Na op indrukwekkende wijze het voorprogramma te hebben verzorgd voor Meshuggah in 013, kwam Zeal & Ardor weer van zijn Zwitserse Alp om zelfstandig een headlinertour te verzorgen. In november deed het gezelschap daarvoor de Amsterdamse Melkweg aan, waar redacteur Remco Faasen en fotograaf Seth Abrikoos zich in een drukke mensenmassa wurmden. Aan corona dacht helemaal niemand meer.
Het nog jonge trio van Sooma vindt zichzelf normaal gesproken terug in barretjes en cafés, maar trekt nu in het kielzog van de landgenoten van Zeal & Ardor langs de meer serieuze zalen. Zoals dus de propvolle oude zaal van Melkweg. De noiserockers hebben goed naar de eind jaren ‘70/begin jaren ’80-punk uit Engeland geluisterd en zanger Yannick Consaël had zo door kunnen gaan voor een van de zangers die in die tijd Londen bevolkten: The Sooma als het ware: zijn stem heeft hetzelfde half blaffende/half zangerige geluid. Het is allemaal best aardig wat de mannen doen, maar uiteindelijk heeft de band hetzelfde euvel als de groepjes van veertig jaar geleden: één nummer is top, tweede is leuk, drie is aardig en na de vierde heb je het wel weer gehoord.
Dancebeats begeleiden de opkomst van Zeal & Ardor in de duisternis. Als de lichten op het podium aangaan zien we een gekortwiekte band. Vier man: geen achtergrondzangers Denis Wagner en Marc Obrist. Een groot gemis. Een grof gemis. Want de twee zijn meer dan zomaar achtergrondzangers: ze vormen een wezenlijk onderdeel van het geluid van deze band waarin slavenliederen zo fraai worden gemixt met woeste black metal. We zijn nog maar net onderweg als bandleider Manuel Gagneux duidelijkheid brengt: de heren zijn ziek. En de optie was: de show cancellen of spelen zonder ze. Nou, zó belangrijk zijn ze nu ook weer niet. Spelen!
En dat doet het Zwitserse gezelschap. Ship on Fire, Row Row en het door merg en been gaande Blood in the River worden allemaal vol vuur gespeeld en de zaal neemt het dankbaar in ontvangst. Zeal & Ardor is een week eerder aan deze tour begonnen en speelt al zó ongekend soepel dat het niveau bijna niet omhoog lijkt te kunnen gaan. Meer dan anders ligt de focus nu op Gagneux, maar ook de rest van de band onderscheidt zich. Vooral bassist Lukas Kurmann valt op met de wijze waarop hij haast in trance de muziek beleeft. Niet zo vreemd natuurlijk: probeer een nummer als Death to the Holy maar eens kalm te ondergaan: hij draait zichzelf bijna ziek met rondjes om zijn as. Het applaus galmt door de zaal en dat is maar goed ook want de band blijkt alles op te nemen voor een officiële bootleg. Bij de merchtafel is een code naar een downloadlink te koop, waarmee het concert 24 uur beschikbaar blijft.
Zanger Gagneux excuseert zich volledig ten onrechte voor zijn stemgeluid: hij claimt verkouden te zijn maar daar is maar weinig van te merken. Verder toont hij zich bezorgd over de moshpit die regelmatig voor zijn ogen opent en maant tot voorzichtigheid… maar dan wel Feed the Machine inzetten! De sadist. Met Golden Liar is het weer even kalm, maar het nummer wordt loodzwaar uitgevoerd en maakt op de manier veel indruk. Erase is pure muzikale waanzin, Don’t You Dare doet er niet voor onder. De opbouw van dit nummer is ongekend.
Als Devil is Fine heeft geklonken geeft Gagneux aan dat hij geen zin heeft in het toneelstukje waarbij de band van het podium loopt, de zaal gaat klappen en de muzikanten weer verder gaan met de vooraf al bedachte toegift. En dus gaan we gauw door met J-M-B, waarin bassist Kurmann weer een hoofdrol voor zichzelf opeist en hij mede de grondlegger is voor een furieus hoogtepunt van deze avond. Baphomet sluit de set magistraal af. In het nummer gaat het van right hand up, left hand down/Flame on the top and a moon around. Maar vanavond is het alle handen op elkaar voor wereldband Zeal & Ardor.
Datum en locatie
15 november 2022, Melkweg, Amsterdam
Foto's:
Seth Abrikoos (Linktree)
Link: