Voor de tiende editie van Alcatraz Hard Rock & Metal Festival, pakten zowel de organisatie als Zware Metalen flink uit. De organisatie programmeerde over drie dagen bands op twee podia (de oude vertrouwde Prison Stage en de nieuwe Swamp Stage) en haalde met Korn een headliner van wereldformaat binnen. Zware Metalen vaardigde een compleet team van schrijvers en een fotograaf af om alle bands van dichtbij te aanschouwen. Verslag doen: Black Swan (BS), Yves Pelgrims (YP), Bart Al Foet (BAF) en Ghostwriter (G). Niels Vinck fotografeerde alles.
De ene Engelse heavymetalband is de andere niet, want waar Saxon gisteren de modder tussen de grassprieten vandaan liet stampen als headliner op de Prison Stage, mag Raven het bal een dag later voor een fractie van het publiek openen. Met een enthousiasme alsof ze wel degelijk hoofdact zijn, dat moeten we dit drietal nageven, getuige nummers als Rock Untill You Drop en Faster Than the Speed of Light. Zanger/bassist John Gallagher is goed bij stem en met hem verdienen zijn broer Mark op gitaar en de Amerikaan Joe Hasselvander (daar is met de inschrijving van zijn voorouderen in de Verenigde Staten iets misgegaan) op drums, respect. Dat je al sinds 1974 actief bent en dan nog gewoon vroeg je bed uitkomt om om kwart voor elf een set van ruim een half uur te spelen. Het heeft iets treurigs. Maar het is ook mooi. En het is treurig. Maar hé, het aanwezige publiek – een paar honderd man niet-drinkers – bedankt de mannen uitgebreid voor hun snelle NWOBHM. Kunnen ze toch naar huis om te vertellen dat ze het podium hebben gedeeld met Saxon en Korn. (G)
Met kleine oogjes staan we op zondagochtend aan de Swamp Stage voor het optreden van Carnation. Amerikaanse blackmetalwolven zijn verantwoordelijk voor het slaaptekort, maar deze heren uit Heist-op-den-Berg weten daar wel raad mee met een lekker potje extreme death metal. Alcatraz heeft geleerd uit de fouten van de voorbije dagen, of deze geluidsman van de band levert gewoon prima werk, want dit knalt meteen lekker weg. Net als Obituary, I Am Morbid en Asphyx, mogen deze Belgen mee in het rijtje van deathmetalbands die indruk weten te maken op de Swamp Stage en in het rijtje passen tussen die bands mag je een behoorlijk compliment noemen. Alles heeft uiteraard te maken met de combinatie prima muzikanten en bezeten zangers. De rode, geketende hulk Simon doet op dat vlak zijn duit aardig in het zakje om Carnation memorabel te maken hier in West-Vlaanderen en uiteraard warm te maken voor die nieuwe full-length. (YP)
We gaan luisteren naar UFO. Een Britse hardrockband die sinds zijn ontstaan in 1969 wordt gekenmerkt door een wispelturige bezetting, waarbij zanger Phil Mogg zo’n beetje geldt als de enige constante factor. De naam van het gezelschap is ontleend aan een bekende Londense underground-club uit de jaren ‘60. UFO maakt toegankelijke rocknummers die hier en daar ook wel wat neigen naar blues. Mogg heeft nog een verrassend mooi stemgeluid met zijn 69 jaar en dat komt de nummers live zeker ten goede. Maar ook de rest van de band zorgt voor een prima muzikale omlijsting. Mother Mary, Run Boy Run, Too Hot to Handle, Only You Can Rock Me, Cherry en misschien wel de grootste hit van deze band: Doctor Doctor: het komt allemaal langs. Vooral dit laatste nummer brengt een golf van herkenning teweeg onder het publiek, waardoor er nog even flink kan worden meegeklapt en -gezongen. Het plezier spat ervan af, zowel bij band als toehoorders. Best leuk zo voor de afwisseling.
Dr. Living Dead is overgekomen uit Stockholm, Zweden. Het vierkoppige, anonieme gezelschap laat oude tijden herleven met hun cross-over hardcore/thrash, dat onvermijdelijk associaties oproept met het werk van Suicidal Tendencies. De stem van zanger Dr. Mania is overigens duidelijk niet van wereldkwaliteit, maar het enthousiasme van deze band maakt een hoop goed. Dr. Mania houdt er daarnaast een vreemdsoortig humor op na, waarvan de boodschap ergens tijdens een min of meer langdradig verhaal verloren gaat. Maar als hij dit laat, en het tempo erin houdt, gaat het allemaal prima en zijn de relatief korte nummers best lekker om naar te luisteren.
Samen met Dr. Rad, Dr. Toxic en Dr. Slam, creëert de opperdoctor steeds meer bijval en er komt zelfs een golf van crowdsurfers op gang. Dat terwijl het niet erg druk is voor de Swamp Stage. De gemaskerde mannen met hun bandana’s gaan zelfs zo lekker dat ze niet van plan zijn om te stoppen als de speeltijd al om blijkt. Maar, de stekker moet eruit, en zo eindigt het optreden een tikje abrupt. ‘Fuck it. We tried to play fast’, aldus de laatste woorden van een licht geagiteerde Dr. Mania. (BS)
Wat Sacred Reich vorig jaar op Graspop genomen had is mij onduidelijk, maar dit keer doen Phil en co. het behoorlijk minder. Enerzijds heeft dat uiteraard heel wat te maken met de locatie, want deze Amerikanen doen het niet goed op een buitenstage. Anderzijds is het ook duidelijk dat er nog enorm weinig fut zit in deze heren en komt zowel de stomende thrashbeukers als groovy fases enorm slap uit de hoek. De enige opkikker tijdens deze set is dat eindelijk de huidige Amerikaanse wanorde eens te sprake komt en het publiek opgaat in die kritiek op het regime. Het maakt deze set wat draaglijker en geeft tracks als Crimes Against Humanity of The American Way wel een lekkere sfeer mee, maar persoonlijk blijft het wachten tot afsluiter Surf Nicaragua. Een uiterst hevige vloedgolf aan thrash die misschien er wel op mikte om de rest van de set wat uit het geheugen weg te spoelen. Poging mislukt, dus doe ons een plezier en plaats Sacred Reich in een tent volgende keer, met een Red Bull voor elk lid. (YP)
Asphyx – de enige Nederlandse vertegenwoordiger op dit festival als we de lolbroeken van Blaas of Glory op het festivalterrein even buiten beschouwing laten – is niet gekomen om grappen te maken. Althans, niet muzikaal, want zanger Martin van Drunen babbelt er tussen de deathmetalkrakers door lustig op los. Muzikaal staat het echter als een blok beton, wanneer de heren een set van oud en nieuw materiaal spelen. Debuutplaat The Rack uit 1991 is met Vermin en het titelnummer goed vertegenwoordigd, maar het gros van de setlist is natuurlijk terug te vinden op de laatste mokerslag van dit gezelschap: Incoming Death. Prima, zolang we maar naar de ultieme deathmetalstrot van Van Drunen kunnen luisteren.
Crowdsurfen is verboden voor de Swamp Stage. De bordjes waar dat op staat hangen er sowieso al alleen voor de sier maar bij Asphyx zijn ze volledig nutteloos: het is een komen en gaan van mensen die van hand op hand worden doorgegeven. De veroorzakers dezes hadden overigens best een paar plekjes hoger op het speelschema mogen staan (want nummers als Deathhammer, Forerunners of the Apocalypse en Last One on Earth horen niet al om drie uur ’s middags gespeeld te worden), maar de concurrentie is stevig op deze derde festivaldag. Zelfs als je pure kwaliteit biedt. (G)
Wellicht gaat Life Of Agony wel mee in het rijtje aan memorabele shows op deze editie van Alcatraz. Niet zozeer omdat de band het muzikaal zo ijzersterk doet, eigenlijk is dit in essentie doodsaaie muziek, maar wel omwille van de hele heisa rond zangeres Mina (voormalig Keith) Caputo. Deze Amerikanen houden dit jaar hun reünie en dat gebeurt wel vaker bij metalbands. Het gebeurt echter niet elke dag dat een voormalige frontman nu een frontvrouw is en dat wil Mina ook meteen even in de verf zetten door haar bh te tonen aan het volk. Het zet meteen de juiste toon voor deze show vol attitude en interactie met het publiek, want hoewel deze lome grooves en aparte vocale patronen nooit volledig mijn ding geweest zijn, blijf ik toch kijken. Mina loopt naar de aanwezige massa, hangt over de hekken en gaat ten volle op in de muziek en mensenmassa. Nieuwkomer World Gone Mad komt op die manier voorbij, maar de nadruk blijft nog steeds liggen bij het debuut River Runs Red. Een set om eens meegemaakt te hebben, maar ik zou er persoonlijk geen ticketje voor kopen. Daar breekt Life of Agony vijfentwintig jaar later nog steeds niet genoeg potten voor. (YP)
Alcatraz dag twee begint voor mij met een band waar ik hard naar uitkeek. Tot nu toe was bijna iedere Enslaved-ervaring een hoogtepunt op zich en ik hoopte op een herhaling daarvan. Zeker was dat niet, want de jonge Håkon Vinje kwam keyboards spelen en clean zingen in de plaats van Herbrand Larsen en aan de drums zat Iver Sandøy (bedankt Piet!) De set wordt ingezet met In Times van het gelijknamige album, Death in the Eyes of Dawn van RIITTIIR, Ground van Vertebrae en Ethica Odini van Axioma Ethica Odini. vier nieuwere nummers met veel cleane zang, waarin meteen blijkt dat de jonge nieuwkomer niet bijzonder sterk uit de hoek komt. Zijn volume staat laag en dat was niet zo erg, want de beste kerel moet nog veel elanden eten eer bij een hoger volume zonder zal kunnen voldragen op vaste wijze. Het was met andere woorden soms op het randje … Gelukkig maakt Enslaved nog het een en ander goed met het stokoude Heimdallr, ook al was het kalf al half verdronken. 25 jaar Enslaved had ik me anders voorgesteld. (BAF)
Even leek het erop alsof Trivium voorbestemd was de plekken van de grote namen op festivals in metalland in te nemen als headliner. Dat was zo’n beetje tijdens de derde plaat The Crusade, maar zie: we zijn tien jaar verder en er staan nog steeds twee bands tussen de Amerikanen en de hoogste trede in, waaronder een totaal irrelevant Duits schreeuwmokkel die haar oogschaduw per kilo koopt. Dat wil overigens niet zeggen dat Matt Heafy en zijn kompanen er niets van bakken. Integendeel, de bas en drums klinken lekker vet en de gitaren springen er goed uit, terwijl Heafy zelf laat horen een prima zanger te zijn. Nummers als Down From the Sky, The Sin and the Sentence en Forsake Not the Dream luisteren lekker weg en het inmiddels massaal toegestroomde publiek op de uitverkochte zondag van Alcatraz, doet lekker mee. De makke van Trivium is evenwel dat het weliswaar allemaal vakkundig klinkt, maar ook weinig origineel. Er blijft te weinig hangen om écht een topper te zijn. Niet alleen muzikaal trouwens: tijdens In Waves moet het publiek allemaal hurken om op een teken van Heafy omhoog te springen. Netzoals Slipknot al jaren doet.
Zondag 13 augustus om 18.05 uur komt de natte droom van deathmetalbrombeer David Vincent uit. Morbid Angel stond geprogrammeerd voor dit tijdstip, maar de band kreeg de reispapieren niet rond. En dus werd Vincent gebeld, die sinds kort onder de noemer I Am Morbid de wereld overtrekt om klassiek Morbid Angel-materiaal te spelen nadat hij door voorman Trey Azagthoth uit die band was gezet. Vincent vloog speciaal voor een uurtje Alcatraz de oceaan over en nam drummer Tim Yeung (ook al ex-Morbid Angel) en gitarist Ira Black mee. Gitarist nummer twee Bill Hudson speelde vrijdag al met Dirkschneider in Vlaanderen en was dus al present. Vincent molk het cadeautje om zijn voormalige kompaan een hak te zetten tot op het bot uit, want hij hield niet op er Facebookberichten over te plaatsen, tot en met een livestream aan toe.
Niet zo gek dus dat de zingende bassist tot op het bot gemotiveerd is en er een heuse deathmetalbonanza van maakt. Zijn band speelt zo strak als het spleetje van een padvindster en snijdt door het Morbid Angel-materiaal als een mes door warm boter. Immortal Rites, Blessed Are the Sick, Rapture, Eyes to See, Ears to Hear, Maze of Torment: het ene oorgasme wisselt het andere af en dan nemen we I Am Morbid-het-nummer gewoon voor lief. Zeker als daarna Dominate, Where the Slime Live en God of Emptiness voorbij komen. Kippenvel! (G)
Ik heb het kortste strootje getrokken, dus moet ik naar Doro, al helpt het natuurlijk wel dat er vrijwel uitsluitend materiaal van Warlock gespeeld wordt. De reden hiervoor is wellicht dat deze Duitse blondine in ’84 gelanceerd werd door een Belgisch label, dus schuilt er wel wat jaren ’80-nostalgie in deze songs die voorbij komen. Het merendeel van de aanwezigen was er uiteraard nog niet toen al deze hits uitkwamen, maar Doro Pesch verkoopt het allemaal als zoete broodjes. Zelf vind ik deze swingende tracks uiterst dansbaar en blijft deze dame prima bij stem (al versta ik amper wat van haar bindteksten). Een setje dat puur op nostalgische vibes teert, levert uiteraard het ideale klimaat voor een covertje van Breaking The Law. Waarom ook niet? Dit is een leuk tussendoortje om weer even het verstand uit te zetten, niet te hopen op hoogstaande en baanbrekende metal, maar gewoon een pint te drinken op hardrockklassiekers als All We Are. (YP)
Op naar Moonspell, dat ik voor de honderdvijfendertigste keer in totaal zie en voor de tweede keer op Alcatraz. Moonspell heeft een speciale band met België en dat is er ook aan te merken. Heel veel uitbundige fans, die alle nummers van begin tot einde meedoen. Op speciaal verzoek ligt de nadruk bijna uitsluitend op het dik twintigjarige Irreligious, met Alma Mater en Vampiria van debuutplaat Wolfheart ertussenin. Niets verrassends aan de ganse set desalniettemin en dat is nu exact waarvoor de meeste mensen komen kijken naar de Portugese vaandeldragers van de gothic metal. (BAF)
Over naar de band die voor velen de echte headliner van de avond is. Amon Amarth: de fullblown vikingmetalband. Het podium is prima uitgedost met een gehoornde helm en veel steen, metaal en ontelbare vliegende vlammen vliegen je om de oren. Gewoontegetrouw start de band men met The Pursuit of Vikings en As Loke Falls en ook andere klassiekers zoals Cry of the Black Birds (vetste nummer van de set) en verplichte nummers als Deceiver of the Gods en Destroyer of the Universe ontbreken niet. Het wederom saaie Death in Fire wordt net als alle andere nummers goed gesmaakt door het talrijk opgekomen, bruingebrande publiek, dat tijdens Raise Your Horns gewillig de bevelen volgt. ‘Skol’, het zal wel zijn. (Zee)Bonkende Manowar met een pak meer kleren aan en death metal roots anno 2017, dit was Amon Amarth. (BAF)
Voor we allemaal naar Korn gaan kijken, trekken we nog één keer de tent in om Paradise Lost te bekijken. De Bloodbath-uitstap heeft zanger Nick Holmes de laatste tijd goed gedaan en ook van de komst van drummer Waltteri Väyrynen wordt veel verwacht. Het is echter wachten op de nieuwe plaat Medusa, maar dan nog is het vooral uit nostalgische overwegingen dat we beslissen om Paradise Lost te gaan bekijken natuurlijk. En of de nostalgici beloond worden! Pity the Sadness, Embers Fire en Enchantment uit de pre-One Secondfase zijn de hoogtepunten, met enkele fijne nieuwere nummers als leuke tussendoortjes (Faith Divides Us – Death Unites Us). Als afsluiter wordt gekozen voor The Last Time van mijn persoonlijk favoriete album Draconian Times, ik word er bijna een beetje emotioneel van. En toch, toch verlangen we nog naar As I Die, True Belief, Gothic en zovele andere klassiekers. Volgend jaar terugkomen a.u.b.! (BAF)
Ik was benieuwd… Dat was het overheersende gevoel bij de set van Korn op Alcatraz Hard Rock & Metal Festival. Zou deze headliner nog steeds kwalitatief in de oren klinken zoals dat in de jaren ’90 het geval was of werd dit compleet overrated, zoals we vandaag bijvoorbeeld ook een Trivium over de vloer kregen? Duidelijk niets van dat laatste, want Korn is die positie als headliner op Alcatraz duidelijk meer dan waard. De aftrap wordt gegeven door Rotting in Vain, dat op de plaat van vorig jaar staat en meteen in de verf zet hoe verdraaid luid en diepgaand deze band nog kan klinken na alle minder goede cd’s die doorheen de jaren zijn uitgebracht. Meteen volgt klassieker Falling Away From Me en het publiek heeft het begrepen: alle kracht moet eruit en iedereen moet compleet afgemat naar huis. En als de nummers je gewoon nèt iets minder doen, dan word je gewoon omvergeblazen door deze act.
Roterende schijnwerpers zorgen voor een indrukwekkend lichtspel en details zoals het oplichten van de letters ‘clown’, maken dat die track ook weer nèt iets meer overtuigingskracht meekrijgt. Dat Jonathan Davis slecht is met zijn publiek zijn duidelijk fabeltjes, want de man zorgt voor een heerlijke interactie en straalt gewoon uit dat Korn hier staat om de boel af te sluiten. Zelfs ten midden van zijn doedelzakstukje op Shoots and Ladders, kan hij het niet laten om de aanwezigen op te jutten. Een verdraaid prima spektakel dus, dat nog een paar hoogtepunten kent met Insane van de nieuwe plaat en de gekende encores Blind en Freak on a Leash. Het vuurwerk vertelt ons dan dat er een einde gekomen is aan de set van deze Amerikanen en geen mens zal vertellen dat het ook maar een tel verveeld heeft, of je nu lekker oldschool enkel naar hier kwam voor Venom of I Am Morbid, of enkel van traditionele heavy metal houdt of enkel van Doro (als dat kan). Korn is en blijft een monument in de muziekwereld en zowel de laatste plaat als dit optreden maken duidelijk dat er nog genoeg energie over is. Een prima afsluiter van de tiende editie van Alcatraz. Tot volgend jaar! (YP)
Lees ook het verslag van dag 1 en dag 2 van Alcatraz 2017.
Foto’s:
Datum en locatie:
13 augustus 2017, Kortrijk
Link: