Bij de naam Lou Ottens gaat er waarschijnlijk geen belletje bij u rinkelen, maar vandaag is bekend geworden dat de ingenieur/uitvinder/manager zaterdag 6 maart op 94-jarige leeftijd is overleden. Ottens, die zijn leven lang bij Philips werkte, was de geestelijk vader van de compact cassette, beter bekend als het cassettebandje. Zijn uitvinding had een enorme impact.
Lou Ottens (foto: ANP)
Ottens trad in 1952 in dienst bij elektronicaconcern Philips in Eindhoven en belandde in 1957 in Hasselt waar platenspelers, platenwisselaars, bandrecorders en luidsprekers werden geproduceerd. Als hoofd van de afdeling Productontwikkeling was hij verantwoordelijk voor de EL 3585: de eerste draagbare bandrecorder van Philips, waarvan het concern weliswaar 1 miljoen exemplaren verkocht, maar met zijn magneetband die langs meerdere knoppen moest worden geleid ook nogal omslachtig was in gebruik.
De Philips EL 3585
Meerdere bedrijven gingen aan de slag met de ontwikkeling van een systeem waarbij de spoelen en de band met opneembaar en afspeelbaar geluid was opgeborgen. Philips wilde een systeem dat goedkoop en klein moest zijn, een laag batterijverbruik zou hebben en een redelijke geluidskwaliteit had. Otten besloot een kleine cassette te ontwikkelen, geïnspireerd op een Amerikaans, veel groter voorbeeld. In 1963 werd de compact cassette geboren. Omdat dit product ook een afspeelmogelijkheid moest hebben, werd er in één moeite doorgewerkt aan een afspeelapparaat. Otten ging letterlijk aan de slag met het ontwerp van een pocketrecorder: hij liet een houten blok verzagen totdat het in de zijzak van zijn colbert paste: daarop moest de nieuwe uitvinding worden afgespeeld. Het houten blok werd uiteindelijk de Philips EL 3300.
De Philips EL 3300
De nieuwe uitvinding nam een enorme vlucht en de cassette en zijn afspeel/opnameapparatuur werden gigantisch populair. Niet alleen onder luisteraars, maar ook onder artiesten. Rolling Stones-gitarist Keith Richards was er al vroeg bij en was laaiend enthousiast over de mini-studio die hij plots tot zijn beschikking had. De eerste versies van Stones’-klassiekers als Street Fighting Man, Jumping Jack Flash en Gimme Shelter zijn allemaal opgenomen met een draagbaar recordertje. Eén van de grootste hits van de band, (I Can’t Get No) Satisfaction had zonder Philips en diens cassettebandje nooit het levenslicht gezien. Keith Richards schreef het nummer namelijk in zijn slaap. De gitarist werd begin jaren ’60 ‘s nachts wakker, greep zijn gitaar en recorder, tokkelde wat en viel weer in slaap. Toen hij de volgende dag wakker werd, hoorde hij twee minuten zijn akoestische gitaar en de rest van de tape zijn eigen gesnurk. Maar het groeide wel uit tot een wereldhit.
Het succes van de compact cassette kwam tot een einde toen Philips in samenwerking met Sony (dat het idee van de draagbare pocketrecorder perfectioneerde met diens walkman) met een nieuwe uitvinding kwam: de compact disc in 1982 (Japan) en 1983 (Europa en Noord-Amerika): een in alle opzichten superieur product ten opzichte van zijn analoge voorganger. Of toch niet? De compact cassette lag jarenlang in een comateuze toestand maar is sinds 2007 bezig aan een heuse revival binnen de wereld van de harde muziek. Tegenwoordig zijn er platenlabels die alleen muziek op cassette uitbrengen (zoals Knekelkput en Tartarus) en zelfs grote bands geven de tape een plekje bij hun releases naast cd, vinyl en uiteraard het onvermijdelijke digitaal. Net zoals VHS naast DVD en Blu-ray overigens. Maar dat is weer een ander verhaal.