013 in Tilburg wist november 2018 met een onwaarschijnlijke package uit te zwaaien. Op het programma stond een killer line-up die herinneringen opwierp aan de jaren ’80, toen de verschillende subgenres van de betere muziek nog niet bestonden en alles voor het gemak ‘heavy metal’ werd genoemd. En heavy werd het in een al maanden uitverkochte grote zaal waar onder de noemer The European Apocalypse achtereenvolgens deathmetalband Bloodbath, hardcore/metalcoretopper Hatebreed, melodieuze blackmetalband Dimmu Borgir en thrashlegende Kreator zich meldden. Ghostwriter schreef alles op, Markus Wiedenmann legde alles vast.
Het nadeel van een monsterline-up met vier bands, is dat het hele zooitje veel te vroeg begint op een doordeweeksedag en daarom kom ik exact halverwege de set van Bloodbath de dan al propvolle (hoeven die mensen niet te werken?) zaal binnen, waar ik de helft van Bloodicide meepak. Afkomstig van de laatste plaat The Arrow of Satan is Drawn, is dit de eerste keer dat dit nummer live wordt gespeeld. Outnumbering the Day draait vervolgens al wat langer mee op de setlist.
Het is bijna decadent om Bloodbath voor een half uurtje te laten openen. Vorig jaar was de band op ditzelfde podium nog afsluiter van Netherlands Deathfest, nu hebben de vier Zweden en de Engelsman Nick Holmes (ook zanger van Paradise Lost) weinig bewegingsruimte en dat zorgt voor een ietwat statische performance. Voordeel is wel dat Holmes zich kan concentreren op zijn zang en daardoor weet hij het ook al debuterende Chainsaw Lullaby en het onvermijdelijke Eaten tot een goed einde te brengen. Hij is eenvoudig weg niet de beste grunter in de wereld. Of de zaal waarschijnlijk. Bloodbath kwam, zag en gaf een kort maar degelijk optreden.
De Kiss-klassieker Rock & Roll All Nite klinkt door de zaal, maar niet voor lang, want daar is het spring-in-de-lucht-en-ren-je-rotgezelschap Hatebreed al. To the Treshold start een als altijd energiek optreden, want laat het maar aan beroepsopzweper en zanger Jamey Jasta over om een moshpit te krijgen. Inhoudelijk hebben zowel de muziek als de performance van Hatebreed niet veel om het lijf: met veel pathos worden makkelijk klinkende nummers gebracht, maar gebeurt zó goed e zó lekker dat het geen moer uitmaakt dat het suikerspinmuziek is. Hatebreed weet je oma nog in beweging te krijgen met beukers als As Diehard as They Come en Doomsayer. Wat geeft het dat dan allemaal wat op elkaar lijkt? Het zijn wél heerlijke energiebommetjes.
Filth, This is Now… de nummers volgen elkaar snel op: er is geen tijd om het energiepeil te laten zakken, al permitteert Jasta zich een paar minuten om te vertellen dat het geen bal uitmaakt of je op deze aarde bent voor death, black of thrashmetal of juist voor hardcore: zolang het maar heavy shit is waar je naar luistert. Verder zijn er nog wat complimenten voor Kreator (‘Als die bellen met de vraag of je meegaat op tour zeg je alleen maar: waar moeten we ons melden?’) voordat er nog een paar muzikale vuistslagen worden uitgedeeld. A Call of Blood levert onder aansporing van Jasta een flinke circlepit op en wereldnummer Destroy Everything lijkt de set af te sluiten, maar de band perst er met I Will Be Heard nog een laatste nummer uit.
Iedereen lijkt nu wel binnen om Dimmu Borgir op een voor de band opvallend leeg en steriel aangekleed podium te aanschouwen: slechts twee omgekeerde kruizen zijn er uit een kist tevoorschijn gehaald. De show eerder dit jaar op Alcatraz vond ik een behoorlijke tegenvaller en dus is er de kans voor Shagrath en zijn mannen zich vanavond revancheren. Dat lukt pas vanaf het tweede nummer: Interdimensional Summit. Opener The Unveiling gaat volledig langs uw redacteur heen omdat er eigenlijk alleen maar een stel felle lichten in zijn gezicht schijnen, slechts af en toe onderbroken door de schaduw van een muzikant op het podium. Gelukkig wordt het lichtplan snel aangepast en wordt duidelijk dat er vanavond een echte band aan het werk is en niet een paar man die meespelen met een geluidsband.
The Serpentine Offering wordt heerlijk uitgevoerd als is het jammer dat de vocale bijdragen van oud-bassist ICS Vortex zijn vervangen door een veel mindere zanger. Daar heb je dan tien jaar voor in een band gezeten… Gateways is machtig als altijd en voor een uitvoering van Dimmu Borgir mag u mij ’s nachts wakker maken. Juist als het concert een beetje inzakt, is daar het geniale Progenies of the Great Apocalypse en is alles weer goed. Dimmu Borgir laat vanavond zien dat het nog wel degelijk relevant is en dat is fijn, want hoe je het ook wend of keert, deze band heeft aan catalogus in de aanbieding om wit bij weg te trekken dus het is vooral zaak dat de mannen nog vaak en veel spelen. Afsluiter Mourning Palace bewijst dat de black hearted angels fallen from grace het nog steeds kunnen. Revanche bewerkstelligd!
Tussen de sets van Dimmu Borgir en Kreator wordt er veel traditionele, herkenbare metal gedraaid. AC/DC, Judas Priest en vooral Iron Maiden: dat werk. Het zijn nummers die iedereen wel mee kan zingen en waardoor de stemmig voor de Duitse thrashers al als vanzelf inkomt. Strikt op tijd verschijnen er op een doek voor het podium beelden van oorlogstaferelen vanuit de oudheid tot onze tijd, terwijl The Four Horseman klinkt. Niet het nummer van Metallica, maar van jaren ’70-band Aphrodite’s Child (recentelijk nog gecoverd door Rotting Christ). Het moet gezegd: vanwege de bevreemde arrangementen en de hallucinerende zang van Demis Roussos een geniaal intronummer (met een lekkere gitaarsolo overigens). Aan het einde van het nummer wordt Kreator’s mascotte Violent Mind geprojecteerd, gevolgd door achtereenvolgens de woorden TILBURG PREPARE TO BE DESYTROYED. Het doek valt, er wordt confetti gespoten en Enemy of God vult direct de zaal.
Bij Hail to the Hordes melden zich de eerste crowdsurfers, terwijl vier enorme schermen tussen het drumstel op het podium constant teksten, foto’s en beelden tonen. Tijdens Satan is Real ondersteunen de schermen bijvoorbeeld het echte vuur op het podium. Opeens is er het besef dat Kreator de grootste thrashband ter wereld zal zijn als Slayer afscheid heeft genomen en dat is goed. Zanger Mille Petrozza raakt zijn vette accent nooit meer kwijt, zijn kompanen op gitaar (Sami Yli-Sirniö) en bas (Christian ‘Speesy’ Geisler) hebben de uitstraling van een tramconducteur maar dragen er wel aan bij dat Kreator een uiterst fijn orkest is. Het al genoemde Phantom Antichrist bijvoorbeeld klinkt zo scherp als een pas geslepen diamant.
De sympathie ligt bij Kreator omdat bij Fallen Brother een hele rits aan overleden grootse muzikanten wordt geëerd middels de schermen op het podium. Helden uit onze wereld (Vinnie Paul, Dimebag Darrell, de gehele klassieke Motörhead-bezetting, Cliff Burton, Phil Lynott, Peter Steele, Bon Scott, Jeff Hannemann, Ronnie James Dio, Malcolm Young, Chris Cornell) maar ook van daarbuiten (Amy Winehouse, David Bowie, Prince, Leonard Cohen). Kippenvel. Maar het leven gaat door en als Petrozza een vlag in zijn handen geduwd krijgt weet iedereen hoe laat het is: tijd voor Flag of Hate. De songtitel staat ook op Petrozza’s vlag als extra geheugensteuntje. In de zaal zijn we ondertussen toe aan de zoveelste wall of death, op het podium bangt tramconducteur Speesy tijdens Phobia bijna zijn hoofd van zijn romp. Dat zien we een tramconducteur doorgaans dan weer niet zo snel doen.
Kreator is nu helemaal op stoom, we gaan doordoordoor met Hordes of Chaos (A Necrologue for the Elite): wat mij betreft een nummer dat ik niet genoeg kan horen. Er worden enorme slierten confetti gespoten die bijna allemaal blijven hangen aan de ophangsystemen onder het plafond. Niemand heeft echter veel tijd om daarop te letten want Kreator is inmiddels weer begonnen aan een ander monster: People of the Lie. Violent Revolution en uiteraard Pleasure to Kill (waarbij Petrozza als altijd gebaren maakt waarin hij een keel doorsnijdt) zorgen ervoor dat dit oprecht een apocalypse wordt. Voor iedere metalhead verplicht: Kreator zien. Duitsland’s beste uitvinding sinds de blitzkrieg.
Foto’s:
Markus Wiedenmann (flickr)
Datum en locatie:
30 november 2018, 013, Tilburg
Link: