Thrash in tijden van corona: Testament, Exodus en Death Angel verpulveren Brussel

Singer-songwriter Bob Dylan bezong het reeds in de jaren zestig: The times they are a-changin’. Met de in sneltempo kelderende verkoopcijfers van fysieke albums, doet er zich in de muziekwereld een opvallende tendens voor. Zo zijn live-evenementen intussen uitgegroeid tot de voornaamste bron van inkomsten. In de sector wordt gretig ingespeeld op dit fenomeen. Steeds meer groepen bundelen de krachten teneinde de toeschouwersaantallen (en bijhorende opbrengsten) te maximaliseren. Dit alles resulteert in een resem aantrekkelijke tourpackages. Amon Amarth en Arch Enemy, de combinatie tussen Napalm Death, Misery Index en Eyehategod, het samengaan van Dimmu Borgir en Amorphis: het betreft slechts een greep uit de karrenvracht aan samenvoegingen die we de afgelopen tijd zagen voorbijkomen. Wie het thrashgenre een warm hart toedraagt, wordt evenmin in de steek gelaten. Met de aaneenschakeling van Testament, Exodus en Death Angel, konden zij genieten van een voorheen onuitgegeven drieluik. Collega’s Michiel Hoogkamer en Marco Paasman waren recentelijk in Utrecht voor het Nederlandse luik van ‘The Bay Strikes Back’. Redacteur Pieter-Jan Vanden Broeck en fotografe Tessa Verstraete woonden vorige week dezelfde tournee bij, zei het dan in de Belgische hoofdstad. Zij blikken namens Zware Metalen terug op een concertavond die zelfs niet door het coronavirus kon worden gestopt.

Thrash metal is booming business! Wanneer ik een kwartier voor opening van de deuren de Anspachlaan bereik, troept er reeds een aanzienlijke mensenmassa aan de ingang van concertzaal Ancienne Belgique samen. Om stipt half zes worden de poorten opengemaakt en is het drummen om een plaats op de eerste rijen te bemachtigen. Wie eerst nog diens dorst wil lessen, is er aan voor de moeite. Hij of zij is genoodzaakt om de doortocht van Death Angel vanop afstand te volgen. Het betreft hier geen alledaagse concertavond, zoveel is al snel duidelijk. Met drie headlinerwaardige groepen op het programma, is de publieke begeestering volkomen begrijpelijk. Dat de maximumcapaciteit net niet wordt bereikt, valt dan weer een stuk moeilijker te omvatten. De enkelingen die dit evenement aan zich laten voorbijgaan, hebben maar beter een goed excuus voorhanden. Een besmetting met COVID-19 valt mits medisch attest te aanvaarden, elke andere uitvlucht wordt verticaal geklasseerd.

Zoals u in de vorige paragraaf kon lezen, is het Death Angel dat in Brussel het startschot mag geven. Met drummer Will Carroll op kop, betreedt het gezelschap uit de Californische Bay Area het podium. Gezien de huidige corona-pandemie steekt openingsnummer Humanicide, met de onheilspellende woorden “All hope is lost” in het refrein, me nu niet bepaald een hart onder de riem. De bij de start van het nieuwe millennium heropgerichte groep lijkt vanavond in goede doen. Het is een vaststelling die doorheen het optreden alleen maar bevestigd wordt. Het titelnummer van de vorig jaar verschenen negende langspeler mag dan als eerste aan bod komen, hierna volgt een terugkeer naar Death Angel’s roemrijke begindagen. Een uit Mistress of Pain en Voracious Souls opgebouwd tweeluik katapulteert de aanwezigen terug in de tijd richting gouden jaren tachtig en het sublieme debuutalbum The Ultra-Violence. Ruim drie decennia na datum vormt deze eerste telg in de discografie van de Amerikanen nog steeds het hoogtepunt van elk Death Angel-optreden. Er bestaan dan toch nog zekerheden in het leven!

De eighties worden in sneltempo opnieuw ingeruild voor de tegenwoordige tijd. Zowel Aggressor van het album Humanicide, The Dream Calls For Blood van de gelijknamige plaat en de eveneens recente compositie The Moth komen in respectievelijke volgorde aan bod. Het is wederom genieten van frontman Mark Osegueda. De Amerikaan van Filipijnse komaf is gezegend met een immens stembereik en wisselt reguliere zang probleemloos af met hoge uithalen. Het door de prille vijftiger uitgestraalde energieniveau werkt danig aanstekelijk dat je als toeschouwer haast wordt gedwongen tot een gelijkaardige reactie. Dit in schril contrast met bassist Damien Sisson. De aanzienlijk jongere snarenplukker lijkt niet alleen de rust zelve, diens wijde broekspijpen verraden een voorliefde voor yoga en plantaardige roesmiddelen. Wanneer omstreeks de klok van zeven het einde nadert, laat Death Angel de keuze vallen op Seemingly Endless Time. Het album Act III, de laatste plaat die de groep inblikte voorafgaande aan de split in 1991, passeert op deze manier ook de revue in Brussel. Bij wijze van slotakkoord wordt Thrown To The Wolves ingeleid door het instrumentale The Ultra-Violence. Tom Hunting, drummer en medeoprichter van Exodus, betreedt het toneel en neemt een vocale gastbijdrage voor zijn rekening. Dat de vuisten tot ver voorbij de eerste rijen de lucht ingaan, mag en zal niet verbazen.

Niet lang nadat Death Angel op een overtuigende wijze de avond heeft afgetrapt, is de tijd voor de tweede groep van Californische makelij aangebroken. Thrashlegende Exodus stond begin jaren tachtig mee aan de basis van het genre dat onder andere Metallica, Slayer en Anthrax zou voortbrengen. Op commercieel vlak mag het gezelschap dan nooit dezelfde respons als deze eerdergenoemde namen hebben losgemaakt, de band kan anno 2020 nog steeds terugvallen op een trouw legioen van aanhangers. Als tiener kwam ik voor het eerst in aanraking met het kwintet uit de Bay Area. Debuutalbum Bonded By Blood en het ondergewaardeerde The Atrocity Exhibition: Exhibit A lieten op deze toenmalige adolescent een diepe indruk na. Het gedwongen vertrek van brulboei Rob Dukes en de (tijdelijke) overstap van grootmeester Gary Holt naar Slayer, deden mijn adoratie voor Exodus echter aanzienlijk bekoelen. Op de Belgische tussenstop van deze The Bay Strikes Back-tournee gun ik de Amerikanen het voordeel van de twijfel. Of het combo er vanavond in slaagt om mijn ongelijk te bewijzen, is maar de vraag…

Enkele minuten voordat de leden van Exodus het podium betreden, weerklinkt er een verrassende melodie door de geluidsinstallatie van Ancienne Belgique. Het betreft het vrolijke popdeuntje Ça plane pour moi van de Belgische artiest Plastic Bertrand. Nu ja, verrassend? Wanneer uitgerekend Metallica besluit om hetzelfde nummer van een bewerking te voorzien, is het misschien toch niet zo opzienbarend. Hoe de Brusselse passage van Exodus vervolgens aanvangt, lijkt mijn scepticisme alleen maar te bevestigen. Bij wijze van binnenkomer wordt geopteerd voor twee nummers van het meest recente album Blood In, Blood Out. In mindere mate Body Harvest maar vooral het mijns inziens erg bleke titelnummer vormen een domper op de feestvreugde. Wanneer de opnieuw in de armen gesloten frontman Steve “Zetro” Souza oppert dat het dan nu tijd is voor een ouderwetse portie thrash, lijken mijn gebeden te worden verhoord.

Door het achtereenvolgens aan bod komen van And Then There Were None en Fabulous Disaster, verkeer ik plotsklaps in een vergevingsgezinde bui. De keuze voor Fabulous Disaster, afkomstig van de onder dezelfde naam uitgebrachte plaat, is opvallend. Van de vele keren dat ik de groep al aan het werk zag, haalde de hymne nog nooit de setlist. Met Deathamphetamine en Blacklist, put Exodus respectievelijk uit de albums Shovel Headed Kill Machine en Tempo of the Damned. Beide platen tonen aan dat het thrashcollectief ook bij aanvang van het millennium een kracht was om mee rekening te houden. Wanneer Souza tussen de nummers door de bandleden voorstelt, is er bijzondere aandacht voor verloren zoon Gary Holt. Nu de afscheidstournee van Slayer tot de verleden tijd behoort, kan de gitarist en inspirator zich eindelijk ten volle op zijn geesteskind toeleggen. Bonded By Blood en Piranha komen in Brussel als volgende aan bod. Beide composities worden massaal door de massa meegebruld. Had u dan iets anders verwacht?

Er is sprake van een collectieve hartverzakking wanneer de groep zich plotseling aan een stukje Slayer waagt. Het blijft bij een instrumentaal intermezzo want nog geen luttele minuut later weerklinken de eerste tonen van The Toxic Waltz al door de luidsprekers. “Here’s a new dance craze that’s sweeping the nation. It’s called the toxic waltz and it’s causing devastation”. Wanneer je ‘dance’ verandert in ‘epidemie’ en ‘waltz’ inruilt voor ‘corona’, bekom je een beangstigend actuele boodschap! Voor de ontknoping van dit optreden grijpt Exodus weinig verrassend terug naar debuutplaat Bonded By Blood en het onvermijdelijke Strike of the Beast. Een wall of death wordt gevormd waarna de band met opgeheven hoofd de bühne verlaat. Wie het in zijn hoofd zou halen om nu reeds huiswaarts te keren, kan dit doen met een gevoel van voldoening. En dat terwijl het niet bepaald onaardige Testament er nog aan moet beginnen…

Nog nagenietend van de prestatie van Gary Holt en collega’s, begeef ik me richting de inkomhal van Ancienne Belgique. Ter hoogte van de Exodus-merchstand word ik vanuit het niets getroffen door een abrupt gevoel van herkenning. Wie brengt er het handelswaar van de Californische band aan de man? Het betreft niemand minder dan Robin Mazen, bassiste van onder meer Gruesome en Castrator. Nadat ik eerder op de avond ook al Objector’s Emile-Arthur Oosterlynck en Carnation-gitarist Jonathan Verstrepen leek te herkennen, loop ik in Brussel dus al drie artiesten tegen het lijf. De metalgemeenschap is een kleine wereld, zoveel wordt andermaal bewezen.

De derde en tezelfdertijd laatste groep die in de Belgische hoofdstad mag opdraven, luistert naar de naam Testament. Net als voorgangers Death Angel en Exodus, begon het voor deze band aan het begin van de jaren tachtig. Na het opnemen van een demo, volgde in 1987 met The Legacy het eerste volwaardige wapenfeit. Positief onthaalde albums als The New Order, Practice What You Preach en The Ritual volgden elkaar vervolgens in ijltempo op. Niet alles gaat echter van een leien dakje. In 2001 slaat het noodlot toe wanneer bij Chuck Billy een zeldzame vorm van kanker wordt vastgesteld. De frontman toont zich strijdvaardig en slaagt erin om de vreselijke ziekte te overwinnen. In de tussentijd blikte Testament opnieuw vier studioalbums in en lijkt het gezelschap dus helemaal terug. De dertiende langspeler, het vijfde sinds het herstel van Billy, komt er overigens binnenkort aan. Op vrijdag 3 april ziet Titans of Creation namelijk het levenslicht.

Hoe de doortocht van headliner Testament aanvangt, lijkt wel een heruitgave van wat Exodus eerder op de dag etaleerde. Geen Plastic Bertrand deze keer maar wel de wijlen Amerikaanse muzikant Jim Croce. Met zijn in de seventies ingezongen hit Bad Bad Leroy Brown mag hij de komst van de thrashveteranen inleiden. “And it’s bad, bad Leroy Brown. The baddest man in the whole damned town. Badder than old King Kong. And meaner than a junkyard dog”. Geen idee wie die Leroy Brown is maar het klinkt niet als een individu waarmee je ruzie wilt zoeken.

Het is klokslag negen uur wanneer Jim Croce is uitgezongen. Dit betekent dat Testament er nu echt aan kan beginnen. Het uitmuntende The New Order, het titelnummer van de gelijknamige plaat, wordt al snel ingezet. Ook The Haunting en persoonlijke favoriet The Preacher komen tijdens het begin van het optreden aan bod. Opperhoofd Chuck Billy – je kan dit haast letterlijk nemen, er stroomt het nodige indianenbloed door de aderen van de zanger – maakt een energieke beurt en bespeelt zoals gebruikelijk gretig de luchtgitaar. Verder is het eveneens genieten van snarenplukker Alex Skolnick, wat een begaafd muzikant is deze man toch. Oudere composities maken met onder andere Dark Roots of Earth en Throne of Thorns plaats voor recenter materiaal. Dit terwijl de backdrop met de regelmaat van een klok van ontwerp verandert.

Terwijl de laatste tonen van het aan de onderlinge vriendschap tussen de thrashgroepen opgedragen Brotherhood of the Snake uitsterven, eist Billy de aandacht op. De struise Amerikaan deelt mee dat Brussel de eindhalte van deze tournee wordt. Als gevolg van de coronacrisis, gaat het de volgende dag in Duitsland geplande optreden niet door. “They cut us off!” klinkt het uit de mond van de frontman. Het betreft de voorbode van een resem aan afgelastingen die de muziekwereld de komende tijd zal ondergaan.

Op voorspraak van drummer Gene Hoglan haalt Fall of Sipledome vanavond de setlist. Ook het gloednieuwe Children of the Next Level – een voorsmaakje van het binnenkort te verschijnen album Titans of Creation – wordt in België opgevoerd. Naar het einde toe, besluit Testament om andermaal naar de eerste drie platen terug te grijpen. Over The Wall, Practice What You Preach en Into The Pit: ze komen stuk voor stuk aan bod. Dat het laatstgenoemde nummer de oppervlakte van de moshpit doet verdubbelen, geef ik graag mee. Met Disciples of the Watch wordt na bijna anderhalf uur spelen, een einde gemaakt aan zowel het optreden als (noodgedwongen) aan de tournee. Een heerlijke afsluiter van een al minstens even heerlijke avond!

Datum en locatie

10 maart 2020, Ancienne Belgique, Brussel

Foto's:

Tessa Verstraete

Links: