Je las mogelijk al in ons verslag van Masters Of Grind dat we gezellig geweest zijn met Hideous Divinity. Met zijn mastermind en gitarist Enrico Schettino (links op de foto) meer bepaald. Een imposante man, omwille van zijn gestalte, maar zeker ook zijn kennis van zake. Met hem kan je relevante gesprekken voeren over metal en al helemaal over Simulacrum, zoals de nieuwste bijdrage van de Italiaanse deathmetalmaestro’s heet. Vooraleer hij ons het geheim achter die supersonische en epische Italiaanse deathmetalschool onthult, wilden we zittend aan de merch eerst iets anders van hem weten.
Wat heb je zonet gegeten?
(Verrast) We zijn even gestopt in een tankstation en ik heb daar iets gekocht. Veel tijd om iets anders te doen was er niet.
Eten bands op tour wel vaker in een tankstation?
Er zijn gewoonlijk twee mogelijkheden. Ofwel ben je zodanig uitgehongerd dat je het eerste dat je kan vinden opeet. Als een jager. Ofwel heb je het geluk dat de catering verzorgd is. In de Verenigde Staten zorgen de venues alleen dat jij erin kan spelen. Voor al de rest moet je je eigen plan trekken. Maar in Europa, zeker Nederland en België, voelen we ons als koningen, daar kunnen we gemakkelijk aan wennen (lacht).
Het concept van het nieuwe album is op Lost Highway van David Lynch gebaseerd, maar ik las een heel ingewikkelde uitleg hoe het ook autobiografisch is. Kan je dat iets eenvoudiger verwoorden?
Veel mensen zeggen dat, dus ik neem het je niet kwalijk. De film van David Lynch gaat over hoe de realiteit zich telkens in herkenbare, maar lichtjes vervormde versie herhaalt. Daarin zag ik een overeenkomst met onze muziek. Op Simulacrum is de kern hetzelfde, maar de sfeer is obscuurder, donkerder. Ik vergelijk het graag met een moderne blackmetalsfeer, een genre waar ik enorm fan van ben de laatste tijd. Luisteren naar die muziek is als uitgenodigd worden bij een geheim genootschap. Zo was alle metal vroeger. Ik vind dat metal dat obscure en geheimzinnige door al die sociale media en YouTube-toestanden verloren is.
Dus dat willen jullie ook? Geheimzinniger worden?
Voor ons is het nu net de bedoeling om een breder publiek te bereiken. Via Century Media komt er een publiek met ons in contact dat ons nog niet zal kennen. Mensen labelen ons dan wel als technische metal, maar zo zie ik mijn muziek totaal niet.
Nee, dat weet ik, je haat die omschrijving hé.
Goh, ik ben erdoor gevleid, hoor. Maar voor mij is technische death metal Archspire, Beyond Creation en andere Origins. Wat die gasten kunnen, kan ik gewoon niet met mijn gitaar. Ik wil het gewoon graag intellectueel houden.
Dat zit er nog wel in, maar de nieuwe songs zijn toch eerder episch en – zoals je zei – obscuur van aard. Is dat die moderne blackmetalinvloed?
Wauw, als je dat vindt, dan ben ik dolblij, want dat was precies waar ik naartoe wilde. Wat ik goed vind aan death metal is dat het gewelddadige emoties uitdrukt in muziek. Zulke muziek vereist een zekere snelheid en agressieve speelstijl.
Is dat waarom Italiaanse death metal altijd zo snel, overrompelend en episch is?
Wel, ik denk dat je de verklaring daarvoor bij Stefano Morabito en zijn Cellar 16 studio moet zoeken. Hij was één van de eerste Italiaanse producers die death metal zo zuiver kon laten klinken. Opeens konden de Italiaanse metalmuzikanten hun fouten niet meer verstoppen. Daardoor zijn we allemaal sterk verbeterd. Je ziet dat nog hé, dat een studio een hele generatie bands beïnvloedt. Denk maar aan de Morissound in Amerika, of Dave Otero (Flatline Audio). Waarom Italianen altijd zo snél spelen is omdat we altijd te laat zijn (lacht). Waarom denk je dat wij espresso’s drinken? We hebben nooit tijd voor een volle kop (brengt onzichtbaar tasje naar mond met slurpgeluid)!
In een ander artikel gaf je toe dat jullie contract bij Century Media een invloed heeft gehad op Simulacrum. Welke invloed voelde je?
Druk. Iedereen is met twee keer zoveel zorg omgesprongen met de muziek. Het lastige was aanvoelen hoe overtuigd ik was dat de muziek aansloot op wat het label van ons verwachtte. Daar was ik best wel ongerust over. Wat bleek: Century Media is net zo gepassioneerd voor death metal als wij. Toen we hen een demo lieten horen van ons nieuwe album, waren ze wild van de richting die we uitgingen.
Maar het was niet dat die druk jullie verlamde?
Oh nee, het motiveerde ons zelfs. Stefano Morabito, onze vaste geluidstechnicus zei letterlijk: “Dit is onze kans!”. Century Media kan ons de kans geven om als professionals te werken. Om het met een voetbalmetafoor te zeggen: we zijn opgeklommen uit de derde klasse naar de premier league. Nu is het zaak om bij de top vier te geraken, zodat we Europees mogen spelen (buldert).
Een halve dag (lacht)! Er is trouwens wat van die klei in mijn oren achtergebleven en die heeft daar een ontsteking veroorzaakt. Nu ik het over die infectie heb: ik heb de solo’s voor dit album met die infectie ingespeeld. Dus als die totaal niet kloppen, weet je hoe het komt (lacht).
Was er een scenario?
We lieten Olivier De Sagazan (beeldend kunstenaar, nvdr.) vrij improviseren op de muziek. Een leuke anekdote is (neemt T-shirt met opdruk van het artwork) dat Olivier op een gegeven moment het kleien masker van Enrico eraf trekt. Kijk eens naar dit artwork? Net hetzelfde! Hoe toevallig is dat? Olivier had dat artwork nog nooit gezien. We hebben met hem gewerkt omdat we eens geen playbacktoestanden wilden. Acteren wilden we eigenlijk ook niet omdat dat er ‘klungelig’ zou uitzien. Olivier stelde voor dat wij standbeelden zouden zijn, die ervaren zonder te kijken. Onze ogen waren potdicht, wij hebben tijdens het opnemen niets gezien.
Hoe was het om Olivier al die zieke shit te laten doen zonder dat jullie er iets van zagen?
Surreëel. Het voelde alsof dat niet echt was. Wat je niet hoort, is hoe Olivier als een bezetene roept, prevelt en zingt alsof hij in een trance zit. Ik durfde amper te ademen, want ik wilde hem niet uit die trance ontwaken. In het echt is hij een superlieve man, maar als hij optreedt, lijkt het alsof hij in verbinding staat met een andere dimensie.
Tijdens jullie live-optredens gebruiken jullie een doorlopende backing track, ook tussen de songs door. Verlies je daardoor niet de spontaniteit van een live-ervaring?
(Denkend) Onze muziek vergt een zekere discipline. We moeten de controle behouden. We hebben gewoonlijk al niet te veel speeltijd en in die tijd willen we de aandacht vastgrijpen en -houden. Elke seconde telt daarbij. Elke noot is goed overwogen, dat hoeven we live niet teniet te doen.
Mogen jullie dan eigenlijk wel fouten spelen?
Dat risico is er altijd. Gaat het een keer fout, dan stoppen we de backing track en spelen verder als ‘normale’ muzikanten. Dat kunnen we, voor alle duidelijkheid. De backing track is een veiligheidslijn. Het is niet dat we daar een heel orkest op hebben staan, het meeste is clicktrack voor de drummer en hier en daar een atmosferisch extraatje.
Er zit een Belgische toets aan Hideous Divinity tegenwoordig. Jullie nieuwe logo is er één van Bram Bruyneel. Waarom hadden jullie dat eigenlijk nodig?
(Kijkt verward, maar realiseert het zich) Klopt, ik was het even vergeten. Ons vorige logo miste wat metalsmaak. Toch stond ik er niet 100% achter dat we er een nieuw moesten hebben, maar we zeiden: oké, laten we gewoon eens zien waar het naartoe gaat. Op het einde van de rit vond iedereen het mooi. Een grote zucht van opluchting, niet in het minst bij het label. Daar vertelden ze ons: “Eigenlijk wilden we het jullie niet zo crû zeggen, maar we vinden het goed dat jullie op eigen initiatief een nieuw logo hebben aangemeten (lacht).”.
In een ander interview zei je dat het leuk zou zijn als meer venues douches hebben. Ik heb dan het gevoel dat er een gebeurtenis is geweest die je tot die uitspraak inspireerde. Wat is het speciaalste waarin je jezelf al moeten wassen hebt?
(Enrico slaat op tafel van het lachen en een crewlid antwoordt eerst) De stront van Stefano! Hij is er vandaag toch niet bij, dus we mogen dat zeggen (hilariteit ontstaat).
Enrico: Nee, zover is het nog niet gekomen. Ik heb dat wellicht tegen een Amerikaan gezegd. Laten we zeggen dat we daar een paar situaties hebben gehad, waarin er een geurtje zat aan het water dat we in onze douchetank van de tourbus moesten gieten. Op dat moment kon ons dat geen reet schelen, we hadden gewoon íets nodig om ons in te wassen. In feite komt toeren in de VS erop neer om zo weinig mogelijk te stinken. Ik houd de herinneringen aan de exacte details liever voor mezelf als je het niet erg vindt (knipoogt).
Links: