GOLD over troost in kwetsbaarheid, prikkende bassen en Roadburn

Met Why Aren’t You Laughing? brengt het Nederlandse GOLD zijn vierde album uit. Het is opnieuw een duister en indringend werkstuk geworden dat je het best in alle rust in het donker tot je laat komen. De belangrijkste songschrijvers van de band, gitarist Thomas Sciarone en zangeres Milena Eva, blijken in het gesprek met Zware Metalen echter ook de lach niet uit de weg te gaan. Irritant vrolijke muziek dan weer wel.  

Goedenavond Thomas en Milena. Dank dat jullie ons te woord willen staan over Why Aren’t You Laughing, het nieuwe album waarop GOLD zijn op Optimist neergezette/gevonden geluid met succes verder uitdiept. Dat eigen geluid wijkt af van de gemiddelde metal- of hardrockband. Die werken vaak met riffs als basis voor alles. Jullie lijken je muziek echter heel anders aan te vliegen.

Thomas: Ja, dat is wel grappig. We hadden van de week een repetitie en toen besefte ik dat ik vrijwel geen akkoorden speel. Dat is niet per se heel bewust of zo maar … ja, waar te beginnen (lacht)? We schrijven eigenlijk alles akoestisch. Ik schrijf op de akoestische gitaar en Milena voegt daar haar zang aan toe en daarbij filtert ze ook mijn ideeën. Het is niet dat we heel onconventioneel te werk gaan, maar de instrumentale ideeën zijn toch eerder beïnvloed door andere genres dan de typische rock- en metalinvalshoek. Dus dingen als Björk, maar ook elektronische muziek en Arvo Pärt (Estse hedendaagse componist-red.), dus mooie moderne klassiek, hebben veel meer invloed op hoe ik mijn instrumentale ideeën benader dan de klassieke rock- of metalaanpak.

En daarbij lijken jullie er ook vaak te kiezen voor diverse muzikale thema’s in een en hetzelfde nummer. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de Would It Kill You To Smile?-passage aan het eind van Why Aren’t You Laughing? maar ook elders op het album lijken nummers aan het eind wat om te buigen. Is dat een bewuste keuze?

Milena: Het is altijd zo grappig om te horen wat andere mensen in je muziek horen (lacht).

Misschien zit ik wel helemaal mis!

Milena: Ik bedenk me ook wel dat er nummers zijn waarin dat inderdaad gebeurt, want het is aan het einde van He Is Not ook duidelijk. Dan is er ineens echt even een ander thema.

Thomas: Ja, het is niet per se iets bewust. Het is een kwestie van wanneer wij een nummer af vinden of niet.

Milena: Ja, kennelijk voelen we dan dat het dan tof is om nog een twist te hebben. Soms is dat in een heel zwaarmoedig nummer juist nog even een hoopgevende noot. Grappig genoeg komen we soms in de oefenruimte als we aan aan het eind van de rit aan het schrijven zijn met de band – dus als we met de band aan de arrangementen werken – nog op een heel concluderend stuk. Dat zit ook wel in een aantal nummers op deze plaat. Dat er nog iets toegevoegd wordt door andere bandleden waardoor het soms mooier wordt. Daar strijden wij ook wel een beetje over. We zijn namelijk niet per se van zo mooi mogelijke muziek maken. Je kan altijd mooie akkoordenschema’s en hele mooie oplossende akkoorden achter elkaar zetten. Als we dat al doen dan heel gedoseerd omdat we het toffer vinden om het juist wat lelijker – en misschien is dat dan wel wat er “evil” en “dark” is aan onze muziek (lacht) – neer te zetten.

Thomas: Je zet me ook een beetje aan het denken hiermee. Ik denk dat het ook wel het verschil is tussen Optimist en deze plaat. Bij Optimist kregen we nog wel eens – niet zozeer als kritiek maar als opmerking – te horen dat wij de neiging hebben spanning op te bouwen zonder daar ook een ontlading aan te geven. Ik denk dat er op Why Aren’t You Laughing? iets meer ruimte is voor die ontlading, voor het richting of een doel geven aan de spanning die er in onze muziek zit.

De teksten op het album zijn (net als voorheen) weer zeer indringend en soms heel confronterend. In de persrelease staat, ik parafraseer, dat het om persoonlijke ervaringen gaat die op een manier worden neergezet dat iedereen er iets mee kan. Hoe pak je dat aan?

Milena: Door me heel kwetsbaar op te stellen. Als je aan vrienden vertelt wat je meemaakt of als je je openstelt naar iemand anders om te vertellen over wat je hebt meegemaakt, dan probeer je dat ook te doen op een manier die de ander begrijpt. Op deze plaat staan wel een paar heel verdrietige dingen, of in ieder geval één. Things I Wish I Never Knew is echt een heel verdrietig liedje. Ook als ik in het echte leven daarover vertelde, wisten mensen niet zo goed hoe ze daar op moesten reageren omdat het zo gruwelijk is. Ik heb geprobeerd om het niet te gruwelijk te maken en het op zo’n manier uit te leggen dat mensen snappen dat het niet zo is dat ik lekker even ga zingen over iets vreselijks dat ik heb meegemaakt. Ik wil laten zien dat het iets is waar je wellicht mee kan leven en dat je ook een manier kan vinden om ermee om te gaan. Het is ook een nummer waarbij ik, door het steeds opnieuw te zingen, op een gegeven moment ook minder verdrietig wordt of beter gezegd ik denk dat het een nummer zal zijn dat therapeutisch werkt.

Ik had juist deze tekst opgeschreven om naar te vragen omdat hij juist heel concreet lijkt te zijn geschreven, zoals ondermeer “I remember his long hair and his tiny fysique floating in the stream”.

Milena: Ja, maar het valt voor mij ook samen met het feit dat iedereen wel iets in zijn leven heeft dat hij liever niet had meegemaakt. Het is ook iets waarvan mensen zeggen dat je het niemand anders gunt. Dus voor mij past daar ieders drama in en hoeft het niet daarover te gaan.

Ik denk dat dat wel klopt want de tekst bracht ook bij mij herinneringen naar boven. Bij één persoon is je doelstelling om anderen te raken met je eigen verhaal dus alvast geslaagd.

Milena: Goed om te horen.

Thomas: En misschien een gekke vergelijking, maar we hebben van het weekend Leaving Neverland (documentaire over Michael Jackson-red.) gekeken en dat zijn ook hele expliciete verhalen over twee jongens die iets uitermate traumatiserends hebben meegemaakt in hun jeugd. Ook als je niet per se dat trauma hebt, kun je wel een bepaald comfort vinden in het feit dat anderen een trauma onder ogen weten te komen en weten te delen.

Milena: En het is ook zo dat zij hiermee voor heel veel anderen de weg openen. Dat is er gewoon heel goed aan. Dat duidelijk is dat het oké is om zoiets naars mee te maken en daar iets over te zeggen. Juist omdat het inderdaad soms lastig is daar zo open over te zijn omdat mensen bang zijn om daarop te moeten reageren.

Heel dapper inderdaad. En ook die jongens stellen zich kwetsbaar op, want ze krijgen een bak kritiek over zich heen.

Thomas: je zou willen dat het beloond werd in plaats van afgestraft.

In dezelfde persrelease lees ik dat GOLD tracht om troost te bieden waar die niet te vinden lijkt. Dat doen jullie dan wel op een bijzondere manier. Ik las in de voorbereiding van dit interview nog een recensie van Optimist waarin de schrijver de impact van de plaat probeerde te beschrijven door te stellen dat hij na het luisteren van de plaat zichzelf op de rand van een dak terugvond, klaar om te springen. Het zit vermoedelijk echter in de nuances?

Milena: (lacht) Ja, ik denk het wel. Maar vooral heel erg in het feit dat je je er misschien in kunt herkennen. Wat volgens mij het meest vreselijke is, is als je je heel eenzaam voelt. Dat je denkt dat je iets voelt dat anderen niet hebben of dat je denkt dat jij daarin uitzonderlijk bent. Er zijn platen in mijn leven geweest die me deden voelen dat ik niet de enige was die ergens zo naar keek. Dat is misschien wel het tofste aan muziek. Dat je je kan samenvoegen met anderen bij shows of dat je er met anderen over kunt praten, dat je datzelfde gevoel hebt bij het luisteren naar een plaat. Ik vind dat echt helend.

Thomas: Ja, en ik heb nog nooit troost uit irritant vrolijke muziek gehaald (lacht)!

Carnaval! Zou je wat voorbeelden kunnen geven van platen die je op die manier geraakt hebben?

Milena: Voor mij is een van de meest indrukwekkende platen Dummy van Portishead. Die plaat hoorde ik toen ik elf was. Ik voelde me echt begrepen. Als ik nu terugkijk naar die teksten vraag ik me wel af waarom. Maar misschien heb ik er op dat moment wel in gelezen wat ik erin wilde lezen. Ik was echt nog jong en ik had nog nooit dat soort muziek gehoord. Ik vond het zo verdrietig en ik vond het zo helend te begrijpen dat ik niet de enige was die alles zo zwart zag. Dat was echt een openbaring: dat dat ook kon!

Hoewel het album heel herkenbaar is als een GOLD-album denk ik toch verdere groei te horen, bijvoorbeeld in de zang die net iets meer gevarieerd is zonder af te doen aan het hypnotiserend effect.

Milena: Dat is denk ik wel zo. Bij dit album was ik meer comfortabel dan ooit. Zowel in Why Aren’t You Laughing als Please Tell Me You Are Not The Future zit aan het einde nog best wel een nare twist. En dat is iets dat ik eerder op platen niet zo snel deed. Ik merk dat, als je je zo comfortabel voelt bij wat GOLD is, bij wat onze muziek is, dat eigenlijk alles wat we doen GOLD is. Dat je er niet meer na hoeft te denken of het wel GOLD is. Dat klinkt een beetje gek. Maar we hebben bij onze eerste plaat een heel specifieke stijl neergezet, waar we achteraf helemaal niet blij mee waren. Daarna gingen we ons sterk afvragen wat we nu eigenlijk wilden maken. We grepen steeds terug naar het vinden van die ene sound die bij ons hoort. En ik denk dat we daar nu zover in zijn dat we daarmee alles kunnen maken. In theorie hadden we een elektronisch nummer op de plaat kunnen zetten of wat dan ook, als het maar van ons kwam. Zover gaat het nog niet, maar ik denk wel dat we daardoor gegroeid zijn.

Thomas: Ja, en we zijn nog niet zo goed in onszelf herhalen. Nog los van dat we dat niet willen weet ik ook niet of we het zouden kunnen. Op één of andere manier hebben we altijd heel snel het gevoel dat we iets al hebben gedaan en dus blijven we daarvan weg. Het kan ook zijn dat de ervaring die je opbouwt als band automatisch tot groei leidt. Dat weet ik niet. Ik vind het wel belangrijk dat we onszelf blijven ontwikkelen en steeds iets toevoegen aan wat we al gedaan hebben. Ik vind een discografie waarin de vierde plaat heel anders is dan de eerste per definitie interessanter dan dat je niets toevoegt aan je discografie. Dat je gewoon maar elke keer weer die plaat maakt waarop je ook niet meer zo goed bent als dat je eerder was. Want vaak is het originele, oorspronkelijke idee beter. En daarnaast zoek ik, ook nu de cyclus voor deze plaat is afgerond, automatisch weer naar nieuwe inspiratiebronnen. Ik heb ze nog niet gevonden

Je hebt nog even de tijd…

Ik probeer ook de context weer anders te maken waarbinnen ik ga schrijven en waarin ik mijn inspiratie vind.

Een andere ontwikkeling lijkt te zitten in het geluid van de plaat, die wat organischer lijkt te klinken in de drums. Ook is er veel ruimte voor de instrumenten. De basgitaar komt er af en toe heel fraai doorheen. Hoe kwamen jullie bij producer Jaime Gomez Arellano terecht? Met Cathedral, Necrophagia en de laatste twee van Paradise Lost heeft hij stevige credentials als metalproducer.

Thomas: Hij heeft natuurlijk ook wel lichtere dingen gedaan als Grave Pleasures. Gomez is iemand die al langer op onze radar stond, maar we hadden nog nooit stappen gezet om hem te benaderen. Alles wat hij doet klinkt als een klok en laat de band waarmee hij werkt klinken als die band. Hij voegt heel weinig eigen karakter toe en dat is een heel goede kwaliteit. Het draait niet om hem. Het draait bij hem echt om wat het idee is van de bands waarmee hij werkt en hoe hij die ideeën het best uit de verf kan laten komen. Het was echt fantastisch om hem tweeënhalve week aan het werk te zien, want hij luistert met zo’n ongelooflijk – ja, het is geen uitdrukking maar ik ga hem toch maken – “timmermansoor” (lacht).

Milena: Ja, hij is wel echt heel vakkundig.

Thomas: Hij weet precies waar elk instrument en de zang in het eigen frequentiegebied moet zitten zodat er ruimte overblijft voor de andere.

Milena: We hadden vooraf ook wel met hem gewerkt, voordat we de plaat gingen opnemen. Sowieso hadden we veel tijd dit keer. De vorige plaat is in vier dagen opgenomen. Dat is wel even een verschil. We hadden al een half jaar ervoor uitgebreid contact met hem. Al voordat we de nummers gingen opnemen hebben we in de oefenruimte alle nummers met hem bekeken. Hij wist dus wat hij ging opnemen. Niet onbelangrijk omdat hij zo een idee had van wat er allemaal in een nummer moest passen. Zo kon hij ook met het opnemen nadenken over waar hij nog ruimte wilde in bijvoorbeeld het drumgeluid of waar hij de basgitaar wel doorheen wilde laten prikken. De basgitaar is voor veel nummers als laatste instrument opgenomen. Ik had dat nog nooit eerder meegemaakt, maar hij deed dat met een reden. Hij wil de bas er echt heel graag doorheen laten prikken. Hij heeft heel erg duidelijk een eigen manier van opnemen en van luisteren naar wat hij het belangrijkste vindt. Dat was echt heel tof. Hij werd bijna een bandlid.

Thomas: We zijn soms voor een nummer van drumstel gewisseld. Ook moesten we voor een bepaalde gitaarpartij wel vier of vijf gitaren proberen voordat we precies die gitaar hadden gevonden waarbij dat idee de ruimte kreeg, maar ook weer ruimte overliet voor andere lagen. Dus we zijn echt uitzonderlijk blij met wat Gomez heeft gedaan.

Het artwork van het vorige album was een familiekiekje van Milena. Nu lijkt er iets heel anders aan de hand te zijn.

Milena: Ja, Thomas en ik hebben altijd al ons artwork zelf gedaan. Tot en met onze videoclips en merchandise. We zijn dus behoorlijk Do It Yourself gewend. We besloten voor dit album juist eens door iemands anders ogen naar het artwork te laten kijken. Zo krijg je ook eens iets heel anders toegevoegd. We zijn gaan werken met een heel toffe Nederlandse kunstenares Daniëlle van Ark, die we allebei al langer kennen en wiens werk we echt heel erg waarderen. Ze creëert beeld van ander beeld. Ze is heel lang fotograaf geweest, maar ze maakt ook collagewerk en uitsnedes van beeld. Ik leg het misschien niet heel goed uit, maar ik vind dat een heel toffe manier van werk maken. Omdat zij heel duidelijk met andere ogen naar alles kijkt kan zij inderdaad uitsnedes maken van beeld die je ineens een heel ander soort ervaring geven. Zij had een heleboel ideeën doorgestuurd. De hoesfoto stuurde ze bijna als laatste grapje: “Dit is heel anders, dit kan ook”. Wij vielen daar allebei gelijk voor omdat het zeer onheilspellend is en tegelijkertijd ook heel glamour. Je snapt ook niet precies waar je naar kijkt en dat vonden wij heel cool.

Thomas: Er zit een gelaagdheid in en een abstractie, maar ook iets heel directs en vervreemdends wat samen goed past bij onze muziek. En dat hadden we eigenlijk meteen door. Het is minder verhalend, veel meer prikkelend.

Is het artwork voor jullie nog specifiek aan een van de nummers van het album gekoppeld?

Thomas: Grappig genoeg staat er natuurlijk Why Are You Laughing? op de hoes, maar dat nummer hebben we als laatste geschreven nadat we al wisten dat dit het artwork werd. Dus dat dat nummer ook het titelnummer is geworden is eigenlijk meer omdat we die tekst goed bij het artwork vonden passen. En voor de rest hadden we toen we het artwork zagen niet meteen een nummer voor ogen waar het bij paste.

Milena: Nee, wel zit er beeldmateriaal aan de binnenkant dat Daniëlle ook als het ware heeft gecureerd. Dat zijn beelden die zij heeft verzameld en waarvan je een groot gedeelte niet kunt zien. Het is een licht irritante binnenkant, op zijn GOLD’s zou ik bijna willen zeggen (lacht). Dat zijn wel allemaal afbeeldingen die niet gekozen zijn op de tekst die erop afgebeeld is, maar die wel je hersenen er een beetje voor open zetten. Het zou beeld kunnen zijn dat bij de tekst kan horen. Beeld waardoor je wellicht anders naar de tekst gaat kijken of het nummer anders gaat ervaren. Zoals je eigenlijk ook hebt als je een videoclip ziet als je een nummer al kent. Ik vind het altijd heel tof dat een nummer nog een extra laag kan krijgen. En in het boekje van het artwork zit dus nog meer beeld dat zij voor ons gemaakt heeft.

Thomas: Ja, het is voor ons wel heel belangrijk dat het beeld iets nieuws toevoegt aan het geheel en niet iets onderstreept.

Voor een Nederlandse band hebben jullie een vrij groot internationaal bereik. Ik zie op jullie aankomende tour weer Polen en Slovenië. En ook als je kijkt naar jullie tours uit het verleden zie je een aantal landen uit het voormalig oostblok, naast Portugal en Spanje. Hoe hebben jullie die internationale aanhang opgebouwd?

Thomas: Touren, touren, touren. Je hebt twee factoren eigenlijk: een internationaal label en de bereidheid om de grens over te gaan. En dat is de enige manier waarop je mensen bereikt en een aanhang opbouwt. Dat geldt ook in eigen land. Ook daar moeten je platen beschikbaar zijn en moet je bereid zijn om van Middelburg tot Groningen de zalen te bespelen. En zo simpel is dat! Vanuit mijn verleden met The Devil’s Blood maar daarvoor ook Malkovich ben ik ook niet anders gewend dan dat dat is wat je als band doet. Het is een soort tweede natuur, eigenlijk heel vanzelfsprekend.

En stond je aan het begin dan ook wel eens voor een zaal met drie man/vrouw, waarbij je je afvroeg of de promotor zijn/haar werk wel goed heeft gedaan? Of hebben jullie eigenlijk altijd wel goed gedraaid?

Milena: We hebben legendarisch lege zalen gehad, maar niet alleen dat. We hebben “occasional”, zeg één keer per tour, een zeer dramatische show gehad. Op dat moment zelf vind ik dat het allerergste wat er is omdat je je heel bewust bent van jezelf. Maar uiteindelijk zijn er zelfs plekken bij waar het wel werkt als we nog een keer terugkomen. Zo hebben we ooit in Berlijn echt een heel slecht gepromote show gehad en inmiddels is Berlijn voor ons een heel toffe stad om terug te komen omdat er een heel volle zaal is. Dat is te gek.

Thomas: En je verwachtingen stel je natuurlijk ook steeds bij. De eerste keer dat je de grens overgaat en je een headlineshow gaat doen, dan ben je serieus blij met 35-40 man. Nu zou dat een tegenvaller zijn.

Over optredens gesproken. Jullie staan binnenkort op Roadburn.

Thomas en Milena in koor: Yes!!!

Oh, ik wilde vragen: voor veel bands een bijzonder optreden, voor jullie ook? Maar ik hoor het al. Best wel dus.

Milena: Jazeker. We hebben er zes jaar geleden ook gespeeld, toen in de Cul de Sac.

Thomas: Toen waren we nog een heel andere band.

Milena: Sowieso een compleet andere band, maar ook een heel ander soort band. We waren toen heel trots dat we die kans kregen en we hebben daarna heel trouw gewacht tot we weer de kans zouden krijgen. We wilden graag weer op Roadburn spelen, maar we wisten ook dat het goed was om ons eerst even goed te ontwikkelen. En we hebben met Walter, Roadburn zelf zeg maar, contact gehad en hem verteld dat we heel graag onze release daar wilden doen. En dat gaan we nu doen. Dus dat is te gek!

Thomas: Het is fantastisch. Wat je zegt: er zijn bands over de hele wereld die niets liever willen dan daar een keer te staan.

Milena: Voor ons is het ook een van de beste podia omdat het een plek is waar dezelfde soort mensen en bands staan. Nou ja, eigenlijk ook weer niet dezelfde. Ik vind het altijd bijzonder hoe iedereen tegelijkertijd compleet anders is en uit heel andere delen van de wereld komt. Maar ik denk wel dat het een uitzonderlijk podium is omdat het een heel internationaal publiek is in een specifiek genre. Wel een openminded genre, wat voor ons perfect is.

Er staan inderdaad veel verschillende bands, in het verleden zelfs tot Wolves In The Throne Room aan toe. Er zal er vast eens een band tussen zitten die niet goed ontvangen wordt, maar men staat wel open voor goede dingen en dan maakt het niet zoveel uit of het nu heel hard is of heel sferisch.

Thomas: Wat ik fantastisch vind, en Walter doet dat echt supergoed, is de diversiteit van de programmering. Deze is ongelooflijk zonder dat dat aan de herkenbaarheid van het festival afdoet. Je kunt tien mensen spreken die naar Roadburn zijn geweest die alle tien een totaal eigen ervaring van het programma, van het genre en van de muziek hebben. Je hebt mensen die alleen naar folky dingen kijken, je hebt mensen die alleen voor de heel zware doom/sludge dingen komen en je hebt ook de blackmetalliefhebbers.

Milena: En je hebt dus mensen die al die dingen zien, wat ik ook echt te gek vind. Dat je niet meer zo’n eenzijdige smaak hoeft te hebben. Dat het een scene is, maar dat het tegelijkertijd zoveel verschillende dingen zijn die daaronder vallen. Dat is bevrijdend.

Thomas: Ik hoop dat Roadburn wat dat betreft een goed voorbeeld is voor andere festivals, want ik heb zelf het gevoel dat festivals de afgelopen tien, vijftien jaar steeds nauwer en meer genrespecifiek worden. Roadburn laat echt een tegenovergestelde trend zien. Ik hoop dat dat andere festivalprogrammeurs inspireert.

Gebruikelijk geven we de artiest nog het laatste woord. Is er nog iets dat onze lezers moeten weten over GOLD of de nieuwe plaat, dat nog niet zijn plaats heeft gevonden in dit interview?

Thomas: Kom vooral naar Roadburn en 11 mei naar onze releaseshow in de Ekko in Utrecht. En verder hoop ik dat de mensen open staan voor wat we doen. Het zal niet voor iedereen iets zijn.

Milena: Nou dat is veel te bescheiden. Het is voor iedereen (lacht).

Thomas: Nee, wat ik wil zeggen: ik ben zelf echt een allesvreter als het om muziek gaat. Ik probeer heel veel muziek, ook om teleurgesteld te raken, maar juist ook om verwonderd te raken. En ik hoop dat deze plaat ook weer mensen verwondert waar ze het niet hadden verwacht.

Gaat vast lukken!

Links: