Even voorstellen: Crimson Moon is een symfonisch-occult blackmetalviertal dat eind augustus zijn vierde full-length uitbracht onder het uitstekende label Debemur Morti (onder andere Blut aus Nord, Archgoat, Arkona, Behexen, Inferno…). Oorspronkelijk (1994-1997) was de band gevestigd in Amerika (Californië), waar de originele bandleden Scorpios Androctonus (ex-Acherontas, ex-Melechesh, ex-Demoncy) en Nocturnal Overlord vandaan komen. Sinds 1998 is Crimson Moon echter verhuisd naar Duitsland. De debuutplaat To Embrace the Vampyric Blood (1996) was een lekker ouderwets occult blackmetalalbum in de sfeer van pre-Wolfheart Moonspell, Drep de Kristne-era Troll en de oude Emperor-demo’s. De belangrijkste kenmerkende elementen hier waren het veelvuldig gebruik van synths (vooral veel orgelklanken) en “sfeergeluiden” (kerkklokken, huilende wolven, akelige orgelmuziek, onweer, dat soort zaken), hoge krijsende vocalen, laag en spookachtig gesproken woord (zoals Cradle of Filth dat vroeger ook wel eens durfde te gebruiken) en veel tempoverschillen tussen de nummers. Na een veel te lange periode van inactiviteit (tussen 1997 en 2005) werd stichtend lid Nocturnal Overlord aan de deur gezet. In 2005 werd dan de demo-compilatie Under the Serpentine Spell op de wereld losgelaten, een album dat vooral opviel door zijn lange instrumentale, symfonische en sfeeropbouwende stukken. Ik denk dat er meer orgelmuziek op te horen was dan gitaarmuziek, maar dat vond ik persoonlijk niet echt een probleem aangezien het toch een aangenaam luisterstuk was. Het metalgedeelte was een amalgaam van allerlei invloeden: oude Cradle of Filth, Emperor, Enslaved, Dimmu Borgir (vooral Enthrone Darkness Triumphant) en Bal-Sagoth ten tijde van A Black Moon Broods Over Lemuria. Een compilatie met onderhoudende muziek, maar zonder echte hoogtepunten.
Het was wachten tot 2007 voor nieuw werk (de EP The Serpent Beneath the Skin) en tot 2016 vooraleer een derde full-length album werd uitgebracht: Oneironaut. Dit album bracht een lichte stijlbreuk met zich mee, want al waren de vocalen even scherp als daarvoor, het gitaarwerk was plots een stuk harder en zwaarder geworden (zelfs richting thrash- en death metal bij momenten). Het tempo lag ook een stuk hoger dan op de meer gezapige eerste twee langspelers, al werd er nu ook al eens een klaaglijk stukje doom tussen geplakt. Daarnaast waren de synths plots veel minder alomtegenwoordig en werden de orgelklanken vervangen door meer Oosters geïnspireerde geluiden (sitar bijvoorbeeld). Bandoverste Scorpios Androctonus had het jaar daarvoor nog Enki ingeblikt met Melechesh, en dat liet duidelijk zijn sporen na (ook in het gitaarwerk overigens).
Met de nieuwe line-up (Agreas, Sabnoc en Blastum kwamen er pas bij na Oneironaut) is er duidelijk ook nieuwe energie en wat extra creativiteit aan Crimson Moon toegevoegd, want (naar hun normen) “slechts” drie jaar na Oneironaut ligt er al een nieuwe brok occulte black klaar: Mors Vincit Omnia. “Een eerbetoon aan Azrael: engel van de dood, vernietiging en vernieuwing.”, dat belooft.
Het nieuwe album laten beginnen met je (met enige voorsprong) beste nummer: het is altijd een dubbeltje op zijn kant. Het trekt de luisteraar wel gemakkelijk het album binnen en het doet zeker naar meer smaken, maar dan moet je datzelfde niveau wel kunnen aanhouden op de andere zeven tracks, en dat is op Mors Vincit Omnia niet helemaal het geval. Al wil ik dit wel even nuanceren: de andere nummers zijn van een degelijk niveau en stuk voor stuk beter dan wat Crimson Moon hiervoor heeft uitgebracht, maar Vanitas is simpelweg buiten categorie. Een topnummer met lekker veel intensiteit en vette riffs, maar zonder vermoeiend te worden. Om dat te vermijden zijn er voldoende tussenstukjes ingelast met occulte elementen zoals koorzang en orgelmuziek. Die intermezzo’s zorgen ervoor dat de snellere, in-your-face stukken en de demonische gorgelkrijs van Scorpios Androctonus extra in de verf worden gezet. Vanitas is een wervelend energiebommetje vol smerige thrashy black metal, maar ook met heerlijk melodische, dromerige leads die Vanitas passend afsluiten. Mors Vincit Omnia betekent letterlijk: “de dood overwint alles”. Wel, Vanitas heeft dit zieltje toch alleszins overwonnen. Moest er een jaarlijst bestaan voor nummers in plaats van albums, dan stond Vanitas ongetwijfeld in mijn top-drie voor dit jaar.
Gelukkig is het niet lang wachten tot een volgende hoogtepuntje op Mors Vincit Omnia, want Godspeed Angel of Death heeft toch wel wat meer te bieden. Het nummer begint wat lijzig en deze openingsfase doet me wat denken aan de prachtige occulte sludge/doom van het Belgische Oldd Wvrms. Wanneer even later de gitaren inzetten samen met de vieze grauw van Scorpios Androctonus, dan klinkt dat heerlijk smerig en vulgair. Voeg daar nog wat grimmig gesproken woord aan toe en je krijgt een lekker sfeervol nummer. Daarnaast wordt Godspeed Angel of Death opgevrolijkt door gastvocalisten Proscriptor (Absu) en Lord Angelslayer (Archgoat): probeer hun stemmen maar eens te herkennen in dit nummer! Jammer genoeg is het meer uptempo tweede deel van dit nummer opnieuw nogal langdradig en in die zin minder interessant. Eigenlijk kan hetzelfde gezegd worden over Upon the Pale Horse en Parcae – Trinity of Fates: leuke riffs, een mystiek sfeertje dat gecreëerd wordt door bezwerende koorzang en het zit allemaal prima in elkaar met terugkerende thema’s in verschillende snelheden, maar al bij al is het te weinig om daar een nummer van acht of zeven minuten mee te vullen. Dat ik de fluitsolo op het einde van Parcae – Trinity of Fates het beste stuk van dit nummer vind, zegt genoeg denk ik…
Maar goed, het is niet allemaal kommer en kwel. Titeltrack Mors Vincit Omnia is na Vanitas zonder twijfel het beste wat deze schijf te bieden heeft. Dat thrashy blackmetalgeluid van het openingsnummer komt ook hier terug en zorgt opnieuw voor heel wat dynamiek en stootkracht. Mors Vincit Omnia klinkt gemener en onheilspellender dan Vanitas (en dat is grotendeels te danken aan die geweldig giftige vocalen), maar heeft wat minder de natuurlijke flow van dat nummer. Hoe dan ook, deze track blijft boeiend tot het einde en dat is op dit album jammer genoeg een zeldzaamheid.
Hoe start je een nummer met de titel Funeral Begotten? Met orgelmuziek natuurlijk! Op deze manier legt Crimson Moon toch een link met het debuutalbum: de roots zijn duidelijk niet vergeten. Door enkele snellere passages te laten terugkeren slaagt men er hier in om de aandacht wat langer vast te houden, maar echt beklijvend is het allemaal niet. De instrumentale afsluiter Tempus Fugit is in feite het vermelden niet waard, want na een minuutje orgelspel is er enkel nog wat griezelig gefluister te horen.
Kort samengevat: Mors Vincit Omnia is in zich een one-hit wonder. Laat ik welwillend zijn en er een two-hit wonder van maken door de titeltrack ook nog te vermelden. De andere nummers zijn degelijk binnen hun genre, maar overstijgen jammer genoeg de middelmaat niet. Ben ik bevooroordeeld omdat ik ze steeds blijf vergelijken met het openingsnummer? Zeker, maar dat is nu eenmaal de prijs die Crimson Moon betaalt voor die ene opstoot van genialiteit. Toch is dit zeker het beste album van Crimson Moon en klinkt alles overtuigend en solide. Crimson Moon lijkt met Mors Vincit Omnia ook eindelijk een eigen stijl te hebben gevonden, waarmee het het juk van die eindeloze vergelijkingen met gevestigde waarden als Emperor, Dimmu Borgir en Cradle of Filth eindelijk kan afleggen. Het is nu zaak om over “slechts” drie jaar terug te komen met een album waarop acht “Vanitassen” staan, en dan krijgen ze een 100/100 van mij. Beloofd!
Luistertip? Je mag eens raden…
Score:
70/100
Label:
Debemur Morti Productions, 2019
Tracklisting:
- Vanitas
- Altars of Azrael
- Godspeed Angel of Death
- Upon the Pale Horse
- Parcae – Trinity of Fates
- Mors Vincit Omnia
- Funeral Begotten
- Tempus Fugit
Line-up:
- Scorpios Androctonu – Stem, basgitaar, synthesizer
- Sabnoc – Stem, gitaar
- Agreas – Gitaar
- Blastum – Drums
Links: