Blood Red Throne – Nonagon

Jawel, de Noorse ongekroonde koningen der dode metalen bestijgen wederom de met bloed besmeurde troon. Blood Red Throne is inmiddels 26 jaar actief, heeft al tien langspelers op zijn palmares en heeft de nodige personele wisselingen weten te doorstaan. Ook nu draait het uitzendbureau van de Noorse dode metalen weer op volle toeren. Langgediende zanger Yngve “Bolt” Christiansen verliet de band, nadat hij sinds het zelfgetitelde album uit 2013 het slijm onderuit de longen tegen de microfoon aan had gespuugd. Toch een forse impact op het geluid van de band, aangezien de diepe putgrunts van Bolt inmiddels een flink handelsmerk waren geworden. Dan moet je van goeden huize komen. Gelukkig werd in de vorm van Sindre Wathne Johnsen een meer dan waardige vervanger gevonden. Hem kennen we dan weer van zijn werk met Deception (waar vocalist Bolt nog een beetje meebrulde) en van Celestial Scourge (waar bassist Gundersen de basgitaar ook beroert). Zo is de incestueuze cirkel weer rond en kunnen we ons richten op de belangrijke zaken. Album nummer elf draagt de naam Nonagon, dat daarmee vernoemd is naar een geometrisch figuur met negen zijden en negen hoeken. Lijkt mij geen toeval dat dit schijfje negen zeer hoekige beukers blijkt te bevatten.

Want wat een feest is dit Nonagon geworden. De frisse wind in de vorm van zanger Johnsen lijkt de band nieuw elan te hebben gegeven. We krijgen negen zeer frisse composities, die met een zekere frivoliteit de essentie van goede moderne death metal ten gehore brengen. Hiermee brengt Blood Red Throne een hommage aan het eigen werk, nee sterker nog, een hommage aan het genre als geheel. Epitaph Inscribed begint nog weifelend met onheilspellende tonen. Een smerige grunt geeft het startsein om de hakkende riffs hun intrede te laten doen. De subtiele melodische lijnen zijn de perfecte begeleider om vocalist Johnsen zijn volledige vocale bereik te laten tentoonstellen. Het zijn dan ook de subtiele zaken die het muzikale vernuft van Blood Red Throne verraden. Net even een speels baslijntje in Ode To The Obscene doet de oren spitsen. Uiteraard excelleert de band ook hier in het brengen van beukende riffs en vuige brutaliteit. De afwisseling met sterk melodisch gitaarwerk zorgt er echter voor dat het geheel zeer smaakvol is. Ook Seeking To Pierce brengt een opvolging van verslavende gitaarlijnen, die andermaal laten horen dat deze heren weten hoe death metal gebracht dient te worden.

Dat trekt Blood Red Throne moeiteloos door op de rest van het album. Tempest Sculptor werd in een eerder stadium al volledig terecht als voorproefje op de wereld losgelaten. Wat een geweld en wat een opeenstapeling van vingerlikkende riffs. De ritmesectie is de drijvende kracht en laat met de pompende aanslagen het bloed wat harder door de aderen stromen. De solo die halverwege wordt ingezet, vormt de opbouw naar misschien wel het lekkerste moment van het album. De gitaren zwellen steeds verder aan, waarna een kort basloopje het startsein geeft voor een nominatie op meest smakelijk riffpartij van het jaar (zelfs al is dat nog pas net begonnen). Het album lijkt helemaal opengebeukt, aangezien Every Silent Plea weer een frisse afwisseling vormt met razende passages en snijdende tremolo’s. Het prominente basgeluid van Gundersen is ook nu weer een waardevolle toevoeging. Het titelnummer schakelt na de bijtende opening een tandje terug in brutaliteit, door juist wat meer te leunen op stuwende melodische gitaarlijnen.

Potverdikkie zeg, eigenlijk had ik me voorgenomen om geen A tot Z recensie te schrijven, waarin braaf alle nummers op volgorde worden afgewerkt. Alle negen werkstukken zijn echter dermate sterk, dat dit geen enkele straf is. Dat vormt een mooi bruggetje naar Split Tongue Sermon, waar we mogelijk het sterkste nummer van dit Nonagon treffen. De sterke gitaarlijnen, de bijtende tremolo’s en de slammende breakdown halverwege het nummer. Allerheren zeg, wat een brutaliteit! Blade Eulogy doet hier eigenlijk in niets voor onder, al is het geheel misschien net iets minder bruut. Zoals wel vaker vinden we in het afsluitende Fleshrend het langste nummer van de plaat, met een krappe zeven minuten speelduur. Meestal hebben we dan te maken met wat meer uitgesponnen melodieën en ruimte voor experiment. Daar is hier geen sprake van, al heeft het prominente baswerk van Gundersen mogelijk nog iets meer ruimte verworven. Verder krijgen we hetzelfde recept, maar dan met een tweetal minuten extra. In feite een win-win situatie dus.

De conclusie over dit album werd eigenlijk al in de tweede alinea weggeven: dit is een fantastisch album voor liefhebbers van (moderne) death metal. Hoewel er zeker achteruit wordt gekeken naar de jaren negentig en tweeduizend, zorgt de strakke productie er ook voor dat het geheel als hedendaags bestempeld kan worden. Maar dat soort zaken doen er eigenlijk niet toe als de muziek op deze overdonderende wijze weet te imponeren. Wat dat doet dit Nonagon zeker. Ik durf zelfs te beweren dat dit het beste werk is dat Blood Red Throne in zijn lange bestaanstijd heeft voortgebracht.

Score:

90/100

Label:

Soulseller Records, 2024

Tracklisting:

  1. Epitaph Inscribed
  2. Ode To The Obscene
  3. Seeking To Pierce
  4. Tempest Sculptor
  5. Every Silent Plea
  6. Nonagon
  7. Split Tongue Sermon
  8. Blade Eulogy
  9. Fleshrend

Line-up:

  • Sindre Wathne Johnsen – Zang
  • Død – Gitaar
  • Ivan Gujić – Gitaar
  • Stian Gundersen – Basgitaar
  • Freddy Bolsø – Drums

Links: