Dit is de moeilijkste recensie die ik ooit heb moeten schrijven. Niet omdat The Armed’sOnly Love me persoonlijk op een diep niveau weet te raken, of omdat het een ongeïnspireerde plaat is en de woorden daarom moeizaam tot me komen. Nee, de simpele reden is dat dit is zo’n gigantische effectbal van een album is, dat het vormen van een coherente en eenduidige mening hierover bijna onmogelijk is. Nu is deze band er nooit eentje geweest die voldoet aan een verwachtingspatroon: eerdere EP’s en LP’s die deze uit Detroit afkomstige punkers maakten, liepen al aardig uiteen qua sound en songwriting. Desalniettemin was er altijd die ramharde, chaotische basis die met vlagen werd samengetrokken tot een gefocuste verwoesting. Echter worden deze fundamenten op de nieuwste langspeler grotendeels afgebroken en opnieuw in elkaar gezet op de meest verknipte manier mogelijk. Dit album weet alle verwachtingen te tarten, waardoor mijn mening na vijftien luisterbeurten nog altijd wisselt tussen “Wat moet ik hiermee?” en “Dit is pure genialiteit!”, al neig ik, naarmate de luisterbeurten zich opstapelen, steeds meer naar dat laatste.
Om te begrijpen waarom dit zo’n bizar album is, kan het beste worden gekeken naar de oorsprong: de band zelf. Een persoon in een moeraspak, die ooit als grap meedeed bij een optreden, op je albumcover zetten en de spil van alle omringende artwork maken. Een reactievideo opnemen voor single Role Models met Tommy “Oh, hi Mark” Wiseau in de hoofdrol, gehuld in zo’n zelfde moeraspak. Persfoto’s uitbrengen waar (schijnbare) bandleden als een stel high class, urban, vegan hipsters worden afgebeeld, compleet uit lijn met de muziek, terwijl de personen die daar worden afgebeeld niet eens echt in de band spelen, maar slechts meewerkten aan enkele nummers. Een auditie doen voor de zoektocht naar de nieuwe zanger van de Stone Temple Pilots, die al snel uitmondt in een bizarre, shirtloze LSD-trip met teksten over ruimteschepen en het jatten van snoep van een baby. Dit zijn slechts enkele voorbeelden die duidelijk maken waarom The Armed een mindfuck van een band is, die maar al te graag de draak steekt en floreert in misdirectie, terwijl hij gehuld blijft in mysterie, waardoor het krijgen van een grip hierop haast onmogelijk is.
Tot op heden waren het vooral de videoclips en album artwork die een apart smaakje hadden. Hier sijpelt de krankzinnigheid echter ook het muzikale territorium binnen. De band zelf (of iemand die ooit ergens eens met hun heeft samengewerkt en nu het recht heeft om namens de band te spreken) citeert David Bowie en Andrew W.K. als grote inspiraties voor dit album. De één bleef zich tot aan zijn overlijden opnieuw uitvinden en maakte er een sport van om te rotzooien met de verwachtingen van de luisteraar, terwijl de ander uitbundige muziek maakt die uitblinkt in zijn euforie. Smelt die twee dingen samen en je hebt in essentie de basis voor Only Love. Opener Witness laat dit direct horen: een kaakstoot van een punk nummer dat in eerste instantie nog redelijk in lijn ligt met het vorige werk, ware het niet dat het palet aan geluiden is uitgebreid met een nonchalante, luie stijl van vocalen en de focus wat meer ligt op glitchy, synthesizers gedreven melodielijnen. In de laatste strofe van dit nummer zijn de eerste tekenen te bekennen van wat er nog gaat komen: vervang de triomfantelijke, dalende melodielijntjes, die qua sound ergens zweven tussen fuzzed to fuck gitaren en gearpeggieerde Nintendo synths, door een duo geharmoniseerde stemmen en er wordt Beach Boys terrein betreden. Opvolger Role Models is een bij elkaar geraapt zooitje veel te hard afgemixte (daarover later meer) maar desalniettemin verrukkelijke space synths die af en toe bestookt worden door wat schizofrene gitaaruitspattinkjes, tot het nummer in zijn laatste minuut ineens een catchy popinslag krijgt die het nummer richting het extatische stuurt. Het enige echte minpunt van het album komt hierna, in de vorm van het kalm openende Nowhere To Be Found, dat grotendeels levenloos aan het wateroppervlak blijft drijven, ondanks de afsluitende, beukende drumpartij. Gelukkig zijn er genoeg andere hoogtepunten te bekennen zoals bijvoorbeeld Luxury Themes, dat teruggrijpt naar het oudere werk, maar dan wel aangevuld met een partij volledig cleane en aanstekelijke vocalen en daarnaast wel een loepzuivere mix kent. Heavily Lined klinkt dan weer als de themamuziek van een kinderfeestje dat The Joker in zijn jeugd had. De fantastische afsluiter On Jupiter zweeft in zijn eerste helft eenzaam door het heelal en wordt daar voortgedreven door zijn sci-fi synths, al wordt het halverwege terug naar de aarde getrokken door Ben Koller’s knakenharde, industriële, digitale, techno blastbeat.
Die laatste heeft overigens de eer om dit album plaats te nemen achter de drumkit en neemt daarmee de stokjes over van Baptists en SUMAC drummer Nick Yacyshyn, die op zijn beurt weer de stokjes overnam van onder andere Chris Pennie. Vrijwel alles wat de beste man aanraakt verandert in goud, en ook hier wordt het belachelijke kwaliteitsniveau weer aangetikt. Waar de drums echter wel door worden geplaagd, is de vreemde productie. Deze is wederom in handen van Kurt Ballou, zoals dat op eerder werk ook het geval was. Normaal gesproken blinkt deze man uit in zijn kwaliteiten, maar er mogen hier best wat vraagtekens worden geplaatst bij sommige keuzes. Drums worden op de gekste plekken weggemoffeld naar de achtergrond, en met vlagen verdwijnen de miljoen dingen die er tegelijk gebeuren in een midden-gefocuste prut die klinkt alsof er een paar kussens op de speakers lagen toen deze werd opgenomen. Dit is ongetwijfeld één van de fratsen die met opzet is uitgehaald, het punt van dit album is tenslotte om te klinken als een complete kakofonie, al geef ik mijn persoonlijke voorkeur aan de productie die vorige langspeler Untitled kende: nog altijd een hagelruis waarin de beestenbende de ruimte krijgt om woest om zich heen te slaan, maar elk instrument wel kraakhelder te horen is.
Waar het vorige werk klonk als een chaos die voortkwam uit blinde razernij, is dit de soundtrack die zich afspeelt in het hoofd van een gestoorde die compleet is doorgeslagen in zijn of haar psychose terwijl deze kwijlend rondjes rijdt op een hobbelpaard in een carrousel, gekleed in dwangbuis, emotioneel balancerend tussen maniakaal gelach en furieus gebrul. Invloeden van bands die gigantisch ver buiten het genre liggen, de luie vocalen, het tegendraads mixen van instrumenten, de bizarre gitaartonen: het is allemaal zo on-punk dat het weer punk is. De troll-game die de band tentoonstelt is van een andere planeet, en dit heeft dan ook zijn invloed op het eindcijfer. Het simpelweg bekijken van Only Love als een vreemd album, laat het je misschien snel weer wegleggen. Dat betekent echter niet dat het muzikaal oninteressant is. In tegendeel: ook al neem je ze op nominale waarde, er is genoeg interessants te vinden in deze elf nummers. Deze kunnen echter pas in hun volledigheid worden gewaardeerd, als ze worden bekeken door de lens van een art-rock project, wat dit in essentie is. Bewust dwars liggen, spelen met verwachtingen en het verkiezen van deze regels boven alles: dat is waar de kracht van deze plaat ligt. Of je je blik kan en wil afwenden van de individuele nummers en in plaats daarvan kunt uitzoomen naar het grotere plaatje, bepaalt of dit cijfer tien punten hoger of lager zal uitvallen. Als je echter besluit aan boord te klimmen bij The Armed, kan dit één van de meest interessante platen uit het genre zijn van dit jaar. Ik sta zelf van een klein afstandje te turen met mijn koffers in de handen, terwijl ik overweeg of ik mee wil reizen met deze bizarre en mysterieuze band. Afgaande op hoeveel mijn affectie voor dit album al is gegroeid en het dit nog steeds doet bij elke luisterbeurt, is het wellicht tijd dat ik aanstalten maak richting het vehikel dat Only Love heet. Op naar Looneyville, populatie: The Armed… plus één.
De redacteuren van Zware Metalen schrijven ieder jaar op vrijwillige basis duizenden artikelen om de metalscene van Nederland en België te ondersteunen. Hiervoor zijn we afhankelijk van inkomsten die gegenereerd worden door het plaatsen van advertenties. Indien deze niet afkomstig zijn van directe partners (zoals poppodia en festivalorganisatoren), zal de overgebleven ruimte opgevuld worden door automatisch gegenereerde advertenties van Google AdSense. Omdat deze gebruik maken van zogeheten ‘tracking cookies’, hebben we volgens de AVG-wet jouw toestemming nodig om deze advertenties weer te kunnen geven. We begrijpen dat onze lezers hun privacy op het internet waarderen, maar het accepteren van het cookiegebruik houdt Zware Metalen (en dus indirect de metalscene) in leven. We hopen daarom dat je instemt met het gebruik van de cookies. Mocht je er interesse in hebben, kun je onze privacyverklaring lezen.