Pitfest 2018, dag 2

The middle of nowhere waar Pitfest 2018 zich afspeelt, begint op dag 2 al een stuk vertrouwder te voelen. De tenten Skullcrusher en Punkhol ontvangen vandaag meer mensen dan op dag 1, maar er staan dan ook enkele veelbelovende optredens op het programma. Voor Zware Metalen zijn deze dag present: schrijver Clemens Schaap (CS), Black Swan (BS) en Ghostwriter (GW) en fotograaf Christel Janssen.

Uhgah Wugah

Black Decades

Dag 2 van Pitfest 2018 begint voor het schrijvende deel van de Zware Metalen-equipe met My Minds Mine en als de festivalgangers nog niet wakker zijn, dan zorgen deze Friezen daar wel voor in het Punkhol. Holy fuck, wat smijten deze mannen een portie smerige grindcore in je gezicht. De mensen van de EHBO komen angstvallig om het hoekje kijken om te zien of zanger Rosco wel zijn ingewanden binnenhoudt, maar het is loos alarm. De hoofden op het beduidend drukkere festivalterrein gaan alweer lekker op en neer, de slaap definitief achter zich latend. Daar zorgt deze hoorbaar ervaren band wel voor. (GW)

My Minds Mine

Het Achterhoekse Disabuse speelt een aangenaam zware mix van punk, hardcore en metal en dat alweer ruim dertig jaar. In 2015 komt de band in originele bezetting uit 1987 opnieuw bij elkaar en wordt de EP Remains opgenomen. In 2017 volgt zelfs een nieuwe langspeler (collega Bart wist wel raad met dit album getiteld Death Machines). Gedurende drie decennia bandgeschiedenis is er sprake geweest van een doorstart hier en daar en ook vonden er wisselingen plaats in de samenstelling van de band, zoals na het vertrek van frontman Arch eind 2016. Opvolger Steven Tolkamp brult echter even meedogenloos mee op de zware grondtoon van Disabuse en dit bandje gaat dus nog allerlekkerst mee. Op het podium creëren de mannen een fijne, beukende sfeer – ook al is het nog vroeg in de middag en al headbangend vliegt een half uurtje speeltijd eigenlijk gewoon in een oogwenk voorbij.

Disabuse

Dead Loyality is vers verrezen uit de achterbuurten van Klazienaveen en kon bij wijze van spreken op de fiets naar de velden van Pitfest in het nabijgelegen Erica – net als veel van hun aanhang trouwens. De band presenteert vandaag zijn eerst EP getiteld Tormented. ‘Twenty five minutes of shit’, aldus de frontman, tevens brulboei van het orkestje. De vier mannen barsten los na een intro met chaotische geluiden, een stille voorbode van dat wat komen gaat tijdens nummers als Suffer en Decimation. Er is veel belangstelling voor het optreden van Dead Loyality en dat lijkt niet meer dan terecht.  Het debuut van deze band klinkt veelbelovend. (BS)

Dead Loyalty

Over naar Dead Head voor een veertig minuten durend college in klassieke thrash. De band met de snerpende zang van Tom van Dijk is weer helemaal terug sinds het bejubelde Swine Plague en knalt er na het intro lekker in met het stokoude The Festering, dat overgaat in Phantom Palace. Het heerlijk dreigende Until the Sun Appears komt langs en uit 1990 klinkt In Your Room lekker slepend, totdat plots de tempoversnelling die je wist dat zou komen daar is. Met Helhuizen, Dühr en Palfium, hebben we dan de eerste drie nummers van Swine Plague te pakken en dan is de les alweer voorbij als Kill Division heeft geklonken. Een heerlijk degelijk optreden met no-nonsense thrash. Prima!

Dead Head

Manu Armata verlegt de aandacht weer naar het Punkhol met hardcore uit Harlingen, Friesland. Humor hebben de mannen wel. Resurrection wordt opgedragen aan alle dames, want ‘je kunt erop dansen’. Dat klopt natuurlijk, als je toch al van plan was je enkels te breken. De stuiterballen op het podium hebben het in ieder geval naar hun zin en zorgen voor een beukend optreden, met enkele opmerkelijk fraaie baslijntjes voor Peter. Zanger WD moet nog wel even aan zijn Nederlands werken, want ‘Hoeveel mensen konden ons al?’ gaat door merg en been. (GW)

Manu Armata

Dust Bolt is één van de aangename verrassingen tijdens deze editie van Pitfest. De jongens zijn actief sinds 2006, hun eerste EP verscheen in 2010. Daarna volgde er zo om de twee jaar een studioalbum en ook dit jaar staat er weer een nieuwe plaat op de rol. Vandaag betreft echter hun eerste liveshow in vier maanden en dat is te merken. De heren rennen en springen als een stel uitgelaten jonge honden over het podium en zanger Lenny B. laait de boel lekker op. Ja, er zit flink wat power in deze frontman en in dit bandje an sich.

Lenny B. doet zijn best een enorme circlepit te creëren (‘Move your ass!’). Dat lukt hem vervolgens ook heel aardig. De muziek zit goed in elkaar, dus het is domweg  een dik half uur heerlijk thrashen in een volle tent op nummers als Awake the Riot – The final War, Soul Eraser, Taking Your Last Breath en Toxic Attack. Na dit optreden vertrekt Dust Bolt richting Noord-Amerika voor een tour met onder andere Obituary. Volgens het programmaboekje van Pitfest op uitnodiging van niemand minder dan één van de broertjes Tardy: drummer Donald.

Dust Bolt

Het eerste wat opvalt is dat het niet bepaald druk is in het Punkhol bij het optreden van Corrupt Moral Altar. De band uit Liverpool bestaat onder andere uit leden die spelen of gespeeld hebben in bands als Malevolent Creation, Napalm Death en Anaal Nathrakh. Deze snoeiharde en gore mix van grindcore met sludge-invloeden is dan mogelijk niet voor iedereen weggelegd, meer aandacht dan de band nu krijgt verdienen ze zeker. Zanger Chrise Reese schreeuwt zijn longen binnenstebuiten en de gitaren, bas en drums rammen en beuken er ook flink op los.

Gelukkig is het publiek dát er staat enthousiast, al lijkt het of men nauwelijks de geweldsexplosie op het podium durft te naderen, ook niet op uitnodiging van Reese (‘come closer, i’m not gonna jump on you … I’m too heavy for that’). De nummers zijn pessimistisch van inslag, zoals Father Tongue, dat gaat over drugs en het vergooien van het leven. Ook gaan veel nummers over zowel politieke als maatschappelijke onderwerpen. Geen kinderachtige shit dus. Al met al een erg goed optreden van deze Engelsen. (BS)

Corrupt Moral Altar

Tankard gaat al 36 jaar mee en dat willen de vier Duitsers weten. En terecht! In al die jaren is de band stug doorgegaan met het maken van Teutoonse thrash, waarvan de teksten doorspekt zijn met humor en vaak een ode vormen aan bier. Ook vandaag gaat er op het podium makkelijk een treetje bier doorheen en worden de nodige blikken bier doorgegeven aan die-hard fans op de eerste rij. Tankard vergeet daarbij niet een loeistrakke set neer te zetten. De setlist vormt een mooie dwarsdoorsnede van de carrière van de band.

Afgetrapt wordt er met One Foot In The Grave en na een “good-fucking-evening” van zanger Gerre gaat dit over in The Morning After. Even later komt Zombie Attack ook nog langs. Bassist Frank is na al die jaren grijs geworden, maar is nog net zo energiek als in de beginjaren van de band. Hij en Gerre gebruiken de volle breedte en diepte van het podium en voeren het ene malle dansje na het andere op. Het geluid is, in tegenstelling tot gisteren, nu wel goed afgesteld. Het helpt om het feestje naar nog hogere sferen te tillen en uiteraard wordt er afgesloten met Empty Tankard, hetgeen leidt tot een haast carnavaleske sfeer. Tankard kan op deze manier nog wel 36 jaar mee. (CS)

Tankard

Welkom in het Punkhol, welkom op het slagveld van Just Before Dawn. Het luchtalarm klinkt. Zanger Dave Ingram komt het podium opgelopen: voor het eerst deze dagen met een flesje water in plaats van bier. Het geluid zwelt aan en de band gaat los. Op het menu: echte, onvervalste old school death metal! Nog geen veertig minuten speelt deze band, maar het internationale gezelschap heerst over het slagveld. Niet zo gek, met een nummers als Day of Days en Formations at the Rising Dawn van Jaarlijstplaat Tides of Blood. Maar ook het iets oudere Soulburner gaat erin als een kogel in een dijbeen.

Ingram verontschuldigd zich voor het slepen met zijn been: de man wacht op een nieuwe heup: hij maakt er letterlijk en figuurlijk OSDM van. ‘Your blood is my gasoline’,  brult de Brit in Under Wheels of Death. Je gelooft ‘m op z’n woord. Als Outnumbered langskomt zie je voor je geestesoog tanks die alles vermorzelen wat onder hun rupsbanden komt en zo niet, dan gebeurt het wel bij Feast of the Firedemon: ook al zo’n kaakslag. Just Before Dawn laat horen dan het helemaal niet ingewikkeld is om goede death metal te maken maar dit is dan wel toevallig een band die het genre tot in de puntjes beheerst.

Just Before Dawn

Juist als de mannen naar het einde van hun set gaan, komt het bericht dat Pitfest 2018 is uitverkocht. Complimenten voor de organisatie, volgend jaar is dit festival er gewoon weer. Weer twee dagen, op een andere locatie en later in het jaar. Just Before Dawn mag wat uw verslaggever betreft gewoon weer aansluiten, want dit verveelt nooit. Daar denken ze zelf ook over, want terwijl het publiek zich langzaam verzamelt in de Skullcrusher-tent, wil Just Before Dawn er best nog een nummer tegenaan gooien. Helaas, dat mag niet meer.

Just Before Dawn

Want in Skullcrusher staat er iets op het programma dat niemand aan zag komen. Een optreden van de vrijwel volledige line-up (gitarist Bert Huisjes is er niet bij) van Altar die in 1994 de legendarische plaat Youth Against Christ uitbracht. Een Nederlandse deathmetalklassieker die vooral in de regio waar de band vandaan komt – én waar Pitfest thuis is -, voor opschudding zorgde. Want het was godverdomme toch wel erg antichristelijk wat deze mannen deden. De woede over georganiseerde religie spatte van het album af. Altar leeft sinds kort weer voort in een bezetting die het eerste wapenfeit niet meemaakte, maar hier, in een afgeladen tent, is iedereen present om het wonder uit Hardenberg te aanschouwen en die eerste plaat weer gespeeld te horen worden.

Altar

Als de mannen van toen het podium betreden, blijken de kapsels wat korter, het vel rondom de buik hier en daar wat ruimer en even is er wat verwarring omdat Youth Against Christ niet van begin tot eind wordt gespeeld, maar wordt afgetrapt met Psycho Damn. Met Jesus Is Dead! wordt het sein gegeven om te proberen de haringen uit de tent te spelen. De bravoure bij zanger Edwin Kelder is nog volop aanwezig (zo spreekt hij doodleuk het plaatselijke dialect) en zijn stem heeft niets aan kracht ingeboet. De passie spat van het podium af (het shirt van Kelder drijft na vijf minuten al van het zweet) en dat voor mannen die best een risico namen. Ga er maar aanstaan: na al die jaren weer het instrument oppakken en een plaat spelen die bij veel liefhebbers in het collectieve geheugen zit.

Maar het werkt. Zowel op als buiten het podium. Lokale platenmaatschappij Raw Skull Recordz verkoopt t-shirts met de albumtitel op de rug en even lijkt het weer midden jaren ’90, zo vaak komt er vandaag een drager van een Youth Against Christ-shirt voorbij schuifelen. Hier en daar is zelfs het originele tricot onderuit de kast opgedoken. Op het podium introduceert Kelder een nummer over ‘dikke, vette nijlpaarden’ (Hypochristianity) en over ‘de liefde’ (Divorced from God). Het lijkt wel alsof ruim 25 jaar opgespaarde energie er vandaag in één keer uitkomt, zo gaat deze band tekeer. Zelfs microfoonproblemen brengen Altar niet van de wijs. Het publiek eet uit de hand van de band: zelfs een stagediver in een rolstoel baant zich richting het podium. ‘Leg ‘m daar maar neer’, zegt Kelder droog.

Altar

Altar speelt alle eventuele twijfels aan gort, zeker met het heerlijke Throne of Fire, waarbij de band ondersteuning krijgt van de manager van het eerste uur. Kelder voert zijn troepen op zo’n manier aan dat het de Heere Jezus weer tot leven had kunnen wekken als de beste man daadwerkelijk zou hebben bestaan. Waarschijnlijk was hij dan hard weggerend bij het aanschouwen van de wilde blik in de ogen bij de zanger tijdens het afsluitende ‘Cross the Bridge of False Prophecies. Altar op Pitfest 2018. We kwamen met de trein en de fiets, maar zelfs kruipend was dit het allemaal waard geweest.

Na de explosie van Altar is het even bijkomen en dat gaat ten koste van Diagnosis? Bastard!. De mannen  uit Stockholm en Londen doen absoluut hun best en brengen razendsnelle punk, maar het glijdt van uw anonieme scribent af als preken van christenhonden. De band speelt echt de blaren op de vingers en de zanger heeft best een fijne stem, maar het gaat er vandaag niet in. Sorry bastards! Volgende keer beter. Wel een lekker geil basloopje in dat laatste nummer overigens. (GW)

Diagnosis? Bastard!

Bij The Lurking Fear is het een lekker klinkend intro dat als eerste in het gehoor springt. Deze uit Zweden afkomstige band herbergt een hoop bekenden zoals zanger Tomas Lindberg (ook bekend als frontman van At the Gates), Jonas Stålhammer (ondere andere At the Gates, God Macabre) en Adrian Erlandsson (onder andere At the Gates, The Haunted, ex-Cradle of Filth en Paradise Lost). De bandnaam is ontleend aan het gelijknamige verhaal van H.P. Lovecraft.

De muziek klinkt wat meer obscuur, zwaarder en sneller dan At the Gates, maar het is vrijwel onmogelijk om de stem van Tomas Lindberg niet direct te herkennen. De thematiek van Lovecraft’s horrorverhaal blijkt een uitstekende bron om uit te putten als het om de donkere uithoeken en angsten van de menselijke ziel gaat. We luisteren onder andere naar The Infernal Dread, Beneath Menacing Sands en Upon Black Winds en kunnen constateren dat dit een verdomd goed en duister bandje is. Eentje om in de gaten te houden. (BS)

The Lurking Fear

Martyrdöd maakt crustcore/d-beat, al begint het onderscheid tussen de verschillende bands na twee dagen Pitfest zo langzamerhand wat te vervagen. Op het podium maken de Zweden echter indruk met hun melodieuze agressie. De stagedivers melden zich weer en in de pit doet men weer pogingen de hinderlijk geplaatste paal te ontwijken. Voorman Mikael Kjellman kijkt het allemaal grijnzend aan. Samen met zijn kompanen beukt hij lekker door, waarbij gitarist Pontus Redig aan aantal keer lekker uit de hoek komt. Daarmee vormt hij een prettig contrast met de schreeuwgrunt van Kjellman.

Stiekem is Martyrdöd best wel een swingend geheel, terwijl Kjelman illustreert dat er ook prima op de muziek te stampenvoeten is. Het maakt de band tot het juiste gezelschap op dit tijdstip. Na alle woede van de voorgaande bands is het wel lekker iets te horen dat een bepaalde vrolijkheid in zich heeft.  Maar net als je wilt gaan fluiten, schiet Martyrdöd plots in een versnelling en bijt je bijna je tong eraf. Wederom een fijne Pitfest-verrassing. (GW)

Martyrdöd

Het Zweedse Witchery  is in 1997 ontstaan toen vier van  de vijf leden van Satanic Slaughter hun muzikale avontuur besloten voort te zetten. Binnen Witchery volgde in de jaren erna vooral een personeelswissel qua zangers. Sinds In His Infernal Majesty’s Service is dat Angus Norder. Angus is geen wereldzanger, maar zijn screams hebben wel een bijzonder schor randje en bovendien is hij een echt podiumbeest, een entertainer. Tijdens het laatste nummer springt hij spontaan in het publiek. De snelle, zwartgeblakerde thrash van de heren komt goed tot zijn recht tijdens de nummers van deze set bestaande uit Nosferatu, Witchkrieg, Restless and Dead, Awaiting the Excorcist, Witchburner en The Reaper. De sound van Witchery is onheilspellend en op een bepaalde manier – door de vele gitaarsolo’s – swingend tegelijkertijd. (BS)

Witchery

Het is aan Victims om Pitfest wat het Punkhol betreft af te sluiten. Nog één keer alles uit de kast in de kleinere tent dus en dat gaat de Zweden (zijn er ook inwoners van dat land die niét in een band spelen?) met hun d-beat hardcore/crustpunk goed af. Sterker: in het goed gevulde Punkhol ontpoppen de mannen zich als één van de betere bands in het hardcore/punk-genre dat deze dagen present was. Het kost zanger/bassist Johan Eriksson weinig moeite de pit te openen, de vuisten te laten heffen en nog één keer mee te laten schreeuwen. Leuk detail: het Danzig-shirt van gitarist Gareth Smith: totaal andere muziek dan zijn Victims maakt, maar mooi symbolisch voor de muzikale verbroedering die deze dagen in Erica plaatsvindt. (GW)

Victims

En dan is het eindelijk tijd voor DE hoofdact van Pitfest 2018: Bloodbath. Niet elke Pitfestbezoeker heeft de eindstreep gehaald, maar er is desondanks nog een aardige harde kern over die de Skullcrusher-tent tot zo’n driekwart weet te vullen. Het is 00:01 uur, de klokken luiden en men staat startklaar om ‘straight into hell’ te gaan met Bloodbath. De Zweden bijten het spits af met Let the Stillborn Come to Me. En er volgen meer ijskoude songs als Iesous en Outnumbering the Day. ‘Are you ready to die?’, informeert zanger Nick Holmes bij het publiek. Altijd. Dus is het de hoogste tijd voor So you Die.

Bloodbath

Hierna wordt een sprong terug in de tijd gemaakt naar het allereerste begin van de band met het nummer Breeding Death van de gelijknamige EP uit 2000. Het publiek is inmiddels zo enthousiast dat er zelfs wordt gecrowdsurfd zonder muziek. Bloodbath beukt verder met Cancer of the Soul en drijft de gruwel nog een tandje verder met Beyond Cremation. Uiteraard mag ook Bathe in Blood vanavond niet ontbreken en de band sluit af in stijl met Mock the Cross en Eaten. De sfeer is perfect. En Bloodbath vormt een illustere afsluiter van dit mooie, zware festival. De vermoeidheid begint inmiddels wel wat toe te slaan en er liggen bovendien nog een paar kilometertjes fietsen in het verschiet. Op naar Pitfest 2019! (BS)

Lees ook het verslag van Pitfest dag 1.

Foto’s:

Datum en locatie:

28 april 2018, Erica

Link:

Pitfest