In een conventionele recensie heb je als recensent een taak om geluiden en de emoties die deze teweeg brengen om te zetten in woorden. Hierbij is een klankenbeeld schetsen het doel en dient er beargumenteerd te worden waarom dat de trommelvliezen stimuleert of men beter naar het geluid van krassende nagels op een schoolbord kan luisteren. Dit was dan ook mijn volledige intentie toen ik begon aan het recenseren van Rolo Tomassi’s vijfde langspeler Time Will Die And Love Will Bury It. Dat pakte echter anders uit.
In een conventionele recensie zou ik hier trachten wat soortgelijke bands op te sommen. Zo zou ik kunnen melden dat er een duidelijke The Dillinger Escape Plan invloed te bespeuren valt, al is het wat dramatischer dan dat. Daarnaast zijn er elementen van bands als Converge en Oathbreaker terug te horen. Zelfs wat minder in metal of punk gewortelde bands als The Mars Volta en Sigur Rós zouden gecrediteerd kunnen worden. Echter schieten deze vergelijkingen veelal tekort. De progressieve, experimentele, vaak grensoverschrijdende hardcore die Rolo Tomassi maakt, klinkt vooral heel erg als Rolo Tomassi. Dit is een band met een eigen sound.
Ik had dit aangevuld door enkele nummers individueel uit te lichten. Bijvoorbeeld: “Het negen minuten durende Contretemps is een tentoonstelling van meesterlijk vakmanschap: de opbouw die geconstrueerd wordt is immens lang, maar ondanks dit plagende karakter verslapt de grip die de band uitoefent geen moment. Als de climax dan uiteindelijk wordt bereikt, is de ontlading die volgt zo intens dat het haast ondraaglijk wordt.”. Het belichten van individuele nummers zou echter de indruk kunnen wekken dat deze schijf uit losstaande muziekstukken bestaat, maar niets is minder waar. Ja, er zijn tien afzonderlijke tracks te bekennen, maar de flow van dit album is zo bizar goed en coherent, dat het een grove misstap zou zijn om die uit volgorde of slechts deels te beluisteren. Tevens zou ik een pakkende metafoor plaatsen als: “Dit album is als een paling in een emmer snot: steeds als je denkt er grip op te hebben, glipt het tussen je vingers door en schiet het een onverwachte hoek in”. Deze lichtelijk banale manier van omschrijven is echter te tactloos voor een delicaat album als dit.
In een conventionele recensie was ik daarnaast dieper ingegaan op het muzikale vakmanschap en de rol van de afzonderlijke instrumenten binnen de kaders van het album in kwestie. Zo zou ik iets kunnen schrijven over de glasversplinterende en tegelijkertijd naar de hemel reikende vocalen van zangeres Eva Spence, over Nathan Fairweather en Tom Pitts die zich als ritme sectie moeiteloos navigeren langs polyritmiek en uitheemse maatsoorten, over Chris Cayford’s gitaarwerk dat een meesterlijke balans tussen de diepste duisternis en het meest oogverblindende licht strijkt, of over James Spence’s omgang met synths, die een bindende en bedwingende rol vervullen tussen al het hoekige en chaotische, en eens niet als nakomertje aanvoelen maar een essentieel onderdeel van het muzikale karakter zijn.
In een conventionele recensie had ik dat allemaal kunnen schrijven. Echter is dit geen conventionele recensie. Soms stuit je op een album dat je zo meedogenloos hard raakt, dat het bekijken hiervan door een kritische bril haast onmogelijk is. Time Will Die And Love Will Bury It is zo’n album voor me. Een inschatting maken van wat dit album bij anderen teweeg zal brengen is een moeilijke taak. In mijn persoonlijke optiek zou het uitstorten van al deze lof dit briljante werk nog altijd geen eer aan doen.
Ik worstel met het vinden van de juiste woorden. Wellicht kan dit als indicatie dienen voor hoe belachelijk hoog de kwaliteit van dit alles is. De beste muziek maakt iets in je los dat voorbij woorden gaat en niet simpelweg gevangen kan worden in een analyse. Dit album doet exact dat. De band balanceert meesterlijk tussen het grove en delicate, en trekt me hier 53 minuten lang genadeloos hard doorheen, terwijl ze een onbreekbare wurggreep op mijn emotionele staat uitoefent. Dit schaduwspel is bij vlagen zo ongelofelijk snijdend, dat het beluisteren ervan me soms te veel wordt. De melancholie loert ten alle tijden vanuit de schaduwen. Als het echter toeslaat, weet het mijn emotionele barrières meedogenloos hard af te breken en dwars door alle lagen van mijn ziel te snijden tot het de kern van alle onzekerheid, ongeluk en angst heeft bereikt. En ik laat het gebeuren.
Strijdend met mijn persoonlijke demonen ga ik het zwarte in, tot ik in complete duisternis ben gehuld, waarin ik richtingloos ronddwaal. Juist als ik de absolute bodem heb bereikt, strekt Rolo Tomassi de hand uit en wijst me de weg richting het licht. De pijn van de eerste, felle zonnestralen die mijn netvlies raken is de zoetste, meest welkome pijn die ik ooit zal voelen. Maar daar stopt het niet. Juist als ik denk dat mijn gemoedstoestand gestabiliseerd is, lift het me op, voert het me mee voorbij de sterren en zoekt het de rand van het universum op, om me daar extase te geven. Dat alles doet het in een tijdsbestek van enkele minuten. Als dat niet alle noodzaak voor een statische, muzikale ontleding wegneemt, dan weet ik niet wat wel.
Ik ben me er van bewust dat het bovenstaande ongetwijfeld als een hoop pretentieuze, uit de hoogte gegrepen nonsens zal klinken voor velen, maar dat is me om het even. Muziek zoals deze is zeldzaam en verdient een recensie waarbij de rauwe emotie wordt blootgelegd, hoe kwetsbaar dat ook kan zijn voor mij als recensent. Rolo Tomassi drijft zichzelf met Time Will Die And Love Will Bury It creatief naar het uiterste en de resultaten die dit oplevert zijn verbluffend. Deze plaat vloert me. Elke luisterbeurt weer. Meer dan dat kan ik niet vragen van muziek. Wellicht dat de band zelf mijn mening nog wel het beste weet te vangen in het afsluitende Risen:
“It’s not a thing I sought to seek, and then it knocked the breath from me.”
Score:
93/100
Label:
Holy Roar Records, 2018
Tracklisting:
- Towards Dawn
- Aftermath
- Rituals
- The Hollow Hour
- Balancing The Dark
- Alma Mater
- A Flood Of Light
- Whispers Among Us
- Contretemps
- Risen
Line-up:
- Eva Spence – Vocalen
- James Spence – Vocalen, synthesizer
- Chris Cayford – Gitaar
- Nathan Fairweather – Basgitaar
- Tom Pitts – Drums
Links: