Het is tijd voor de tweede editie van de You Are Part Of This Tour met wederom Deez Nuts als aanvoerder. Ditmaal wordt de joviale hardcoreband vergezeld door een breed scala aan subgenres. Trash Talk tekent voor de stakepunk, Capsize voor de post-hardcore, Brutality Will Prevail voor de sludgerige hardcore en Boundaries voor de groovende hardcore. Ik ben benieuwd naar hoe dat zal mixen in de gezellige, hooggelegen Pandorazaal van het TivoliVredenburg-complex. Niek van de Vondervoort is dat ook en tekent voor de visuele registratie. Uiteindelijk blijkt dat we een avondje ondergrondse black metal in de dB’s (waar diezelfde avond Inferno optreedt) op hebben gegeven voor een wisselvallige concertreeks die geplaagd wordt door tijdschemaproblematiek.
Het tijdschema blijkt een half uur vertraagd wanneer ik stipt op het oorspronkelijke aanvangstijdstip hijgend in de nok van TivoliVredenburg arriveer. Zodoende krijg ik een half uur de tijd om van de trappenserie uit te puffen en om van het weidse uitzicht over het Utrechtse te genieten. Daarna moet ik toch echt geloven aan de zware hardcore van Boundaries. Dat deze band niet omkijkt naar een breakdown meer of minder lijkt bekend te zijn onder de aanwezigen, getuige het hoefijzer voor het podium. Althans, dat denk ik: dit vijftal trapt groovend als Cruel Hand en Madball uit de startblokken, met speelse tempowisselingen à la Turnstile. Ik blijf voor een lange tijd in verwarring, want de Boundaries die ik ontdekte via het Facebookevenement van TivoliVredenburg en de plaat Hardford County Misery die ik ‘ingeluisterd’ heb, bevat een berg overtuigend lompe en grimmige beatdown hardcore. Later blijkt dat dat een uit Connecticut afkomstige groep betreft, terwijl deze luchthartigheid uit Canada lijkt te komen en in de traditie van bands als Backtrack, Cold World en, om het dichtbij te houden, Deez Nuts speelt (maar dan zonder het ervaren gevoel voor catchyness). Deze Boundaries speelt vandaag voor de eerste keer in Nederland en maakt een degelijke indruk. Zanger Maxime Maltais loopt zelfverzekerd als een aspirerende Scott Vogel over het podium en probeert tussen de nummers door de stiltes op te vullen met wat aansporende praatjes om het publiek dichterbij te krijgen. De groep maakt een sympathieke indruk en heeft duidelijk de podiumgedragingen van populairdere bands goed bestudeerd en zich eigen gemaakt. Het maakt daardoor een verzorgde indruk, al heeft het in muzikaal opzicht nog een weg te bewandelen. Om te beginnen zou de band een onderscheidendere naam kunnen kiezen.
Brutality Will Prevail heeft een moeilijke tijd achter de rug. Het verlies van de oorspronkelijke zanger Ajay was natuurlijk een aderlating, en dat de band zelf ook zoekende was naar haar nieuwe identiteit bleek uit het erbarmelijk slechte Suspension Of Consciousness. Met het verlies van de iconische zangschreeuw diende de band haar eigen, slepende geluid om te gooien naar iets staccato’s dat beter bij de lompe strot van de nieuwe zanger Louis past (die prima tot zijn recht kwam in zijn voorgaande band Breaking Point). Dat leverde op het nieuwe In Dark Places een wat sludgerig geluid op dat een stuk pakkender en cohesief overkomt. Intussen werkt de groep alweer een tijdje om wat momentum op te bouwen en daar lijkt het best in te slagen, getuige het overtuigende optreden op Groezrock vorig jaar. Dat de band hier met een half uurtje speeltijd afgescheept wordt, is dan ook wat onfortuinlijk. Uiteindelijk blijkt dat we allang blij mogen zijn dat Brutality Will Prevail vandaag op de planken staat: de gitarist, respect voor het Blind To Faith-shirt overigens, brak een paar dagen geleden zijn voet en zit met een gegipst been op een stoeltje.
Lichten uit, grimmige audiosample aan. Motörhead’s Lemmy is aan het woord: ‘You cannot yet imagine / How you will dance for me / But you will dance forever / To the tune that I decree / I am the black dead nightmare’. Met een shout-out naar No Turning Back (een verplicht nummertje voor iedere hardcoreband die in Nederland op bezoek komt) en de opener The Path wappert de zaal uiteen door wat side-to-sides. Helaas zal dit concert echter nooit escaleren. Het gruizige gitaargeluid blijft daar te veel op de achtergrond voor, alsof de golven een paar meter voor je ophouden en alleen de monitoren aan staan. Gehuld in het geringe, donkerblauwe podiumlicht moet voorman Louis met zijn overtuigend hondengeblaf hard in de rondte springen en draaien om de sludgende breaks in te leiden en urgentie te kweken. De vierkwartsmaatdrums van nieuwe nummers als Forever Restless onderstrepen zijn hakkende stem en dankzij een vlotte overgang van het ene nummer naar het andere houdt Brutality Will Prevail de vaart erin. Het geluid staat hard, maar door een witte waas dringt het niet door en voelt het afstandelijk, en daardoor ontpopt het concert zich nooit: het blijft even bedrukt als de geluidsmix. Tegen het einde van het optreden lijkt de band het dan zelf ook een beetje op te geven. En kwalijk kan je het de bandleden niet nemen: hoe hard nummers als Casket, Purgatory en Trapped Doors, Moving Walls ook zijn, dit optreden komt door technische mankementen niet van de grond.
Dan is het tijd voor de band die vandaag het meest buiten de boot valt: Capsize. Deze Amerikanen brengen een vorm van post-hardcore waarbij zoete zanglijnen regeren en een onderliggende Underoath-tendens merkbaar is. Licht wanhopig en emotioneel slepende nummers, maar dan toch met overstuurde breakdowns die een dynamische zwaai aan het totaalgeluid geven. Moshparts met jurkshirts en een zwarte emohaarlijn voor de ogen, er zitten dan ook elementen van emotive hardcorebands als More Than Life in dit geluid en in de breedte heeft Capsize veel weg van andere metalcorebands als Heart In Hand, Hundredth en Counterparts. Zanger Daniel Wand valt op de studioalbums positief op met zijn unieke mix van uitgespuugd geschreeuw en melodische zanglijnen. Toch valt hij vandaag een beetje door de mand, aangezien hij opvallend zacht en met het gezicht ver van de microfoon af zijn zangpartijen brengt, altijd bijgestaan door een meezingende gitarist. Tijdens het spelen van nummers als Cold Shoulder en Tear Me Apart wordt duidelijk dat die op de achtergrond gehouden zang juist van essentieel belang is voor de liveverwezenlijking van Capsize. Ook al heeft dit viertal veel gevoel voor songwriting en krijgt het best veel respons van een groep meiden in de pit en voor het podium, het ontbreken van een degelijke basgitaar en de laf gebrachte vocalen doen afbreuk aan dit optreden.
Trash Talk, Trash Talk, Trash Talk. Wat doen jullie jezelf toch aan? Waarom toeren jullie met die posers van Deez Nuts? Van spelen met OFF! in de Area 51 in Eindhoven een aantal jaar terug tot meereizen met een Impericon-tour? Ik zag jullie veel liever in het voorprogramma van Tyler, The Creator met de Odd Future-posse. Maar jullie hebben het wel weer goed voor elkaar, want ik ben toch door de regen naar TivoliVredenburg gefietst om jullie show mee te pakken. Het is lastig om bij een fenomenale band als Trash Talk niet te gaan recenseren vanuit de emotionele onderbuik. Wanneer een band EP’s als Plagues, Walking Disease en Awake in zijn discografie heeft, is het lastig als fan om niet een neurotische affectie te ontwikkelen waarin je beweert te weten waar de band goed aan doet. Trash Talk benadert het optreden van vandaag, tegen mijn verwachting indruisend, met een constructieve insteek, namelijk met de eeuwig aanwezige nonchalance op het gezicht. Het type nonchalance dat je toestaat om te toeren met Deez Nuts, of het type nonchalance dat weet dat het meer shirtjes had kunnen drukken (want halverwege de tour is alle merch al uitverkocht).
En dat is zoals we Trash Talk kennen. Vanaf Walking Disease is het meteen raak, al laat de verwondering van het publiek om de korte nummers zien dat dit vijftal hier een onbekende aanwezigheid is. Zanger Lee Spielman past met zijn petje en lange, dunne haren zo in een thrashcoreband als Power Trip en de MC Ride-achtige bassist Spencer Pollard, met verwarde baard en monsterlijke vocalen, imponeert zoals altijd. Het publiek gaat niet hard op die meesterlijk venijnige oude nummers, maar eerder op de furieuze streetpunk van recentere platen als 119 en No Peace. Wanneer voorman Lee te dankbaar overkomt, schakelt hij naarmate de set vordert over op standje ‘maximaal pissed-off’: ‘Keep digging, kill somebody’ schreeuwt hij tegen het publiek, terwijl hij iemands telefoon uit de hand slaat. Ook Trash Talk vindt dat het geluid vandaag veel te zacht klinkt, en dus beklaagt de zanger zich bij de mixtafel om het geluidsniveau omhoog te krijgen. Intussen krijgt gitarist Garrett Stevenson van het publiek een joint aangeboden waar hij gretig gebruik van maakt, evenals de zanger en de bassist, die de spliff onder de snaren van zijn gitaarhals steekt. Trash Talk beweegt zich idiosyncratisch voort, als een boel opgewarmde moleculen die onvoorspelbaar alle kanten op schiet, en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. – tijdens de lyrics ‘I am pure fucking evil’ van het nummer Destroy kwam uw scribent uit zijn pitpensioen, vanaf hier zijn de transcripties verloren –
Young Thug presenteert met zijn hit Wyclef Jean over de speakers tijdens de soundcheck al een schets van wat komen gaat. Deez Nuts, hardcore voor de Drake-generatie. Ikzelf heb de band nog nooit in een zaal gezien, maar vanavond blijkt het inderdaad voornamelijk een festivalband te zijn. Hardcore met een poppunkerige en hiphop-inslag; onbezorgd, behalve over waar de afterparty plaats gaan vinden. Eerst maar eens de daadwerkelijke show zien te halen, want drie kwartier later dan gepland beginnen we dan uiteindelijk – fashionably late. De Pandora-zaal is inmiddels al deels leeggedropen, want een laatste trein moet ook gehaald worden (hetgeen het geval is voor onze fotograaf bijvoorbeeld). Ikzelf kan me ook nauwelijks meer interesseren voor deze Australiërs. Het vorig jaar uitgebrachte Binge & Purgatory boorde ik met plezier de grond in en vanavond zijn de nummers Binge en Purgatory de openers. Als er al iets herkenbaars uit de speakers pruttelt, dan is het de verrukte strot van zanger JJ Peters die met hand op het kruis, condoombeanie en jurkshirt aan over het podium schuifelt. Het viertal straalt vooral vermoeidheid uit. We zijn inmiddels aan het einde van de tour, maar er is geen sprake van een eindsprint.
Vooral gitarist Matt Rogers en bassist Sean Kennedy maken vandaag een katerige indruk. De bekendste oneliners van de band (‘Don’t get it twisted, we’re still fucking hardcore’) worden overgelaten aan de concertbezoekers die het podium op willen klimmen en een zangpartij op zich willen nemen. Desondanks is er weinig voorkennis nodig om met de muziek van Deez Nuts mee te komen. Zodoende ontstaat er een plezierige pit tijdens het van Danny Brown gejatte nummer Shot After Shot, terwijl de voorman lurkt aan een fles Bombay Sapphire gin. Dit viertal heeft een oor voor aanstekelijke hardcoreriffs, maar ontbeert in z’n totaliteit een constructieve boodschap. De sterallures zijn daarentegen volop aanwezig met professionele camera’s die het concert registreren voor toekomstige videoclips. De jeugd gaat er hard op, maar er is weinig hardcore. Nu hoef je niet per se een bepaald geluid neer te zetten of een lyrische insteek te hebben om hardcore te zijn, maar de scepsis is achterin de zaal voelbaar.
Toegegeven, Deez Nuts speelt hier niet onder de makkelijkste omstandigheden. Soms heb je tijdschemavertragingen niet geheel in eigen hand, zeker niet wanneer er vijf bands op een avond op moeten treden. Wat dan niet helpt, is de uitvoerige discussies tussen de nummers door over welke nummers van de reguliere setlist wel en niet gespeeld moeten worden. Hoe meer de bandleden met elkaar bekvechten, hoe minder tijd er over blijft voor daadwerkelijke muziek en hoe leger de zaal druppelt. De resterend gespeelde nummers klinken geforceerd, zoals Face This On My Own bijvoorbeeld. Na een half uur speeltijd wordt band en publiek uit zijn lijden verlost met de afsluiters Your Mother Should Have Swallowed You en Rep Your Hood.
Foto’s:
Datum en locatie:
28 maart 2018, TivoliVredenburg, Utrecht
Link: