Nile – The Underworld Awaits Us All

The Underworld Awaits Us All start met loodzware doomriffs, gevolgd door waanzinnig snelle drumsalvo’s en een zeer geslaagde vocale wisselwerking door een dubbele-vocalencombo (diepe grunt en kelige growl). Technisch en bruut, zo kennen we Nile wel natuurlijk. Af en toe wordt er ritmisch geëxperimenteerd met atypische, fris-frivole keuzes en even is er zelfs een kort heavymetalriffje te horen. Dat scherpt de aandacht alvast aan, maar de band keert toch al gauw weer terug naar de over-the-top virtuoze en vingervlugge leads en solo’s in die onnavolgbare Nile-stijl. De brutaliteit komt hier ook wel van de vocalen, die wel heel prominent in de mix staan.

Het meebrulgehalte ligt duidelijk lager dan bijvoorbeeld op Those Whom the Gods Detest en je hoort ook veel meer chaos in alle gelederen van de muziek, waardoor je als luisteraar moeilijk houvast vindt. Dat de metal voorrang krijgt op de sfeerzetting is hier echt wel duidelijk, want ik hoor letterlijk geen enkel Egyptisch thema voorbijkomen. De drums van Kollias roffelen en timmeren dat het een lieve lust is en vullen alle leegtes op die de gitaren hen laten, al zijn die leegtes moeilijk te vinden, want dit nummer zit echt potdicht. Met een rotvaart krijgen we brute death metal aan hoog tempo voor de kiezen, gelukkig met hier en daar een kort zijsprongetje. De focus ligt hier echt wel op verpletterende brutaliteit. Een zeer stevige en intense opener, maar eentje met iets te weinig houvast om lang te blijven hangen.

U merkt het al: ik heb er bewust voor gekozen om het nieuwste album van Nile niet in te leiden. Want geef nu toe: Nile behoeft toch geen inleiding? Nile is namelijk een icoon, een steunpilaar van de Amerikaanse metal-undergroundtempel. De zwaarste band van de nieuwe wereld (en dat mag u gerust uitbreiden naar de rest van de planeet) blies vorig jaar dertig kaarsjes uit en toonde in 2019 met Vile Nilotic Rites nog maar eens aan dat deze veteranen van de Amerikaanse deathmetalscene nog steeds niets aan technische uitmuntendheid en loodzware brutaliteit hebben ingeboet. Meer nog, Vile Nilotic Rites was een explosie van monumentaal bombast met een glasheldere maar tevens messcherpe productie, bijtende riffmolestaties, capriolerende leads, strak en mastodontisch drumgeweld en gevarieerde vocale excrementen. Nile is sowieso een imposante band en al ben ik, als het op death metal aankomt, bijzonder selectief, Karl Sanders en de zijnen slagen er elke keer weer in om me te overrompelen met hun meer dan geslaagde mix van bruut geweld, gitaartechnische hoogstandjes en Oosterse sferen.

Nile bewijst al sinds klassieker Amongst the Catacombs of Nephren-Ka (1998) dat het tot de top van de deathmetalscene behoort en daar ook bovenuit steekt. Album na album streven ze de perfectie na, al wijken ze zelfs 26 jaar na hun debuutalbum nog steeds niet af van hun typische speelstijl. Dat Nile elke keer weer zoveel indruk weet te maken, en dat is zeker ook het geval voor Vile Nilotic Rites, heeft ook te maken met het volle, loodzware, robuuste geluid dat ze voortbrengen: het lijkt wel alsof opperfarao Karl Sanders (in zijn Serpent Headed Studios) er bewust voor kiest om geen remmen op de productie te plaatsen, om zo alle instrumenten (én de vocals) zo groots en krachtig mogelijk te laten overkomen. Het past allemaal binnen het unieke concept waar Nile voor staat: de Egyptische geschiedenis en mythologie (met een vleugje H.P. Lovecraft) tot leven wekken met monumentale en steenharde death metal, technisch maar vol gevoel én met een verhaal. Want dat maakt van Nile nu net een band van wereldformaat: hun muziek is niet vrijblijvend, maar wordt uitgewerkt rond het centrale thema, dat terugkeert in korte sfeerstukjes en in de lyrics, maar ook magistraal geïntegreerd wordt in de muziek. Egypte is het stokpaardje van voorman Karl Sanders. De man heeft een uitgesproken fascinatie voor de Egyptische beschaving en andere antieke, Midden-Oosterse culturen. Lezers/luisteraars die ook geïnteresseerd zijn in traditionele Egyptische/Oosterse muziek kan ik zeker zijn ambient project aanraden!

The Underworld Awaits Us All is Niles tiende album en na het uitstekende Vile Nilotic Rites ligt de lat alvast heel hoog. Sanders geeft zelf aan dat de bandleden in de aanloop naar het nieuwe album unaniem hadden afgesproken om nóg hoger te mikken op vlak van songwriting, instrumenthantering, productie en cohesie tussen de nummers. Een stap vooruit, maar trouw blijvend aan de muzikale traditie van Nile. The Underworld Awaits Us All is volgens de band ook een terugkeer naar de basis: de nadruk ligt meer op de metal zelf en alle elementen die de luisteraar zouden afleiden van de bedoeling van de nummers, werden per direct naar de vuilbak verwezen. En last but not least: alle individuele elementen (instrumenten en vocalen) zijn in de productie gelijkwaardig behandeld, want “ze verdienen het om gehoord en gewaardeerd te worden”. Mooie woorden en een lovenswaardig uitgangspunt, maar als liefhebber van de wat meer “filmische” aspecten van deze band (de epische grandeur van de meer symfonische elementen en de dreigende mystiek van Duizend-en-één-Nacht) stel ik mij daar ook de nodige vragen bij. Op zoek naar antwoorden dus.

De line-up bestaat nog steeds uit oudgedienden Karl Sanders en George Kollias, aangevuld met gitaristen Brian Kingsland en Zach Jeter, en Dan Vadim Von (Morbid Angel) op basgitaar (hij vervangt Brad Parris). Eén gitarist extra dus in vergelijking met het vorige album en zo rijst de vraag of dit album nóg iets meer impact zal hebben dan zijn illustere voorgangers. Benieuwd!

Potverdorie, nu heb ik toch een inleiding geschreven… Ach ja, deze band en zijn bijzondere aanpak verdienen het natuurlijk wel om eens in de bloemetjes gezet te worden. Hun Egyptische leidmotief is alleszins uniek en niet zo voor de hand liggend binnen het genre, en hetzelfde mag ook gezegd worden van tracktitels als Chapter for Not Being Hung Upside Down on a Stake in the Underworld and Made to Eat Feces by the Four Apes. Serieus? Het onderwerp van dit nummer werd door Karl Sanders gevonden in het Egyptisch Dodenboek en dat is niet de eerste keer. Blijkbaar heeft hij de gewoonte om bij de start van het schrijfproces van een nieuw album één van zijn vele kopieën van het Dodenboek te nemen en het te openen op de plaats waar het vanzelf openvalt en dan een nummer te wijden aan het hoofdstuk dat op dat moment zichtbaar is. Zo mogelijk is de start van dit bizar getitelde nummer nóg woester dan die van het openingsnummer. De snelheid ligt doorlopend heel hoog en Nile zorgt er middels korte, herhaalde microriffs voor dat er een gevoel van nervositeit ontstaat. Opvallend hier zijn de overduidelijke thrashinvloeden, vooral in het ritme, maar zelfs in de vocalen krijgen we een hoge schreeuw à la Slayer te horen. De stembanden zijn duidelijk goed gesmeerd om deze aanslag te kunnen overleven, want het is soms bijbenen om alle lyrics er op tijd uit te kunnen spuwen. Het is trouwens wel fijn om te horen hoe de stem soms ondersteund wordt door een nóg grovere ondertoon, wat voor een beestachtig effect zorgt. Opnieuw een track waarbij je aan het eind naar adem snakt. En Nile houdt woord: tot nu toe geen symfonisch bombast en geen Oosterse sfeerelementen, maar enkel verpletterend brute death, aan een heel hoog tempo en op een al even hoog niveau. Hier klopt het inderdaad ook dat de gitaren, de drums én de stem op een zelfde niveau in de mix staan.

Op het korte To Strike with Secret Fang nemen de hoge leads duidelijk het voortouw. Daarnaast zorgen de drums van George Kollias door hun aanhoudende geratel en geroffel voor een meedogenloze onderlaag, waardoor op adem komen een illusie wordt. Het lijkt wel de deathmetalversie van Behemoth ten tijde van Demigod. Het nummer vliegt als een vuurpijl van begin naar einde en is duidelijk doelgerichter dan de vorige twee nummers. Ondertussen rijst de vraag of Nile ons aan deze rotvaart alle nummers door de strot gaat rammen en vooral of we dat fysiek en mentaal wel aankunnen. Elk nummer lijkt wel een veldslag: wat een algehele auditieve verwoesting! Op het einde van dit stormachtige nummer is het echt even naar adem happen. Alweer. To Strike with Secret Fang komt nog wat extra uit de verf als je bovenstaande video erbij neemt. Veel plezier ermee!

Het is duidelijk dat Nile zich op technisch vlak nog steeds op de top van zijn kunnen bevindt, al is de toon op dit album organischer en iets minder clean en hard dan op het voorgaande. Ik ken niet veel wijnen die na dertig jaar nog steeds in kwaliteit toenemen, maar deze cuvée uit South Carolina beschikt dan ook over uitzonderlijke kwaliteiten. Meesterschap en agressie is er in overvloed op The Underworld Awaits Us All, en met zo’n titel mag het ook allemaal wat donkerder en harder klinker, maar na drie nummers blijft het toch wachten op wat ik een “earcatcher” zou noemen: een moment in de muziek dat de aandacht trekt. Op Vile Nilotic Rites waren die momenten makkelijker te vinden (neem er gerust het sublieme Seven Horns of War even bij). Gelukkig is het bij nummer vier wel raak, al is het wachten tot het einde van het nummer vooraleer het zich volop weet te onderscheiden. Naqada II Enter the Golden Age (Naqada II of de Gerzeh cultuur verwijst naar artefacten die werden gevonden in een 4500 jaar oude, prehistorische begraafplaats) brengt ons vrij traditionele, “Ithyphallische” death metal:  superstrakke, destructieve, bijna onmenselijke drumrazernij en gitaren die als loden hakmessen doorheen de ether snijden maar uiteraard ook weer even op geniale wijze moeten soleren. Neem er gerust de lyrics even bij, dat maakt het allemaal nét iets overzichtelijker. Het wordt pas écht geniaal na de solo, wanneer “We’ve Got to Cleanse The Black Earth” door de band én een vrouwenkoor (heeft Nile dit ooit eerder gedaan?) wordt herhaald. De combinatie van beide zangstijlen werkt hier perfect (dat had ik nooit geloofd als ik het niet eerst had gehoord) en geeft de muziek effectief extra cachet.

Het meezingmomentje hebben we nu dus ook gehad en we werden al overmatig verwend met beestachtig brutale death metal. The Pentagrammathion of Nephren-Ka, een verwijzing naar zowel H.P. Lovecraft als het debuutalbum, voegt vervolgens het laatste stukje van de Nile-puzzel toe: traditioneel Oosterse klanken die je even doen wegdromen, waarna Overlords of the Black Earth ons weer met de voetjes in het hete woestijnzand zet. Of is het de zwarte aarde, ondertussen gezuiverd door de elite van Naqada II? Volgens de tekst van dit nummer zouden de overlords waarvan sprake beschikken over de “ondoofbare zwarte vlam” en hetzelfde lijkt te kloppen voor de vijf heren, die ons opnieuw overspoelen met snel voeten- en vingerwerk. Toch is Overlords of the Black Earth veelzijdiger dan zijn voorgangers. Halverwege het album leek de tijd blijkbaar rijp voor een korte synthese, want dit nummer vat de eerste vier nummers prima samen en breidt het spectrum ook nog eens uit. Er is duidelijk meer afwisseling te horen hier: naast de snelle stukken horen we nu ook enkele mid-tempo passages, waardoor de doodse gromvocalen (recht uit de sarcofaag!) nog beter tot hun recht komen. Ook het koor is terug met haar theatrale grandeur. Toch een geslaagde toevoeging. Er wordt frequent gewisseld met het ritme én het tempo en dat gebeurt allemaal heel chaotisch en onvoorspelbaar, zoals we dat van deze band kennen.

Ondertussen valt ook op dat er niet alleen naar gestreefd is om alle instrumenten en de stem evenwaardig te benaderen. Hetzelfde geldt namelijk voor de lyrics, die een essentieel en relevant onderdeel van de muziek vormen. Met de toevoeging van het koor heeft Nile ondertussen al zijn ingrediënten verzameld. Daarmee bereidt het nu kraker na verpletterende kraker. Under the Curse of the One God is een afmattende pletwals die geen afwisseling of interne balans ambieert, maar gewoon heerlijk lompe death metal wil brengen. Ik ben er trouwens zeker van dat er drummachines bestaan die minder snel en strak spelen dan George Kollias. Enorm indrukwekkend! Het nummer brengt zijn verhaal over afvallige volkeren en een toornige godheid met beestachtige horten en stoten. Wie heeft ooit beweerd dat Nile het de luisteraar gemakkelijk maakt? Chaos, dood en verdoemenis, dat is hun doctrine. En dat brengt ons dan naadloos bij Doctrine of Last Things, dat enkele slepende en jankende passages toevoegt (dit doet toch wel opvallend veel aan Morbid Angel’s Where the Slime Live denken) en ook nog opvalt door op het einde vrouwelijke vocalen als tweede stem toe te voegen.

Nile toont op The Underworld Awaits us All dat het moeiteloos kan teren op jaren ervaring, dat het niet significant afwijkt van zijn gevestigde stijl en zelfs terugkeert naar de basis van het genre, maar toch weet te evolueren, met name inzake technische beheersing. Daarnaast is het motto op deze plaat zeer duidelijk “minder nadruk op de sfeerschepping, maar meer metal“. Dat leverde tot nu toe vooral veel snelheid, bombast en brutaliteit op, maar wie ondertussen toch snakt naar eens iets anders, vindt waarschijnlijk zijn gading bij het meer dan zeven minuten durende True Gods of the Desert. Het is het meest opmerkelijke nummer van dit album, waarin Nile kiest voor een aangenaam in het gehoor liggende, melodische aanpak, gecombineerd met broeierige doomdeath-riffs (zeker in combinatie met die wat vochtige vocalen kom ik toch weer bij Where the Slime Live uit) en intens soleerwerk met veel gevoel. Het op zich al indrukwekkende vocale arsenaal wordt daarnaast aangevuld met meeslepende cleane zang. Ondanks deze minder verwoestende aanpak voelt True Gods of the Desert toch dreigend en beklemmend aan, maar dan te gepasten tijde met een welkom catharsis-momentje. Een nummer dat voor meerwaarde zorgt.

We naderen het einde van het album en nu pas krijgen we het titelnummer te horen, dat ook nog eens het langste nummer van het album blijkt te zijn. Monumentaal is het ook, groots als de farao Ramses II, verschrikkelijk als de god Apophis en massief als de Piramide van Cheops. De rode draad doorheen het verhaal van de onvermijdelijke afdaling naar de onderwereld is het zinnetje “It is written”, dat de luisteraar als een reeks olielampjes doorheen de labyrintische gangen van dit deathmetalmausoleum loodst. Het zal wel weer toeval zijn, maar net als bij Overlords of the Black Earth voelt dit aan als een synthese van al het voorgaande: een illustratie van potentie en perspectief door een band die eigenlijk al alles heeft bewezen. De solo’s janken nog iets overtuigender, George Kollias heeft nog een stel extra armen gevonden en de drie keelbeulen annex theatrale dame halen het kwaadaardigste uit hun stembanden. Gewoon heerlijk. “The True Home is the Underworld which Awaits Us” – het stond in hiëroglyfen gebeiteld.

Instrumentaal betekent bij Nile niet altijd ambient of symfonisch. Op Lament for the Destruction of Time is geen letter tekst te horen, maar de gitaren jammeren en janken een verstikkend klaaglied, uitgespreid als een weidse horizon waarachter de zon voor altijd is ondergegaan. “Destruction of Time” mag je hier letterlijk nemen, want nadat de vrouwelijke lamentaties zijn uitgestorven haalt Kollias zijn meest destructieve mokerslagen boven. Je hoort ook letterlijk hoe alles tot puin vergaat. Papyrusrollen toe, de poorten naar de onderwereld dicht. Nile kwam en Nile liet geen spaander heel.

Wie, net als ik, houdt van het pompeus orkestrale en klassiek-ethnische element in Nile, zal mogelijks Vile Nilotic Rites prefereren boven The Underworld Awaits Us All, maar zelfs de meest kieskeurige criticus zal het technische meesterschap in het nieuwe album moeten erkennen en de gemaakte keuzes, hoe atavistisch ook, moeten respecteren. Nile keert op The Underworld Awaits Us All in zekere zin terug naar de roots, maar dan eerder van het genre dan van de eigen discografie. Je krijgt als luisteraar proportioneel alleszins meer death metal te horen en dat gaat dan ten koste van wat ik dan maar de “omkadering” zal noemen. Het album start adembenemend (in letterlijke zin dan) en zeer massief, maar wordt naar het einde toe toegankelijker. Wie zijn death metal graag rauw lust en niet vies is van een stukje thrash kan ik Chapter for Not Being Hung Upside Down on a Stake in the Underworld and Made to Eat Feces by the Four Apes aanraden, wie houdt van wat meer sfeer kiest dan beter voor True Gods of the Desert. Voor elk wat wils dus? Niet helemaal, want wie symfonische grandeur wil horen kan ik enkel maar Seven Horns of War aanraden. Maar dat nummer staat op het vorige album.

The Underworld Awaits Us All is een interessante stap in de discografie van Nile, maar wel eentje die de fans zal verdelen vermoed ik.

Score:

85/100

Label:

Napalm Records, 2024

Tracklisting:

  1. Stelae of Vultures
  2. Chapter for Not Being Hung Upside Down on a Stake in the Underworld and Made to Eat Feces by the Four Apes
  3. To Strike with Secret Fang
  4. Naqada II Enter the Golden Age
  5. The Pentagrammathion of Nephren-Ka
  6. Overlords of the Black Earth
  7. Under the Curse of the One God
  8. Doctrine of Last Things
  9. True Gods of the Desert
  10. The Underworld Awaits us All
  11. Lament for the Destruction of Time

Line-up:

  • Karl Sanders – Stem, gitaar, keyboards
  • George Kollias – Drums
  • Brian Kingsland – Gitaar, stem
  • Zach Jeter – Gitaar, stem
  • Dan Vadim Von – Basgitaar

Links: