Sühnopfer – Nous sommes d’Hier

Er zijn van die gasten met een neusje voor het schrijven van interessante nummers. Van die kerels die iets extra’s laten rondkolken in de aderen naast het bloed voorziet in de aanlevering van zuurstof en basale nutriënten. En neen, dan bedoel ik niet per definitie iets kunstmatigs of geestverruimends, hoewel dit bij sommige lieden ongetwijfeld ook voor een verrassend artistieke uitspatting kan zorgen. Ik doel meer op de variant die van nature aanwezig is, een ongekend stamina om in razende blackmetalcomposities de aandacht ten volste op te eisen. Het kan haast niet anders dat Ardraos, bezieler van Sühnopfer, over een dergelijk stamina beschikt. Hij die in de door collega Joris beschreven recensie van de derde plaat Hic Regnant Borbonii Manes nog een vlegel werd genoemd, is nu terug voor het hier te bespreken Nous sommes d’Hier.

Ik ben goddomme toch zeker niet van gisteren? Flauwe zinspeling als gevolg van de albumtitel Nous sommes d’Hier (Wij zijn van gisteren). En ik kan mij haast niet voorstellen dat de bezieler van deze eenmansband wel van gisteren is, al is de black metal dat zeker wel. Joris schreef er al over in 2019. Sühnopfer deed het aan de hand van het Zweedse melodieuze blackmetalrecept, dat eerder al door giganten als Dissection en Sacramentum werd geserveerd. De spijzen van gisteren die nu tijdens deze nieuweling worden opgediend zijn naast Zweeds toch ook wel zeker Frans. Die onstuimige furieuze uiting kan alleen maar tot stand zijn gekomen door iets wat van nature in groten getale aanwezig moet zijn. Zwart zaad, dat uitgroeit tot een vleesgeworden creatuur, Sühnopfer. Of de gast moet met een zweep bijzonder hard zijn afgeranseld, alvorens hij de opnamestudio kermend van de pijn binnen liep. Wanneer u goed tussen de regels door kunt lezen, hebt u wellicht een idee van het vocale aspect. We horen hier andermaal zeer intense blackmetalscreams, om het maar simpel te stellen “weinig laag, veel hoog”. Hysterisch en chaotisch met veel gevoel voor melodieuze structuren, akoestische fijnproeverij en sonisch drumgeweld. Dat vormt wel de aftrap tijdens D.S.F.R. De cleane gezangen die als palliatief medium dienst lijken te doen tijdens deze ongenadig brute blackmetalmanifestatie zijn van een hoogwaardig niveau.

 
Maar hoe zeer de “Gregorianen” met hun kenmerkende gezangen hun best ook doen om het leed wat te verzachten, het blijft bij het brengen van een sacrale sfeer en wat middeleeuwse taferelen. Baroque Black Metal is het etiket wat de promo en de band daar dan opplakt. Voor de geïnteresseerden onder ons, de eenmansband heeft gebruik gemaakt van enkele vocale thema’s van Baroque componisten Charpentier en Cherubini. Een andere noemenswaardigheid is het feit dat Vindsval (Blut aus Nord) ook wat vocalen en leadgitaar voor zijn rekening nam tijdens de opname van Sermon sur le Trépassement. Dit nummer is zonder enige twijfel één van de hoogtepunten van dit album.

Het eerder vrijgegeven openingsnummer D.S.F.R. laat direct al horen wat we mogen verwachten van deze vierde langspeler. Evenals op Hic Regnant Borbonii Manes is het lastig om alle (melodie)lijnen in één enkele luisterbeurt te onderscheiden. Dit kan als kritiek worden ervaren, omdat het meer dan eens af kan leiden van het geheel. Echter hoor ik mijn black metal graag gevarieerd en complex, zodat de verveling niet snel toe slaat. Doordacht is het zeker ook, zoals we horen tijdens het titelnummer dat opent met paardengeluiden, trompetgeschal en een ferme wind, alvorens melodieuze gitaarriffs ten gehore worden gebracht. Ogenblikkelijk horen we het denderende geblast en de keelerupties van de heer Ardraos. Hij klinkt als door een wesp gestoken, schel en met volle overtuiging eist hij dan ook de aandacht op. Gelukkig gaat de muziek zelf hieraan niet ten onder, want deze is haast tot in de perfectie uitgebalanceerd. En waar de meeste bands in het genre kiezen voor een overmaat aan disharmonie horen we hier ook een heel aantal goed geplaatste harmonische lijnen.

Maar vrees niet, opgewekt zouden we dit soort muziek nooit kunnen noemen. Wel is het overduidelijk dat Sühnopfer een verhaal te vertellen heeft, met name door de vele invalshoeken en vocale variaties. Meer dan eens krijg ik dan ook het gevoel dat er een film voor mijn ogen wordt afgespeeld. Nondeju, dit is gewoon krachtpatserij in een complexe verhaallijn gegoten! Het eerder aangehaalde Sermon sur le Trépassement vormt daarop geen uitzondering en weet met zijn tragiek tegen het einde de luisteraar voor de volle lengte op het puntje van zijn stoel te houden.

Na enkele melodieuze riffstructuren, toont Pays d’Allen dat de band ook wel iets conventioneels kan laten horen. Spannende, opgefokte black metal die door een overmaat aan melodieën en drumgehak natuurlijk wel wat van u als luisteraar vergt. De grens van het mogelijke binnen het muzikale spectrum wordt opgezocht, zonder te verzanden in clichés of een geluidsbrij die niet om aan te horen is. De akoestische passage breekt heel even met de tergend harde black metal om zo wat ademruimte te creëren. Uiteraard is dit van korte duur, want de vocalen maken er al snel korte metten mee! De variatie binnen de zo nu en dan dubbel opgenomen vocalen zorgt naast de toch al niet bepaald saaie muziek voor nog een extra troefkaart die deze band op tafel legt. En dan krijgen we vervolgens nog een duivelsnummer als Céron voor de kiezen, voor de ene mens pure horror, voor de ander pure weelde. Het is duidelijk dat uw redacteur van dienst hier intens van geniet.

Black metal hoeft per definitie niet altijd grillig en ijskoud geserveerd te worden. Sühnopfer bewijst met dit Nous sommes d’Hier dat agressie prima samen kan gaan met harmonieuze melodieuze structuren, koorgezangen en een scala aan complexe invloeden. Dat gezegd hebbende moeten we ons stante pede realiseren dat deze Fransman alles en iedereen omver blaast. Tijdens Derniers Sacrements zal u tussentijds zoetjes toegezongen worden, maar het blasfemische ritueel lijkt haast een eeuwigheid te duren. Een afwisseling en samenkomst van intense pijnen en dientengevolge lusten worden hier in een muzikaal ritueel gevangen. Indrukwekkend is dan ook een understatement!

De gewaagde bewerking in de vorm van een cover die het slotstuk vormt van dit intense Nous sommes d’Hier laat horen dat Sühnopfer niet voor één gat te vangen is, al wisten we dat natuurlijk al lang. De klassieker Le Bal des Laze van Michel Polnareff is onder handen genomen, waarbij de cleane zangstem intact is gebleven. Daaroverheen horen we de reeds gekende rasperige, niet al te schelle blackmetalscreams. Heel slim om dit niet over de gehele lengte van het nummer te doen, zodat er ruim voldoende herkenning blijft ten opzichte van het origineel. Een cover met een heerlijke sfeer die evenals de andere nummers langer lijkt te duren dan de tijd die ervoor staat. Chapeau!

Score:

96/100

Label:

Debemur Morti Productions, 2023

Tracklisting:

  1. D.S.F.R.
  2. Nous Sommes d’Hier
  3. Sermon sur le Trépassement
  4. Pays d’Allen
  5. Céron
  6. Derniers Sacrements
  7. Le Bal des Laze

Line-up:

  • Ardraos – Alles

Links: