De geschiedenis van de thrash metal is in 2019 fraai gedocumenteerd in Murder in the Front Row. Maar die film richtte zich volledig op de Amerikaanse tak van het genre dat ooit ontstond als een snellere en agressievere mix van NWOBHM en punk. Na de aandacht voor bekende namen als Metallica, Slayer, Megadeth, Anthrax, Exodus, Testament en noem uw favoriet verder maar op, is er nu ook een documentaire over de Duitse variant van het genre dat in de jaren ’80 bestond: Total Thrash – The Teutonic Story, is 9 september te zien tijdens het Music Film Festival in Tilburg.
Total Thrash – The Teutonic Story vertelt het verhaal van de Duitse ontwikkelingen in het genre dat aanvankelijk gewoon heavy speed metal werd genoemd en dankzij de ontwikkelingen aan de overkant van de grote plas thrash metal werd gedoopt. Een kleine honderdvijftig (!) direct betrokkenen (muzikanten, producers, fans, labeleigenaren, tourmanagers, platenzaakeigenaren, kunstenaars, journalisten, zaaleigenaren, merchfabrikanten en wie er nog meer een rol speelt of heeft gespeeld) komen in drie hoofdstukken aan bod. Hoofdstuk 1 richt zich op de jaren ’80: de opkomt van het genre met bands als Kreator, Sodom, Destruction, Tankard en Holy Moses, maar ook iets later gestarte namen als Living Death, Accuser, Protector, Darkness, Iron Angel, Exumer, Deathrow, Assassin, Vendetta, Samhain, Deathrow, Violent Force, Despair, Angel Dust, Liar, Protector en Mortal Terror. Ook een vooraanstaand label als Century Media heeft zijn wortels in die tijd: Despair-gitarist Waldemar Sorychta ziet het niet zitten om bij een label te tekenen en speciaal voor zijn band wordt daarom Century Media opgericht waarmee hij als bijvangst zijn echte carrière als veelgevraagd producer start.
Bewegende beelden van dit tijdperk bestaan er niet, dus we doen het vooral met foto’s en herinneringen die in vele, vele korte gesprekken aan bod komen. Zenuwcentrum van de scene was het industriële Roergebied en dan met name Essen en deelgemeente Atenessen waar we kort doorheen wandelen. Veel toegevoegde waarde hebben de beelden niet. Het schuurtje waar jongeren samenkwamen om bier te drinken tot ze erbij neer vallen staat niet meer overeind, het viaduct waar soms met wel duizend man luisterden naar platen van Iron Maiden, Judas Priest, Motörhead en vooral Venom en Metallica (respectievelijk Welcome to Hell en Kill ‘em All fungeerden als vliegwiel voor de jongens en een enkele dame (Sabina Classen van Holy Moses) om zelf een instrument op te pakken) heeft niet dezelfde status als de kelder waar bijvoorbeeld Euronymous later weer naar Sodom luisterde en besloot iets te gaan maken dat hij black metal doopte.
Het zijn vooral de verhalen over ‘tape traden’, viavia informatie uitwisselen en het samen luisteren naar albums die de documentaire kleur geven en voor een flink aantal kijkers zullen voelen als een trip down memory lane. Korte speciale aandacht is er voor baanbrekende platen Pleasure to Kill (Kreator, 1986) en Agent Orange (Sodom, 1989). De eerste bewegende beelden komen pas uit 1988 en 1989 met onder meer optredens van Deathrow, Protector en Tankard.
Tegen het einde van het eerste hoofdstuk is er aandacht voor de scene in Oost-Duitsland, vanaf 7 oktober 1949 tot 3 oktober 1990 een apart land. Bands als Postmortem, Macbeth (dat nog een tijdje als Caiman door het leven gaat nadat het is verbannen door de Oost-Duitse autoriteiten: er zijn zwart-wit opnamen van!), M.A.D. en Fatal Embrace proberen er wat van te maken. Het is leuk om te horen hoe de scene zichzelf in leven hield met onder meer platen die werden meegesmokkeld uit het Westen of gekocht tijdens vakanties in Hongarije en daarna op grote schaal werden gekopieerd en uitgeleend.
Beelden van het eerste grote metalconcert in Oost-Berlijn ooit (op 4 maart 1990 met Kreator, Tankard, Coroner en Sabbat. Kreator maakte er beeld- en geluidsopnamen van voor de VHS-opname Extreme Agression Tour 1989 / ’90 (Live in East Berlin) uit 1990, dat in 2008 als CD/DVD-box At the Pulse of Kapitulation verscheen. Van de vier bands verscheen in 1990 ook de gezamenlijke VHS Thrashing East) sluiten het eerste hoofdstuk af.
Hoofdstuk 3 behandelt de terugkeer van de echte thrash vanaf deze eeuw en gooit er tegelijk nog wat algemene thema’s tegenaan. All Hell Breaks Loose (2000) en Violent Revolution (2001) laten een herboren Destruction en Kreator horen en samen met Sodom gaan de bands in 2001 en 2002 op tour waarbij er elke avond een andere band headliner is. Jonge fans raken geïnspireerd en richten hun eigen bands op: Destroy Them, Final Depravity, Teutonic Slaughter, Rezet, Krug, Pripjat, Erazor, Battlecreek, Dust Bolt, Ravager, Eradictor, Cripper, EXA, Antipeewee, Taskforce Toxicator, Smorrah, Fadead en Traitor. Ze vertellen over hoe het is om thrash te spelen, ondersteund met live-beelden uit zweterige zaaltjes, treffend geïllustreerd door een bandlid dat zijn shirt na een concert kan uitwringen door al het zweet dat het doek heeft opgenomen. Grote kans dat dat shirt afkomstig was van één van de grootste merchleveranciers van Europa waarvan twee medewerkers aan het woord komen. Juist de t-shirtboer snijdt vervolgens een interessant onderwerp aan: de teksten in thrash metal, die vaak maatschappijkritisch en politiek bewust zijn – zeker bij jongere bands – hoewel ook H.P. Lovecraft, science fiction en Griekse mythologie dankbare onderwerpen zijn.
Muzikanten van Darkness, Reactorblast, Dust Bolt, Spellbound en Contradiction vertellen over de gewijzigde opnametechnieken, er is aandacht voor albumhoezen en hoe de gemiddelde thrashfan eruit ziet (volgens de Duitse standaarden is dat nog steeds met witte sneakers, bandshirt, patroongordels en een spijkerriem over een battle vest, stinkend naar bier en immer voorzien van een goed humeur). Een verhuurder van tourbussen laat een van zijn rijdende hotels zien, terwijl leden van Hateful Agony, Tankard, Vendetta, Reactorblast, Wolfpack, Cripper, EXA, Mortal Infinity, Fadead, Decaptacon en Hate Squad vertellen over de uitdagingen die bands tegenwoordig moeten doorstaan om te overleven.
We zijn met Traitor op Party.San Metal Open Air als inleiding over een deel over festivals met vertegenwoordigers van Erazor, Space Chaser en Tormentor, gevolgd door een stuk over de benaderbaarheid van bandleden rondom optredens, zoals Sodom’s Tom Angelripper die uitlegt ook maar gewoon een fan te zijn die toevallig af en toe een uurtje op het podium staat. We volgen hem rondom een optreden in Oberhausen waarbij hij onder meer een battle vest uit 1982 laat zien welke hij ooit van Motörhead’s Lemmy heeft gekregen: hij is er nog zichtbaar van onder de indruk.
Tot slot geeft de documentaire nog een blik op de toekomst. Een geruststellende blik: metal in het bijzonder en thrash metal in het algemeen zullen altijd blijven bestaan. Sodom sluit deze documentaire vervolgens af met het Steigerlied: een oud Duits volksliedje dat teruggaat tot de zestiende eeuw.
Links: