Silver Knife – Silver Knife

Om de één of andere duistere reden hebben we bij Zware Metalen het debuut van Silver Knife, Unyielding / Unseeing, nooit gerecenseerd. Voor een webzine dat black metal en lokaal talent hoog in het vaandel draagt is dit wel een gemiste kans. Maar niet getreurd, want na een gemiste kans komt meestal nog wel een tweede kans. En daarvoor is de tijd rijp, want vijf jaar na het debuutalbum komt Silver Knife nu met zijn opvolger, die gewoon de bandnaam meekreeg als titel. Dat vind ik wel altijd een risico, want zo leg je als band de lat en de verwachtingen hoger dan noodzakelijk. Maar dit pan-Europese gezelschap gaat de uitdaging graag aan. En waarom ook niet, want op basis van de kwaliteitsstandaard die op Unyielding / Unseeing gehanteerd werd mag je toch wel een behoorlijk hoog niveau verwachten.

Pan-Europees. Het klinkt fancy, maar deze term (die in de promo wordt gehanteerd) is eigenlijk een beetje overdreven, want de leden komen enkel uit België, Nederland en Frankrijk. En het zijn absoluut geen onbekenden (al zouden ze dat bij Silver Knife liever zoveel mogelijk verborgen houden)! Bezieler Hans Cools (H.) kennen we onder andere van Oerheks en Häxenzijrkel, Nicky (N.) van Laster en Vuur & Zijde, en Déhà (D.) van zowat alles dat beweegt in België en omstreken (Déhà, Cult of Erinyes, Oerheks en Wolvennest, om er maar een paar te noemen). Voeg daar dan nog drummer Moanne de Kroon en de Fransman Pierre Perichaud (a.k.a. Business for Satan) aan toe en Silver Knife is compleet.

Wat we op Unyielding / Unseeing te horen kregen was zeer compacte, bijna verstikkende atmosferische black metal, omgeven door een aura van melancholie en kwelling, maar ook van gedrevenheid en urgentie. Depressieve ondertonen waren heel duidelijk aanwezig, onderstreept door heiige DSBM-gillen die uit de achtergrond leken op te rijzen. De instrumentale basis van de muziek bestond voornamelijk uit melodische tremoloriffs, ontsproten aan een ruw en galmend, duidelijk gelaagd gitaarsegment en ondersteund door een brommende baslaag en droog, nogal weinig prominent drumwerk.

De stijl die Silver Knife hanteert legt de nadruk vooral op het oproepen van bepaalde (diepere) gevoelens en het creëren van een ondoordringbaar geluidslandschap. Zo ontstaat een coherent muzikaal verhaal waarin de melodieën die uit de gitaren opdoemen de enige lichtpuntjes lijken. Dit is muziek die je moet voelen en beleven. Noem het gerust muzikale absorptie of sonische immersie, want als je je als luisteraar openstelt voor deze muziek, je erdoor laat overspoelen en je er ook in laat onderdompelen, dan kan je even loskomen van de realiteit en gewoon genieten van deze diepgaande geluiden…

Wat in die vijf jaar tussen Unyielding / Unseeing en Silver Knife zeker niet gebeurd is, is het opfrissen of moderniseren van de sound. Silver Knife (het album) klinkt nog steeds even (bewust) onzuiver en mistig als zijn voorganger. De muziek is ook nog steeds gestoeld op datzelfde gelaagde gitaarcompartiment, waarin melodische tremoloriffs centraal staan, en net als op Unyielding / Unseeing wordt er een subtiel evenwicht gezocht tussen de hypnotische verlokkingen van (de herhalingen van) deze riffs, de rusteloze agitatie in het tempo en het drumwerk en de ongemakkelijke kwelling van de gepijnigde gillen, het loeiend gehuil en de hese schreeuwen die het vocale element overheersen.

De gelaagdheid van het geleverde werk zorgt hier met name voor heel wat diepgang. De toplaag wordt gevormd door de leadgitaar, die zijn transcendente snarenschoonheid op repetitieve wijze wereldkundig maakt. Eens je de melodieën begint te herkennen, lukt het ook beter om in de muziek door te dringen en je erdoor te laten meevoeren. Het is een eerder trage, continue stroom van verleidelijk geluid die je meespoelt en onderdompelt, al is dat zeker niet doorlopend het geval. Daarvoor klinkt de muziek soms net iets te descriptief, te verhalend. Ook de vocalen staan vooraan in de mix. Zij zorgen, zoals gezegd, voor het contrast met de gitaren: licht en donker, pijn en zalving, walging en schoonheid. Onder deze bovenlaag van gitaren en stem vinden we de drums, die vooral een begeleidende en sturende functie hebben, maar waarvan de droge meppen en roffels toch wel opvallen. De ritmegitaar is goed hoorbaar en essentieel om de gelaagdheid vorm te geven. De basgitaar vormt dan weer de onderlaag, maar is af en toe wat prominenter aanwezig (zoals op Triumph in Tragedy).

Silver Knife doet niet aan intro’s, al is de brommende basgitaar waarmee het album start minder abrupt dan de schreeuw waarmee Unyielding (het eerste nummer van Unyielding / Unseeing) opende. Sliver (niet Silver trouwens!) gunt de luisteraar in eerste instantie ook geen rust, want de scherpe tremolo-riffs blijven maar komen; ze vormen een muzikale lawine, een ondoordringbare mist die enkel doorsneden wordt door ijzingwekkende schreeuwen en gillen. Er is een kort akoestisch momentje om de druk wat van de ketel te halen, maar die rust is van heel korte duur. Zo’n rustmomentje in het midden van het nummer vinden we trouwens wel op meerdere tracks van dit album terug.

Sliver is best een opgave om te beluisteren, tenminste als je geen doorwinterde atmosferische blackmetalfan of post-blackfan bent. Er wordt namelijk maar met mondjesmaat gevarieerd in tempo en ritme en de muziek kan soms als erg druk en afmattend ervaren worden. Rusteloos is een predicaat dat hier ook goed past, en dat bevestigt de band zelf volmondig met zijn tweede tracktitel. Door de vele herhalingen wordt de beleving wel bijna hypnotisch en als luisteraar word je zo ook onbewust gedwongen om je aandacht naar de subtiel veranderende melodieën te gaan richten. Gelukkig wordt de niet-aflatende sonische drukgolf ook af en toe onderbroken door een overtuigend, sample-achtig stukje gesproken/geschreeuwde tekst dat sterk sfeerbevorderend werkt, zoals op Sliver en Techne.

Sliver bezit een aangename flow, maar ik vind de riffs minder pakkend dan die van Unyielding. Het nummer mist ook wat gif en scherpe tanden. Het klinkt allemaal iets te esthetisch, te harmonieus en te toegankelijk. De nadruk ligt duidelijk op een gevoel van kwelling, en minder op de pure duisternis die eigen is aan het genre. Diezelfde bemerking maak ik me ook bij Restless Blight, trouwens, maar de riffs op dit nummer zijn wel pakkender en urgenter, en slagen er beter in om te beklijven. Halverwege hoor je dan ook eindelijk wat dissonantie, wat duisternis beginnen opborrelen. Die lijn wordt verder getrokken op Techne, inclusief enkele korte, potige, Gorgoroth-achtige riffs.

Als ik er één luistertip zou moeten uitnemen, dan zou dat Reticent Paroxysm moeten zijn. De opbouw in dit nummer is zeer organisch, maar zorgt er wel voor dat deze track zich duidelijk onderscheidt van de andere. Het eerste deel sluit stilistisch nog nauw aan bij de vorige vier tracks: energiek en vooruitgestuwd door het aandringende drumwerk. In het middendeel gaat het tempo vervolgens omlaag en ontstaat een slepende passage vol pathos. Deze dient dan vervolgens als voedingsbodem voor één van de prachtigste leadmelodieën uit de (weliswaar korte) Silver Knife­-discografie. Dit tremolo bevat zoveel emotie dat het je zeker niet onbewogen zal laten. De schreeuwen worden hier plots melodischer en vloeien over in cleane zang: hoe mooi passen stem en instrumenten hier niet samen? Prachtig gewoon.

Silver Knife eindigt met een nummer van bijna dertien minuten. Ook op Triumph in Tragedy wordt er halverwege gekozen voor een zacht, akoestisch intermezzo, en dat komt dit lange nummer zeker ten goede. Ik beschouw de riffs die de basis vormen van het tweede deel van deze afsluiter als de meest iconische van dit album. Op een plaat die eigenlijk overloopt van de meeslepende riffs is dat best een prestatie te noemen. En zo eindigt Silver Knife sterk en memorabel.

Silver Knife (de band) bouwt met dit zelfgetitelde album verder aan zijn eigen pad. Dat de band hierbij niet kiest voor de traditionele aanpak kan ik alleen maar toejuichen. De nadruk op dit album ligt op melodie en emotie, wat wel leidt tot een complexe dualiteit: de esthetiek van de riffs lijkt de muziek in eerste instantie toegankelijk te maken, maar het rusteloze, ondoordringbare karakter van de muziek en de extreme aard van de vocalen werkt dat dan weer helemaal tegen. Het is een subtiel evenwicht tussen hoop en hopeloosheid. Op zich kan je de stijl van Silver Knife wel zien als een soort succesformule. Het heeft in theorie eigenlijk alles om succesvol te zijn: goede riffs, pakkende melodieën, veel emotie en een band met een indrukwekkende technische bagage. Dat het dan wel een investering vergt van de luisteraar zal mijns inziens ook net het juiste publiek aantrekken. En dan komt daar nog bij dat Silver Knife naar mijn persoonlijke mening vooral een live band is, die zijn betoverende black op die manier het best kan overbrengen op zijn publiek.

Een zeer geslaagde plaat voor wie van een uitdaging houdt.

Score:

80/100

Label:

Amor Fati Productions / Extraconscious Records, 2025

Tracklisting:

  1. Sliver
  2. Restless Blight
  3. Techne
  4. Transfiguration
  5. Reticent Paroxysm
  6. Triumph in Tragedy

Line-up:

  • H. – Onbekend
  • N. – Onbekend
  • D. – Onbekend
  • P. – Onbekend
  • M. – Drums

Links: