United we stand, divided we fall: Judas Priest in AFAS Live

De Metal Gods hebben op hun oude dag nog even promotie gemaakt. De laatste keer dat Remco Faasen Judas Priest zag, was in 013 in Tilburg. Ditmaal was AFAS Live in Amsterdam uitverkocht voor Rob Halford en bandleden, met een verdubbeling van het aantal toeschouwers tot gevolg. Helemaal okselfris was uw verslaggever niet, vandaar dat hij het voorprogramma liet schieten: gastredacteur Arco Wolf was wél present en was aandachtig toeschouwer bij Phil Campbell and the Bastard Sons. Casper Houtepen schoot gewoon zijn foto’s.

AFAS Live is al goed gevuld voor gitarist Phil Campbell, vooral bekend als lid van Motörhead van 1984 tot 2005. Hij heeft een stapel zonen waarvan blijkbaar een deel buitenechtelijk. Het heuglijke feit wil dat deze schoffies vrij aardig een potje muziek kunnen maken. Opgroeien met Phil als vader zorgt er in ieder geval voor dat de band behoorlijk Motörheadig klinkt en dan komen er ook nog drie covers van die band voorbij: Going to Brazil, Born to Raise Hell en het veel en vaak gecoverde Ace of Spades. Eigen nummers als Schizophrenia en Dark Days sluiten daar goed op aan en stampen prima door.

Phil is met de aan z’n hoofd vastgeroeste kleverige beanie zichtbaar trots op z’n kudde Campbells (heeft de zanger nou als enige de achternaam van z’n moeder?) en jut het publiek op om één van z’n zonen uit te schelden. Het is niet duidelijk waarom, maar we volgen het voorbeeld en de beste jongen krijgt een daverend ‘Fuck you Tyla!’ toegeworpen. Leuke band in ieder geval, maar ook een beetje zo’n typische, lekkere “halverwege de middag” festivalband.

Als het podium is vrijgemaakt van Campbell en zijn gezin, herrijst er een groot doek. Het leest:

United we stand
Divided we fall
Defenders of Metal
For one and for all
Keeping the fate
Honor and pride
Strength in this bloodline
God on our side
Eternal immortal
Metal burns bright
Lifting our horns
Ready to fight
Stand and bare witness
With all of our might
As we raise the
Invincible Shield

Tenenkrommend bij iedere band (hallo Manowar!), op één na: Judas Priest. Samen met Black Sabbath de uitvinders van heavy metal en War Pigs van die band wordt massaal meegezongen als het door de zaal te horen is. Na een heus Invincible Shield Tour Anthem, valt het doek en staan daar in klassieke pose voor drummer Scott Travis: de gitaristen Richie Faulkner en Andy Sneap, bassist Ian Hill en de Metal God himself: zanger Rob Halford.

Los gaat het met het nieuwe Panic Attack en het oude You’ve Got Another Thing Comin’. Muzikaal is er natuurlijk niets aan te merken op deze levende museumstukken (al valt het geluid de eerste nummers wat tegen): Scott Travis (ook alweer 62 jaar) is altijd een genot om te horen én te zien omdat hij de hele show door jongleert met zijn drumsticks. De man die Judas Priest na het vertrek van K.K. Downing een tweede jeugd liet beleven, Richie Faulkner, speelt zelfs op een speelgoedinstrument miljoenen andere gitaristen aan gort en de live-vervanger van Glenn Tipton, de vooral als producer actieve Andy Sneap, kun je wel om een boodschap sturen. De zwakke schakel de laatste jaren was toch echt de 72-jarige Rob Halford.

In Amsterdam klinken zijn vocalen ietwat blikkerig en er zit heel veel echo op zijn uithalen. Het is duidelijk dat wat we horen van Halford zeker niet honderd procent authentiek is en dan druk ik mij nog voorzichtig uit. Maar aan de andere kant… who cares. Judas Priest is weer teruggekeerd, precies zoals Halford ieder concert belooft. Gauw door met het machtige Rapid Fire en het massaal meegezongen Breaking the Law. Halford is opvallend mobiel vanavond en schiet bijna elk nummer in een ander jasje. Een verrassing is er in de vorm van een heerlijk langgerekte versie van Saints in Hell. Nóg een bijzonder welkome verrassing: Ian Hill kan even shinen want The Rage is terug in de setlist!

Terwijl Sinner speelt begint mijn lichaam in opstand te komen tegen hier zijn. Het wil op de bank liggen, onder een dekentje en met een kopje thee in de hand kijken naar Wie is de Mol? of een ander inwisselbaar kutprogramma, maar mijn brein dwingt het hier te blijven en al dit moois te ontvangen voordat het straks niet meer kan. En dus zingen we na Gates of Hell (met fraai gitaatwerk van Faulkner, wat laat die man het bespelen van zo’n instrument er toch eenvoudig uitzien) gewoon mee met het zo lekker rollende Turbo Lover.

Rob Halford neemt uitgebreid de tijd om iedereen vandaag aanwezig te bedanken voor zijn komst, terwijl hij mijmert over vijftig jaar Judas Priest om daarna doodleuk over te schakelen op het beukende titelnummer van de laatste plaat en ineens is het geen 1974 maar 2024. Het kalme maar o zo herkenbare gitaarloopje kondigt daarna de komst van het oudste nummer van deze avond aan: Victim of Changes. Het applaus en gejuich na afloop is lang en verdiend. Helaas wordt de klassieker na een singalong met Halford opgevolgd door het onuitroeibare The Green Manalishi (With the Two Prong Crown), maar gelukkig is er daarna troost bij één van de beste nummers ooit gemaakt: Painkiller.

De band verdwijnt van het podium en de lichten doven, maar de immense Judas Priest pitchfork daalt fel verlicht naar beneden terwijl The Hellion klinkt. Wat volgt is een heerlijke uitviering van Electric Eye en gelukkig is ook de motor weer van de partij, anders is Hell Bent for Leather niet compleet. Natuurlijk gaan we daarna huiswaarts met Living After Midnight, waarbij Halford zijn laatste kledingstuk van de avond toont: een extra lang battle vest vol patches van natuurlijk zijn eigen band maar ook van Iron Maiden en Amon Amarth. ‘Keep the faith’, drukt hij ons op het hart als de laatste klanken wegklinken. ‘The Priest will be back’ verschijnt er daarna op het podium. Het is een belofte die de band tot nu toe altijd waarmaakte.

Datum en locatie

10 juni 2024, AFAS Live, Amsterdam

Foto's:

Casper Houtepen (Instagram)

Link: