Slechtvalk – At Death’s Gate

Slechtvalk bestaat nog steeds en we zijn de band niet vergeten. Dat komt goed uit, want dit is een band waar je eens lekker een mening over kan hebben. Vroeger zag ik ze wel eens op een podium staan. Het leek vaak meer op een ‘Live Action Role Play-feestje’ dan een band. De lucht van menig podium is flink te grazen genomen door de zwaarden van deze christelijke rakkers. Toen The War That Plagues The Land uitkwam, was de band controversieel. De band zou christelijk zijn en black metal maken. Heel blackmetalland was boos. Laten we wel wezen: black metal en religie is een beetje als een een hindoe die op hadj naar Mekka gaat: het slaat nergens op. Toch was er al sinds het ontstaan van black metal ook het tegengeluid in de vorm van bands als Horde en Antestor. Zodoende is het niets nieuws onder de zon. Het religieuze element valt ook niet echt op in de epische fantasy die de band verhaalt. Het zullen vast allemaal allegorieën en metaforen zijn voor de here christus die aan het kruis sterft, maar het is niet alsof de band het door mijn strot drukt. Dat valt alweer mee.

Slechtvalk hebben wij meermaals aan de tand gevoeld. De band stelde toen dat dark metal ook een prima term was en dat de muziek veel te melodieus was om voor black metal door te gaan. Toch gebruikt de band de termen zelf wel eens. Hoe het ook zij, At Death’s Gate is het zesde album van de band en wordt uitgebracht via MDD Records, een gerenommeerd label voor folk-/blackmetalbands. De basis wordt gevonden in snelle drums, melodieuze elementen, heldere productie, tremolo-picking, af en toe cleane zang en een herkenbare gemene schreeuw van de man achter de microfoon. De band is nooit ver afgeweken van dat basisrecept. Misschien dat het album At The Dawn of War het melodieuze aspect het meest onderzocht werd en The War That Plagues the Land het meest agressief klonk, maar de rest zit er tussenin. Mijn collega Bart kon Where Wandering Shadows and Mists Collide waarderen met een 82 op 100. Dat was misschien wel het meest progressieve album van de band.

Paralyzed by Fear start als een ononderbroken spervuur van blast beats, thrashritmes en snelle riffs. Een piano op de achtergrond brengt wat extra noten aan die de het verder niet al te boeiende gitaarwerk opvrolijkt. De track is een goede opener omdat er een constante dreiging van uitgaat. De scream is nog altijd furieus en rokerig en hoewel er weinig intonatie te horen is, compenseert de agressie erin. Het meerstemmige onderdeel zorgt voor enige ontknoping.

De tweede track At Death’s Gate is melodieuzer en biedt meer openheid door trager stokwerk op de drums. De opbouw vind ik wat lastig te volgen. Hoewel er een interessante breakdown in zit, een slepend refrein en stekende coupletten, verloopt de overgang hiertussen wat willekeurig. Het lijkt hierdoor meer een epos met een verhalend karakter, maar daarin mis ik wat lijn. Je ziet vaak bands die in zo’n uitgebreide track nog dynamischer te werk gaan. Dat wil zeggen echt naar nul toe, met akoestische passages. Slechtvalk is wat dat betreft wat gehaast en de track mist finesse. Desondanks maken de melodie en de furie veel goed.

The White Raven is het meest catchy nummer van de plaat. De vocale afwisseling is welkom en het melodieuze aspect krijgt alle ruimte. Deze track is consistent door de gestructureerde en accelererende (ook te gebruiken als woord bij galgje) opbouw. Death gooit het over een andere boeg en werkt riffgebaseerd. De track heeft een paar frisse riffs. Mijn kritiekpunt is het feit dat de overgang na ongeveer 1:40 naar een slepende passage nogal gratuit klinkt. De boosheid wordt uit de track gehaald ten faveure van een vrolijk headbangintermezzo. Het voelt als een trucje. Het is wel een extreem dynamische track die van extreme snelheid naar slepende a capella gaat. Het belangrijkste is dat de riffs hoerig lekker zijn.

Op afsluiter Heritage komen die ongemakkelijke theatrale cleane vocalen op bezoek. Het geeft een vikingmetalgevoel, zeker naar het einde van de track wanneer een trager tempo wordt gepakt. Een swingend einde waar het drumwerk wederom wat veel fills en frivoliteiten kent die afleiden van de kern en de riff niet echt ondersteunen. Bij wijze van voorbeeld: na zo’n 6:20 minuten lijkt de drummer op zoek te zijn naar een ritme voor onder de riffs. Het is deze zoekende houding die doorklinkt in het dubbele basswerk en de fills. Drummer Hamar is voor het eerst te horen op dit album, kwam ik achter, en dat kan je toch een beetje terughoren. Ook mis ik Othar in de line-up. Hij was vroeger verantwoordelijk voor (onder andere) de teksten. Waar hij heen is weet ik niet.

Slechtvalk gaat verder waar het laatste album stopte. At Death’s Gate is een toegankelijk album geworden. De band speelt zijn eigen interpretatie van snelle melodieuze metal met een rokerige scream en druk drumwerk met hier en daar een topriff. Op zijn beste momenten episch en krachtig of furieus en aangrijpend. Op zijn mindere momenten langdradig, druk of minder coherent. At Death’s Gate is een mooie instapdrug voor de stap naar black metal voor de religieuze types onder ons. Ik raad hen aan om deze plaat op te zetten, want wie weet wekt het je interesse naar de duistere kant van het genre. En ik kan je zeggen dat wij koekjes hebben.

Score:

78/100

Label:

MDD Records, 2024

Tracklisting:

  1. Paralysed by Fear
  2. At Death’s Gate
  3. The White Raven
  4. Fight Till the End
  5. Death
  6. Night of the Locusts
  7. Enshrouded
  8. The Destroyer
  9. Heritage

Line-up:

  • Hamar – Drums, vocalen
  • Shamgar – Vocalen, gitaar
  • Premnath – Keyboards
  • Seraph – Gitaar, vocalen
  • Tomrair – Basgitaar, vocalen

Links: