Maandagavondconcerten willen nog wel eens iets troosteloos hebben. Hardwerkende bands die zich in het zweet staan te werken voor een nauwelijks gevulde zaal in de wetenschap (of hoop) dat het de komende dagen beter zal worden. Dat is vandaag bij de dubbele headlinershow van post-rockers This Will Destroy You en dynamiektovenaars The Ocean wel anders. In een wat verder verleden zagen we die laatste vooral in de tweede, kleinere zaal van het Patronaat te Haarlem. Nu is het zelfs dringen om binnen te komen in de grote zaal. Wel een beetje doorlopen daar boven aan die trap mensen!
Wat dan weer wel maandagavond is, is dat we er na een drukke eerste werkdag van de week niet in slagen op tijd te komen voor de eerste act. Daar is een aanvang van 19:25 uur toch net even te vroeg voor. En zo zien wij bij binnenkomst Jo Quail in haar fel verlichte solospot nog slechts de laatste vier felle halen langs haar elektrische cello geven. Natuurlijk veel te weinig om ook maar iets zinnigs op te brengen over het optreden, maar misschien zegt het ruime applaus dat haar ten deel valt toch iets. Voor nu troosten we ons en u met dit sfeervolle werkje dat zij recent uitbracht.
This Will Destroy You speelt instrumentale post-rock volgens het gekende aanzwellende en weggebende recept. Na een fel sissend intro worden – de agressieve naam ten spijt – introvert en met de blik strak op de snaren gericht fraaie thema’s uit de lucht geplukt die daar al, geduldig wachtend op hun beurt, eonen hebben gezweefd. In schaars en fraai gekleurd tegenlicht bouwen een overstuurd ruisende bas en repetitieve mokerslagen op naar een climax waarbij de hoge gitaarlijnen die wel al gespeeld worden, lang op zich laten wachten om ook echt de boxen uit te komen. Wanneer dat gebeurt stijgt de band hemelwaarts totdat hij na een woeste en verschroeiende val door de dampkring weer vaste grond onder de voeten grond krijgt in de vorm van hetzelfde eenvoudige thema waarmee de song begon. We zijn inmiddels tien minuten verder en die worden, blijkens het applaus, alle tien door de aanwezigen prima gesmaakt. Ook in het tweede nummer is er veel te mijmeren. Prima muziek om 35007-gewijs fraaie beelden bij te projecteren. Dat doet de band niet zodat we het zelf maar doen: ogen dicht en laag over steppen en oceanen scheren. Daarbij valt vooral op dat de zaal in de rustige passages muisstil is. Hier (nog) geen Hollandse ziekte, wel kletterende flesjes in kratten. Na opnieuw een paar minuten barst de auditieve hel dan toch los in de vorm van verbeten drumklappen (weg zijn de watten om de drumstokken) en gierende gitaren. Zo golft het optreden van minimale snarenplukkerij naar donderende Götterdämmerung.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de verzadiging bij mij daarna wat begint toe te slaan. Misschien slaag ik er niet genoeg in te onthaasten, want om mij heen zie ik nog steeds mensen die met de ogen dicht staan te luisteren en na elk nummer volgt een meer dan beleefd applaus. Het wat rechtlijnige drumwerk en de traag aangeslagen basakkoorden, die in het begin van het optreden nog zo opvielen, slagen er niet steeds meer in me mee te slepen. Net als Bart mis ik in sommige nummers (niet het eerste) een beetje een rode draad; een duidelijk Leitmotiv dat elke song een duidelijke kop en staart geeft en bijeenhoudt. Iets dat de groten in het genre net dat beetje extra geeft. Trouwens ook iets dat de laatste twee tracks die This Will Destroy You vanavond speelt, als ik het wel heb Threads en Little smoke, dan plots weer wel hebben. Na de enige (vierentwintig) woorden van de set: “Thank you guys! Give it up for Jo Quail, what a beautiful set. The Ocean is up next and we have a couple more” volgt wel zo’n fijn herkenbaar thema dat vakkundig door de song heen is gevlochten. En wat This Will Destroy You helemaal goed begrepen heeft, is afsluiten met het beste nummer van de set. De maniakale climax giert zwaar uit de klauwen met een gitarist die overstuurd in zijn gitaar gilt en blaast. We zijn weer aan boord heren.
Het optreden begint, net als de laatste plaat, met Preboreal. Het rustige elektronische intro speelt wanneer de band op het gemak en zonder poespas zijn voorbereidingen treft op het podium. Onderwijl schudt zanger Loïc gelijk maar even wat handen van mensen op de voorste rij. Een van de geneugten van een clubshow en er zullen er vanavond meer volgen. Wanneer Loïc zacht “No grasp on reality” inzet, lijkt er nog meer ademruimte in het geluid te zitten dan op plaat. Dat geeft hem de vrijheid te variëren met zijn zanglijnen. Die gebruikt hij om er zo mogelijk nog meer gevoel in te leggen. Wanneer band vervolgens vol aanzet, verdwijnt men volledig in een plots opkomende mist. Eenvoudig trucje, maar wel een met impact! En na Preboreal komt … Boreal. Inderdaad, bij dit optreden is dat niet anders (het is net de echte wereld). De baslijnen die tussen de andere instrumenten kringelend hun eigen ding doen laten de boxen van het Patronaat stevig kletteren. “The lowest common denominator” geeft aldus ook deze song live een nieuwe dimensie.
Voor het gevoel is het dan ook net iets te snel wanneer het intro van volgende track Subboreal start. Maar niet muggenziften, want dat is een van de sterkste songs van Holocene. Kale elektronische ritmiek en zware bassen worden gedragen door licht verscheurende vocalen. Wanneer de toch wel zware riff invalt rammen de hoofden op en neer en stuitert Loïc over het podium. De rust keert snel terug, maar de spanning blijft in de fluisterzachte zang, het warme basspel, die gierende gitaren en steeds maar weer dat licht ongelooflijke drumwerk van Peter. Als een thrashmetalband op volle toeren scheurt men daarna door de aardkorst, woest brullend en vol venijn. Mooi wat (ook) een dergelijke emotie met een mens kan doen, want om mij heen zie ik stevig vooral gelukzalige glimlachen.
Met Permian: The Great Dying nemen we afscheid van het Holoceen. Los van de emotionele lading die al uit de titel blijkt, zijn het hier de stiekeme korte drumsolo’s, die je haast niet zou opmerken, die een extra (muzikale) laag geven. In de diepere passages raast en zuigt een alles verkillende wind door de zaal. “Feel The cold creep inside”… En hoe! Dan tijd voor wat warmte wanneer Loïc de zaal toevertrouwt “ Fucking great that you came out on a monday night”. De opvolgende cello uit een doosje kondigt de enige track van het machtige Precambrian aan: Statherian. Op een drijvend en stuwend ritme druipt de melancholie bij tijd en wijle toch van de snaren, terwijl strak spelen van een nieuwe betekenis wordt voorzien. Bij Miocene|Pliocene blijft de draad van de microfoon van Loïc haken. Een fan klimt even snel het podium op om de draad los te halen en wordt getrakteerd op een warme hand. Dat is toch mooi aan een clubshow. Ik zie het je op een festival niet even doen. Muzikaal staat de song verder als een huis met fraaie superkorte leads over de hakkende gitaar van Robin. Met Abyssopelagic I: Boundless Vasts zit de reguliere set er al op. De tijd vliegt (nu) werkelijk en het optreden kan – ook op een maandagavond – niet lang genoeg duren.
Ik weet niet of het juist is te zeggen dat The Ocean zichzelf overstijgt vanavond. Daarvoor heeft de band misschien al teveel mooie shows gespeeld. Maar bij vlagen voelt het zeker zo. Wat een mooi, indringend en soms explosief optreden. En een viering van clubshows daarbij. Laat de rest van de week nu maar komen!
Datum en locatie
9 oktober 2023, Patronaat, Haarlem
Links: