LO! – The Gleaners

LO! is een Australische sludge, post-metal, hardcoreformatie met twaalf jaar aan levenservaring op de teller. Het vierde album The Gleaners is het te bespreken werk. Eerder bereikte ons op de redactie het debuutalbum Look And Behold, het opvolgende Monstrorum Historia en de EP The Tongueless. Het derde album Vestigial is dan weer niet voorzien van een recensie. Tijd om het vierder album wel van een recensie te voorzien, want dat verdienen deze heren. Toch?

Pelagic Records is het label van dienst. Zoals eerder al opgemerkt in de voorgaande recensies is dit wel degelijk een kwaliteitslabel met interessante bands. Om er een aantal te noemen: WHORES, Year Of No Light, LLNN, MONO, The Ocean, Psychonaut, BRIQUEVILLE en God Is An Astronaut. De kenner weet dan al in welke hoek we LO! ongeveer kunnen plaatsen. Laat ik voorop stellen dat er een heel concept aan het album The Gleaners vastzit. De tekstuele inspiratie vanuit een middeleeuwse ruilgebeurtenis tussen iemand van een lage sociale klasse en de adel, waarbij graan en levensonderhoud een rol speelden. En dit dan vanuit een modern, hedendaags perspectief bezien. De muziek zelf heeft meer mijn aandacht, dan dit tekstuele concept. Maar ik denk dan maar, ieder het zijne, jij het jouwe en ik het mijne.

Het is niet direct evident dat LO! de snelheidstrein neemt op dit album. Zo leren we ook vanuit het plaatwerk en de bijbehorende recensies die eerder zijn verschenen. Desondanks kan de band echt wel eens een keer stevig hoeken, smijten en bijten, maar niet zoals we dat recentelijk bijvoorbeeld hoorden op de laatste Allfather – A Violent TruthIn dat vergelijk drukken deze heren de sludge stempel ook maar lichtjes op deze muzikale creatie. Wel horen we een afwisselend vocaal gebruik variërend tussen gruntscreams, geprevel en gefluister en in sommige gevallen gebulder. Aangenaam daarbij is het feit dat er meerdere lagen aan vocalen over elkaar heen zijn opgenomen. De ritmedynamiek valt eveneens op, zo is het stilistisch gezien een afwisseling tussen hardcore, death en her en der een klein beetje grind. Luister maar eens naar het hier toegevoegde Our Fouling Larder dat het luisterfestijn opent en toch behoorlijk van wal steekt! Vertragen doet de band ook dikwijls, om zo de dikke bastonen echt goed tot zijn recht te laten komen. We krijgen dan eveneens wel het gevoel alsof we door een partij bakstenen geraakt worden. Dit komt behoorlijk rauw op het smoelwerk aan. Desondanks is het geluid goed glad gestreken, dat wil zeggen, we horen de rauwheid van de instrumenten, maar zonder gruizige korrel of laag. Op het tweede gedeelte van het album krijgen we wat meer post-metalinvloeden te horen. Maar het is met name het afsluitende gedeelte van Rat King wat onze aandacht het meeste opeist. Trage, gewelddadige muziek die een behoorlijk dwingende onderlaag laat horen.

Vervolgens breekt het titelnummer het album definitief open, in eerste instantie met een gesproken woord, om er vervolgens wat meer stamina tegenaan te gooien. De heftige brul is daar leidend in. De Aussies weten ook mooie klanken tussen het brute geweld te verweven, bij de niet oplettende luisteraar kan dit potentieel tot enige verwarring leiden als de grove brul en gitaarcadans vrij plots zijn intrede doet. De uitvoering is in ieder geval sterk, we waarderen ook de neerslachtig klinkende gitaarriffs in het geheel. Dit brengt net wat extra diepte, zeker als een moment van dikke ruis het einde van dit nummer aankondigt. Zoals reeds al eerder beschreven is het tweede gedeelte van het album van een andere orde, met name het nummer Pareidolia . In zijn algemeen wat rustiger op instrumentaal gebied. Het stemgebruik is hier ook op afgestemd, we horen niet alleen gruntscreams, maar bijvoorbeeld ook wat meer zuivere zangstijlen.

Kleptoparasite trekt wel gelijk stevig van leer en laat met dreunende midden passages mijn werkbureau op en neer bewegen (of was ik het zelf?). Nee dit smaakt mij dan toch wel net iets beter, dan het rustige(re) werk. Desondanks kent dit nummer evengoed ook een rustpunt om vanuit daar weer op te bouwen naar een ruwe climax. Een traag en haast dreinend einde is wat ons ten deel valt.

Het woest klinkende Cannibal Culture draagt dan in eerste instantie wat meer sludge adoratie aan, om vervolgens wat richting deathmetal georiënteerde gitaarriffs en drumwerk te verschuiven. Het is meer dan duidelijk dat LO! zich niet snel laat vangen. Het laatste nummer Mannons Horn is dan juist weer heel dynamisch van aard met een spannende opbouw en een zeer prominent basgeluid. De vertraging na een paar minuten is echt subliem uitgewerkt en na een tijdje schakelt de leadgitaar weer bij om wat spanning aan het nummer toe te voegen. Tegen de vijfde minuut vallen er dan ook nog zuivere vocalen in die wonderschoon het nummer tot een haast enigmatisch einde brengen. Is het nog noodzakelijk om toe te lichten dat we dit een hele toffe, zeer afwisselende plaat vinden? Of weet u zo voldoende?

Score:

85/100

Label:

Pelagic Records, 2023

Tracklisting:

  1. Our Fouling Larder
  2. Salting the Earth
  3. Deafening Bleats of Apathy
  4. Rat King
  5. The Gleaners
  6. Pareidolia
  7. Kleptoparasite
  8. Cannibal Culture
  9. Mannons Horn

Line-up:

  • Adrian Shapiro – Bas
  • Adrian Griffin – Drums
  • Carl Whitbread – Gitaren
  • Sam Dillon – Zang

Links: