Converge: Bloodmoon in de Philharmonie, of hoe de betovering toch kwam

Op een druilerige donderdagavond (jawel, we hadden er een deze zomer) lopen we door een troosteloos Haarlem naar de prachtige Philharmonie voor Converge: Bloodmoon. Het belooft een bijzondere avond te worden, al is het maar omdat de combinatie Converge, Chelsea Wolfe, haar muzikale partner Ben Chisholm en Cave In-frontman Stephen Brodsky niet elke dag om de hoek staat te spelen. Nu dus wel en dat nog wel in een zogenaamde ‘seated setting’. Voordat het zover is, zorgt Hexvessel eerst nog voor wat extra treurnis om het aan eerder genoemd sterrenensemble te laten om de aanwezigen wat warmte en troost te bieden. Zware Metalen-redacteur Michiel Hoogkamer probeert het onder woorden te brengen waar fotograaf Ruben het zeker in beelden weet te vatten.

Hexvessel laat zich duiden als “a psychedelic forest folk rock band from Finland”. De band is al weer meer dan een decennium terug opgericht door Mat McNerney. En die kan – alleen al als voormalig zanger van het eclectische Dødheimsgard en huidig zanger van Grave Pleasures – een aardig wat (zware) referenties overleggen. Genre en naam scheppen dus verwachtingen en die worden door Hexvessel vanavond ten dele ingevuld.

Dat ‘ten dele’ heeft niet zozeer te maken met de kwaliteit van het gebodene. Die is dik in orde. Met de ogen dicht brengt de band bluesy muziek met een stevige ‘twang’, die af en toe fraai uitwaaiert in gierende gitaarleads, ondersteund door een krassende viool of vintage toetsen. Daarover legt McNerney dan zijn gevoelige vocalen met stevige snik. Daardoor en door die ‘twang’ doet de band soms wat denken aan een zwaardere 16 Horsepower. Wel met een gitarist die serieus goed kan spelen en met regelmaat strooit met soms smaakvolle en dan weer technische solo’s.

Het is ook niet dat de band niet sympathiek overkomt. Drie nummers in de set spreekt de frontman het publiek toe met een ‘dankewel’ en vertelt dat hij drie jaar in Nederland heeft gewoond, in welke periode hij veel respect heeft gekregen voor Nederlanders. Mooie woorden voor een deel van de aanwezigen. Voor een ander deel kunnen ze vermoedelijk gestolen worden want voor het optreden hoorden we in de foyer stevig wat Engels en hier en daar wat Vlaams.

We zijn dus lekker onderweg, maar naarmate het optreden vordert, begint het op te vallen dat de nummers veelal hetzelfde gevoel vertolken, met steeds diezelfde geëxalteerde klaagzang van McNerney. Daarmee druipt het verdriet van het podium als de gestaag aanhoudende regenbui die buiten valt. Maar waar de grond daar nog wel wat water kan gebruiken, ligt binnen de verzadiging op de loer.

Dat is niet het geval in de laatste track. Daarin horen wij Hexvessel zoals we de band het liefst horen, wanneer alles licht ontspoort en twee gitaren, drums, viool, bas en door merg en been gaande zang tegelijk los gaan. Je zou het bijna vioolstoner kunnen noemen, en anders dan de naam klinkt dat lekker. Het publiek neemt afscheid met een dankbaar applaus. Dat is ook terecht, maar ik ben inmiddels wel toe aan het warme bad dat Bloodmoon heet.

Nadat de in de inleiding genoemde, door Converge geleide samenwerking al in 2016 een tour deed, bracht zij vorig jaar dan eindelijk een plaat uit. Waar onze redacteur zo zijn twijfels had, waren jullie meer overtuigd want jullie zetten Bloodmoon: I op plek 21 in de ZM Jaarlijst 2021 . Zelf vinden we die plek meer dan terecht, maar dat komt vermoedelijk doordat we niet al ten tijde van (zeg) Jane Doe verslaafd zijn geraakt aan Converge. Want dat het geluid ‘anders’ is, dat valt moeilijk te ontkennen. We horen het ook in de ‘gebloodmoonificeerde’ (je zult er bij Scrabble niet mee wegkomen vrees ik) versies van Wretched World en Last Light die vanavond voorbij komen. Maar ik loop op de zaken vooruit.

We zitten nog rustig op ons gemak in onze concertgebouwstoelen, beleefd applaudisserend en wapperend met onze waaiers uiteraard, wanneer Converge-zanger Jacob Bannon rabiaat naar de rand van het podium komt gerend om ons de haren naar achteren te schreeuwen en krijsen. Het geeft gelijk een wat unheimisch (wel te gebruiken bij Scrabble) gevoel dat wij aan onze stoelen gekluisterd zitten. Het is een ongemak dat zich tijdens het optreden vaker zal doen voelen. En de band voelt het zelf ook. Na een paar nummers richt bassist Nate Newton zich tot het publiek en vertelt dat het toch wat ‘awkward’ voelt dat wij zo comfortabel zitten. Hij geeft ons mee dat we ons vooral vrij moeten voelen om wat ‘less comfortable’ te worden. Het is een uitnodiging die pas in de toegift gevolgd zal worden, wanneer de aanwezigen na de staande ovatie na de reguliere set niet meer gaan zitten.

Maar ik ben alweer te ver! Wie opener Viscera Of Men kent weet dat na de krijsende opstart het tempo en de woede al snel wordt ingeruild voor dat typische warme, soms dromerige, dan weer wrikkende Bloodmoon-gevoel. Daarin valt op dat het kennelijk niet eenvoudig is om twee tot drie gitaren, een bas, drums, wat computers en vijf microfoons goed in de mix te krijgen. In al die lagen gaat vooral de stem van Jacob verloren. Als we naar hem kijken zien we hem diep gaan. De man zweet werkelijk charisma en lijkt volledig in zijn eigen wereld van pijn, verdriet en woede wanneer hij naar zijn microfoon sluipt om stevig uit te halen. We horen er echter vaak (nog) niet zoveel van. Met een beetje concentratie is de fraaie esoterische mijmerzang van Chelsea Wolfe wel goed hoorbaar. Maar eigenlijk zit alleen de – ook sterke – zang van Cave In zanger Stephen Brodsky direct goed. In Flower Moon laat hij in een langgerekte ‘yeah’ zijn innerlijke Layne Staley los en we kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat hem dat zelf ook opviel want hij kijkt direct met een besmuikte glimlach naar zijn bandgenoten.

Verder is er niet veel communicatie tussen de muzikanten. De in gotisch zwart geklede Chelsea Wolfe lijkt af en toe middels wat blikken aansluiting te zoeken bij de ijzersterk spelende Ballou die met zijn scheurende, priemende riffs lekker door de lagen heen prikt, maar daar blijft het bij. Het zou het contrast tussen de treurige introspectie van Wolfe en de korzelige boosheid en onberekenbaarheid van de Amerikaanse hardcorepioniers ook alleen maar nodeloos doorbreken.

Vanaf Flower Moon begint dat alles echter samen te komen en lijkt de band (het project?) wel boven het podium te gaan zweven. Vanaf nu geen klachten meer over het geluid (hoewel Jacob wat laag in het geluid blijft zitten) maar je laten meevoeren in de troostrijke en krachtgevende maalstroom die Bloodmoon heet. De Chelsea Wolfe-song Vex rolt in een drum-‘n-bassversie van het podium, zwaar en stuwend, waarbij de ijle stem van Wolfe voor verlichting zorgt. Zij draagt ook de zwoele bluespassages van Scorpion’s Sting, waarna Kurt Ballou met een vernietigende solo de kroonluchters bijna van het chique plafond speelt.

De band wordt beter en beter en die stijgende lijn wordt vastgehouden tot aan hoogtepunten en afsluiters Wretched World en Blood Moon. In het laatste nummer laten de bandleden – plots spelend voor een fraai verlicht, groots orgel – alle remmingen varen. ‘It’s grim to see’ briest Jacob. Opnieuw haalt hij het uit zijn tenen maar nu komt het (wel) zielverscheurend hard binnen. Net als die riff van Ballou die wel geschreven lijkt om juist op deze avond een pijpenrek te deuken.

Converge: Bloodmoon blijft een bijzonder project met een eigen geluid. Misschien was het optreden niet vanaf het begin vlekkeloos, maar het is zonder meer een voorrecht om artiesten die zo diep gaan voor hun kunst te mogen aanschouwen. Daar horen ook wat rafeltjes en oneffenheden bij. Misschien maken juist die wel dat dit een avond is om nog steeds over na te denken.

Setlist:

  1. Viscera of Men
  2. Coil
  3. Lord of Liars
  4. Tongues Playing Dead
  5. Flower Moon
  6. Vex
  7. Scorpion’s Sting
  8. Crimson Stone
  9. Last Light
  10. Wretched World
  11. Blood Moon

Datum en locatie

30 juni 2022, Philharmonie (Patronaat), Haarlem

Foto's:

Ruben Verheul, Wishful Doing (site, Facebook, Instagram)

Links: