Twintig jaar. Twintig jaar bestaat uw favoriete webzine gericht op de betere muziek. De grootste in het Nederlands taalgebied. Begonnen als hobbyproject van een ICT’er, uitgegroeid tot een multimediaal merk met twee miljoen paginaweergaven per jaar, 25.000 likes op Facebook, 3.000 volgers op Instagram en een succesvolle podcast. De ruim vijftig koppen tellende redactie zorgt elke dag weer voor nieuwsberichten, reviews, concertverslagen en interviews en geeft kaartjes weg voor concerten in de kleinste zalen tot de grootste velden. In deze rubriek blikken we regelmatig terug op onze geschiedenis.
Aflevering 21: veel grote namen: Behemoth, Sabaton, Heidevolk, Morbid Angel en Napalm Death
2005 begint goed met een review van Behemoth‘s Demigod, het zesde album van het Poolse gezelschap dat al in oktober van het jaar ervoor is uitgekomen, maar maar rondjes bleef draaien bij redacteur Count Usher. Het is de eerste plaat in de bezetting die tot op de dag van vandaag (of nou ja, tot aan corona) ieder podium onveilig maakt: Nergal op vocalen en gitaar, drumbeest Inferno, bassist Orion en sessiegitarist Seth.
Eigenlijk zijn alle kwaliteiten van Behemoth op deze plaat nog een beetje aangescherpt en klinkt alles een stuk extremer en agressiever. Het mag eigenlijk een wonder heten dat dergelijke technische en complexe muziek nog zo agressief klinkt, maar Behemoth heeft de kunst van de dynamiek prima onder de knie en ook hun riffs zijn stuk voor stuk pakkend en herkenbaar.
Conclusie? Dit ding mag in geen enkele extreme metalcollectie ontbreken. Kopen zult gij!
En zo is het.
Geen slechte band voor wie van het ‘gimmick rock’ genre houdt. Maar zeker ook niet bijzonder. Daarnaast blijft een CD als deze natuurlijk gewoon geldklopperij. Wat is immers het nut van het uitbrengen van een compilatie na twee albums?
Het Zweedse Sabaton heeft met Primo Victoria een waar meesterwerk afgeleverd. Alles klopt precies aan deze plaat. Het artwork is prachtig (Mattias Norén), de productie klinkt als een op de nanoseconde gelijk lopend Zwitsers uurwerk en het materiaal is om de vingers niet bij af te likken, maar volledig op te vreten. Er bevind zich geen zwakke song – nee, geen zwak moment zelfs – op Primo Victoria, en ik kan me geen power metalfan voorstellen die deze fantastische plaat niet kan waarderen.
Dat gezegd te hebben vermaan ik je NU om te stoppen met lezen, de computer uit te schakelen en als de gesmeerde bliksem de auto/fiets/brommer/scooter/skeelers/skateboard of whatever te pakken en je te haasten naar de dichtstbijzijnde (gespecialiseerde) platenzaak!
Nog even over Heidevolk gesproken: Zware Metalen voorziet debuutalbum De strijdlust is geboren van een review en is bijzonder te spreken over het werkje:
Technische hoogstandjes moet je niet van Heidevolk verwachten. Dit is echter helemaal niet betreurenswaardig. Integendeel, de kracht van Heidevolk zit in de eenvoud van de nummers. Het merendeel van de nummers zijn mid tempo, met af en toe een versnelling met als uitschieter Hengist en Horsa wat er behoorlijk op losbeukt. Toch vind ik persoonlijk Heidevolk het sterkst op de ingetogen nummers. Uitschieter voor mij persoonlijk is dan ook de meezinger Het Bier Zal Weer Vloeien. Dit is zeker een nummer die ik op het eerstvolgende feestje hier thuis zeker zal gaan draaien. Zeker weten dat iedereen onder invloed van de nodige alcohol het niet kan laten om met dit nummer mee te brullen. Prachtig! ook een aanrader is de uitvoering van Het Gelders Volkslied
(..) zodra Morbid Angel de eerste tonen speelde, werd al duidelijk dat ze volledig van het podium gespeeld zouden worden door deze metalhelden. Met oud frontman David Vincent (links – RF.) weer achter de microfoon blonk de band uit van zelfvertrouwen en speelplezier. Drummer Pete Sandoval drumde strakker dan menig drumcomputer (maar met gevoel!) en Trey Azagthoth (rechts – RF.) speelde op zijn eigen unieke manier, totaal opgaand in zijn gitaarspel, hoppend en huppelend in zijn strak witte gympen, de strakste riffs en solo’s. Vanaf de eerste toon die Morbid Angel speelde was de zaal één grote zwiepende haardos, waar vooral David Vincent zich flink door liet oppeppen. Wat de sfeer nog meer goed deed was dat de band grotendeels oudere nummers speelde, met als afsluiter en absolute klapper God of Emptiness met een complete meebrullende zaal. Mooie momenten die je later aan je (klein)kinderen kunt meegeven als zij met hun eerste metalalbum thuiskomen.
Over legendarische bands gesproken: grindcore/deathmetalband Napalm Death brengt in april het elfde album uit: The Code is Red…Long Live the Code uit, waar we net album zestien (Throes of Joy in the Jaws of Defeatism) hebben besproken. Redacteur Renée toont zich een liefhebber van de band en is kritisch:
Echter zelf ben ik uitgekeken op de zogenaamde ‘ouderwetse invloeden.’ Ik kan me ongelooflijk ergeren aan de hardcore-achtige zang, zoals in het nummer The Great And The Good. De tweede stem van Dead Kennedys’ zanger Jello Biafra ervaar ik als een ware afknapper. De medewerking van Jeff Walker (Carcass) en Jamey Jasta (Hatebreed) mogen niet onvermeld blijven. Ik vind dat Jamey Jasta het prima doet bij Hatebreed, maar zijn bijdrage vind ik enigszins ongepast bij het legendarische Napalm Death. Daarentegen zal Jeff Walker de harten van Carcassfans wellicht sneller laten kloppen. Het lijkt wel alsof ik Napalm Death hier heb moeten betrappen op verveling: Een band van dit statuur heeft naar mijn mening echt geen hulp nodig van een gastzanger om het werk interessant te houden.
Metalheads die op zoek zijn naar hardcore versus deathmetal kan ik sterk aanraden om The Code Is Red…Long Live The Code een plekje te geven in de cd-kast. De productie is glad gestreken, waardoor Napalm Death een deel bruutheid inlevert, in tegenstelling tot mijn verwachtingen.