We willen er niet aan, maar ook voor de heren van Iron Maiden beginnen de jaren te tellen. 394 jaar zijn ze samen en dan laten we de leeftijd van bandmascotte Eddie maar achterwege. Met de productiviteit van de Londenaren is echter niets mis, met de kwaliteit ook niet. De hoogtijdagen van de band liggen weliswaar, zoals van zoveel generatiegenoten, in de jaren ’80, maar het nieuwe materiaal mag er nog best zijn. Live heeft het zestal een reputatie hoog te houden. Zware Metalen stuurde Remco Faasen naar de GelreDome in Arnhem om te kijken of het er allemaal nog wel een beetje uitziet. Dolenthousiast kwam hij weer thuis en pende onderstaande lofzang. Lonneke Prins schoot de foto’s.
Plots doven de lichten in de GelreDome, het stadion van Vitesse: de club die het eens machtige Anderlecht afgelopen seizoen uit de Conference League drukte. Boven het podium draaien een aantal felrode lampen hun rondjes en plots staat daar in fel wit licht Lord of the Lost. Iron Maiden is een traditionele metalband die een traditionele stadiontour verzorgt en daar hoort een traditionele opener bij: namelijk één waar niemand om heeft gevraagd. Maar goed, we mogen een gekregen paard niet in de bek kijken en dus doen we net alsof dit een band is die niet direct uit je gedachten schiet op het moment dat ze het podium weer hebben verlaten.
Bandleider Chris ‘Lord’ Harms heeft een bescheiden reputatie vanwege zijn incidentele betrokkenheid bij onder meer Heaven Shall Burn, Powerwolf en Warkings, maar runt al sinds 2007 Lord of the Lost: een stevige gothic rockband met hier en daar wat zwaardere invloeden en een licht industrieel sausje. Een soort uitgeklede Rammstein, maar vooral een band die tienermeisjes luisteren als ze boos zijn op stomme papa en mama als die hen verbiedt naar een feestje te gaan waar wordt gerookt. Sporadisch laat Harms horen dat hij een grunt in zijn repertoire heeft, maar het mag allemaal geen naam hebben. Wat voor de band spreekt is dat ze enorm hun best doen: het publiek wordt (vrijwel zonder resultaat) opgejut en het enorme podium wordt aan alle kanten verkend. De overigens prima zanger zegt na ieder nummer ‘dankjoewel’ en de nummers zitten best goed in elkaar. Maar goed, dat kunnen we van Beyoncé ook zeggen en daar luisteren we verder ook niet naar. Fijn dus dat Lord of the Lost er was, maar dan vooral voor Lord of the Lost zelf.
Gespot in het publiek: een Airbourne-shirtje. Er is dus ten minste één bezoeker blij met het tweede voorprogramma. De muziek van Airbourne wordt vaak weggezet als een imitatie van AC/DC en dat is natuurlijk volkomen terecht. Zelfs de zang van Joel O’Keeffe lijkt als twee druppels water op die van Brian Johnson. Deze Australiërs kiezen in hun aanpak echter meer voor metal dan voor blues en nummers als Girls in Black en Boneshaker luisteren lekker weg. O’Keeffe maakt zich overigens geen enkele illusie, zo deelt hij het publiek mee: ‘We zijn hier om jullie warm te maken voor Iron Maiden’. Jammer is wel dat het geluid minder goed is dan bij Lors of the Lot, Lots of the Lords, de band hiervoor.
Airbourne heeft wel als voordeel dat de muziek van de broertjes O’Keeffe (naast Joel op zang en gitaar ook nog Ryan op drums) en hun inhuursoldaten is gemaakt voor stadions, dus de heren staan hier goed. De zingende O’Keeffe heeft zelfs een luchtalarm uit Australië meegenomen en gebruikt een zaklamp met de sterkte van een spotlight om persoonlijk bij het publiek te checken of we warm genoeg zijn voor de hoofdact. Na een applaus voor de crew, een keer knielen en opspringen zijn we dat.
Het is dan wel wat wrang dat de komst van de IJzeren Maagden dan nog bijna een uur op zich laat wachten. Iron Maiden heeft weliswaar nog geen jaar een nieuw album uit, maar de band bevindt zich nog steeds in de tourcyclus van The Legacy of the Beast, vernoemd naar het computerspel waarmee in 2018 al dezelfde locatie werd aangedaan. Als het laatste concert in oktober wordt gespeeld, is dit de op vier na langste tour van Iron Maiden ooit. Dat het meest recente album echter niet vergeten is, blijkt bij de eerste aanblik op het podium, dat is omgebouwd tot een Japanse tempel. Als Doctor Doctor van UFO wegsterft, staat het kippenvel direct drie rijen dik op de armen van uw nochtans kritische redacteur. Mijn spidey sense waarschuwt: dit wordt bijzonder. De eerste drie nummers zijn de beste nummers van Senjustu: het titelnummer, Stratego en The Writing on the Wall. Bruce Dickinson heeft een belachelijk sumoworstelaar knotje, verder is alles weer bij het oude: Nicko McBrain zit verstopt achter zijn immense drumstel, Janick Gers en zijn gitaar stuiteren rond, Steve Harris gebruikt zijn bas als geweer en Adrian Smith speelt stoïcijns als altijd. Alleen gitarist Dave Murray houdt zich wat afzijdig, daarover later meer.
Wat ook bij het oude blijft: Eddie. De bandmascotte duikt nu als samurai al op bij het eerste nummer en dreigt wat met zijn zwaard. Stratego, ingeleid door akoestisch gitaarspel van Smith, blijkt vervolgens een prima nummer om de boel op stelten te zetten en op de twee schermen naast het podium speelt de videoclip van The Writing on the Wall. Voordat Revelations begint wordt de Senjutsu-aankleding verwisseld door die van een kathedraal, met vier Eddie’s afgebeeld in de glas-in-lood-ramen. Voor de liefhebbers: The Trooper-Eddie, Seventh Son of a Seventh Son-Eddie, The Number of the Beast-Eddie en Somewhere in Time-Eddie. Ondertussen galmt ‘Bind all of us together, Ablaze with hope and free…’ door het stadion alsof het gewoon weer 1983 is.
Stiekem het beste nummer van comeback-plaat Brave New World komt langs: Blood Brothers. De prachtig uitgevoerde ballad is ooit geschreven ter nagedachtenis aan Ronnie James Dio en daarna opgedragen aan slachtoffers van gebeurtenissen wereldwijd en nu aan ons: corona-overlevenden. We nemen een stap terug in de Iron Maiden-tijdlijn en komen uit bij The X Factor uit 1995: The Sign of the Cross heeft de schifting in de setlist overleefd en heeft een brandend slagveld als backdrop ter illustratie. De tempoversnelling in het nummer wordt begeleidt door vuurwerk op het dak van het podium en Janick Gers mag vervolgens laten zien dat hij toch echt wel gitaar kan spelen. Bruce Dickinson zeult ondertussen met een kruis met lampen erop rond, dat na afloop van het nummer een aantal ogenblikken het enige lichtpunt op een verder donker podium is.
Als de lichten weer aangaan hangt daar het metershoge beeld van Icarus, klaar voor zijn flight. Dickinson speelt al zingend met een vlammenwerper, Adrian Smith pakt nu zijn shinemomentjes en Icarus stort neer achter het drumstel van McBrain. Als de eerste klanken van Fear of the Dark klinken en het ‘woohoohoo’ tot in Duitsland te horen moet zijn, stapt de zanger alweer rond met gaslamp en doodsmasker. Verderop in het nummer springen publiek én band in het rond, op Dave Murray na. Het valt de hele avond al op dat de na Steve Harris langstdienende van het gezelschap minder betrokken lijkt. Ja, hij heeft de meeste solo’s van de drie gitaristen en die speelt hij perfect, maar toch lijkt de 65-jarige minder aanwezig. Hij beweegt weinig en als hij dat doet imiteert hij een plank. De geruchten gaan ook dat Murray het wel heeft gezien met al dat toeren en gewoon bij zijn kleindochter wil zijn. Het grootste probleem voor Iron Maiden in de nabije toekomst zou dus wel eens de gitarist kunnen zijn, in plaats van bijvoorbeeld de bijna 71-jarige drummer McBrain.
Murray gaat zelfs even zitten bij het intro van Hallowed Be Thy Name, terwijl Dickinson vanuit een cel op het podium de eerste regels zingt, waarbij hij uitzicht heeft op een bungelende strop. De GelreDome kleurt daarna rood voor The Number of the Beast, dat onwaarschijnlijk fel wordt uitgevoerd. Dat geldt ook voor ‘scream for me Arnhem… the Iron Maiden’. In al die jaren heb ik deze stokoude klassieker niet zo bijtend voorbij zien komen, alsof het niet al voor de drieduizendste keer gespeeld wordt. Dat drumwerk van McBrain… is die man toch niet stiekem 30? Iron Maiden, The Beast, heeft vanavond écht een topavond.
Na een korte pauze verrijst een gigantische Eddie, inclusief hoorns en pentagram tussen zijn ogen, boven het drumstel van McBrain en stroomt het hele podium over van de rook voor The Trooper. Janick Gers laat zijn instrument letterlijk alle hoeken van het podium zien en ik pink een traantje weg bij de fraaie uitvoering van het nummer. Vanaf de eerste tonen is het een directe stoot in je gezicht: heerlijk. Dickinson, een overtuigd Brexiteer, zwaait trots met de vlag van het koninkrijk en rent naar een hoek als Eddie weer opduikt, die het op de zanger heeft gemunt. Voor Dickinson ligt een geweer klaar, verstopt onder de Nederlandse driekleur. Hij schiet Eddie er recht mee in het enorme lijf, maar het laatste woord is toch echt aan de mascotte, die op de schermen zijn middelvinger toont. Wij gaan direct door naar misschien wel het meest meeslepende nummer van Iron Maiden: het wonderschone The Clansman: prachtig, prachtig, prachtig. Bij Run to the Hills is vervolgens niemand meer stil.
Daarna blijft het lang donker… totdat de dragende stem van Winston Churchill klinkt en we zwart-witbeelden van Spitfires uit de Tweede Wereldoorlog zien. De opener van de vorige keer is de afsluiter van nu: tijdens Aces High circuleert een Spitfire boven de hoofden van de bandleden. Het is nog een laatste keer waanzin gebracht door vijf dinosauriërs die spotten met alle fysieke wetten. De zaallichten gaan na afloop lange tijd niet aan en het publiek schreeuwt om meer, maar uit de catacomben van de GelreDome schieten dan al een paar zwarte auto’s met geblindeerde ramen weg naar een hotel. Over drie dagen wacht in Zwitserland Zürich. In Arnhem is het goed zo. Meer dan goed. The Beast was er weer. Hij keek het allemaal eens aan en overwon.
Setlist:
- Senjutsu
- Stratego
- The Writing on the Wall
- Revelations
- Blood Brothers
- Sign of the Cross
- Flight of Icarus
- Fear of the Dark
- Hallowed Be Thy Name
- The Number of the Beast
- Iron Maiden
- The Trooper
- The Clansman
- Run to the Hills
- Aces High
Datum en locatie
27 juni 2022, GelreDome, Arnhem
Foto's:
Lonneke Prins (Lonneke Prins Photography website en Facebook)
Link: