Netherlands Deathfest IV, dag 3: van seksuele perversie tot de nagels van de doden

De zondag van Netherlands Deathfest IV gold vooraf als kwalitatief meest aansprekende dag, met een fraaie verzameling death- en blackmetalbands. Van twee bands was het eigenlijk pas op de dag zelf duidelijk dat ze er zouden zijn. In de dagen voor het festival kwam het Poolse Mgła onder vuur te liggen vanwege vermeende indirecte nazisympathieën en het verhaal van het Amerikaanse Deicide is bekend: die zijn pas present als bandbrein Glen Benton met zijn bas op het podium verschijnt. En zowaar: iedereen was er! Net als Zware Metalen in de persoon van schrijvers Michel Peeters (MP) en Ghostwriter (G). Koen de Gussem trok zijn fototoestel, met Niels Vinck als back-up. 

Het duo Ghoat (zang/gitaar, een dag eerder nog op het podium met Father Befouled) en Elektrokutioner (drums, ex-Father Befouled) is onder de gezamenlijke naam Encoffination niet van plan de slaap uit de weer volop aanwezige hoofden te spelen aan het begin van de middag van dag 3. De doom/death van het duo neigt daarvoor teveel naar het eerste, maar met lekker soezend de dag beginnen is niets mis. De grunts van Ghoat zijn lekker lang uitgestrekt, maar worden tegen het einde van de set wat eentonig. De mannen besluiten er om de een of andere reden ook wat eerder mee op te houden, om het wakker laten worden over te laten aan Holocausto Canibal. (G)

Tweeëntwintig jaar bestaan ze al, de toch wel zeer extreme Portugezen van Holocausto Canibal. Niet dat ze ook maar iets aan energie en gortigheid hebben ingeboet, want vergis je niet: hun groepsnaam is wel degelijk goed gekozen. Wat ze voortbrengen refereert bij momenten aan Carcass, Impetigo en Dead Infection, met hier en daar een snuifje Blood of Deranged. Onderwerpen daarbij zijn gore, seksuele perversie en SM. Dat alles gezongen (nouja…) in het Portugees. Het geeft een beeld. De mannen spelen weliswaar death metal, maar met heel veel grindcore-elementen. Heel agressief en ook wel heel aanstekelijk, wat ondanks het toch nog vroege uur dankbaar overgenomen wordt door het publiek in de al aardig gevulde kleine zaal. Voor mij een heftig begin van deze dag, die zich aandient als misschien wel de beste van de drie festivaldagen.

Losgeslagen Belgen, je moet er mee uitkijken. Of in het geval van Possession, naar kijken. Opgericht als pure black band, zijn ze de afgelopen jaren geëvolueerd naar een meer ruimer geluid met heel veel invloeden van death erin verwerkt. Ze klinken wild, brutaal en heel boos maar weten die gevoelens om te zetten in een geluid waarbij de eerste nummers een ongemakkelijke, wat ijle atmosfeer weten op te wekken die vervolgens gedurende het ganse optreden wordt vastgehouden. Dat maakt de groep langs de ene kant een beetje een buitenbeetje maar is langs de andere kant origineel genoeg om je een uurtje bij de zaak te houden. Apart maar boeiend optreden!

Zoals de fijnzinnige groepsnaam Phlebotomized al zou kunnen doen vermoeden, is fijnzinnigheid iets waaraan deze heren niet doen. Wie dat denkt vergist zich schromelijk. Phlebotomized brengt death metal, maar met een zeer experimentele twist: men voegt er synthesizers en violen aan toe. Dat leidt tot prachtige intro’s gevolgd door brutale herrie met een heel prominente leadgitaar erin verwerkt. Wie de groep nog nooit eerder gehoord heeft, er wordt wel wat van je gevraagd. Dit is géén doorsnee deathmetalgebulder, maar een goed doordachte mix van pure death en… ja wàt eigenlijk? Prachtige stukken koorgezang komen voorbij, dreunende beats en af en toe zelfs wat funky baswerk. Maar het geheel werkt wel en is bovendien nog aanstekelijk ook. Getuige het publiek dat zalig uit de bol gaat.

 

De Canadese band Revenge ontstond in 2000 uit de as van drummer James Read’s vorige band Conqueror en is daar ook de logische voortzetting van. Een chaotische brok death metal met genoeg arrogantie om de boel aan de wiggel te houden. En dat is nodig ook, want van hun nummers moeten ze het eigenlijk niet hebben. Die zijn rommelig en klinken dof, compleet ondergeschikt aan de vocale herrie die geproduceerd wordt. Dat zou heel saai kunnen overkomen, maar net door de zelfverzekerdheid waarmee men het publiek tegemoet treedt is het dat nooit. Indrukwekkend klinken ze geen moment en onvergetelijk is dit optreden allerminst. Onderhoudend was het wél. (MP)

Intestine Baalism zat in hetzelfde vliegtuig als Butcher ABC een dag eerder en dat is voor drummer Hisao Hashimoto wel handig, want hij speelt in beide bands, al heette hij gisteren nog Butcher HSO. Boefje. Met zijn kekke zonnebril op lijkt hij evenwel op het verkeerde concert aanwezig, al geldt dat ook voor de Kenji’s op bas en gitaar: Kenji Minagawa en Kenji Nonaka, die wat uiterlijk betreft zo in een J-popband zouden passen. Zanger/gitarist Seiji Kakuzaki ziet er nog het meest ‘metal’ uit en samen speelt het gezelschap death metal van het meer melodieuze soort. En dat doen ze heel behoorlijk. De nummers zitten goed in elkaar en de mannen hebben dan weliswaar de uitstraling van een stuk sushi, lekker klinkt het wel. Solootjes hier en daar, prima spel van de drummer en Kakuzaki heeft een prima strot. Het maakt deze band tot een prettig tijdverdrijf tussen Revenge en Mgła in, al klinkt het allemaal netjes volgens de regels en wordt het nergens spannend.

De Polen van Mgła staan er dus gewoon, ondanks dat ze het slachtoffer leken te worden van de moderne tijd. Iemand vindt toevallig een uit een ver verleden stammende eventuele vermeende zonde, de Social Justice Warriors van MetalSucks springen er boven op en voor je het weet is er paniek! Commotie! Annuleren van concerten! Maar vandaag gelukkig niet en dus wordt het in capuchons verstopte gezelschap warm onthaald door de grote zaal. Binnen de kortste keren worden de muzikale mitrailleurschoten over het publiek uitgestort en werpt M. zich met zijn raspende grunt op als troepenaanvoerder.

Mgła is gekomen om te vermorzelen en vermorzelt zullen we worden, mede dankzij de geluidsman die op dag 3 eindelijk de juiste knopjes en schuifjes heeft gevonden. Het spel van de blackmetalband is aardig monotoon, maar het is zó goed gedaan dat het als vanzelf hypnotiserend wordt, met de muzikanten als dealers van een drug waar je alleen maar meer van wilt. Even moet ik de neiging onderdrukken om te gaan marcheren, want dat is wat deze band maakt: zwarte marsmuziek om in een trance de wereld te ontdoen van religieuze onderdrukkers. Het zijn de bas en drums die je gevangen nemen in hun dodelijk ritme, waar de zang en gitaar het vervolgens destructief afmaken. Mgła is een zwartgeblakerde, malende metalmachine. Bedenk alle superlatieven die u kent en vermenigvuldig ze met twaalf: dan heeft u de omschrijving van deze heerlijke, geniale band.

Het is vervolgens even overschakelen naar de regionale helden van Severe Torture en hun van dik-hout-zaagt-men-planken-deathmetal. De mannen gaan er vol tegenaan, alsof ze dromerigheid van Mgła zo snel mogelijk kapot willen spelen. En dat lukt prima met nummers als Grave Condition en Sawn Off. De band uit Boxtel gaat als een sloopkogel tekeer in de kleine zaal en de technisch prima onderlegde nummers volgen elkaar snel op. Damiën Kerpentier drumt als een bezetene, Dennis Schreurs heeft vanochtend bij het ontbijt nog snel even drie pakjes zware shag weggewerkt en vuurt de troepen aan. Severe Torture sluit met een vlammend optreden aan bij het rijtje uitstekende shows dat op Netherlands Deathfest wordt gegeven. (G)

Het Zweedse Vomitory behoort tot de oervaders van de Zweedse death metal. Ze bestaan ondertussen dus al 30 jaar, weliswaar met een onderbreking tussen 2013 en 2018. Gelukkig hebben ze er toen niet het bijltje er voorgoed bij neergelegd, want dit optreden behoort tot de beste van deze Deathfest-editie. Voor de niet-kenners is het beschrijven van het geluid van deze groep absoluut geen sinecure. Het is geen pure death metal, het is ook geen black, het is geen thrash, het is geen grindcore, het is niets van dat alles. Het is dat alles tegelijkertijd! Wat een fenomeen is deze band! Die gitaren, die klinken als diepsnijdende ijzerdraad in weke lichaamsdelen, die drums die klinken als oorvegen holle hoofden, die zang, die alles doorkervende zang die je verweesd en zwaar gemutileerd achterlaat. U ziet, beste lezer, tot u spreekt een fan. En dit optreden heeft dat verknocht zijn alleen maar versterkt. (MP)

Viscera Infest maakt het Japanse feestje in Tilburg compleet en het is wederom een bijzonder gezelschap. Drummer Yuya Yakushiji bijvoorbeeld, is slechts gekleed in een tijgeronderbroek en voorzien van dito haarband. Grunter/gitarist Eizo Asakura is aan de forse kant en daar is op zich niets mis mee, maar het contrasteert heerlijk met zijn zingende en gitaarspelende collega Ryo Himeno die door het sleutelgat nog naar binnen kan. Deze band is op aarde om goregrind te spelen en goregrind spelen zullen ze. Ik heb op geen enkele manier kunnen achterhalen welke nummers vandaag voorbij komen, maar de Japanners hebben ze met titels als Naegleria Fowleri Micronema Deletrix Granulomatous Amebic EncepalitisPedicolosis en Gastroduodenalulcerfollicularadenoma Fulminanthepatitishydrocelefacialspasmyxomatosis. Asakura kondigt ze doodleuk aan, al knorrend en squealend. Muzikaal maakt het allemaal weinig verschil, dat zult u begrijpen. Het is rammen, rammen, rammen, even op adem komen (daar zijn zowaar wat deathmetalinvloeden te ontwaren) en weer verder rammen, rammen, rammen.

Drummer Yakuhiji doet halverwege de set zijn haarband af, maar daar stopt het strippen gelukkig. De pitliefhebbers kunnen hun lol niet op met deze band en de eerste stagediver is zowaar een Japanner die tot groot vermaak van Eizo Asakura een epileptische aanval op het podium faket. Het kan kortom allemaal niet op met deze band.

De death metal komt deze editie van Netherlands Deathfest uit alle hoeken van de wereld en nu gaan we weer terug naar de Verenigde Staten, dat Incantation heeft gestuurd. Met nummers als Shadows of the Ancient Empire, Immortal Cessation en het aan Necrophagia’s Killjoy opgedragen Ascend Into the Eternal, maakt de band duidelijk dat het hier is gekomen om kont te schoppen met death fucking metal, zoals zanger en Gandalf-imitator John McEntee roept. En dat lukt heel aardig: de mannen stoomwalsen door de set heen.

De band speelt soepeltjes en McEntee weet aan het einde van ieder nummer de duivelshoorntjes in de lucht te krijgen door zelf het goede voorbeeld te geven. Sonny Lombardozzi soleert er lustig op los, maar Incantation levert als geheel een prima prestatie met het uitermate strak spelen van degelijke death metal, zoals één van de oervaders van die typisch Amerikaanse deathmetalsound zou moeten doen. De band klinkt dan weer dreigend, dan weer beukend snel, maar is altijd zo strak als het onderstel van een padvindster. En altijd is daar die grunt van McEntee die als een mes door boter snijdt. Wie hier onbewogen onder blijft moet maar een andere hobby gaan zoeken. (G)

Death metal uit Tsjernobyl, zo presenteert het Nederlandse Prostitute Disfigurement zich. Niet slecht gekozen, want zo klinken ze ook. Vol rare stralingsziekten die allerlei tumorachtige gedrochten hebben voortgebracht. Tot nummers die ietwat coherent in elkaar steken heeft dit echter niet geleid, want het geheel klinkt als een compleet zootje ongeregeld. Nu hoeft dat geen bezwaar te zijn, maar een béétje nummer herkennen in w at gebracht wordt is toch wel handig. Nu kan dat ook wel aan mij liggen, want drie dagen pokkeherrie beginnen hun tol te eisen. En de massa volk op deze derde dag maken ook dat ik halverwege het optreden moet beginnen mezelf uit de overvolle kleine zaal te murwen om op tijd te zijn voor de hoofdact van vandaag. (MP)

En dat is logisch, want die hoofdact is niets minder dan Deicide. We moeten de geschiedenisboeken induiken om te achterhalen wanneer deze band voor de laatste keer aan de kant van de oceaan was en ook nu betreft het een bliksembezoek, maar wat geeft dat. Het is toch echt Glen Benton die daar zo na tienen staat te soundchecken en weer vertrekt als het tijd is. Zonder intro, zonder backdrop en zonder merchandise in de gang, komt de gebrandmerkte het podium oplopen, zegt ‘You might know this one’ en zet Dead by Dawn in. Nieuwe gitarist Chris Cannella moet al snel afhaken met gitaarproblemen, hetgeen de bandleider ontlokt tot de opmerking ‘Just give us a second, the new guy…’, waarna hij minzaam snuift, maar ook lacht. De ouwe brombeer is blijkbaar goed gehumeurd.

When Satan Rules His World komt langs. Benton mag dan de 50 zijn gepasseerd, met zijn stem zou hij de draken van Daenerys Targaryen tot schoothondjes laten verschrompelen. De korte deathmetalnummers komen binnen als dolksteken en de zanger gorgelt en rochelt, krijgt en gilt als in zijn beste dagen. En dat met een houding alsof hij in de rij staat voor de dagelijkse boodschapjes. Lekker irrelevant dat hij de teksten voor zijn neus heeft liggen, zolang Once Upon the Cross met moordend tempo wordt gespeeld.

Deicide toont zich een hele mooie afsluiter op het grote podium van dit kwalitatief uitstekende festival. De band heeft een heerlijke no-nonsens uitstraling, met Benton die op z’n gemak plectrums uit z’n zak haalt en glimlachend het publiek ingooit om vervolgens zijn dodelijke strot weer aan het werk te zetten. Het is bijna gênant hoe eenvoudig Deicide het doet lijken om zo te spelen. Achteloos haast, maar zó goed. De grote zaal blijft propvol op een tijdstip waar de andere headliners het al lang met minder publiek moesten doen.

Voordat Crawled from the Shadows wordt ingezet, bekent Benton dat hij het nummer naar achteren heeft verplaatst in de setlist omdat zijn stembanden nog niet voldoende opgerekt waren. Nou, dat is nu duidelijk hoorbaar totaal geen probleem. Wát een waanzinnige uitvoering van dit nummer, gevolgd oor het eveneens zo bruut als maar zijn kan gespeelde Sacrificial Suicide. Alsof alle andere bands eerder vandaag alleen maar hun best deden een potje metal te maken, nu zijn de grote jongens bezig. Het is bijna misdadig wat voor niveau de band haalt en dan moet afsluiter Kill the Christian nog komen ook.

We gaan eruit volgens de betere Zweedse melodieuze blackmetaltraditie: Naglfar sluit Netherlands Deathfest IV af in de kleine zaal, waar de gevaarlijk ogende Kristoffer W. Olivius de laatste restjes energie uit het publiek probeert te persen. De animo is nog best groot en dat is volkomen terecht, want deze band weet van wanten en speelt lekker soepel. Een nummer als Blades is een fijne afzakker waar we er nog wel een stel van lusten en Olivius krijst en gilt zich door de set terwijl zijn collega’s zorgen voor een mooie dosis melodie en agressie.

Het leuke aan Naglfar is dat het de meeste metalnaam aller tijden is: een schip gemaakt uit nagels van de doden dat over zee zal dobberen als Ragnarök daar is. Olivius noemt de aanwezigen de true warriors omdat we op dit tijdstip nog steeds aanwezig zijn en dat is natuurlijk helemaal waar, maar deze true warrior gaat toch echt zijn trein halen die hem nog op een enigszins acceptabel tijdstip bij zijn hotel brengt.

Volgend jaar is er weer een Netherlands Deathfest, maar over waar en wanneer de V-de editie plaatsvindt, hult de organisatie zich nog in stilzwijgen. De editie van 2019 was echter een uitermate fijne en relaxte jaargang. (G)

Lees ook het verslag van dag 1.
Lees ook het verslag van dag 2.

Foto’s:

Datum en locatie:

5 mei 2019, 013, Tilburg

Links: