Voor vele Aalstenaren is het hoogtepunt van het jaar de carnavalsperiode, voor vele anderen is het hoogtepunt van het jaar de komst van Archspire naar Aalst. Dankzij een zich op de achtergrond begevende metalmessiah komen de Canadese heren van Archspire eenmalig overvliegen met hun special ladies, met in hun kielzog een pak opgetrommelde bands die de deathmetalavond extra cachet moeten geven. De zaal is nagenoeg uitverkocht, wat volledig terecht is. De thuisblijvers die naar Temptation Island zitten te staren hebben volledig ongelijk gekregen.
Beginnen doen we met het Duitse Untethered, of neen, toch niet. De Duitsers hebben het verkeer volledig verkeerd ingeschat – gründlichkeit my ass – en keren halfweg terug huiswaarts. Best jammer, ik had graag het nummer Daddy Issues live aangehoord, ook al betreft het moderne (steriele) death(metal)core met een slam(per).
We beginnen dus meteen met het Gentse Reject The Sickness, een band die dik tien jaar bezig is en vrij bekend is bij de Belgische metalfanaat. Op plaat klinkt Reject The Sickness als een moderne versie van At The Gates en The Haunted, aangevuld met Amerikaanse metalcore/deathcore. Live klinkt het een stuk meer hardcore, omdat het gitaargeluid minder body heeft dan de drumsectie en vocalist, omdat het melodische aspect minder doorklinkt en omdat het vocale werk tough guy hardcore neigingen vertoont. Erg is dat niet natuurlijk. De viriele vonken slaan over op het publiek, dat welwillend het lichaam laat meebewegen op de aangeboden corelijnen. Wie deze band (nog) niet kent moet zeker het nummer My Ire opzoeken, via de YouTube van de band natuurlijk.
De volgende band op het programma is de Britse beestenboel genaamd Human Error. Een vat vol psychische aandoeningen als je ze ziet lopen, wandelende deathcoreclichés vol moderne ongein en een drang naar slam. Extreem verhakkelde toestanden waarbij er fragmentarisch gebree’d en gebroo’d wordt, heel veel hectiek met een zich in andere dimensies begevend smoelwerk. Het slamgehalte beperkt zich tot ploffende en rammende riffs, terwijl de jeugdige adrenaline die vermengd is met geestverruimende middelen van velerlei aard er een breakdownfeestje van maakt. De samenhang is soms ver te zoeken, maar intens is het wel. Een beetje zoals seks met je leidinggevende op het jaarlijkse personeelsfeestje, tien minuten voor het afgesproken moment dat haar man haar komt oppikken.
When Plagues Collide heb ik de laatste tijd al vaker aan het werk gezien en het valt me op dat de Belgische band zijn troeven steeds beter uitspeelt. Enerzijds is er de symfonische death metal, anderzijds de aardse deathcore. Het voelt vaak aan als van twee walletjes eten, iets waar ik geen neen tegen zeg als het appetijtelijk blijft. En dat doet het ook vanavond. De performance is overtuigend, de variatie voldoende, de resonantie in het publiek navenant. Heel erg catchy vind ik het niet, echt nodig is dat ook niet. Je houdt er je aandacht bij omwille van de overtuiging, de technische sterkte en de opbouw. Voorman Luke van Human Error en Olli van Archspire deden elk een bijdrage en maakten de set er alleen maar leuker op.
En dan. Acranius uit Duitsland. Niet Acrania dus, wel Acranius, de anusversie van Acrania. Ik geneer me heel diep voor deze band. En voor mezelf. Acranius brengt namelijk übercliché brutal death metal met slam en breakdowns waarbij ieder nummer klinkt als het vorige én het volgende. Alleen, ja… het is zo extreem efficiënt en doeltreffend (vergelijk het met Six Feet Under‘s eerste twee platen). Bij het nummer Kingmaker bevind ik me in het centrum der pitevenementenen, schaamteloos hamerend op de pompende riffs. Hakkende gewelddadigheid zonder een greintje diepgang is maar zelden zo stompzinnig entertainend. Ik koop dan ook met plezier een knaloranje shirtje van deze heren om die achteraf te gebruiken als kwakvod. Heerlijk. En dat de meerderheid van de aanwezigen te nuchter is om dit geestdodende gezelschap te kunnen accepteren is hún probleem.
Het gevoel dat bleef hangen na Archspire is er tot vandaag nog. Ik ben een bevoorrechte getuige geweest van een liveoptreden van deze band en roep iedereen op om collectief de band terug te roepen naar Nederland en België om het nog eens over te doen. Waarschijnlijk zullen ze het nog doen ook, want het publiek bleef na het optreden zodanig lang roepen om meer dat ze bijna de nummers opnieuw gingen spelen (alles was namelijk “opgespeeld”). Hell, ik zit nog steeds “play anything” te zeggen in mijn hoofd, tussen de zwarte gedachten over de onzinnigheid van dit leven door.
Foto’s:
Tessa Verstraete
Datum en locatie:
22 februari 2019, Cinema, Aalst
Link: