Ik heb het geprobeerd, maar ben schromelijk in mijn missie gefaald… Ter voorbereiding van dit nieuwe album van onze Belgische blackmetalgigant Déhà had ik het plan opgevat om alle voorgaande albums van zijn hand – weliswaar enkel binnen het project dat zijn eigen naam draagt – te beluisteren, om zo een beeld te krijgen van de positie die Nethermost & Absolute Comfort in het oeuvre van Déhà precies inneemt. Het was vooral de bedoeling om stilistische gelijkenissen en verschilpunten met al die andere albums te kunnen identificeren. Daarom was het dus zeker niet noodzakelijk om elk album in zijn totaliteit te gaan beluisteren, zo concludeerde ik. Gelukkig maar, want Déhà schrijft maar zelden korte albums en heeft zelfs de neiging om uitzonderlijk lange nummers te componeren (die soms tot meer dan een uur lang kunnen duren). Ik zou ook enkel maar de full-length albums beluisteren, zo besliste ik even later, want die zouden op zich toch al een goed beeld vormen van zijn artistieke evolutie. Ik startte met het vorige Déhà-album, Immerse in the Ether (dat geen bespreking kreeg op Zware Metalen trouwens) en werkte zo terug in de tijd. Uiteindelijk heb ik het uit tijdsnood (het nieuwe album is ondertussen al eventjes uit) na twintig albums opgegeven. En dat zijn dus nog alleen maar de platen die uitkwamen tussen nu en 2021…
Déhà richtte zijn gelijknamige soloproject op in 2018 en zit met Nethermost & Absolute Comfort ondertussen aan full-length album nummer 45. Ik denk dat dit wel genoeg zegt over hoe productief deze man precies is. Of zoals collega Bart Alfvoet ooit schreef in zijn recensie van A Fleur De Peau – III – A Fire That Does Not Burn: “Déhà is een actieve baas, (…) die volgens mij geen dag doorkomt zonder dat hij muziek componeert”. Volgens mij is dat in zijn geval inderdaad gewoon de realiteit. En dan is Déhà nog niet eens zijn enige project. U kent hem waarschijnlijk vooral van zijn werk bij andere bands, zoals Cult of Erinyes, Silver Knife, Oerheks en Wolvennest.
Waar depressive black en doom metal elkaar ontmoeten, daar excelleert Déhà. Dit is de uitlaatklep van een man die zijn innerlijke demonen probeert te vangen in een extensief, complex web van funeral doom metal, DSBM, atmosferische black metal, dark ambient en gothic rock. Elk album vertelt eigenlijk zijn eigen verhaal en elk album is ook weer een beetje anders; Déhà volgt hierin duidelijk zijn persoonlijk gevoel van het moment en construeert elke keer weer een nieuw, verwrongen epos rond de thematieken van verdriet, depressie, wanhoop, ontgoocheling, zelfhaat, zelfverminking en dood. Want hoewel er behoorlijk wat variatie schuilgaat in het oeuvre van Déhà, is er toch één constante: zijn muziek is doordrongen van negatieve gevoelens…
Negativiteit is ook het leidmotief van Nethermost, het eerste van twee monumentale nummers op Nethermost & Absolute Comfort (u begrijpt het al: de albumtitel is eigenlijk gewoon een samenvoeging van de namen van beide nummers). Nethermost staat voor 45 minuten muzikale depressie; één ellenlange, diep uitgesponnen, slepende brok ellende. Krop in de keel, steen in de maag, en dat van bij de eerste noten. Elke droge slag op de toms is een schep aarde op het graf, elke doffe klop op de basdrum een (net niet) laatste hartslag, elke losse beroering van het cimbaal een doorprikte illusie. Laat gerust uw tranen vrijelijk de loop: Déhà brengt absoluut geen hoop, maar geeft wel een stem aan uw meest donkere zielenroerselen. In die stem hoor je de rauwheid van gesmoord verdriet, de grofheid van opgekropte woede, maar ook de vreemde schoonheid van oprechte wanhoop: Déhà brengt dit zo natuurlijk naar voren dat je je als luisteraar ernstig zorgen begint te maken over zijn mentale gezondheid. De zang klinkt bij momenten bijna sacraal en hier en daar doet het me zelfs onwillekeurig denken aan Tijs Vanneste bij het ter ziele gegane Oceans of Sadness (vooral naar het einde toe van het nummer). Wanneer Déhà zichzelf volledig loslaat in zijn cleane zang en de synths ook nog eens een extra laag melodische mystiek toevoegen, is het resultaat even treurig als wondermooi. En misschien ook wel louterend, al blijft er toch steeds een bittere smaak achter.
De gitaren ondersteunen al deze sterke emoties met een massieve muur van loodzware distortie, maar zorgen in de diepere vocale stukken ook voor een subtiel, melodisch tegengewicht. Déhà improviseert daarnaast met eenzaam, maar prachtig soleerwerk. Door al deze elementen samen te voegen creëert hij een enorme diepgang in zijn muziek.
Nethermost heeft uiteraard meer dan voldoende tijd om langzaamaan te evolueren, maar dat merk je dan toch vooral in de vocalen vind ik. Steeds vaker gaat het stemgeluid de extremen opzoeken: van onpeilbaar diepe, gruizige grunts tot pijnlijk hoge schreeuwen en gillen, al dan niet door elkaar heen. Hoe verder het nummer vordert, hoe meer krankzinnigheid er in het stemgeluid sluipt, maar ook hoe meer de synths met hun majestueuze atmosferen op het voorplan treden. Zo culmineert Nethermost traag naar zijn einde en bloeit het open tot een overweldigend, omvangrijk, groots, grotesk monster dat de luisteraar met zijn onstopbaar pessimisme (onderstreept door troosteloze violen) langzaam maar zeker de dieperik in trekt.
Déhà klonk na Par le sang et la fin nooit meer zo donker, zo bruut, zo destructief en zwaarmoedig. Tot nu. Absolute Comfort moet zijn naam ergens gestolen hebben, want na Nethermost slaat de sfeer helemaal om, en niet echt in positieve zin. Eerst glijden we af naar duistere maar rustige sferen met akoestische gitaar en sonore keelgeluiden, maar dan wordt al die opgekropte woede toch losgelaten. Niet dat daarvoor het tempo omhoog gaat, wel integendeel. Dit is funeral doom in zijn meest massieve en brute vorm, vormgegeven door dezelfde verwrongen gitaardreunen als op Nethermost en naar hogere sferen gebracht door melodische synthsluiers, die het geheel een bijna sacraal gevoel meegeven. Déhà zet daar zijn diepste grommen en meest gepijnigde lamentaties tegenover. De deceptie is niet verdwenen, maar klinkt vooral boosaardiger en dreigender. De drums duwen vervolgens het tempo even omhoog met een beukende drumcadans, waardoor Absolute Comfort nog minder comfortabel gaat klinken. Het nummer is stilaan uitgegroeid tot een mastodont van epische proporties, grimmig en pikzwart, en de transcendente verplettering blijft nu crescendo gaan tot het bittere einde, dat door zijn plechtig-ceremonieel klinkende synths een enorm groots karakter meekrijgt. Hoe indrukwekkend om dit indrukwekkende album mee te eindigen! De sample op het einde had wat mij betreft dan ook niet gemoeten.
Lood in het lichaam, lood in de geest en lood in het hart. Zo voelt dit aan. Het kortere (“slechts” 27 minuten) Absolute Comfort is moeilijk tot het einde vol te houden. En eigenlijk geldt hetzelfde voor Nethermost. Ik zou mezelf nu niet als de eeuwige optimist beschrijven, maar zoveel pessimisme en onheil is wel moeilijk te bevatten, en al zeker als het 72 minuten lang blijft duren. Hier werd ik oprecht heel erg ongelukkig van: neerslachtig, zwartgallig, depressief zelfs, ziek en ongemakkelijk.
Nethermost & Absolute Comfort geeft ons een unieke inkijk in de ziel van Déhà, maar verwacht niet dat u hier plezier aan zal beleven. En laat net dat het opzet van dit album zijn. Wie fan is van de band moet echt dringend op zoek gaan naar een grotere CD-kast en liefhebbers van DSBM en funeral doom kunnen zich dankzij deze plaat weer volop wentelen in treurnis en zelfhaat. “Geniet ervan.”

Score:
85/100
Label:
Naturmacht Productions, 2025
Tracklisting:
- Nethermost
- Absolute Comfort
Line-up:
- Déhà – Alles
Links: