muziek al niet agressief genoeg is wordt daar door de beide zangers een schep bovenop gedaan. Het is heel cool om te horen dat hun zang in elkaars verlengde ligt. Alleen qua bruutheid is Goliath net wat meer aanwezig. Maar dit zorgt er wel voor dat je een opstapeling van gebrul krijgt die zijn uitwerking niet mist.
De band speelt verbeten zijn nummers door. Als een opgevoerde stoomtrein walsen deze Canadezen door de set heen, niets en niemand ontziend. Er zijn heus wel melodieën, maar zelfs die zijn buitengewoon venijnig. Tussendoor laat Panzerfaust nog wel wat stijlelementen van andere genres horen. Zo heeft Promethean Fire een intro waar Cult of Luna jaloers op zou zijn. Het is vanavond een totaalervaring, zowel visueel als muzikaal. Eén van de beste shows van dit festival, één van de beste shows van het jaar.
Na het overweldigende optreden van Panzerfaust heb ik wel even behoefte aan rust en buitenlucht. Eerst neem ik nog een kijkje bij Pupil Slicer. Maar ik kan mijn hoofd maar matig bij de hoge schoolcore van deze Britten houden. Na een paar nummers hou ik het voor gezien om een luchtje te gaan scheppen.
En dan hebben we nog Misþyrming. De Ijslandse blackmetalband is de laatste jaren aardig aan de weg omhoog aan het timmeren, getuige ook de derde plaats die de band behaalde met Með Hamri in de zware metalen jaarlijst van 2022.
Vanavond worden de mannen geplaagd door technische euvels. De gitaar van Misþyrming-gitarist D.G. gaat K.O. “Don’t let this ruin your evening”, deelt hij mede. Nee D.G., dat zal niet gebeuren, want de nummers blijven overeind staan. Dat de heren de aandacht weten vast te houden is, na de intense shows van Afsky en Panzerfaust, dan ook te danken aan de kwaliteit van het gebodene. De presentatie van de mannen is ook indrukwekkend. Vol overgave komen ze uit de startblokken met Orgia en zijn zagende riffs, dat gelijk al (opnieuw) één van de (vele) hoogtepunten van vandaag is. Vooral het einde knalt er goed uit. De presentatie is zelfverzekerd, het geluid is snoeihard. Bijna oorverdovend.
Van de laatste prijsplaat Með Harmi worden vandaag enkele nummers gespeeld. Deze kunnen weliswaar op appreciatie van het publiek rekenen, toch had ik een wat enthousiastere reactie verwacht. Het merendeel van het publiek staat, naarmate de show vordert, er wat apathisch bij. Natuurlijk helpen de gitaarproblemen niet, maar aan de mannen ligt het niet, want zij rammen vol overgave door hun nummers heen. Daarbij valt ook op hoe ingenieus sommige nummers in elkaar zitten en hoe melodie en agressie hand in hand gaan. Zeker bij een nummer als Engin Miskunn.
Het publiek lijkt gelukkig wat meer wakker te worden als de gitaarproblemen zijn opgelost. Vol gejuich onthalen ze D.G. als hij meldt dat de problemen zijn opgelost. Het is gelijk een startschot om de laatste nummers te voorzien van een flinke lading intensiteit.
In het kader eclectische teringherrie is er ook nog Violent Magic Orchestra, een combinatie van elektronica, noise, blastbeats en drum & bass. Dat levert een giftige cocktail op die met veel energie over het publiek wordt uitgespuugd. Stilzitten is bijna niet mogelijk, in ieder geval niet voor de bandleden: die jiu jutsu-en het hele podium rond. Wat een energie komt hiervan af, en wat gebeurt hier ook veel. Alsof er al niet genoeg te zien is op het podium hebben ze ook (als één van de weinigen dit festival!) een boel interessante animaties als backdrop.
Het publiek gaat er ook keihard op los, alsof iedereen na alle black metal van vandaag even wil ontladen op snoeiharde beats en samples. Er wordt heen en weer gesprongen, er wordt enthousiast met vuisten in de lucht gepompt en er is zelfs een crowdsurfer te bekennen. Violent Magic Orchestra verovert de Purple Stage voor veertig minuten.
Helaas heb ik Alcest en Ashenspire gemist, omdat ik nog thuis moest komen. Gezien de nog altijd bezig gaande ellende op de spoorwegen is dat geen sinecure. Na diverse treinen, uren wachten en een gammele stopbus kom ik diep in de nacht thuis. Morgen maar met de auto. Ruth was al met de auto en schoot dus wel nog foto’s.
(Alcest)
(Ashenspire)
Lees ook ons verslag van Soulcrusher Zaterdag: Het mes op tafel.
Datum en locatie
13 oktober 2023, Doornroosje, Nijmegen
Foto's:
Ruth Mampuys (Ruth-Less Photography website en Facebook)
Link: