Music Film Festival: drie dagen film en muziek in Tilburg (met Total Thrash over Duitse thrash metal)

Tilburg is het eerste weekend van september het decor van het Music Film Festival: een initiatief van vier culturele podia, waaronder het onder liefhebbers van de betere muziek welbekende 013. Op het programma staan onder andere live muziek, concertregistraties, documentaires, muziekfilms  en een masterclass. Op vrijdag is er de vertoning van Total Thrash – The Teutonic Story over de opkomst van Duitse thrash metal in de jaren ’80 met als voorlopers Kreator, Sodom, Destruction en Tankard. Zware Metalen sprak met Gerard van den Broek, organisator van het beeld- en muziekfeest.

Filmfestivals gaan al jaren mee en zelfs mensen die er niets mee hebben, zullen er wel een paar kunnen noemen (hallo Cannes!). Maar een filmfestival met louter muziek als onderwerp is zeldzamer. Hoe is dat zo ontstaan?

Ik ben al langer actief in de organisatie van filmfestivals. Ik heb een shortfilm festival georganiseerd in Roosendaal en ben nog altijd betrokken bij een filmfestival voor ‘independent filmmakers’ in New York. Ook heb ik tien jaar lang Input Festival georganiseerd: een documentairefestival voor de Nederlandse publieke omroep, waar het doel was journalistieke films te draaien en er discussies omheen te organiseren. Dat is helaas wegbezuinigd maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan en dus kwam het plan op om iets met muziek te doen.

Ik ben zelf een voormalige muzikant – een drummer met een gebrek aan dove buren – en dol op film. Dus ik vroeg mezelf af waarom ik die combinatie nooit eerder had bedacht. Maar ja, dingen gaan zoals ze gaan. En kennelijk was het moment toen pas geschikt. Toen  kwam er eerst nog corona overheen waardoor een goede start maar werd uitgesteld en uitgesteld. In 2022 zijn we dan toch begonnen. En het was gelijk lekker raak: met Poppodium 013, Filmhuis Cinecitta, Muziekpodium Paradox en bioscoop Pathé Tilburg Centrum hebben we vier mooie zalen in Tilburg, een goede sfeer in de stad en natuurlijk mooie films.

Hoe kom je tot een programma? Hoe bepaal je welke film geschikt is en welke niet?

We zoeken stad en land af, als het ware. Maar dan binnen het landschap van filmdistributeurs, internationale festivals, onafhankelijke filmmakers en grote en kleine filmblaadjes. En soms vind je ineens ergens op internet een vermelding dat iemand bezig is een film te maken over die-en-die band. En dan spring je er bovenop: het adres achterhalen, bellen, mailen en iemand proberen te verleiden zijn film bij jou op het festival te laten zien.

En soms is het ook makkelijker dan dat: naarmate het festival bekender wordt, krijg je ook steeds meer aanbiedingen van filmdistributeurs. Ook zij zijn steeds op zoek naar mogelijkheden om een nieuwe film ‘weg te zetten’ op plekken waar zoveel mogelijk publiek komt. Muziekfilms zijn populairder geworden, bijvoorbeeld met Bohemian Rhapsody over Queen, Elvis over Elvis Presley en natuurlijk de Mama Mia!-films met muziek van Abba, maar er worden ook prachtige films gemaakt die niet in de reguliere bioscoop terechtkomen. Die selecteren wij wel en dan val je op.

Maar het programma zit ook vol oudjes hoor. En dat kan ook best, zolang je ze maar goed kiest en de aanleiding logisch is.

Dit jaar vindt de derde editie van Music Film Festival plaats. Zijn jullie langzaam een begrip aan het worden?

Nou, een begrip… Dat hoop je natuurlijk wel. Het wordt elk jaar makkelijker, ze weten je steeds makkelijker te vinden. Met sommige distributeurs heb ik al goede contacten. Maar ik merk ook nog steeds dat ik veel, erg veel, concurrentie heb van festivals als Nederlands Film Festival of International Documentary Filmfestival Amsterdam IDFA. Dát zijn begrippen. Dat zijn festivals – zeker IDFA – die belangrijke nieuwe releases voor je neus wegkapen. Filmmakers staan heel graag op zo’n groot festival, omdat ze dan zo’n vignetje op hun film kunnen plakken: geselecteerd door… Geeft extra cachet en misschien komt er meer publiek op af.

Maar ik sprak laatst ook een filmdistributeur die zijn film liever aan het Music Film Festival gunde. Hij redeneerde: bij IDFA ben je nummer zoveel en bij jullie krijg ik alle aandacht. Bovendien hebben wij natuurlijk een publiek dat heel sterk in muziek is geïnteresseerd. En dat publiek groeit.

Muziek als onderwerp voor een filmfestival lijkt op het eerste gezicht een eenvoudig in te vullen thema, maar als je er wat langer over nadenkt kan het best complex zijn. Hoe zorg je ervoor dat je een zo breed mogelijk publiek boeit dat interesse heeft in genres van… ik noem maar wat: opera tot metal?

Ik denk vooral door kwaliteit te bieden. Ik hou ook echt niet van alle muziek die wij laten zien, maar het zijn wel goede films. Of je nou van thrash metal houdt of niet, die film Total Thrash is een heel boeiend verhaal over het ontstaan van een muziekstijl, over hoe jongeren zich verveelden in een treurig industriegebied waar niks te beleven viel, zich probeerden af te zetten tegen de vertrutting en toen maar muziek gingen maken. Dat is super herkenbaar, ook al kom je zelf uit Nederland of uit een ander milieu. We kennen allemaal verveling en verzet en willen allemaal uit de band springen. Dus zo’n film boeit je meteen en zet je aan het denken. Dáár let ik op: biedt een film wat extra’s?

Films die alleen maar ‘hallelujah’ roepen over een artiest en in feite promotiefilmpjes zijn, die hoeven we niet.

Wat zijn de hoogtepunten van het programma van dit jaar?

Wow, zoveel. En zoveel verschillende hoogtepunten. We merken dat heel veel mensen blij worden van Purple Rain, de muziekfilm van Prince uit 1984, die we opnieuw laten zien. Weer andere mensen zijn enthousiast over de Ramses Shaffy Avond. We hebben ook een heel duidelijk jazzprogramma. Maar persoonlijk ben ik heel trots dat we films hebben over The Black Keys, Mogwai, thrash metal en Arno Hintjens van TC Matic. Vier heel lekkere films over wat steviger muziek.

The Black Keys en Mogwai raken ons favoriete genre. Wat zijn dat voor films?

Dat zijn grappige genoeg twee heel verschillende films. De film over The Black Keys zou je een traditioneel portret van de band kunnen noemen: van twee jonge gasten die in een kelder van een industriestadje in Ohio in de Verenigde Staten uitgroeien tot een stadion-act. Maar wel twee gasten die hun hele leven lang werkelijk alles vastleggen op foto of video, waardoor wij nu elk verhaal en elke anekdote kunnen zien, kunnen meemaken. Het geeft je het gevoel dat je erbij bent. Dat is heel speciaal.

En Mogwai is echt een cultband, iets heel bijzonders, waar ook een heel bijzondere groep fans achteraan loopt. Heel trouwe fans. In die film kom je niet eens zoveel te weten over de band zelf of welke hobby’s ze hebben, het gaat meer over wat ze met hun muziek bereiken, wat het met de fans doet. Je ziet de bandleden een beetje jammend en experimenterend tot nummers komen. Het gevoel lijkt belangrijker dan de precieze structuur. En dan is er natuurlijk nog de Schotse trots, dat is ook wel een ding bij Mogwai. Heel grappig om te zien.

Het hoogtepunt voor de gemiddelde lezer van Zware Metalen is natuurlijk de documentaire Total Thrash – The Teutonic Story: de documentaire over de Duitse voorlopers van de thrash metal, met Kreator, Sodom, Destruction en Tankard als belangrijkste bands. Waarom moeten liefhebbers daarvoor vrijdag 6 september in Tilburg zijn?

Vooral om ook een paar leden van die bands te kunnen ontmoeten natuurlijk, die komen zelf ook kijken. En de regisseur ook. Het is de eerste voorstelling van deze film in Nederland.

Maar het is natuurlijk een geweldige film om iets te weten te komen over de thrash metal zelf, dat zei ik eerder al. Net als de mens heeft thrash metal op twee poten leren lopen: een Amerikaanse en een Duitse poot. De Amerikanen waren eerst, met Slayer en Anthrax enzo. De Duitsers kwamen met de vier groepen die jij noemt. En die kwamen ook alle vier uit hetzelfde gebied. Wat zeg ik: die woonden allemaal bij elkaar in de buurt.

Er zit een prachtige scène in de film met Andreas ‘Stoney’ Stein, tourpromotor van Kreator, waarin hij op ’n pleintje staat en om zich heen wijst: Ventor woonde daar, Gerre daar, ginds was ons drinkschuurtje… Zo grappig. Het brengt in één scene die hele metalscene van absolute topbands met al die supersterren weer terug tot een club jongens die lol hadden met elkaar, een biertje dronken en wat muziek maakten. Want dat is de absolute basis van muziek, of het nou opera is of thrash metal: plezier! Lol hebben samen. Dat straalt die hele film uit en dat is voor mij waar het hele festival voor staat.

Ook te zien op het Music Film Festival: Purple Rain, de alweer veertig jaar oude romantische rock musical drama speelfilm van en met Prince: een film die barst van de klassieke nummers waarvoor de soundtrack een Oscar kreeg. Waarom laten jullie deze film zien?

Je zegt het zelf: hij is dit jaar precies veertig jaar oud. Dat is maar een jaartal, maar ach, soms heb je ‘n haakje nodig om iets aan op te hangen. En laten we wel wezen: Prince is toch een van de meest invloedrijke muzikanten geweest die ooit bestaan heeft. Of je er nou van houdt of niet, nummers zoals Purple Rain of I Would Die 4 U kan iedereen wel meezingen.

Prince kon ook behoorlijk metal zijn, het was een steengoeie gitarist. Je zou eens op YouTube de live-uitvoering van While My Guitar Gently Weeps moeten bekijken met Prince, Tom Petty, Jeff Lynn enzo. Dat nummer kabbelt maar wat aan, totdat Prince begint te spelen, ongelofelijk, die kerel scheurt alles aan gort. Hij noemde niet voor niets Jimi Hendrix als een van zijn idolen. Slash van Guns N’ Roses en Trent Reznor van Nine Inch Nails noemden Prince dan weer als invloed.

Er is ook livemuziek te zien op het Music Film Festival, hoewel helaas niets uit het betere genre. Wat is daar de toegevoegde waarde van en kunnen we in de toekomst nog een metalband verwachten?

Ons publiek is heel betrokken en we vragen mensen ook elk jaar wat ze ervan vonden. En dan springt met name de combinatie film + interviews + live muziek eruit. Mensen willen iets extra’s en niet alleen maar film kijken.

En ik zou heel graag elk jaar een metalband laten optreden, maar da’s nog niet zo makkelijk. We hadden ooit een film over Zeal & Ardor, de Zwitserse blackmetalband. Ik heb toen hemel en aarde bewogen om die band naar Nederland te halen, naar Tilburg nota bene waar ze – op Roadburn – internationaal zijn doorgebroken. Maar Manuel Gagneux, de bandleider, zat toen net niet goed in z’n vel en wilde niet.

We hadden vorig jaar wel Alain Johannes live, de gitarist van Queens of the Stone Age en Them Crooked Vultures. Een solo-optreden met geweldige Nederlandse muzikanten om zich heen, snoeihard. Heerlijk. Maar helaas weinig bezoekers, dat stimuleert ook niet.

Hopelijk een volgende keer beter dan maar. Wat zijn sowieso de plannen die jullie nog hebben met Music Film Festival? En wat zijn absolute droomwensen?

Oh nou, van alles, dat je bij een film over The Black Keys ook de band erbij krijgt ofzo. Ik heb het wel geprobeerd, natuurlijk. Bij Mogwai ook. Maar de heren zijn te druk. Een optreden boeken, als je er al tussen komt, is dan meestal ook onbetaalbaar. Maar het is leuk om over te dromen. Dat er op een dag op die rode loper ook echt grote sterren binnenkomen. Die grote sterren trekken mediabelangstelling waar de kleinere briljantjes in je programma weer van profiteren.

Het lijkt mij ook geweldig als je als festival dingen kunt initiëren. Dat je makers kunt aanzetten een film te maken die bij jou dan volgend jaar weer in première gaat. Dan ben je pas echt creatief bezig.

Maar voor nu zijn onze plannen vooral: lekker doorgaan en mooie dingen opsporen en laten zien.

Wil je de Nederlandse première van Total Thrash – The Teutonic Story bijwonen? Zware Metalen geeft kaartjes weg!

Links: