Thy Catafalque – Vadak

Toen ik in 2018 sprak met Tamás Kátai, de Hongaarse man die momenteel in het Verenigd Koninkrijk vertoeft en de bezieler is van Thy Catafalque, wist de man niet of hij nog productief zou zijn in de komende jaren. Een interview dat op die manier wat eindigde in mineur na het prachtige Geometria, maar niets bleek minder waar. In 2020 verscheen het album Naivdat een behoorlijke folkstempel droeg en in volle corona verscheen er nog een EP en boxed set om toe te komen aan reeds de volgende langspeler Vadak. Iemand heeft zijn lockdown vakkundig besteed.

Ik vond voorganger Naiv best een goede plaat, maar op het vlak van diversiteit verkleurt het toch weer aardig bij deze nieuwkomer. Zo hebben we Tamás graag: muziek die alle kanten opgaat, maar toch ergens die eigenheid van de grootmeester bezit. Hier en daar zit er zeker nog wat folklore in, Köszöntsd a hajnalt zou haast geschreven kunnen zijn door een band als Eluveitie. Toch is dat eerder de uitzondering op de regel, want leg je opvolger Gömböc ernaast, dan klinkt alles compleet anders. Van atmosferische en technische death metal tot industrial gelaagde avantgarde met synthmelodiek die je overspoelt. Fijn om de brave man nog eens complex kwaad te horen en dat gebeurt ook in de vorm van thrash of progressieve death metal à la latere Death op Az energiamegmaradás törvénye. 

Eén van mijn persoonlijke favorieten op deze nieuwe plaat is Móló waar de gitaar- en synthlijnen wat met je hoofd spelen. Dat gaat over in een potje lekkere thrash en halverwege het nummer wordt dat genre weer losgelaten om een pak gitaarvirtuositeit aan de dag te leggen en vervolgens weer wat waverige synths op een industrial beat te presenteren. Het gaat alle kanten op, maar toch klopt het. Ik geniet zelf ook erg van een eerder jazzy avantgardistisch nummer als A kupolaváros titka, dat me dan weer meer doet terugdenken aan Geometria. Enkel is dit iets warmer en rustgevender gebracht. Het doet me meer dan de eerder genoemde melodische epiek die ook op Kiscsikó (Irénke dala) terugkeert.

We vergeten ook niet dat deze man toch ook wat black metal in zijn complexiteit moest aanbrengen op deze nieuwkomer. Onder andere op Szarvas en de titeltrack komt er in zekere mate toch een Burzum-gevoel op, niet in het minste geval door de krakende screams van deze man. Uiteraard zijn dat maar flarden. Een minuut later walst deze man je op het nummer Vadak door Arabische akoestiek, die gaandeweg gevoed wordt door mooie vrouwelijke vocalen, en met één van de zwaardere stukken op deze plaat aan het einde van het nummer. Het mag, want met het mooie en rustgevende Zúzmara kan je tot slot goed tot rust komen.

Je hebt van die platen die je aanraadt als tussendoortje of als rustgever op drukke dagen; dat is absoluut niet het geval bij Vadak. Heb je een saaie klotedag en zoek je instrumentele meerwaarde, draai deze dan grijs. Tenminste, als je het experimentele product van deze duizendpoot aankan. Het is immers onmogelijk om het in één hokje te duwen. Liever zo bij Tamás, om heel eerlijk te zijn, al wint deze nét niet van Geometria.

Score:

86/100

Label:

Season of Mist, 2021

Tracklisting:

  1. Szarvas
  2. Köszöntsd a hajnalt
  3. Gömböc
  4. Az energiamegmaradás törvénye
  5. Móló
  6. A kupolaváros titka
  7. Kiscsikó (Irénke dala)
  8. Piros-sárga
  9. Vadak (Az átváltozás rítusai)
  10. Zúzmara

Line-up:

  • Tamás Kátai – Alles

Links: